TOYOTA SUPRA 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: SUPRA, Model: TOYOTA SUPRA 2021Pages: 512, PDF Size: 60.95 MB
Page 51 of 512

51
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
• Als het zichtveld van de camera
wordt gehinderd, bijvoorbeeld door
stickers of andere zaken die aan de
voorruit zijn bevestigd.
• Als de lens vuil of beschadigd is.
• In het geval van fel tegenlicht of bij een sterke reflectie, bijvoorbeeld bij
een laagstaande zon.
• In het donker.
• Camera achter de voorruit: als de camera oververhit is geraakt als
gevolg van extreem hoge temperatu-
ren en tijdelijk is gedeactiveerd.
• Camera achter de voorruit: tijdens
het kalibreren van de camera direct
na aflevering van de auto.
In het geval van een storing in het sys-
teem wordt mogelijk een controlemel-
ding weergegeven.
De radarsensor bevindt zich in de voor-
bumper. De radarsensoren bevinden zich in de
bumper.
In de volgende situaties werken de
radarsensoren mogelijk niet optimaal of
kunnen mogelijk helemaal niet worden
gebruikt, bijvoorbeeld:
• Als de sensoren vuil zijn, doordat er
bijvoorbeeld ijs op zit.
• Als de sensoren worden belemmerd,
bijvoorbeeld door stickers, folie of
een kentekenplaathouder.
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd,
bijvoorbeeld door parkeerschade.
• Als het gebied dat wordt bestreken door de radarstraal van de sensoren
wordt belemmerd, bijvoorbeeld door
uitstekende lading.
• Als het zichtveld van de sensoren
wordt gehinderd, bijvoorbeeld door
garagewanden, hagen of sneeuwho-
pen.
• Na onjuist uitgevoerde werkzaamhe- den aan het lakwerk van de auto in
de buurt van de sensoren.
• Op steile heuvels of afdalingen.
In het geval van een storing in het
systeem wordt mogelijk een controle-
melding weergegeven.
Radarsensoren
Radarsensor voor
Radarsensoren opzij, achter
Systeembeperkingen van de
radarsensoren
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 51 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 52 of 512

523-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
De fysieke beperkingen van ultrasoon-
metingen worden mogelijk bereikt bij
het signaleren van objecten in situaties
zoals de volgende:
• Als de sensoren vuil zijn.
• Als de sensoren worden belemmerd, bijvoorbeeld door stickers.
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd, bijvoorbeeld door parkeerschade.
• Na onjuist uitgevoerde werkzaamhe-
den aan het lakwerk van de auto in
de buurt van de sensoren.
• Kleine kinderen en dieren.
• Personen die bepaalde soorten kle- ding dragen, zoals een dikke jas.
• Een externe verstoring van het ultra-
sone signaal door bijvoorbeeld pas-
serende voertuigen, lawaaiige
machines of andere ultrasone bron-
nen.
• Bepaalde weersomstandigheden,
zoals een hoge luchtvochtigheid,
regen, sneeuw, kou, extreme hitte of
een sterke wind.
• Dissels van aanhangers en trekha- ken van andere voertuigen.
• Dunne of wigvormige objecten.
• Bewegende objecten. • Zich op een hogere plaats bevin-
dende uitstekende voorwerpen,
zoals muren met een overstek.
• Objecten met hoeken, randen en gladde vlakken.
• Objecten met smalle vlakken of structuren, zoals hekken.
• Objecten met poreuze vlakken.
• Kleine en lage objecten, zoals dozen.
• Zachte of met schuim omhulde
obstakels.
• Planten en struiken.
• In autowasplaatsen en -wasstraten.
• Op een ongelijkmatig wegdek, bij- voorbeeld op een verkeersdrempel.
• Bij aanwezigheid van dichte uitlaat-
gassen.
• De ultrasoonsensoren houden geen rekening met uit de auto stekende
lading.
In het geval van een storing in het sys-
teem wordt mogelijk een controlemel-
ding weergegeven.
Ultrasoonsensoren
Ultrasoonsensoren in de
voor-/achterbumpers
Deze ultrasoonsensoren van
Parking Sensors zijn bijvoor-
beeld in de bumpers aange-
bracht.
Systeembeperkingen van de
ultrasoonsensoren
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 52 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 53 of 512

53
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Dit hoofdstuk beschrijft alle standaard,
landspecifieke en speciale uitrusting
die beschikbaar is voor de modelserie.
Daardoor worden mogelijk uitrusting en
functies beschreven die niet in uw auto
aanwezig zijn, bijvoorbeeld als gevolg
van de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit geldt
ook voor functies en systemen met
betrekking tot veiligheid. Houd u bij het
gebruik van de bijbehorende functies
en systemen aan de desbetreffende
wet- en regelgeving.
Afhankelijk van de situatie heeft de auto
een van de volgende drie modi:
• Inactieve modus.
• Standby-modus.
• Drive Ready-modus.
In de inactieve modus is de auto volle-
dig uitgeschakeld. Alle elektrische ver-
bruikers zijn uitgeschakeld.
De auto is in de inactieve modus voor-
dat u hem van buitenaf ontgrendelt en
nadat u bent uitgestapt en de auto hebt
vergrendeld.
Werkingsstatus van de
auto
Uitrusting
Algemeen
Inactieve modus
Principe
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Een auto die niet tegen wegrollen is bevei-
ligd kan in beweging komen en wegrollen.
Er bestaat een kans op ongevallen. Bevei-
lig de auto tegen wegrollen voordat u de
auto verlaat.
Volg onderstaande aanwijzingen op om de
auto tegen wegrollen te beveiligen:
• Activeer de parkeerrem.
• Stuur bij het parkeren op een helling de
voorwielen van de trottoirband af (hel-
ling omhoog) of naar de trottoirband toe
(helling omlaag).
• Gebruik bij het parkeren op een steile helling bijvoorbeeld een wielblok als
extra beveiliging tegen wegrollen.
WAARSCHUWING
Alleen in de auto achtergelaten kinderen
of huisdieren kunnen de auto in beweging
brengen en daardoor zichzelf en andere
weggebruikers in gevaar brengen, bijvoor-
beeld door de volgende acties:
• Indrukken van de startknop.
• Deactiveer de parkeerrem.
• Openen en sluiten van de portieren of ruiten.
• In stand N zetten van de selectiehendel.
• Bedienen van functies van de auto.
Dat kan leiden tot een ongeval en letsel.
Laat nooit kinderen of huisdieren alleen in
de auto achter. Neem bij het verlaten van
de auto de afstandsbediening mee en ver-
grendel de auto.
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 53 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 54 of 512

543-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
De auto gaat automatisch over op de
inactieve modus, zoals onder de vol-
gende omstandigheden:
• Na enkele minuten, als er in die tijd geen functies van de auto worden
bediend.
• Bij een lage ladingstoestand van de accu.
• Afhankelijk van de Toyota Supra Command-instelling: als bij het uit-
stappen een of beide voorportieren
worden geopend.
In sommige gevallen wordt de inactieve
modus niet automatisch ingeschakeld,
bijvoorbeeld tijdens een telefoonge-
sprek of als de dimlichten zijn inge-
schakeld.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle setting” (voertuiginstelling)
3 “Doors/Key” (portieren/sleutel)
4 “Switch off after door opening” (uit-
schakelen na openen portier) Om na het rijden over te schakelen op
de inactieve modus:
Wanneer de standby-modus is geacti-
veerd, kunnen de meeste functies wor-
den bediend als de auto stilstaat, zodat
u alle gewenste instellingen kunt uit-
voeren.
De auto gaat over op de
standby-modus nadat een van de voor-
portieren van buitenaf wordt geopend.
Automatische inactieve modus
Activeren van de inactieve
modus bij het openen van de
voorportieren
Handmatige inactieve modus
Houd de toets ingedrukt
tot de aanduiding OFF
op het instrumentenpa-
neel verdwijnt.
Standby-modus
Principe
Algemeen
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page
54 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 55 of 512

55
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Het inschakelen van de Drive
Ready-modus komt op hetzelfde neer
als het starten van de motor.
Bepaalde functies, zoals de Vehicle
Stability Control (VSC), kunnen alleen
worden bediend in de Drive
Ready-modus.
Weergave op het instrumenten-
paneel
Op het instrumentenpa-
neel wordt OFF weer-
gegeven. De Drive
Ready-modus is uitge-
schakeld en de
standby-modus is inge-
schakeld.
Drive Ready-modus
Principe
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Als de uitlaatpijp wordt afgesloten of de
auto in een onvoldoende geventileerde
ruimte staat, kunnen gevaarlijke uitlaat-
gassen de auto binnendringen. Deze uit-
laatgassen bevatten schadelijke stoffen
die kleurloos en geurloos zijn. In een afge-
sloten ruimte kunnen de uitlaatgassen zich
ook buiten de auto ophopen. Dit kan
levensgevaarlijk zijn. Houd de uitlaatpijp
vrij en zorg voor voldoende ventilatie.
WAARSCHUWING
Een auto die niet tegen wegrollen is bevei-
ligd kan in beweging komen en wegrollen.
Er bestaat een risico op een ongeval.
Beveilig de auto tegen wegrollen voordat u
de auto verlaat.
Volg onderstaande aanwijzingen op om de
auto tegen wegrollen te beveiligen:
• Activeer de parkeerrem.
• Stuur bij het parkeren op een helling de
voorwielen van de trottoirband af (hel-
ling omhoog) of naar de trottoirband toe
(helling omlaag).
• Gebruik bij het parkeren op een steile helling bijvoorbeeld een wielblok als
extra beveiliging tegen wegrollen.
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 55 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 56 of 512

