TOYOTA YARIS 2015 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2015, Model line: YARIS, Model: TOYOTA YARIS 2015Pages: 512, PDF Size: 26.14 MB
Page 341 of 512

3417-3. Zelf uit te voeren onderhoud
7
Onderhoud en verzorging
YARIS_F_WE_52D53E
Controleer de radiateur, condensor en intercooler en verwijder even-
tueel vuil.
Als een van bovenstaande onderdelen extreem vuil is of als u niet
zeker bent van de staat ervan, laat dan uw auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Als de motor oververhit is
Verwijder nooit de radiateurdop (benzinemotor) of de dop van het koelvloei-
stofreservoir (dieselmotor).
Als het koelsysteem nog onder druk staat, kan hete koelvloeistof uit de vul-
opening spuiten en brandwonden of ander letsel veroorzaken.
OPMERKING
■Bij het bijvullen van koelvloeistof
Gebruik geen onverdunde antivries of alleen water. Een goede mengver-
houding van water en antivries zorgt voor een goede smering, corrosiebe-
scherming en koeling. Lees altijd de informatie op het etiket van de antivries
of koelvloeistof.
■Als er koelvloeistof wordt gemorst bij het vullen
Verwijder de koelvloeistof met veel water om te voorkomen dat het de lak of
onderdelen aantast.
Radiateur, condensor en intercooler
WAARSCHUWING
■Als de motor oververhit is
Raak om brandwonden te voorkomen de radiateur, de condensor en de
intercooler niet aan, aangezien deze heet kunnen zijn.
Page 342 of 512

3427-3. Zelf uit te voeren onderhoud
YARIS_F_WE_52D53E
Controleer de accu als volgt.
■Waarschuwingssymbolen
De betekenis van de waarschuwingssymbolen aan de bovenzijde
van de accu is als volgt:
■Buitenkant van de accu
Controleer de accu op gecorrodeerde en loszittende klemmen,
scheuren en een loszittende bevestigingsbeugel.
Accupolen
Klembeugel
Accu
Niet roken, geen open
vuur, geen vonkenAccuzuur
Draag een veiligheidsbrilLees de gebruiks-
aanwijzing
Buiten bereik van
kinderen houdenExplosief gas
1
2
Page 343 of 512

3437-3. Zelf uit te voeren onderhoud
7
Onderhoud en verzorging
YARIS_F_WE_52D53E
■Voorzorgsmaatregelen voor het opladen van de accu
Tijdens het opladen van de accu ontstaat een licht ontvlambare en explosieve
waterstof. Let daarom voorafgaand aan het opladen op het volgende:
●Als de accu in de auto is gemonteerd, moet voorafgaand aan het opladen
de massakabel worden losgenomen.
●Controleer of de acculader tijdens het aansluiten en losnemen van de accu-
klemmen is uitgeschakeld.
■Na het opladen/aansluiten van de accu (auto's met Smart entry-systeem
en startknop)
●Nadat de accu losgenomen is geweest, is het wellicht niet meteen mogelijk
om de portieren met het Smart entry-systeem met startknop te ontgrende-
len. Gebruik in dat geval de afstandsbediening of de mechanische sleutel
om de portieren te vergrendelen of ontgrendelen.
●Start de motor met het contact in stand ACC. De auto kan mogelijk niet wor-
den gestart als het contact UIT staat. De motor werkt vanaf de tweede
poging echter normaal.
●De stand van het contact wordt door de auto opgeslagen. Als de accu weer
wordt aangesloten, keert het contact terug naar de stand die was geselec-
teerd voordat de accu werd losgenomen. Zet de motor af voordat u de accu
losneemt. Wees extra voorzichtig als niet bekend is wat de stand van het
contact was voordat de accu leeg raakte.
Neem, als de motor na meerdere pogingen nog niet start, contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Chemicaliën in de accu
Accuzuur is giftig en bijtend en kan het ontstaan van een licht ontvlambare
en explosieve waterstof veroorzaken. Neem bij werkzaamheden bij of aan
de accu de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om ernstig letsel te
voorkomen:
●Veroorzaak geen vonken met gereedschap.
●Rook nooit en steek nooit een lucifer of een aansteker aan bij de accu.
●Voorkom dat ogen, huid of kleren in contact komen met de elektrolyt.
●Adem of slik nooit elektrolyt in.
●Gebruik een veiligheidsbril als u bij de accu bezig bent.
●Laat kinderen niet in de buurt spelen als u met de accu bezig bent.
Page 344 of 512

3447-3. Zelf uit te voeren onderhoud
YARIS_F_WE_52D53E
WAARSCHUWING
■Een veilige plaats voor het opladen van de accu
Laad de accu altijd op in een open ruimte. Laad de accu niet op in een
garage of in een afgesloten ruimte waar onvoldoende ventilatie is.
■Procedure voor het opladen van de accu
Laad de accu alleen op met een druppellader (5 A of minder). Het opladen
van een accu met een snellader kan een explosie veroorzaken.
■Noodmaatregelen met betrekking tot elektrolyt
●Als er elektrolyt in uw ogen terechtkomt
Spoel de ogen minstens 15 minuten met water en schakel direct medische
hulp in. Blijf zo mogelijk water met een spons of doek op de ogen deppen,
terwijl u naar een arts of het ziekenhuis gaat.
●Als er elektrolyt op uw huid terechtkomt
Was de huid zorgvuldig met veel water. Als het pijn doet of brandt, roept u
meteen medische hulp in.
●Als er elektrolyt op uw kleding terechtkomt
De elektrolyt kan via de kleding op uw huid terechtkomen. Trek de kleding
waar deze op is terechtgekomen uit en handel indien nodig zoals hierbo-
ven beschreven.
●Als u per ongeluk elektrolyt binnenkrijgt
Drink zo veel mogelijk water of melk. Schakel zo snel mogelijk medische
hulp in.
OPMERKING
■Bij het opladen van de accu
Probeer de accu nooit op te laden bij draaiende motor. Controleer ook of
alle accessoires zijn uitgeschakeld.
Page 345 of 512

3457-3. Zelf uit te voeren onderhoud
7
Onderhoud en verzorging
YARIS_F_WE_52D53E
Als het ruitensproeiervloeistofni-
veau onder het streepje FULL
staat, moet ruitensproeiervloei-
stof worden bijgevuld tot aan het
streepje FULL.
Sproeierreservoir
WAARSCHUWING
■Bij het bijvullen van ruitensproeiervloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als de motor draait of nog niet is afge-
koeld. Ruitensproeiervloeistof bevat alcohol en kan vlam vatten als het bij-
voorbeeld op hete motoronderdelen wordt gemorst.
OPMERKING
■Vul het reservoir uitsluitend met ruitensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in plaats van ruitensproeiervloei-
stof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw auto worden aangetast.
■Verdunnen van ruitensproeiervloeistof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien nodig met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruitensproeiervloeistoffles aangegeven
temperaturen voor de juiste mengverhouding.
Page 346 of 512

3467-3. Zelf uit te voeren onderhoud
YARIS_F_WE_52D53E
U kunt het brandstoffilter zelf aftappen. Maar omdat dit lastig is, advi-
seren wij u het brandstoffilter te laten aftappen door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als u het brand-
stoffilter toch zelf wilt aftappen.
Het water in het brandstoffilter moet worden afgetapt voordat het
waarschuwingslampje van het brandstoffilter gaat branden.
(
Blz. 407)
Zet het contact UIT.
Plaats een klein bakje onder de aftapplug om het water en de
brandstof in op te vangen.
Draai de aftapplug linksom,
ongeveer 2 - 2,5 slag.
Beweeg de pompknop tot er
brandstof uit de aftapplug komt.
Draai de aftapplug na het aftappen met de hand vast.
Brandstof (dieselmotor)
1
2
3
4
5
Page 347 of 512

3477-3. Zelf uit te voeren onderhoud
7
Onderhoud en verzorging
YARIS_F_WE_52D53E
Banden
Nieuw loopvlak
Slijtage-indicator
Versleten loopvlak
De plaats van de slijtage-indicato-
ren wordt aangegeven met de tekst
TWI of op de wang van de band.
Controleer de staat en de banden-
spanning van het reservewiel ook
als het niet gebruikt wordt.
Wissel de banden zoals aangegeven in de afbeelding.
Vervang of verwissel banden afhankelijk van het onderhouds-
schema en het slijtagepatroon.
Controleren van de banden
1
2
3
Wisselen van banden
Auto's met een reserveband
van een ander type of auto's
met een bandenreparatiesetAuto's met een reserveband
van hetzelfde type als de
gemonteerde banden
VoorVoor
Page 348 of 512

3487-3. Zelf uit te voeren onderhoud
YARIS_F_WE_52D53E
Toyota beveelt aan om de banden ongeveer elke 10.000 km van
plaats te wisselen om een gelijkmatig slijtagepatroon en een langere
levensduur van de banden te verkrijgen.
Uw auto is uitgerust met een bandenspanningswaarschuwingssys-
teem dat gebruik maakt van bandenspanningssensoren en -zenders
om een lage bandenspanning te signaleren voordat deze tot proble-
men leidt.
Als de bandenspanning onder een bepaalde waarde komt, wordt de
bestuurder door middel van een waarschuwingslampje gewaar-
schuwd. (Blz. 409)
Bij het vervangen van banden of velgen moeten de bandenspan-
ningssensoren en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssensoren en -zenders geplaatst wor-
den, moeten de identificatiecodes van deze componenten worden
geregistreerd in de ECU van het bandenspanningswaarschuwings-
systeem en moet het bandenspanningswaarschuwingssysteem wor-
den geïnitialiseerd. Laat de ID-codes van de bandenspanningssenso-
ren en -zenders registreren door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. (Blz. 350)
■Het bandenspanningswaarschuwingssysteem moet worden
geïnitialiseerd onder de volgende omstandigheden:
●Verwisselen van voor- en achterwielen met een verschillende
bandenspanning
●Bij het wijzigen van de bandenspanning (bijvoorbeeld omdat u de
rijsnelheid aanzienlijk gaat veranderen)
●Als de bandenmaat wordt aangepast
Als het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt geïnitiali-
seerd, wordt de actuele bandenspanning als referentiespanning
beschouwd.
Bandenspanningswaarschuwingssysteem (indien aanwezig)
Plaatsen van bandenspanningssensoren en -zenders (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Page 349 of 512

3497-3. Zelf uit te voeren onderhoud
7
Onderhoud en verzorging
YARIS_F_WE_52D53E■
Initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Parkeer de auto op een veilige plaats en zet het contact UIT.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer de auto rijdt.
Breng de banden op de voorgeschreven spanning. (Blz. 483)
Breng de banden op de voorgeschreven spanning voor de banden in
koude toestand. Deze spanning vormt de referentiespanning voor het
bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Zet het contact AAN.
Houd de resetknop inge-
drukt tot het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning
drie keer langzaam knippert.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Laat het con-
tact een paar minuten AAN staan en zet het vervolgens in de
stand ACC of UIT.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Laat het contact
enkele minuten AAN staan en zet het vervolgens UIT.
1
2
3
4
5
Page 350 of 512

3507-3. Zelf uit te voeren onderhoud
YARIS_F_WE_52D53E
De bandenspanningssensoren en -zenders zijn voorzien van een
unieke identificatiecode. Bij het vervangen van een bandenspan-
ningssensor en -zender is het noodzakelijk om de identificatiecode te
registreren. Laat de identificatiecodes registreren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Wanneer moeten banden worden vervangen
Banden moeten worden vervangen als:
●De banden beschadigingen vertonen, zoals insnijdingen, scheuren of bar-
sten die zo diep zijn dat het binnenmateriaal zichtbaar wordt en bulten die
duiden op een interne beschadiging
●Een band vaak leegloopt of niet goed kan worden gerepareerd vanwege de
grootte of plaats van de beschadiging
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als u er
niet zeker van bent.
■Vervangen van banden en wielen (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Als de identificatiecodes van de bandenspanningssensor en -zender niet zijn
geregistreerd, werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet goed.
Na ongeveer 10 minuten rijden gaat het waarschuwingslampje lage banden-
spanning gedurende 1 minuut knipperen en het blijft daarna branden om aan
te geven dat er een storing in het systeem aanwezig is.
■Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten altijd door gekwalificeerd werk-
plaatspersoneel worden gecontroleerd, zelfs als er niet of nauwelijks met de
banden is gereden en de banden niet beschadigd lijken te zijn.
■Brede banden (auto's met 195/50R16 banden)
In het algemeen slijten brede banden eerder en kan de grip op besneeuwde
en/of gladde wegen beperkt zijn in vergelijking met standaard banden.
Gebruik daarom winterbanden of sneeuwkettingen op besneeuwde en/of
gladde wegen en rijd voorzichtig waarbij u uw snelheid aanpast aan de
weersomstandigheden en de toestand van de weg.
Registreren van identificatiecodes (auto's met bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem).