traction control TOYOTA RAV4 PLUG-IN HYBRID 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: RAV4 PLUG-IN HYBRID, Model: TOYOTA RAV4 PLUG-IN HYBRID 2022Pages: 610, PDF Size: 139.2 MB
Page 138 of 610

Wanneer er een melding met
betrekking tot de “Mijn ruimte-
modus” wordt weergegeven
Volg de volgende correctieprocedures
als er een melding wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay terwijl de
“Mijn ruimte-modus” wordt gebruikt of
wordt geprobeerd deze in te schakelen.
• “Traction battery is too low for “My
Room Mode”” (lading tractiebatterij te
laag voor “Mijn ruimte-modus”)
Er is niet voldoende resterende lading
in het batterijpakket (tractiebatterij)
om de “Mijn ruimte-modus” in te
schakelen.
Wacht totdat de lading van het
batterijpakket (tractiebatterij)
toeneemt en schakel vervolgens de
“Mijn ruimte-modus” in.
• ““My Room Mode” has stopped due to
low traction battery” (“Mijn
ruimte-modus” is uitgeschakeld ten
gevolge van ontladen tractiebatterij)
De resterende lading in het
batterijpakket (tractiebatterij) is
onvoldoende.
Schakel de “Mijn ruimte-modus” uit
en laad het batterijpakket
(tractiebatterij).
• ““My Room Mode” will stop when
traction battery is too low Reduce
power usage to continue using “My
Room Mode”” (“Mijn ruimte-modus
wordt uitgeschakeld als lading
tractiebatterij te laag is, beperk
energieverbruik om “Mijn
ruimte-modus” te blijven gebruiken)
Het energieverbruik in de auto is
hoger dan de energie waarmee het
batterijpakket (tractiebatterij) wordt
geladen en de resterende lading van
het batterijpakket (tractiebatterij) is
te laag.
*
– De “Mijn ruimte-modus” wordt
uitgeschakeld, tenzij het
energieverbruik in de auto wordt
verlaagd.
– Schakel, om de “Mijn ruimte-
modus” te blijven gebruiken,
systemen als de airconditioning en
het audiosysteem uit om de
resterende lading van het
batterijpakket (tractiebatterij) te
verhogen.
*De status van de energiebalans
tijdens het gebruik van de “Mijn
ruimte-modus” kan worden
gecontroleerd op het scherm voor de
weergave van de resterende lading
voor het batterijpakket
(tractiebatterij) dat wordt
weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
WAARSCHUWING!
Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van de “Mijn
ruimte-modus”
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, kan dat zeer
schadelijk zijn voor de gezondheid en
zelfs dodelijk zijn.
• Laat nooit kinderen,
hulpbehoevenden of dieren in de
auto achter. Het systeem wordt
mogelijk automatisch uitgeschakeld,
zodat de temperatuur in de auto kan
stijgen of dalen, wat kan resulteren in
een zonnesteek, uitdroging of
onderkoeling. Systemen, zoals de
ruitenwissers, kunnen ook worden
gebruikt, hetgeen kan leiden tot
onbedoelde werking en ongevallen.
• Controleer vóór gebruik zorgvuldig
of de omgeving van de auto veilig is.
2.2 Laden
136
Page 146 of 610

Als “Charging Stopped High Energy Use See Owner’s Manual” (laden gestopt, hoog
energieverbruik, zie handleiding) wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Er wordt vermogen verbruikt door elektrische
componenten van de autoControleer de volgende items en voer de
laadprocedure nogmaals uit.
■Als de koplampen en het audiosysteem
ingeschakeld zijn, schakel ze dan uit.
■Zet het contact UIT.
Als het laden niet kan worden uitgevoerd,
zelfs niet na het uitvoeren van bovenstaande
stappen, is de accu mogelijk onvoldoende
geladen. Laat het hybridesysteem ongeveer
15 minuten of langer werken om de accu op
te laden.
Als “Charging System Malfunction See Owner’s Manual” (storing laadsysteem,
raadpleeg handleiding) wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Storing opgetreden in laadsysteemLaat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Als “The Traction Battery Temp is low System put priority on charging to preserve
battery condition” (temperatuur tractiebatterij is laag, systeem geeft prioriteit aan
laden om conditie batterij op peil te houden) wordt weergegeven (alleen Groenland)
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
De opwarmregeling van het batterijpakket
(tractiebatterij) was in werking (→blz. 111)Als de opwarmregeling van het batterijpakket
(tractiebatterij) in werking is, wordt het laad-
schema niet gebruikt en wordt er geladen.
Dit is een regeling om het batterijpakket
(tractiebatterij) te beschermen en geen
storing.
2.2 Laden
144
Page 150 of 610

Controlelampje PKSB
OFF*1(indien aanwezig)
(→blz. 469)
Controlelampje BSM
OFF*1(indien aanwezig)
(→blz. 469)
Controlelampje RCTA
OFF*1(indien aanwezig)
(→blz. 469)
Controlelampje Traction
Control*1(→blz. 470)
Waarschuwingslampje
onjuiste bediening pe-
daal
*2(→blz. 470)
(Knippert)Controlelampje Brake
Hold-systeem in wer-
king*1(→blz. 470)
(Knippert)Waarschuwingslampje
parkeerrem (→blz. 470)
Waarschuwingslampje
lage bandenspanning*1
(→blz. 471)
Waarschuwingslampje
laag brandstofniveau
(→blz. 471)
Controlelampje
bestuurders- en voorpas-
sagiersgordel (→blz. 471)
Controlelampjes achter-
passagiersgordels
(→blz. 471)
*1Deze lampjes gaan branden als het
contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole wordt
uitgevoerd. Ze gaan uit nadat het
hybridesysteem is ingeschakeld of na
enkele seconden. Er kan een storing in
een systeem aanwezig zijn als het lampje
niet gaat branden of uitgaat. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealerof hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
*2Dit lampje brandt op het multi-
informatiedisplay en er wordt een
melding weergegeven.
*3Het controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF gaat branden wanneer
het contact AAN wordt gezet, terwijl de
Toyota Parking Assist-sensor is
ingeschakeld. Het gaat na enkele
seconden uit.
WAARSCHUWING!
Als een waarschuwingslampje van
een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van een
veiligheidssysteem zoals het ABS of het
waarschuwingslampje SRS niet gaat
branden als u het hybridesysteem start,
kan dat betekenen dat deze systemen
niet beschikbaar zijn om u te
beschermen in geval van een ongeval,
waardoor ernstig letsel zou kunnen
ontstaan. Laat, als dit gebeurt, de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Controlelampjes
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus van de
verschillende systemen van de auto.
Controlelampje richting-
aanwijzers (→blz. 254)
Controlelampje achter-
licht (→blz. 260)
Controlelampje groot-
licht (→blz. 262)
3.1 Instrumentenpaneel
148
Page 151 of 610

Controlelampje Automa-
tic High Beam-systeem
(indien aanwezig)
(→blz. 262)
Controlelampje mistlam-
pen voor (→blz. 265)
Controlelampje mistach-
terlicht (→blz. 265)
Controlelampje Smart
entry-systeem met start-
knop
*1(→blz. 246)
Controlelampje cruise
control (→blz. 303,
blz. 313)
Controlelampje Dynamic
Radar Cruise Control (in-
dien aanwezig)
(→blz. 303)
Controlelampje cruise
control SET (→blz. 303,
blz. 313)
Controlelampje snel-
heidsbegrenzer (indien
aanwezig) (→blz. 315)
Controlelampje LTA*2
(indien aanwezig)
(→blz. 294)
Controlelampje Toyota
Parking Assist-sensor
OFF
*3, 4(→blz. 340)
Controlelampje PKSB
OFF*3, 5(indien aanwe-
zig) (→blz. 348)
(Knippert)Controlelampje Traction
Control
*5(→blz. 359)
Controlelampje VSC
OFF*3, 5(→blz. 360)
Waarschuwingslampje
PCS*3, 5(indien aanwe-
zig) (→blz. 283)
BSM-indicatoren in de
buitenspiegels*5, 6(in-
dien aanwezig)
(→blz. 317)
Controlelampje BSM
OFF*3, 5(indien aanwe-
zig) (→blz. 317)
Controlelampje RCTA
OFF*3, 5(indien aanwe-
zig) (→blz. 317)
Controlelampje stand-
bystand Brake Hold-
systeem
*5(→blz. 258)
Controlelampje Brake
Hold-systeem in wer-
king
*5(→blz. 258)
Controlelampje antidief-
stalsysteem (→blz. 62,
blz. 63)
Controlelampje READY
(→blz. 246)
Controlelampje lage
buitentemperatuur*7
(→blz. 155)
EV-controlelampje
(→blz. 76)
Waarschuwingslampje
parkeerrem (→blz. 255)
Controlelampje EV
MODE*8(→blz. 72)
Controlelampje AUTO
EV/HV*8(→blz. 72)
3.1 Instrumentenpaneel
149
3
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 358 of 610

Werking airconditioningsysteem in
ECO-rijmodus
In de ECO-rijmodus worden de
verwarming/koeling en de
aanjagersnelheid geregeld voor een zo
laag mogelijk brandstofverbruik. Voer de
volgende procedures uit om de
prestaties van de airconditioning te
verbeteren.
• Wijzig de aanjagersnelheid
(→blz. 373)
• Annuleren ECO-rijmodus
Annuleren van een rijmodus
• De sportmodus wordt automatisch
geannuleerd als de rijmodus naar de
normale modus gaat als het contact
UIT wordt gezet.
• De normale modus en de
ECO-rijmodus worden niet
geannuleerd zolang er geen andere
rijmodus wordt geselecteerd. (Zelfs
als het contact UIT wordt gezet,
worden de normale modus en de
ECO-rijmodus niet automatisch
geannuleerd.)
5.5.14 Trail-modus
De Trail-modus is ontworpen om het
doorslippen van de aangedreven wielen
te voorkomen door de geïntegreerde
regeling van het AWD-systeem, het
remsysteem en het regelsysteem voor de
aandrijfkracht. Gebruik de Trail-modus bij
het rijden over hobbelige wegen, enz.
WAARSCHUWING!
Voordat u de Trail-modus gebruikt
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Wanneer u deze voorzorgsmaatregelen
niet in acht neemt, kan een ongeval
ontstaan.
• De Trail-modus is ontworpen voor
het gebruik op onverharde wegen.
• Controleer of het controlelampje
Trail-modus brandt alvorens weg te
rijden.
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• De Trail-modus is niet ontworpen
voor het vergroten van de limieten
van de auto. Controleer altijd
zorgvuldig de conditie van de weg en
rijd veilig.
Inschakelen van het systeem
Druk op de schakelaar Trail-modus.
Druk op de schakelaar Trail-modus om de
Trail-modus in te schakelen. Het
controlelampje Trail-modus gaat branden
op het multi-informatiedisplay.
Druk opnieuw op de schakelaar
Trail-modus om het systeem uit te
schakelen.
Wanneer de Trail-modus in werking is
Als de wielen spinnen, knippert het
controlelampje Traction Control om aan
te geven dat de Trail-modus het spinnen
van de wielen regelt.
5.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
356
Page 359 of 610

Trail-modus
• De Trail-modus regelt de auto zo dat
deze bij het rijden op onverharde
wegen over de maximale
aandrijfkracht beschikt. Het resultaat
kan zijn dat het brandstofverbruik
toeneemt vergeleken met wanneer de
Trail-modus uit is.
• Als de Trail-modus gedurende een
langere periode continu wordt
gebruikt, neemt afhankelijk van de
rijomstandigheden de belasting op
gerelateerde onderdelen toe en werkt
het systeem mogelijk niet goed. In dit
geval wordt “Traction Control Turned
OFF” (Traction Control UIT)
weergegeven op het multi-
informatiedisplay, maar kan er
normaal met de auto worden gereden.
“Traction Control Turned Off”
(tractiecontrole UIT) op het
multi-informatiedisplay dooft na een
poosje en het systeem werkt naar
behoren.
Als de Trail-modus wordt
uitgeschakeld
In de volgende situaties wordt de
Trail-modus automatisch uitgeschakeld,
zelfs wanneer de modus is geselecteerd:
• Als de rijmodus wordt gewijzigd.
(→Blz. 355)
• Als het hybridesysteem opnieuw
wordt gestart.
Geluiden en trillingen tijdens het
rijden in de Trail-modus
Elk van de volgende verschijnselen kan
zich voordoen als de Trail-modus in
werking is. Geen van deze verschijnselen
duidt op een storing:
• Er kunnen trillingen gevoeld worden
in de carrosserie en de stuurinrichting
• Er kunnen geluiden hoorbaar zijn uit
de motorruimte.Als het controlelampje Trail-modus
niet gaat branden
Als het controlelampje Trail-modus niet
gaat branden als de schakelaar
Trail-modus wordt ingedrukt, is er
mogelijk een storing aanwezig in het
systeem.
Laat de auto onmiddellijk nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
Ervoor zorgen dat de Trail-modus goed
werkt
Gebruik de Trail-modus niet continu
gedurende langere tijd. Afhankelijk van
de rijomstandigheden neemt de
belasting op de gerelateerde onderdelen
toe en werkt het systeem mogelijk niet
goed.
5.5.15 GPF-systeem
(benzineroetfilter)
Het benzineroetfiltersysteem verzamelt
met behulp van een uitlaatgasfilter
roetdeeltjes in de uitlaatgassen. Het
systeem werkt om het filter automatisch
te regenereren, afhankelijk van de
voertuigcondities.
Als “Exhaust Filter Full See Owner’s
Manual” (Uitlaatgasfiltersysteem vol,
zie handleiding) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven
• Deze melding wordt mogelijk
weergegeven wanneer de auto tijdens
het rijden zwaar wordt belast terwijl
roetdeeltjes zich ophopen.
• Het vermogen van het
hybridesysteem (motortoerental)
wordt beperkt bij een bepaalde
hoeveelheid roetdeeltjes. Er kan
echter nog met de auto worden
gereden, tenzij het
motorcontrolelampje gaat branden.
5.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
357
5
Rijden
Page 361 of 610

TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht
behouden blijft en voorkomt dat de
aandrijvende wielen gaan doorslippen bij
het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op gladde wegen
Active Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt door
remregeling uit te oefenen op de wielen
aan de binnenzijde wanneer tijdens het
rijden in een bocht wordt geprobeerd te
accelereren
Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achteruit
rolt bij helling op wegrijden
EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om
de benodigde kracht voor het
ronddraaien van het stuurwiel te
verminderen.
E-Four (elektronisch on-demand
AWD-systeem)
Regelt automatisch het aandrijfsysteem
zoals voorwielaandrijving of AWD
(vierwielaandrijving) overeenkomstig
verschillende rijomstandigheden,
waaronder normaal rijden, het nemen van
bochten, op een helling, bij het wegrijden,
tijdens accelereren of op door sneeuw of
regen gladde wegen en draagt zo bij aan
een stabiele bediening en rijstabiliteit.
Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten
automatisch knipperen om het
achteropkomende verkeer te
waarschuwen.Secondary Collision Brake (indien
aanwezig)
Als de airbagsensor een aanrijding
signaleert en het systeem in werking is,
worden de remmen en remlichten
automatisch geregeld om de rijsnelheid
te verlagen en te helpen de kans op
verdere schade ten gevolge van een
tweede aanrijding te verkleinen.
Als de TRC/VSC/ABSTrail-modus//
Trailer Sway Control in werking is
Het controlelampje Traction Control
knippert wanneer de TRC/VSC/ABS/Trail-
modus/Trailer Sway Control in werking is
Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in
modder of sneeuw, kan het TRC-systeem
het aandrijfvermogen van het
hybridesysteem naar de wielen beperken.
Als u dan op
drukt, kunt u de auto
waarschijnlijk makkelijker los krijgen door
te ‘schommelen’. Schakel de TRC uit door
snel in te drukken en weer los te laten.
5.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
359
5
Rijden
Page 362 of 610

“Traction Control Turned OFF” (Traction
Control uitgeschakeld) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
Druk nogmaals op
om het systeem
weer in te schakelen.
Uitschakelen van de TRC/VSC/Trailer
Sway Control
Houd
meer dan 3 seconden ingedrukt
terwijl de auto stilstaat om de
TRC/VSC/Trailer Sway Control uit te
schakelen.
Het controlelampje VSC OFF gaat
branden en Traction Control Turned Off
(Traction Control uitgeschakeld) wordt op
het multi-informatiedisplay
weergegeven.
*
Druk nogmaals opom de systemen
weer in te schakelen.
*Bij auto's met PCS (Pre-Crash
Safety-systeem), wordt de PCS ook
uitgeschakeld (alleen Pre-Crash-
waarschuwing is beschikbaar). Het
waarschuwingslampje PCS gaat branden
en er wordt een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay. (→Blz. 289)
Wanneer de melding dat de TRC is
uitgeschakeld wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay, zelfs al is
niet ingedrukt
TRC is tijdelijk uitgeschakeld. Als de
melding niet verdwijnt neem dan contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Voorwaarden voor werking Hill Start
Assist Control
Als aan alle onderstaande voorwaarden
wordt voldaan, werkt de Hill Start Assist
Control:
• De selectiehendel staat in een andere
stand dan P of N (bij het
vooruit/achteruit bergop wegrijden)
• De auto staat stil
• Het gaspedaal wordt niet ingetrapt• De parkeerrem is niet geactiveerd
• Het contact staat AAN
Automatisch uitschakelen van Hill
Start Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de
volgende situaties uitgeschakeld:
• De selectiehendel staat in stand P of N
• Het gaspedaal wordt ingetrapt
• Het rempedaal wordt ingetrapt of de
parkeerrem wordt geactiveerd
• Er zijn maximaal 2 seconden
verstreken nadat het rempedaal is
losgelaten
• Het contact wordt UIT gezet
Bijgeluiden en trillingen die worden
veroorzaakt door ABS, Brake Assist,
VSC, Trailer Sway Control, TRC en Hill
Start Assist Control
• Het is mogelijk dat u tijdens het
starten van het hybridesysteem of bij
het wegrijden een geluid in de
motorruimte hoort wanneer het
rempedaal herhaaldelijk wordt
ingetrapt. Dit duidt niet op een
storing in een van deze systemen.
• De volgende verschijnselen kunnen
zich voordoen als bovenstaande
systemen in werking zijn. Geen van
deze verschijnselen duidt op een
storing.
– Er kunnen trillingen gevoeld
worden in de carrosserie en de
stuurinrichting.
– Nadat de auto tot stilstand is
gekomen, kan het geluid van een
elektromotor hoorbaar zijn.
Werkingsgeluiden ECB
In de volgende gevallen zijn mogelijk
werkingsgeluiden van de ECB te horen.
Dit duidt echter niet op een storing.
• Werkingsgeluiden vanuit de
motorruimte die zich voordoen
wanneer het rempedaal wordt
bediend.
5.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
360
Page 365 of 610

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
De TRC/VSC werkt mogelijk niet
effectief als
Het insturen van de juiste richting en
het overbrengen van de aandrijfkracht
kunnen op een gladde weg niet onder
alle omstandigheden gerealiseerd
worden, zelfs niet als het
TRC/VSC-systeem in werking is. Rijd
voorzichtig met de auto onder
omstandigheden waarbij de stabiliteit
en de aandrijfkracht verloren kunnen
gaan.
De Active Cornering Assist werkt niet
effectief als
• Vertrouw niet alleen op de Active
Cornering Assist. De Active
Cornering Assist werkt mogelijk niet
effectief bij het accelereren op een
helling of bij het rijden op een glad
wegdek.
• Wanneer de Active Cornering Assist
vaak in werking is getreden, wordt de
werking ervan mogelijk tijdelijk
gestopt om een goede werking van
de remmen, TRC en VSC te
garanderen.
De Hill Start Assist Control werkt niet
effectief wanneer
• Vertrouw niet uitsluitend op de Hill
Start Assist Control. De Hill Start
Assist Control werkt mogelijk niet
effectief op steile hellingen en op
met ijs bedekte wegen.
• In tegenstelling tot de parkeerrem is
de Hill Start Assist Control niet
bedoeld om de auto gedurende
langere tijd op zijn plaats te houden.
Gebruik de Hill Start Assist Control
niet om de auto op een helling op zijn
plaats te houden omdat dat kan
leiden tot een ongeval.
Als TRC/ABS/VSC/Trailer Sway
Control is geactiveerd
Het controlelampje Traction Control
knippert. Rijd altijd voorzichtig.
Roekeloos rijgedrag kan leiden tot
ongevallen. Wees bijzonder voorzichtig
als het controlelampje knippert.
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Als TRC/VSC/Trailer Sway Control is
uitgeschakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw
snelheid aan de conditie van het
wegdek aan. Schakel de TRC/VSC/
Trailer Sway Control alleen in geval van
nood uit, aangezien deze systemen
zorg dragen voor de voertuigstabiliteit
en het aandrijfvermogen.
Trailer Sway Control is onderdeel van
het VSC-systeem en werkt niet als het
VSC is uitgeschakeld of een storing
heeft.
Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde
maat hebben, van hetzelfde merk zijn
en hetzelfde profiel en draagvermogen
hebben. Controleer verder of alle
banden de aanbevolen spanning
hebben.
De ABS, TRC, VSC en Trailer Sway
Control werken niet goed als er
verschillende banden onder de auto
gemonteerd zijn. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige voor meer
informatie over het vervangen van de
wielen of banden.
Omgaan met banden en
wielophanging
Problemen met de banden of
wijzigingen aan de wielophanging
hebben een negatief effect op de
ondersteunende systemen en kunnen
een storing veroorzaken.
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot Trailer Sway Control
Het Trailer Sway Control-systeem kan
het slingeren van de aanhangwagen
niet in alle gevallen verminderen.
Afhankelijk van diverse factoren,
waaronder de staat van de auto, de
aanhangwagen, het wegoppervlak en
de omgeving waarin wordt gereden,
kan het Trailer Sway Control-systeem
5.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
363
5
Rijden
Page 472 of 610

Controlelampje Traction Control
Waarschuwingslampje Details/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
■De VSC/Trailer Sway Control;
■Het TRC-systeem;
■De functie Trail-modus; of
■De Hill Start Assist Control
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje onjuiste bediening pedaal*(waarschuwingszoemer)
Waarschuwingslampje Details/handelingen
Wanneer er een zoemer klinkt:
■Het Brake Override-systeem is defect
■De wegrijregeling is defect
■De wegrijregeling is in werking
Volg de instructies die worden weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Wanneer er geen zoemer klinkt: Het Brake Override-systeem is in
werking.
Laat het gaspedaal los en trap het rempedaal in.
*Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
Controlelampje (waarschuwingszoemer) Brake Hold-systeem in werking
Waarschuwingslampje Details/handelingen
(Knippert)Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Brake Hold-
systeem
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren ge-
kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje parkeerrem
Waarschuwingslampje Details/handelingen
(Knippert)Mogelijk is de parkeerrem niet volledig geactiveerd of gedeacti-
veerd
Bedien nogmaals de parkeerremschakelaar.
Dit lampje gaat branden als de parkeerrem niet gedeactiveerd is.
Als het lampje uitgaat nadat de parkeerrem gedeactiveerd is,
werkt het systeem normaal.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
470