563-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
1 Trap het rempedaal in.
2 Druk op de startknop.
Het startproces wordt voor een korte
tijd automatisch geactiveerd en stopt
zodra de motor aanslaat.
De meeste controle- en waarschu-
wingslampjes van het instrumentenpa-
neel gaan even branden, de tijdsduur
daarvan varieert per lampje.
Afhankelijk van de motoruitvoering is
het volledige aandrijfvermogen mogelijk
pas ongeveer 30 seconden na het star-
ten van de motor beschikbaar. In dit
geval zal de auto niet op de gebruike-
lijke manier accelereren. 1
Zet bij stilstaande auto de selectie-
hendel in stand P.
2 Druk op de startknop.
De motor wordt uitgeschakeld. De auto gaat
over op de standby-modus.
3Activeer de parkeerrem.
OPMERKING
Herhaalde startpogingen of snel achter
elkaar starten kan ertoe leiden dat inge-
spoten brandstof niet of slechts gedeelte-
lijk wordt verbrand. Daardoor kan de
katalysator oververhit raken. Er bestaat
een risico op materiële schade. Vermijd
daarom het herhaaldelijk en snel achter
elkaar starten van de motor.
Inschakelen van de Drive
Ready-modus
Principe
De Drive Ready-modus
wordt ingeschakeld met
de startknop:
Automatische transmissie
Benzinemotor
Weergave op het instrumenten-
paneel
READY op het instrumenten-
paneel geeft aan dat de Drive
Ready-modus is ingescha-
keld.
Uitschakelen van de Drive
Ready-modus
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 56 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 57 of 512

57
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Dit hoofdstuk beschrijft alle standaard,
landspecifieke en speciale uitrusting
die beschikbaar is voor de modelserie.
Er kan dan ook uitrusting worden
beschreven die niet in uw auto aanwe-
zig is, bijvoorbeeld vanwege de gese-
lecteerde speciale uitrusting of de
landenspecificatie. Dit geldt ook voor
functies en systemen
met betrekking tot
veiligheid. Houd u bij het gebruik van
de bijbehorende functies en systemen
aan de desbetreffende wet- en regelge-
ving.
Toyota Supra Command combineert de
functies van een aantal schakelaars.
Deze functies kunnen worden bediend
met de controller en, afhankelijk van de
uitvoering, via het touchscreen. U kunt letters en cijfers invoeren met de
controller of via het touchscreen. De
weergave van het toetsenbord veran-
dert automatisch.
Bij het invoeren van namen en adres-
sen wordt de selectie geleidelijk inge-
perkt en mogelijk aangevuld bij elke
volgende letter die wordt ingevoerd (in
kleine letters).
De ingevoerde gegevens worden con-
tinu vergeleken met de in de auto opge-
slagen gegevens.
• Bij het invoeren van de volgende let-
ter kunnen alleen de letters worden
gebruikt waarvoor gegevens
beschikbaar zijn.
• Zoeken naar bestemming: plaats- namen kunnen worden ingevoerd in
alle in Toyota Supra Command
beschikbare talen.
Toyota Supra Command
Uitrusting
Werkingsprincipe
Principe
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het bedienen van geïntegreerde informa-
tiesystemen en communicatieapparatuur
tijdens een rit kan u afleiden van de weg.
U kunt de controle over de auto verliezen.
Er bestaat een risico op een ongeval.
Gebruik de systemen of apparatuur alleen
als de verkeerssituatie dit toelaat. Stop
indien nodig en bedien de systemen of
apparatuur terwijl de auto stilstaat.
Invoeren en weergave
Letters en cijfers
SymboolFunctie
ofHoofdletters of kleine letters
gebruiken.
Spaties invoeren.
De spraakbediening gebruiken.
De ingevoerde gegevens
bevestigen.
Invoervergelijking
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 57 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 58 of 512

583-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Voor sommige menu-items staat een
selectievakje. Dit selectievakje geeft
aan of de functie is ingeschakeld of uit-
geschakeld. U kunt de functie in- of uit-
schakelen door het desbetreffende
menu-item te selecteren of deselecte-
ren.
Functie ingeschakeld.
Functie uitgeschakeld.
■Algemeen
Het statusveld bevindt zich bovenaan
het regeldisplay. De statusinformatie
wordt in de vorm van symbolen weer-
gegeven.
■Symbolen in het statusveld
Telefoon
Entertainment
Overige functies
Functies in-/uitschakelen
Statusinformatie
SymboolBetekenis
Inkomend of uitgaand gesprek.
Gemiste oproep.
Ontvangstniveau van het
mobiele netwerk.
Zoeken naar netwerk.
Geen mobiel netwerk beschik-
baar.
Kritiek laadniveau van de
mobiele telefoon bereikt.
Gegevensoverdracht niet
mogelijk.
Roaming actief.
SMS-bericht ontvangen.
Bericht ontvangen.
Herinnering.
Verzenden niet mogelijk.
Contacten worden geladen.
SymboolBetekenis
Bluetooth-audio.
USB-audio-interface
SymboolBetekenis
Bericht over de auto.
Geluidsweergave uitgescha-
keld.
Actuele locatie auto.
Verkeersinformatie.
SymboolBetekenis
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page
58 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 59 of 512

59
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
■Algemeen
In bepaalde menu's kan aan de rechter-
zijde van het split screen aanvullende
informatie worden weergegeven, bij-
voorbeeld van de boordcomputer.
De aanvullende informatie blijft zicht-
baar in het split screen, ook als u naar
een ander menu gaat.
■In-/uitschakelen
1 Druk op de toets.
2 “Split screen”
■Selecteren van de weergave
De weergave kan worden geselecteerd
in de menu's waarin de split
screen-weergave mogelijk is.
1 Kantel de controller naar rechts tot
het split screen wordt geselecteerd.
2 Druk op de controller.
3 Selecteer de gewenste instelling.
■Bepalen wat op het scherm wordt
weergegeven
U kunt bepalen wat op het scherm
wordt weergegeven.
1 Kantel de controller naar rechts tot
het split screen wordt geselecteerd.
2 Druk op de controller.
3 “Personalise menu” (menu persona-
liseren)
4 Selecteer de gewenste instelling.
5 Kantel de controller naar links. 1
Regeldisplay met touchscreen,
afhankelijk van de uitvoering
2 Controller met toetsen en, afhanke-
lijk van de uitvoering, een touchpad
Volg voor het reinigen van het regeldis-
play de onderhoudsinstructies, zie blz.
377.
Als het regeldisplay wordt blootgesteld
aan zeer hoge temperaturen, bijvoor-
beeld bij fel zonlicht, kan de helderheid
afnemen en kan het r egeldisplay zelfs
automatisch worden uitgeschakeld. De
normale werking kan worden hersteld
door de temperatuur te laten dalen, bij-
voorbeeld door de auto in de schaduw
te zetten of de airconditioning te gebrui-
ken.
Split screen
Regeldisplay en bediening
Overzicht
Regeldisplay
Algemeen
1
2
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 59 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 60 of 512

603-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Het regeldisplay wordt automatisch
ingeschakeld nadat de auto is ontgren-
deld.
In bepaalde situaties wordt het regel-
display automatisch uitgeschakeld, bij-
voorbeeld nadat er gedurende enkele
minuten geen functies van de auto zijn
bediend.
Het regeldisplay kan ook handmatig
worden uitgeschakeld.
1 Druk op de toets.
2 “Regeldisplay uitschakelen”
Druk op de controller of op een wille-
keurige toets van de controller om het
regeldisplay weer in te schakelen. Met behulp van de toetsen kunt u
menu's direct oproepen. Met behulp
van de controller kunt u menu-items
selecteren en instellingen uitvoeren.
Een aantal functies van Toyota Supra
Command kan worden bediend met de
touchpad van de controller, zie blz. 67.
• Draaien om bijvoorbeeld naar een
ander menu-item te gaan.
• Indrukken om bijvoorbeeld een menu-item te selecteren.
• In een van de vier richtingen kante- len om bijvoorbeeld naar een ander
scherm te gaan.
Veiligheidsaanwijzing
OPMERKING
Voor het regeldisplay geplaatste voorwer-
pen kunnen verschuiven en het regeldis-
play beschadigen. Er bestaat een kans op
schade. Plaats geen voorwerpen voor het
regeldisplay.
Automatisch in
-/uitschakelen
Handmatig in-/uitschakelen
Controller met navigatiesysteem
Algemeen
Bediening
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 60 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM