TOYOTA YARIS 2015 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2015, Model line: YARIS, Model: TOYOTA YARIS 2015Pages: 512, PDF Size: 26.14 MB
Page 451 of 512

4518-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_F_WE_52D53E
Als de elektronische sleutel niet goed werkt
(auto's met Smart entr y-systeem en star tknop)
Gebruik de mechanische sleutel
(Blz. 104) om de volgende han-
delingen uit te voeren:
Ontgrendelen van alle portieren
Vergrendelen van alle portieren
Auto's met Multidrive CVT:
Controleer of de selectiehendel in stand P staat en trap het rempe-
daal in.
Auto's met handgeschakelde transmissie:
Zorg ervoor dat de selectiehendel in stand N staat en trap het kop-
pelingspedaal in.
Als de communicatie tussen de elektronische sleutel en de auto
is verbroken (Blz. 130) of de elektronische sleutel niet kan
worden gebruikt omdat de batterij leeg is, werken het Smart
entry-systeem met startknop en de afstandsbediening niet. In
dat geval kunnen de portieren worden geopend of kan de motor
worden gestart door de onderstaande procedure te volgen.
Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren
1
2
Starten van de motor
1
Page 452 of 512

4528-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
YARIS_F_WE_52D53E
Houd de zijde van de elektroni-
sche sleutel met het Toyota-
logo tegen de startknop.
Het contact wordt AAN gezet.
Wanneer het Smart entry-systeem
met startknop is uitgeschakeld via
de persoonlijke voorkeursinstellin-
gen, wordt het contact in stand
ACC gezet.
Trap het rempedaal (Multidrive CVT) of koppelingspedaal (handge-
schakelde transmissie) stevig in en controleer of (groen)
gaat branden.
Druk op de startknop.
Laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de motor nog steeds niet gestart kan wor-
den.
■Uitzetten van de motor
Zet de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT) of N (handgeschakelde
transmissie) en druk op de startknop, zoals u normaliter doet bij het afzetten
van de motor.
■Vervangen van de sleutelbatterij
Omdat deze procedure een noodmaatregel is, wordt geadviseerd de batterij
van de elektronische sleutel zo snel mogelijk te laten vervangen als deze ont-
laden is. (Blz. 367)
■Wijzigen van de standen van het contact
Laat het rempedaal (Multidrive CVT) of het koppelingspedaal (handgescha-
kelde transmissie) los en druk tijdens stap hierboven op de startknop.
De motor wordt niet gestart en de stand verandert iedere keer dat de knop
wordt ingedrukt. (Blz. 186)
■Als de elektronische sleutel niet goed werkt
Controleer of het Smart entry-systeem met startknop niet is uitgeschakeld via
de persoonlijke voorkeursinstellingen. Is de functie uitgeschakeld, schakel
hem dan in.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
Blz. 489)
2
3
4
3
Page 453 of 512

4538-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_F_WE_52D53E
Als de accu leeg is
Als u de beschikking hebt over een set startkabels en een tweede
voertuig met een 12V-accu, kunt u uw auto starten met behulp van de
onderstaande hulpstartprocedure.
Open de motorkap. (Blz. 328)
Sluit de startkabels als volgt aan:
1KR-FE motor
U kunt de volgende procedures gebruiken om de motor te star-
ten als de accu leeg is.
U kunt ook contact opnemen met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
1
2
Page 454 of 512

4548-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
YARIS_F_WE_52D53E
Sluit de positieve startkabel aan op de positieve accupool (+) van
uw auto.
Sluit de andere zijde van de positieve startkabel aan op de posi-
tieve accupool (+) van de tweede auto.
Sluit de negatieve startkabel aan op de negatieve accupool (-)
van de tweede auto.
Sluit de andere zijde van de negatieve startkabel aan op de auto
met de ontladen accu op een stevig, stilstaand, niet gelakt meta-
len punt uit de buurt van de accu en bewegende delen, zoals
aangegeven in de afbeelding.
1NR-FE motor
Sluit de positieve startkabel aan op de positieve accupool (+) van
uw auto.
Sluit de andere zijde van de positieve startkabel aan op de posi-
tieve accupool (+) van de tweede auto.
Sluit de negatieve startkabel aan op de negatieve accupool (-)
van de tweede auto.
Sluit de andere zijde van de negatieve startkabel aan op de auto
met de ontladen accu op een stevig, stilstaand, niet gelakt meta-
len punt uit de buurt van de accu en bewegende delen, zoals
aangegeven in de afbeelding.
1
2
3
4
1
2
3
4
Page 455 of 512

4558-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_F_WE_52D53E
1ND-TV motor
Sluit de positieve startkabel aan op de positieve accupool (+) van
uw auto.
Sluit de andere zijde van de positieve startkabel aan op de posi-
tieve accupool (+) van de tweede auto.
Sluit de negatieve startkabel aan op de negatieve accupool (-)
van de tweede auto.
Sluit de andere zijde van de negatieve startkabel aan op de auto
met de ontladen accu op een stevig, stilstaand, niet gelakt meta-
len punt uit de buurt van de accu en bewegende delen, zoals
aangegeven in de afbeelding.
Start de motor van de tweede auto. Verhoog het motortoerental iets
en laat de motor gedurende ongeveer 5 minuten met het ver-
hoogde toerental draaien om de accu van uw auto op te laden.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Open en sluit een
van de portieren terwijl het contact UIT staat.
Laat de tweede auto op het iets verhoogde toerental draaien en zet
het contact AAN. Start vervolgens de motor van de auto.
1
2
3
4
3
4
5
Page 456 of 512

4568-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
YARIS_F_WE_52D53E
Verwijder de startkabels in exact de omgekeerde volgorde van aan-
sluiten als de motor van uw auto aangeslagen is.
Laat, nadat de motor van uw auto aangeslagen is, de auto zo snel
mogelijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Starten van de motor als de accu leeg is (auto's met Multidrive CVT)
De auto kan niet worden aangeduwd.
■Voorkomen van ontlading van de accu
●Zet de koplampen en het audiosysteem uit als de motor niet draait.
●Schakel niet-noodzakelijke elektrische verbruikers uit als er gedurende lan-
gere tijd met lage snelheden gereden wordt, bijvoorbeeld in een file.
■Laden van de accu
De accu zal geleidelijk aan ontladen, zelfs wanneer de auto niet in gebruik is.
Dit wordt veroorzaakt door natuurlijke ontlading en het effect van bepaalde
elektrische apparatuur. Als de auto langere tijd niet gebruikt wordt, kan de
accu ontladen en kan de auto mogelijk niet meer worden gestart. (De accu
laadt automatisch op tijdens het rijden.)
■Voorzorgsmaatregelen wanneer de accu leeg is (auto's met Smart entry-
systeem en startknop)
●Wanneer de accu is ontladen, is het in sommige gevallen niet mogelijk om
de portieren te ontgrendelen met het Smart entry-systeem met startknop.
Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel om de portieren te
vergrendelen of te ontgrendelen.
●Mogelijk start de motor niet bij de eerste poging nadat de accu weer is opge-
laden, maar start hij wel normaal na de tweede poging. Dit wijst niet op een
storing.
●De stand van het contact wordt door de auto opgeslagen. Wanneer de accu
weer wordt aangesloten, keert het systeem terug naar de stand die was
geselecteerd voordat de accu ontladen raakte. Zet vóór het losnemen van
de accu het contact UIT.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten van de accu wanneer u niet zeker
weet in welke stand het contact stond voordat de accu ontladen raakte.
6
Page 457 of 512

4578-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_F_WE_52D53E
WAARSCHUWING
■Voorkomen van brand en explosie
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om te voorkomen dat het
licht ontvlambare gas dat uit de accu kan komen, per ongeluk tot ontbran-
ding komt:
●Zorg ervoor dat de startkabel aangesloten wordt op de juiste accupool en
niet per ongeluk in aanraking komt met een ander onderdeel dan de
bedoelde accupool.
●Laat de “+” en “-” klemmen van de startkabels niet in contact komen met
elkaar.
●Rook niet en gebruik geen lucifers, aanstekers en open vuur in de buurt
van de accu.
■Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de accu
De accu bevat giftige en corrosieve elektrolyt en de onderdelen van de accu
bevatten lood en loodhoudende samenstellingen. Neem bij het omgaan met
de accu de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
●Draag bij het werken met de accu altijd een veiligheidsbril en zorg ervoor
dat de vloeistof uit de accu niet in contact komt met de huid, kleding of de
carrosserie van de auto.
●Leun niet over de accu heen.
●Was accuvloeistof, die op de huid of in de ogen terecht is gekomen, direct
weg met water en raadpleeg een arts.
Bedek de plaats waar de accuvloeistof op terechtgekomen is met een
natte spons of doek totdat er medische hulp kan worden verkregen.
●Was altijd uw handen nadat u de accudrager, de accupolen en andere
accu-gerelateerde onderdelen hebt aangeraakt.
●Houd kinderen uit de buurt van de accu.
■Voorkomen van beschadigingen aan de auto
Probeer de auto niet aan te duwen of aan te slepen, omdat hierdoor de drie-
wegkatalysator (benzinemotor) of de katalysator (dieselmotor) te heet kan
worden en er brand kan ontstaan.
OPMERKING
■Bij het omgaan met startkabels
Zorg er bij het aansluiten van de startkabels voor dat deze niet verstrikt
raken in de koelventilatoren of in de aandrijfriem van de motor.
Page 458 of 512

4588-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
YARIS_F_WE_52D53E
Als de motor over verhit raakt
●Het waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur
(Blz. 406) gaat branden of knipperen, of u merkt een verlies aan
trekkracht. (De auto accelereert bijvoorbeeld niet als het gaspedaal
wordt ingetrapt.)
●Er komt stoom onder de motorkap uit.
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand, schakel de aircon-
ditioning uit en zet vervolgens de motor af.
Als er stoom te zien is:
Open, nadat de stoom is verdwenen, voorzichtig de motorkap.
Als er geen stoom te zien is:
Open voorzichtig de motorkap.
Controleer nadat de motor voldoende is afgekoeld de slangen en
het radiateurblok (radiateur) op sporen van lekkage.
Neem bij lekkage van een grote hoeveelheid koelvloeistof onmiddellijk
contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Het volgende kan erop duiden dat de motor oververhit raakt:
Correctieprocedures
1
2
3
BenzinemotorDieselmotor
Radiateur
KoelventilatorRadiateur
Koelventilator
1
2
1
2
Page 459 of 512

4598-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_F_WE_52D53E
Het koelvloeistofniveau is correct als het zich tussen de streepjes
FULL en LOW bevindt.
Vul indien nodig koelvloeistof bij.
In noodgevallen mag ook water gebruikt worden als u geen koelvloeistof
bij de hand hebt.
4
BenzinemotorDieselmotor
Reservoir
FULL (maximaal)
LOW (minimaal)Reservoir
FULL (maximaal)
LOW (minimaal)
1
2
3
1
2
3
5
BenzinemotorDieselmotor
Page 460 of 512

4608-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
YARIS_F_WE_52D53E
Start de motor, schakel de airconditioning in en controleer of de
koelventilator van de radiateur draait en of er geen koelvloeistof lekt
uit de radiateur of de slangen.
De koelventilator gaat draaien als de airconditioning wordt ingeschakeld
direct na een koude start. Controleer of de ventilator draait door ernaar te
luisteren en te voelen of er luchtstroom is. Schakel als u hier niet zeker van
bent de airconditioning nog een aantal keer in en uit.
(De ventilator werkt mogelijk niet bij temperaturen beneden het vriespunt.)
Als de koelventilator niet draait:
Schakel onmiddellijk de motor uit en neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de koelventilator draait:
Laat de auto nakijken door de dichtstbijzijnde erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
6
7