heater TOYOTA RAV4 PLUG-IN HYBRID 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: RAV4 PLUG-IN HYBRID, Model: TOYOTA RAV4 PLUG-IN HYBRID 2022Pages: 610, PDF Size: 139.2 MB
Page 94 of 610

Branden/knipperpatroon Conditie auto
Brandt■Bezig met laden
■Laden is mogelijk
■De “Battery Heater” (batterijverwarming) (→blz. 111) is
in werking
■De “Battery Cooler” (batterijkoeler) (→blz. 111) is in
werking
Knippert (normaal)
*Als het laadschema is geregistreerd (→blz. 125) en de AC-
laadkabel is aangesloten op de auto
Knippert snel
*Als laden niet mogelijk is door een storing in de voedingsbron
of auto, enz. (→blz. 138)
Brandt niet■De laadstekker is niet aangesloten op het AC-laadcontact.
■Als het laadschema (→blz. 125) stand-by staat
■Als het laden is voltooid
*Knippert gedurende een bepaalde tijd en gaat vervolgens uit.
Laadindicator van de laadaansluiting
Als er een systeemstoring optreedt
tijdens het laden of als de op afstand
bedienbare airconditioning wordt
gebruikt, knippert de laadindicator snel
gedurende een bepaalde tijd en gaat hij
vervolgens uit.
Als dit gebeurt terwijl een portier wordt
geopend en het contact UIT staat, wordt
een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay. Volg de
instructies die worden weergegeven op
het display als er een melding wordt
weergegeven.
2.2.2 AC-laadkabel*
*Als de AC-laadkabel is meegeleverd.
De functie, de bedieningsprocedure, enz.
van de AC-laadkabel worden uitgelegd.
WAARSCHUWING!
Bij gebruik van de AC-laadkabel en
het CCID (Charging Circuit
Interrupting Device,
onderbrekingsapparaat laadsysteem)
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u een ongeval
veroorzaken, waardoor dodelijk of
ernstig letsel kan ontstaan.
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Probeer de AC-laadkabel, de
laadstekker, de stekker en het CCID
(Charging Circuit Interrupting
Device, onderbrekingsapparaat
laadsysteem) niet te demonteren of
repareren.
Stop onmiddellijk met laden als er
een probleem optreedt met de
AC-laadkabel of het CCID (Charging
Circuit Interrupting Device,
onderbrekingsapparaat
laadsysteem) en neem contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Stel de AC-laadkabel, de laadstekker,
de stekker en het CCID (Charging
Circuit Interrupting Device,
onderbrekingsapparaat
laadsysteem) niet bloot aan sterke
schokken.
• Oefen geen overmatige kracht uit op
de AC-laadkabel. Rol de AC-laadkabel
niet te strak op, tordeer de
AC-laadkabel niet en trek er ook niet
aan.
• Beschadig de AC-laadkabel niet met
scherpe voorwerpen.
• Vouw de laadstekker of de stekker
niet op en steek er geen vreemde
voorwerpen in.
2.2 Laden
92
Page 113 of 610

• Bij gebruik van de “Mijn
ruimte-modus”. (→Blz. 134)
• Tijdens het laden is de stroom
uitgevallen.
• Er is een onderbreking in de
stroomvoorziening.
• Er is sprake van een spanningsval bij
de externe voedingsbron.
• De lading van de 12V-accu is te laag,
bijvoorbeeld omdat er gedurende
langere tijd niet met de auto is
gereden.
• De maximale laadstroom is ingesteld
op8Aof16A
*via “Vehicle Settings”
(voertuiginstellingen). (→Blz. 108)
• Als de “Battery Heater”
(batterijverwarming) in werking is.
(→Blz. 111)
• Als de “Battery Cooler”
(batterijkoeler) in werking is geweest
vóór het laden. (→Blz. 111)
• Als de stekker warmte genereert door
een losse aansluiting, enz.
*Alleen auto's met 6,6 kW
tractiebatterijlader
Gebruik van een gelijkstroomlader
Gelijkstroomladers kunnen niet worden
gebruikt voor deze auto.
Elektriciteit voor laden
Deze auto kan worden geladen tot
maximaal ongeveer 3,3 kW of 6,6 kW
*.
Afhankelijk van de gebruikte lader of de
AC-laadkabel wordt de elektriciteit voor
laden mogelijk beperkt.
*Alleen auto's met 6,6 kW
tractiebatterijlader
Laadgekoppelde functies
Deze auto is uitgerust met meerdere
functies die aan het laden gekoppeld zijn.“Mijn ruimte-modus” (→blz. 134)
Als de AC-laadkabel is aangesloten op de
auto, kunnen elektrische componenten,
zoals de airconditioning of het
audiosysteem, worden gebruikt met de
externe voedingsbron
*.
*Afhankelijk van de situatie kan de
energie van het batterijpakket
(tractiebatterij) worden gebruikt.
“Battery Heater” (batterijverwarming)
Als de buitentemperatuur laag is en de
AC-laadkabel is aangesloten op de auto,
verwarmt deze functie automatisch het
batterijpakket (tractiebatterij) totdat
deze een bepaalde temperatuur bereikt of
overschrijdt.
De “Battery Heater” (batterijverwarming)
werkt als “Battery Heater”
(batterijverwarming) van de “Charging
Settings” (oplaadinstell.) op het
multi-informatiedisplay aan is.
(→Blz. 164)
Opwarmregeling batterijpakket
(tractiebatterij) (alleen Groenland)
Deze regeling treedt in werking als de
AC-laadkabel gedurende 3 dagen op de
auto aangesloten blijft en de “Battery
Heater” (batterijverwarming)
automatisch stopt. De regeling isoleert
het batterijpakket (tractiebatterij)
automatisch bij extreem lage
temperaturen.
• Deze regeling stop 31 dagen nadat de
AC-laadkabel is aangesloten, zelfs als
hij nog steeds is aangesloten op de
auto.
• Als deze regeling in werking is, worden
de instellingen van het laadschema
genegeerd en start het laden.
“Battery Cooler” (batterijkoeler)
Als het batterijpakket (tractiebatterij)
heet is en de AC-laadkabel is aangesloten
op de auto, koelt deze functie het
batterijpakket (tractiebatterij) voordat
het laden wordt uitgevoerd.
2.2 Laden
111
2
Plug-in hybridesysteem
Page 114 of 610

De “Battery Cooler” (batterijkoeler) werkt
als “Battery Cooler” (batterijkoeler) van
de “Charging Settings” (oplaadinstell.) op
het multi-informatiedisplay aan is.
(→Blz. 164)
Verwarmings- en koelsysteem
tractiebatterij (“Battery Heater”
(batterijverwarming) en “Battery
Cooler” (batterijkoeler))
• Het systeem werkt als de temperatuur
van het batterijpakket (tractiebatterij)
boven of onder een bepaalde waarde
ligt.
• Het systeem werkt mogelijk als er niet
geladen wordt.
• Als het laadschema wordt gebruikt
(→blz. 125), werkt deze functie
overeenkomstig het laadschema.
“Battery Heater” (batterijverwarming)
• Als de “Battery Heater”
(batterijverwarming) in werking is,
brandt de laadindicator.
• Als de AC-laadkabel wordt verwijderd
van de auto of ongeveer 3 dagen op
de auto aangesloten blijft, wordt het
systeem automatisch uitgeschakeld.
• Als de “Battery Heater”
(batterijverwarming) in werking is
tijdens het laden, kan het laden langer
duren dan normaal.
• Als de buitentemperatuur hoog wordt
terwijl de “Battery Heater”
(batterijverwarming) in werking is,
kan het laden voltooid zijn voor de
ingestelde “Departure”-tijd
(vertrektijd). (→Blz. 125)
• Als de tractiebatterij bijna volledig
geladen is, werkt de “Battery Cooler”
(batterijkoeler) mogelijk niet.
• Als de volgende handelingen worden
uitgevoerd terwijl de “Battery Heater”
(batterijverwarming) in werking is,
wordt het verwarmen van het
batterijpakket (tractiebatterij)
gestopt.
– De selectiehendel wordt in een
andere stand dan P gezet– De op afstand bedienbare
airconditioning is ingeschakeld
(→blz. 379)
• De “Battery Heater”
(batterijverwarming) werkt mogelijk
zelfs als het batterijpakket
(tractiebatterij) volledig geladen is,
afhankelijk van de temperatuur van
het batterijpakket (tractiebatterij).
– De resterende lading in het
batterijpakket (tractiebatterij)
neemt af als de “Battery Heater”
(batterijverwarming) is
ingeschakeld. De laadprocedure
start mogelijk opnieuw om het
batterijpakket (tractiebatterij) te
laden.
– Charging Stopped Due to Pulled
Charging Connector (laden gestopt
vanwege losgetrokken laadstekker)
wordt mogelijk weergegeven als de
laadstekker tijdens het opnieuw
laden wordt verwijderd. (→Blz. 140)
“Battery Cooler” (batterijkoeler)
• De laadindicator brandt wanneer de
“Battery Cooler” (batterijkoeler)
stand-by staat of in werking is.
• De “Battery Cooler” (koeler
batterijpakket) werkt maximaal
ongeveer 30 minuten. Als echter de
“Departure”-tijd (vertrektijd) is
ingesteld (→blz. 125) en er niet
voldoende tijd zit tussen het huidige
tijdstip en het tijdstip waarop het
laden voltooid is, kan de tijd dat de
“Battery Cooler” (batterijkoeler) in
werking is, korter worden.
• Als er nog maar weinig resterende
lading in het batterijpakket
(tractiebatterij) aanwezig is, werkt de
“Battery Cooler” (batterijkoeler)
mogelijk niet, ook al is de temperatuur
van het batterijpakket (tractiebatterij)
hoog.
• Als de volgende handelingen worden
uitgevoerd terwijl de “Battery Cooler”
(batterijkoeler) in werking is, wordt
het koelen van het batterijpakket
(tractiebatterij) gestopt.
2.2 Laden
112
Page 119 of 610

Als geen van bovenstaande situaties van
toepassing is en er een aanzienlijke
daling van de resterende lading van het
batterijpakket (tractiebatterij) is na het
laden, laat dan de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
*Als dit gebeurt, zal de resterende lading
sneller afnemen dan normaal, zelfs als
het display met de resterende lading van
het batterijpakket (tractiebatterij)
aangeeft dat het batterijpakket
(tractiebatterij) volledig geladen is.
Wanneer de hoeveelheid lading die
naar het batterijpakket
(tractiebatterij) wordt gestuurd,
afneemt.
Wanneer de lader een laag vermogen
heeft of bediening van de “Battery
Heater” (batterijverwarming), enz.
ervoor zorgt dat er minder
laadvermogen naar het batterijpakket
(tractiebatterij) wordt gestuurd, neemt
de hoeveelheid lading die naar het
batterijpakket (tractiebatterij) wordt
gestuurd mogelijk af.
2.2.8 Procedure voor het laden
In dit hoofdstuk wordt de procedure
behandeld voor het laden van het
batterijpakket (tractiebatterij) met de
meegeleverde AC-laadkabel.
Volg bij het laden via een laadstation de
gebruiksinstructies van de AC-lader.
Controleer voor het laden of “Charge
Now” (nu opladen) aangezet is als er een
laadschema is geregistreerd. (→Blz. 131)
OPMERKING
Bij gebruik van de AC-laadkabel en
bijbehorende onderdelen
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht om
schade aan de AC-laadkabel en
bijbehorende onderdelen te voorkomen.
• Als het laden wordt onderbroken of
afgebroken, verwijder dan de
laadstekker voordat u de stekker
verwijdert.
• Controleer bij het verwijderen van de
AC-laadkabel of de laadstekker
ontgrendeld is.
• Trek niet met kracht aan de afdekkap
van de laadstekker en de kap van het
AC-laadcontact.
• Stel de laadstekker tijdens het laden
niet bloot aan trillingen. Hierdoor zou
het laden onderbroken kunnen
worden.
• Steek niets anders in het
AC-laadcontact dan de laadstekker.
• Houd de stekker goed vast bij het huis
tijdens het in de contactdoos steken
en uit de contactdoos verwijderen van
de stekker.
• Beschadig de kap van het
AC-laadcontact niet met een scherp
voorwerp.
• Trek niet met kracht aan de
AC-laadkabel als deze ergens klem zit
of in de knoop zit. Als de kabel in de
knoop zit, haal hem dan uit de knoop
alvorens hem te gebruiken.
• Haal het AC-laadcontact niet uit
elkaar en modificeer of repareer het
niet. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als het
AC-laadcontact gerepareerd moet
worden.
Voorzorgsmaatregelen bij laden
→Blz. 115
2.2 Laden
117
2
Plug-in hybridesysteem
Page 130 of 610

• Als “Charge Now” (nu opladen) wordt
ingeschakeld (→blz. 131)
• Als er een handeling wordt uitgevoerd
waardoor het laden middels het
laadschema tijdelijk wordt
geannuleerd (→blz. 120)
Effecten van de buitentemperatuur
Als de laadmodus is ingesteld op
“Departure” (vertrek), wordt het
laadschema mogelijk genegeerd
vanwege de buitentemperatuur en kan
het laden beginnen.
“Battery Heater” (batterijverwarming)
(→blz. 111)/“Battery Cooler”
(batterijkoeler) (→blz. 111)
Als het laden wordt uitgevoerd met
behulp van het laadschema, kan de
verwarmings- of koelfunctie voor het
batterijpakket (tractiebatterij) in
werking treden, afhankelijk van de
temperatuur van het batterijpakket
(tractiebatterij).
• Als de laadmodus is ingesteld op
“Starten”, begint het koelen op het
ingestelde starttijdstip van het laden.
• “Battery Heater”
(batterijverwarming): Als de
laadmodus is ingesteld op
“Departure” (vertrek), start de functie
automatisch zodat het verwarmen
voltooid is op de gewenste vertrektijd.
• “Battery Cooler” (batterijkoeler): Als
de laadmodus is ingesteld op
“Departure” (vertrek), begint het
koelen ongeveer 30 minuten voor het
starttijdstip van het laden. Als er
echter geen tijd is om het laden
binnen het laadschema te voltooien,
kan de koeltijd van het batterijpakket
(tractiebatterij) verkort worden en
werkt “Battery Cooler” (batterijkoeler)
mogelijk niet.Instellen
Gebruik de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel als het laadschema
wordt gebruikt.
ABedieningstoetsen
instrumentenpaneel (→blz. 157)
BMulti-informatiedisplay
Registreren van het laadschema
1. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om
te
selecteren.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Vehicle
Settings” (voertuiginstellingen) te
selecteren en houd vervolgens
ingedrukt.
3. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Charging
Settings” (oplaadinstell.) te
selecteren en druk vervolgens op
.
Het scherm “Charging Settings”
(oplaadinstell.) wordt weergegeven.
4. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Charging
Schedule” (oplaadschema) te
selecteren en druk vervolgens op
.
Het scherm “Charging Schedule”
(oplaadschema) wordt weergegeven.
2.2 Laden
128
Page 141 of 610

Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
De AC-laadkabel is niet aangesloten op de
autoSluit de AC-laadkabel aan alvorens het laad-
schema te gebruiken.
Onjuiste laadmodus geselecteerdControleer de instelling van de laadmodus.
(→Blz. 125)
Als de laadmodus is ingesteld op “Start”, be-
gint het laden op het ingestelde tijdstip, maar
als “Departure” (vertrek) is ingesteld, is het
laden voltooid op het ingestelde tijdstip. (De
starttijd voor het laden wordt automatisch
geregeld door het systeem.)
Het laden begint, ook al is er een laadschema geregistreerd
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
“Charge Now” (nu opladen) is ingesteld op
“On” (aan)Stel “Charge Now” (nu opladen) in op “Off”
(uit) om te laden overeenkomstig het laad-
schema. (→Blz. 131)
laadschema is ingesteld op “Off” (uit)Controleer of laadschema niet is ingesteld op
“Off” (uit). (→Blz. 131)
De laadmodus is ingesteld op “Departure”
(vertrek) en de geplande vertrektijd ligt dicht
bij het huidige tijdstipAls het systeem vaststelt dat er geen tijd is
om het laden te voltooien op de geplande ver-
trektijd, begint het met laden. Controleer de
laadschema's.
De AC-laadkabel was verwijderd en opnieuw
aangesloten terwijl de laadindicator van de
laadaansluiting knipperdeAls de AC-laadkabel was verwijderd en op-
nieuw aangesloten terwijl de laadindicator
knipperde, wordt het laadschema geannu-
leerd (→blz. 120).
Verwijder de AC-laadkabel tijdelijk en sluit
hem weer aan.
De “Mijn ruimte-modus” of de op afstand be-
dienbare airconditioning was in werkingAls de “Mijn ruimte-modus” of de op afstand
bedienbare airconditioning wordt ingescha-
keld, start het systeem met laden, ook al is er
een laadschema geregistreerd. Stop de “Mijn
ruimte-modus” of de op afstand bedienbare
airconditioning en sluit vervolgens de AC-
laadkabel opnieuw aan om te laden met be-
hulp van het laadschema.
De “Battery Heater” (batterijverwarming)
(→blz. 111) is in werkingAls de laadmodus is ingesteld op “Departure”
(vertrek), kan de “Battery Heater” (batterij-
verwarming) in werking treden voordat het
laden begint. Controleer de status van de
laadindicator van de laadaansluiting.
(→Blz. 91)
De buitentemperatuur is laag en de opwarm-
regeling van het batterijpakket (tractiebatte-
rij) (→blz. 111) is in werking (alleen Groen-
land)Als de opwarmregeling van het batterijpakket
(tractiebatterij) in werking is, worden de laad-
schema's genegeerd en wordt met laden be-
gonnen. Ga door met laden om het batte-
rijpakket (tractiebatterij) te beschermen.
2.2 Laden
139
2
Plug-in hybridesysteem
Page 143 of 610

Als “Charging Stopped Due to Pulled Charging Connector” wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
De laadstekker is verwijderd tijdens het laden
Als de laadstekker verwijderd wordt tijdens
het laden, wordt het laden gestopt. Sluit de
laadstekker weer aan als u het batterijpakket
(tractiebatterij) volledig wilt laden. Nadat het batterijpakket (tractiebatterij) vol-
ledig is geladen, wordt de laadstekker verwij-
derd terwijl het batterijpakket (tractiebatte-
rij) opnieuw wordt geladen doordat functies
die stroom verbruiken
*gebruikt zijn en de
resterende lading afgenomen is.
De laadstekker is niet goed aangeslotenControleer de aansluitstatus van de laadstek-
ker.
■Plaats de laadstekker bij het aansluiten
goed.
■Controleer na het aansluiten van de
laadstekker of de laadindicator van de
laadaansluiting gaat branden.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als er niet geladen kan
worden hoewel de juiste procedures gevolgd
zijn.
De laadstekker is ontgrendeld tijdens het la-
denAls de laadstekker ontgrendeld wordt tijdens
het laden, wordt het laden gestopt. Sluit de
laadstekker weer aan om verder te gaan met
laden.
*Er wordt stroom verbruikt als de “Battery Heater” (verwarming batterijpakket)
(→blz. 111), de aircogekoppelde functie (→blz. 126) of de op afstand bedienbare
airconditioning wordt bediend (→blz. 379).
Als “Charging Complete Limited Due to Battery Temp” (laden voltooid, beperkt door
temperatuur batterijpakket) wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Het laden is gestopt om het batterijpakket
(tractiebatterij) te beschermen omdat de
temperatuur gedurende een bepaalde peri-
ode hoog was.Laat het batterijpakket (tractiebatterij) af-
koelen en laad het nogmaals als de lading nog
niet het gewenste niveau heeft bereikt.
2.2 Laden
141
2
Plug-in hybridesysteem
Page 166 of 610

• Toyota Parking Assist-sensor aan/uit
Hiermee kan de Toyota Parking
Assist-sensor worden in- of
uitgeschakeld.
• “Volume”
Hiermee kunt u het volume van de
zoemer die bij het bedienen van de
Toyota Parking Assist-sensor klinkt
instellen.
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert) (indien
aanwezig) (→blz. 317)
• RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)
aan/uit
Hiermee kunt u het RCTA-systeem in-
of uitschakelen.
• “Volume”
Hiermee kunt u het volume van de
RCTA-zoemer wijzigen.
PKSB (Parking Support Brake
System) (indien aanwezig) (→blz. 347)
Hiermee kunt u de Parking Support
Brake-functie in- of uitschakelen.
“HUD Main” (HUD hfd.) (indien
aanwezig) (→blz. 167)
• HUD aan/uit
Hiermee kunt u het head-up display
in- of uitschakelen.
• “HUD Brightness/Position” (HUD
helderheid/positie)
Hiermee kunnen de helderheid en de
verticale positie van het head-up
display worden ingesteld.
• “HUD Driving Support” (HUD rijhulp)
Hiermee kunt u de op het head-up
display weergegeven items wijzigen.
• “HUD Rotation” (HUD rotatie)
Hiermee kan de hoek van het head-up
display worden ingesteld.
RSA (Road Sign Assist) (indien
aanwezig) (→blz. 298)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.• Road Sign Assist aan/uit
Hiermee kunt u het RSA-systeem in-
of uitschakelen.
• “Notification Method”
(meldingsmethode)
Hiermee kunt u elke
meldingsmethode die wordt gebruikt
om de bestuurder te waarschuwen
wanneer het systeem
rijomstandigheden signaleert die
door borden zijn verboden.
• “Notification Level” (drempelw. meld.)
Hiermee kunt u elk meldingsniveau
dat wordt gebruikt om de bestuurder
te waarschuwen wanneer het systeem
een verkeersbord met een
snelheidslimiet signaleert, wijzigen.
DRCC (RSA) (indien aanwezig)
(→blz. 309)
Hiermee kunt u de Dynamic Radar Cruise
Control met Road Sign Assist in- of
uitschakelen.
Voertuiginstellingen
• “Charging Settings” (oplaadinstell.)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
– “Charging Schedule”
(oplaadschema)
Hiermee kunt u het laadschema
registreren of wijzigen. (→Blz. 125)
– “Charging Current” (oplaadstroom)
Hiermee kunt u de laadstroom
wijzigen. (→Blz. 108)
– “Battery Heater”
(batterijverwarming)
Hiermee kunt u de verwarming van
het batterijpakket in- of
uitschakelen. (→Blz. 111)
– “Battery Cooler” (batterijkoeler)
Hiermee kunt u de koeler van het
batterijpakket in- of uitschakelen.
(→Blz. 111)
•PBD (elektrisch bedienbare
achterklep) (indien aanwezig)
(→blz. 190)
3.1 Instrumentenpaneel
164
Page 480 of 610

Als “Radar Cruise Control Unavailable”
(Radar Cruise Control niet
beschikbaar) wordt weergegeven
De Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (indien
aanwezig) kan tijdelijk niet gebruikt
worden. Gebruik het systeem wanneer
dit weer beschikbaar is.
Waarschuwingszoemer
→Blz. 472
WAARSCHUWING!
Als er een waarschuwingslampje gaat
branden of een
waarschuwingszoemer klinkt
wanneer een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
→Blz. 473
OPMERKING
“High Power Consumption Partial
Limit On AC/Heater Operation” (Hoog
stroomverbruik. Werking A/C en
verwarming beperkt) wordt
regelmatig weergegeven
Mogelijk is er een storing met betrekking
tot het laadsysteem of de 12V-accu kan
verouderd zijn. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als “Maintenance Reqd. For Traction
Battery At Your Dealer” (onderhoud bij
dealer vereist voor tractiebatterij)
wordt weergegeven
Het batterijpakket (tractiebatterij) moet
worden nagekeken of vervangen. Laat
de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING(Vervolgd)
• Wanneer u door blijft rijden zonder
het batterijpakket (tractiebatterij) te
laten nakijken, kan het
hybridesysteem niet worden gestart.
• Raadpleeg onmiddellijk een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als het hybridesysteem
niet gestart kan worden.
8.2.5 Als uw auto een lekke band
heeft (auto's zonder een
reservewiel)
Uw auto is niet uitgerust met een
reservewiel, maar wel met een
bandenreparatieset.
Een lek dat wordt veroorzaakt door een
spijker of schroef die door het loopvlak
van de band steekt, kan tijdelijk worden
gerepareerd met de bandenreparatieset.
(De set bestaat uit een fles met
bandenreparatievloeistof. De
bandenreparatievloeistof kan slechts één
keer worden gebruikt voor de tijdelijke
reparatie van één band, waarbij de spijker
of schroef in het loopvlak moet blijven
zitten.)
Afhankelijk van de beschadiging van de
lekke band kan hij mogelijk niet
gerepareerd worden met de
bandenreparatieset. (→Blz. 479)
Laat na de noodreparatie met de
bandenreparatieset de band repareren of
vervangen door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
478
Page 523 of 610

Laadsysteem (→blz. 108, blz. 111)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstellingABC
“Charging Current” (oplaad-
stroom)MAX8A
–O–
16 A*
“Battery Heater” (batterijver-
warming)Aan Uit – O –
“Battery Cooler” (batterijkoe-
ler)Aan Uit – O –
*Alleen auto's met 6,6 kW tractiebatterijlader
Meters, tellers en multi-informatiedisplay (→blz. 151, blz. 156)
Functie*1StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstellingABC
Taal*2“English” (Engels) Behalve Engels*3–O–
Eenheden
*2km (liter/100 km,
kWh/100 km)km (km/liter, km/
kWh)
–O–
mijlen (MPG, mijlen/
kWh)
*4
Weergave snelheidsmeter Analoog Digitaal – O –
EV-controlelampje Aan Uit – O –
“ECO Guidance” (ECO advies) Aan Uit – O –
“Fuel Economy” (brandstof-
verbruik)“Total Average” (to-
taalgem.)“Trip Average” (reis-
gemid.)
–O–
“Tank Average”
(gem. verbr.)
“Power Consumption”
(stroomverbruik)“Total Average” (to-
taalgem.)“Trip Average” (reis-
gemid.)–O–
Audiosysteemgekoppeld dis-
playAan Uit – O –
Energiemonitor Aan Uit – O –
Display AWD-systeem Aan Uit – O –
Type rij-informatie Trip (rit) Total (totaal) – O –
Rij-informatie-items (eerste
item)AfstandGemiddelde rijsnel-
heid
–O–
Totale tijd
Rij-informatie-items (tweede
item)Totale tijdGemiddelde rijsnel-
heid
–O–
Afstand
“Closing Display” (eind-
scherm)“Drive Info” (rij-
informatie)“Eco Score”
–O–
“Charging Schedule”
(oplaadschema)
Pop-updisplay Aan Uit – O –
Kalendar
*5–––O–
Multi-informatiedisplay uit Uit Aan – O –
9.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
521
9
Voertuigspecificaties