sensor TOYOTA SUPRA 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: SUPRA, Model: TOYOTA SUPRA 2020Pages: 476, PDF Size: 59.11 MB
Page 8 of 476

8
Handleiding Supra1-1. AANWIJZINGEN
wordt beschreven, ni
et beschikbaar is
op de Australische uitvoeringen, als
gevolg van beperkingen die worden
opgelegd door de Australische ont-
werpvoorschriften en andere vereisten.
Neem voor meer informatie contact op
met uw Toyota-dealer, die u graag zal
adviseren.
Houd u bij het gebruik van de auto aan
het volgende:
• Handleiding.
• Informatie op/in de auto. Verwijder
stickers niet.
• Technische gegevens van de auto.
• De van toepassing zijnde wetten en
veiligheidsnormen van het land waar
de auto wordt gebruikt.
• Autopapieren en juridische docu-
menten.
Uw auto is technisch ontworpen voor
de bedrijfscondities en goedkeuringsei-
sen die gelden in het land waar hij voor
het eerst werd geleverd: homologatie.
Als uw auto in een ander land gebruikt
gaat worden, moet hij mogelijk van
tevoren worden aangepast aan de gel-
dende andere bedrijfscondities en
goedkeuringseisen. Als uw auto niet
voldoet aan de homologatie-eisen in
een bepaald land, kunt u daar geen
garantieclaims indienen voor uw auto.
Een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kan u meer informatie
geven.
De geavanceerde technologie die in uw
auto wordt gebruikt, bijvoorbeeld de
geavanceerde materialen en hoog-
waardige elektronica, vereist passende
onderhouds- en reparatiemethoden.
Dientengevolge raadt de fabrikant van
uw auto aan om dergelijke werkzaam-
heden door Toyota te laten uitvoeren.
Als u ervoor kiest om de werkzaamhe-
den door een andere gespecialiseerde
werkplaats te laten uitvoeren, adviseert
Toyota om naar een werkplaats te gaan
waar werkzaamheden zoals onderhoud
en reparatie worden uitgevoerd volgens
Toyota-specificaties en door goed
opgeleid personeel. In deze handlei-
ding worden dergelijke faciliteiten “een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige” genoemd.
Als dergelijke werkzaamheden, bijvoor-
beeld onderhoud en reparatie, ondes-
kundig worden uitgevoerd, kan dit
leiden tot gevolgschade en aldus een
veiligheidsrisico vormen.
Uw persoonlijke veiligheid
Beoogd gebruik
Garantie
Onderhoud en reparatie
WAARSCHUWING
Door verkeerd uitgevoerde werkzaamhe-
den aan het lakwerk van de auto werken
de radarsensoren mogelijk niet goed of
kunnen ze defect raken, waardoor de vei-
ligheid in het geding komt. Er bestaat een
kans op ongevallen
en schade. Laat bij
auto's met radarsensoren werkzaamhe-
den en reparaties aan de lak van de bum-
pers uitsluitend uitvoeren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 8 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 9 of 476

9
1
Handleiding Supra 1-1. AANWIJZINGEN
AANWIJZINGEN
Door verkeerd uitgevoerde werkzaam-
heden aan het lakwerk van de auto
werken onderdelen, zoals de radarsen-
soren, mogelijk niet goed of kunnen ze
defect raken, waardoor de veiligheid in
het geding komt.
Toyota raadt aan om onderdelen en
accessoires te gebruiken die speciaal
voor dat doel door Toyota zijn goedge-
keurd.
U wordt geadviseerd om Toyota te
raadplegen voor advies over originele
onderdelen en accesso
ires van Toyota,
andere door Toyota goedgekeurde pro-
ducten en voor deskundig advies over
alle aanverwante zaken.
De veiligheid en compatibiliteit van
deze producten in combinatie met
auto's van Toyota zijn door Toyota
gecontroleerd.
Toyota accepteert productverantwoor-
delijkheid voor originele onderdelen en
accessoires van Toyota. Toyota kan
geen aansprakelijkheid aanvaarden
voor onderdelen of accessoires van
welke aard dan ook die niet zijn goed-
gekeurd.
Toyota kan niet van elk afzonderlijk pro-
duct van andere origine beoordelen of
het zonder veiligheidsrisico's kan worden
gebruikt op auto's van Toyota. Evenmin
kan geschiktheid voor gebruik worden
verzekerd als daarvoor een officiële ver-
gunning is afgegeven in een specifiek
land. Tests die voor dergelijke vergunnin-
gen worden uitgevoerd, kunnen niet
altijd alle bedrijfscondities voor auto's van Toyota omvatten, en sommige daar-
van zijn daarom onvoldoende.
Uw auto is voorzien van een aantal
elektronische regelsystemen. Elektroni-
sche regelsystemen verwerken gege-
vens die zij bijvoorbeeld ontvangen van
de sensoren in de auto, die zij zelf
genereren of die ze met elkaar uitwis-
selen. Sommige regelsystemen zijn
nodig om de auto veilig te laten functio-
neren of om assistentie te verlenen tij-
dens het rijden, bijvoorbeeld
rijassistentiesystem
en. Bovendien faci-
literen regelsystemen de comfort- en
infotainmentfuncties.
Informatie, bijvoorbeeld in een aparte
brochure, over de opgeslagen of uitge-
wisselde gegevens kan worden opge-
vraagd bij de autofabrikant.
Onderdelen en accessoires
Eurasian Compliance EAC
Gegevensopslag
Algemeen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
9 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 11 of 476

11
1
Handleiding Supra 1-1. AANWIJZINGEN
AANWIJZINGEN
module kan bijvoorbeeld worden uitge-
lezen om licht te werpen op de
omstandigheden van een ongeval.
Regelsystemen verwerken gegevens
om de auto te bedienen.
Deze gegevens omvatten bijvoorbeeld:
• Statusmeldingen van de auto en de
afzonderlijke onderdelen, bijvoor-
beeld het toerental van de wielen, de
wielsnelheid, de deceleratie, de zij-
delingse versnelling en het controle-
lampje voor de veiligheidsgordels.
• Omgevingsomstandigheden, bijvoor- beeld de temperatuur en de regen-
sensorsignalen.
De gegevens worden alleen in de auto
zelf verwerkt en zijn meestal tijdelijk. De
gegevens worden niet opgeslagen
nadat het contact UIT is gezet.
Elektronische onderdelen, bijvoorbeeld
regelsystemen en auto sleutels, bevat-
ten onderdelen voor het opslaan van
technische informatie. Informatie over
de voertuigconditie, belasting van
onderdelen, onderhoudsvereisten,
gebeurtenissen of fouten kunnen tijde-
lijk of permanent worden opgeslagen.
Deze informatie documenteert over het
algemeen de toestand van een onder-
deel, een modu le, een systeem of zijn
omgeving, bijvoorbeeld:
• Bedrijfstoestanden van systeemon- derdelen, bijvoorbeeld vulniveaus,
bandenspanning en accustatus.
• Storingen en defecten in belangrijke systeemonderdelen, bijvoorbeeld
verlichting en remmen. • Reacties van de auto op bepaalde
rijsituaties, bijvoorbeeld de active-
ring van een airbag of de activering
van de rijstabili teitsregelsystemen.
• Informatie over gebeurtenissen
waarbij de auto beschadigd is
geraakt.
De gegevens zijn nodig zodat de modu-
les hun functies kunnen uitvoeren. De
gegevens worden ook gebruikt voor het
opsporen en verhelpen van storingen
en helpen de autofabrikant om de func-
ties van de auto te optimaliseren.
Het merendeel van deze gegevens is
tijdelijk en wordt alleen in de auto zelf
verwerkt. Slechts een klein deel van de
gegevens wordt opgeslagen in gebeur-
tenis- of foutgeheugens als reactie op
specifieke omstandigheden.
Wanneer werkzaamheden worden uit-
gevoerd, zoals reparaties, servicewerk-
zaamheden, garantiewerkzaamheden
en kwaliteitswaarborgingsmaatregelen,
kan deze technische informatie teza-
men met het voertuigidentificatienum-
mer worden uitgelezen.
Een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige kan de informatie uitlezen.
De wettelijk vereiste OBD-aansluiting
van het diagnosesysteem in de auto
wordt gebruikt om de gegevens uit te
lezen.
De gegevens worden verzameld, ver-
werkt en gebruikt door de relevante
organisaties in het servicenetwerk. De
gegevens documenteren de technische
omstandigheden van de auto en helpen
bij het lokaliseren van fouten, het vol-
Bedieningsgegevens in de auto
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
11 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 14 of 476

14
Handleiding Supra1-1. AANWIJZINGEN
de reikwijdte van dergelijke gegevens
en het doel ervan, kan worden verkre-
gen bij de desbetreffende dienstverle-
ner.
Dankzij het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem kunnen bij-
voorbeeld bij ongevallen handmatige of
automatische noodoproepen worden
verzonden.
De noodoproepen worden beantwoord
door de centrale meldkamer van de
hulpdiensten.
Zie voor meer informatie over het wet-
telijk vereiste
eCall-noodoproepsys-
teem in de auto, dat is gebaseerd op
112-noodoproepen, en de werking en
functies ervan blz. 354.
De op 112-noodoproepen gebaseerde
eCall-dienst is een openbare dienst van
algemeen belang en is gratis beschik-
baar.
Als zich een ernstig ongeval voordoet,
wordt het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem standaard
automatisch geactiveerd door sensoren
in de auto. Het word t ook automatisch
geactiveerd als de auto is uitgerust met
een intelligent noodoproepsysteem dat
in het geval van een ernstig ongeval
niet werkt. Het wettelijk vereiste eCall-noodoproe-
psysteem kan indien nodig ook hand-
matig worden geactiveerd.
Als zich een ernstige systeemstoring
voordoet die het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem buiten wer-
king zou stellen, ontvangen de inzitten-
den een waarschuwing, zie blz. 355.
Het wettelijk vereiste eCall-noodoproe-
psysteem verwerkt persoonsgegevens
in overeenstemming met de volgende
voorschriften:
• Bescherming van persoonsgege-
vens: Verordening 2016/679/EU van
het Europees Parlement en de
Raad.
• Bescherming van persoonsgege-
vens: Richtlijn 2002/58/EG van het
Europees Parlement en de Raad.
Persoonsgegevens worden uitsluitend
verwerkt met het oog op het verzenden
van eCall-noodoproepen naar het
gestandaardiseerde Europese alarm-
nummer 112.
Het wettelijk vereiste eCall-noodoproe-
psysteem werkt via mobiele communi-
catie door middel van de simkaart die in
de auto is geïnstalleerd. De simkaart is
niet permanent verbonden met het
mobiele telefoonnetwerk, maar blijft
alleen verbonden zolang de
noodoproep actief is.
Wettelijk vereist
noodoproepsysteem
Principe
Algemeen
Informatie over gegevensverwerking
Simkaart
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 14 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 18 of 476

18
Handleiding Supra1-1. AANWIJZINGEN
Het systeem is zo
ontworpen dat na
een ongeval met een bepaalde ernst,
die wordt gesignaleerd door de senso-
ren in de auto, automatisch een
noodoproep wordt geactiveerd.
Als er een noodoproep wordt verzon-
den door het automatische noodoproe-
psysteem, wordt dezelfde informatie
doorgegeven aan de aangewezen
alarmcentrale als normaal door het wet-
telijk vereiste eCall-noodoproepsys-
teem wordt doorgegeven aan de
centrale meldkamer.
Bovendien geeft het automatische
noodoproepsysteem ook de volgende
aanvullende informatie door aan een
door de autofabrikant aangewezen
alarmcentrale en, indien van toepas-
sing, aan de centrale meldkamer:
• Ongevalsgegevens, bijvoorbeeld de richting van de aanrijding zoals
gesignaleerd door de sensoren in de
auto, om de inzet van de hulpdien-
sten te optimaliseren.
• Contactgegevens, bijvoorbeeld het telefoonnummer van de geïnstal-
leerde simkaart en het telefoonnum-
mer van de bestuurder, indien
beschikbaar, zodat er indien nodig
snel contact kan worden opgenomen
met degenen die bij het ongeval
betrokken waren. De gegevens met betrekking tot een
verzonden noodoproep worden in de
auto geactiveerd. De gegevens bevat-
ten informatie over de noodoproep, bij-
voorbeeld de plaats en het tijdstip
waarop deze is verzonden.
De alarmcentrale slaat audio-opnamen
van de noodoproep op.
Audio-opnamen van de klant worden
24 uur bewaard, voor het geval de
details van de noodoproep moeten wor-
den geanalyseerd. Daarna worden de
audio-opnames gewist. Audio-opna-
mes van de medewerker van de alarm-
centrale worden 24 uur bewaard voor
kwaliteitswaarborging.
De gegevens die worden verkregen in
het kader van een automatische
noodoproep, worden alleen gebruikt
om de noodoproep te verwerken.
Indien dit wettelijk verplicht is, verstrekt
de autofabrikant de gegevens die hij
heeft verwerkt en, indien van toepas-
sing, nog steeds heeft bewaard.
De eigenaar van een auto die is voor-
zien van een automatisch noodoproe-
psysteem en het wett
elijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem heeft het
recht om het eCall-systeem in de auto
te gebruiken in plaats van de automati-
sche noodoproep.
Neem voor deactiveringsverzoeken
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
Automatische noodoproep
Verzonden informatie
Gegevensopslag
Verstrekking van persoonsgegevens
Wettelijk vereist
noodoproepsysteem
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 18 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 38 of 476

38
Handleiding Supra2-1. KORTE UITLEG
■Inschakelen
Druk de hendel omhoog totdat de
gewenste stand is bereikt.
• Ruststand ruitenwissers: stand 0.
• Regensensor: stand 1.
• Normale wissnelheid: stand 2 .
• Hoge wissnelheid: stand 3.
■Uitschakelen en intervalstand
Druk de hendel omlaag.
• Uitschakelen: druk de hendel omlaag totdat de ruststand is bereikt.
• Inschakelen intervalstand: druk de hendel omlaag vanuit de ruststand.
■Inschakelen/uitschakelen
Inschakelen: druk de hendel vanuit de
ruststand omhoog naar de eerstvol-
gende stand, pijl 1.
Uitschakelen: druk de hendel terug
naar de ruststand.
■Instellen van de gevoeligheid
Draai het kartelwieltje op de ruitenwis-
serhendel.
Trek aan de ruitenwisserhendel.
Ruitenwissersysteem
In-/uitschakelen ruitenwissers en
intervalstand
Regensensor
Reinigen van de voorruit
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 38 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 45 of 476

45
3
Handleiding Supra 3-1. OVERZICHT
OVERZICHT
Automatic High Beam-systeem
Blz. 188
Dimlicht Blz. 185
Dashboardverlichting
Blz. 190
Parkeerlicht rechts Blz. 186
Parkeerlicht links Blz. 186
5 Bedieningshendel aan de stuurko-
lom, links
Richtingaanwijzer Blz. 149
Grootlicht, lichtsignaal
Blz. 150
Automatic High Beam-sys-
teem Blz. 188
Boordcomputer Blz. 177
6 Paddle shift-schakelaar Blz. 157
7 Toetsen op het stuurwiel, links
Handbediende snelheidsbe-
grenzer Blz. 234
Cruise control aan/uit
Blz. 236
Cruise control hervatten
Blz. 234
Cruise control onderbreken
Blz. 234
Dynamic Radar Cruise Con-
trol aan/uit Blz. 239
Cruise control: een snelheid
instellen Speed Limit Assist: instellen op de
voorgestelde snelheidslimiet
Blz. 249
Cruise control onderbreken/
hervatten Blz. 234
Dynamic Radar Cruise Con-
trol: de afstand vergroten/
verkleinen Blz. 234
Tuimelschakelaar cruise control
Blz. 234
8 Instrumentenpaneel Blz. 161
9 Toetsen op het stuurwiel, rechts
Keuzelijsten Blz. 176
Volume, zie de handleiding
voor het navigatiesysteem.
Spraakcommandosysteem
Blz. 63
Telefoon, raadpleeg de hand-
leiding voor het navigatie-, multime-
dia- en communicatiesysteem
Kartelwieltje voor keuzelijsten
Blz. 176
10 Paddle shift-schakelaar Blz. 157
11 Bedieningshendel aan de stuurko-
lom, rechts
Ruitenwisser Blz. 150
Regensensor Blz. 151
Ruitensproeiers Blz. 152
12 Stuurwiel verstellen Blz. 115
13 Claxon, volledige oppervlak
14 Motorkapontgrendeling
Blz. 322
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 45 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 46 of 476

46
Handleiding Supra3-1. OVERZICHT
15
Achterklepontgrendeling
Blz. 89
1 Regeldisplay Blz. 54
2 Alarmknipperlichten Blz. 353
3 Ventilatie Blz. 269
4 Dashboardkastje Blz. 277
5 Radio/multimedia, zie de handlei-
ding voor het navigatiesysteem
6 Automatische airconditioning
Blz. 264
7 Controller met toetsen Blz. 54,
Blz. 55
8 SPORT-modusschakelaar
Blz. 159
SPORT-rijmodus
Toyota Supra Safety Blz. 205 Stop & Start-systeem
Blz. 144
Parkeersensoren Blz. 250
Achteruitrijcamera Blz. 256
RCTA-functie (Rear Cross Traffic
Alert) Blz. 260
Parking Assist-systeem Blz. 250
Vehicle Stability Control
(VSC) Blz. 230
9 Parkeerrem Blz. 147
10 Selectiehendel automatische trans-
missie Blz. 154
Rondom de middenconsole
1
4
23
5
6
7
89
10
11
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 46 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 73 of 476

73
3
Handleiding Supra 3-1. OVERZICHT
OVERZICHT
De instellingen voor
de volgende syste-
men en functies worden opgeslagen in
het op dat moment gebruikte bestuur-
dersprofiel. Het is afhankelijk van het
land en de uitrusting welke instellingen
kunnen worden opgeslagen.
• Ontgrendelen en vergrendelen.
• Verlichting.
• Airconditioning.
• Radio.
• Instrumentenpaneel.
• Voorkeuzetoetsen.
• Geluidsvolumes.
• Regeldisplay.
• Parkeersensoren
• Achteruitrijcamera.
• Head-up display.
• SPORT-modusschakelaar.
• Zitpositie, stand van de buitenspie- gels.
De via het stoelverstellingsgeheugen inge-
stelde posities en de laatste positie worden
opgeslagen.
• Cruise control.
• Toyota Supra Safety.
Ongeacht de gebruikte afstandsbedie-
ning kan een ander bestuurdersprofiel
worden opgeroepen. Dit geeft de
bestuurder de mogelijkheid zijn per-
soonlijke voorkeursinstellingen op te
roepen, ook al heeft hij de auto ont-
grendeld met de afstandsbediening van
een andere bestuurder.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto) 2
“Driver profiles” (bestuurdersprofie-
len)
3 Selecteer een bestuurdersprofiel.
4 OK
• De in het geselecteerde bestuur- dersprofiel opgeslagen instellingen
worden automatisch toegepast.
• Het geselecteerde bestuurderspro-
fiel wordt toegewezen aan de
afstandsbediening die momenteel
wordt gebruikt.
• Als het bestuurders profiel al aan een
andere afstandsbediening is toege-
wezen, is dit vanaf dat moment van
toepassing op beide afstandsbedie-
ningen.
In het gastprofiel kunnen persoonlijke
instellingen worden opgeslagen die niet
in een van de drie bestuurdersprofielen
worden opgeslagen.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Driver profiles” (bestuurdersprofie-
len)
3 “Drive off (guest)” (wegrijden (gast))
4 OK
Het gastprofiel kan niet worden her-
noemd. Het wordt niet toegewezen aan
de op dat moment gebruikte afstands-
bediening.
Om verwarring van bestuurdersprofie-
len te voorkomen is het mogelijk om het
op dat moment gebruikte bestuurders-
profiel een eigen naam te geven.
Instellingen
Profielbeheer
Een bestuurdersprofiel selecteren
Gastprofiel
Het bestuurdersprofiel hernoemen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 73 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 101 of 476

101
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
Het alarmsysteem wordt gelijktijdig met
het vergrendelen en ontgrendelen via
de afstandsbediening of het Smart
entry-systeem met st
artknop in- en uit-
geschakeld.
Als een portier wordt ontgrendeld met
de geïntegreerde sleutel en vervolgens
wordt geopend, wordt het alarmsys-
teem geactiveerd.
Stoppen van het alarm, zie blz. 102.
De achterklep kan ook worden
geopend als het alarmsysteem is inge-
schakeld.
Als de achterklep wordt gesloten, wordt
hij weer vergrendeld en vanaf dat
moment weer door het alarmsysteem
bewaakt zolang de portieren zijn ver-
grendeld. De alarmknipperlichten knip-
peren één keer. • Het controlelampje knippert om de 2
seconden: Het alarmsysteem is
ingeschakeld.
• Het controlelampje knippert onge- veer 10 seconden en vervolgens om
de 2 seconden: De bewegingssen-
sor in het interieur en de hellingsen-
sor van het alarmsysteem zijn niet
actief omdat de portieren, de motor-
kap en/of de achterklep niet goed
gesloten zijn. De te openen carros-
seriedelen worden alleen door het
alarmsysteem bewaakt als ze goed
zijn gesloten.
Als de niet goed gesloten te openen carros-
seriedelen vervolgens worden gesloten,
worden de interieurbeveiliging en de helling-
sensor ingeschakeld.
• Het controlelampje gaat uit nadat de auto is ontgrendeld: Er is geen
inbraak- of diefstalpoging gedaan.
• Na het ontgrendelen van de auto knippert het controlelampje gedu-
rende maximaal 5 minuten totdat de
Drive Ready-modus wordt ingescha-
keld: Het alarm is geactiveerd.
De hellingsensor bewaakt de hellings-
hoek van de auto.
Het alarmsysteem k an daardoor reage-
ren op bijvoorbeeld een poging om de
wielen onder de auto uit te stelen of om
de auto weg te takelen.
Het passagierscompartiment wordt
bewaakt ter hoogte van de zittingen
van de stoelen. Het alarmsysteem,
inclusief de bewegingssensor in het
In-/uitschakelen
Openen van de portieren bij
ingeschakeld alarmsysteem
Openen van de achterklep bij
ingeschakeld alarmsysteem
Controlelampje op de
binnenspiegel
Hellingsensor
Bewegingssensor in het
interieur
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
101 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM