TOYOTA YARIS HATCHBACK 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: YARIS HATCHBACK, Model: TOYOTA YARIS HATCHBACK 2021Pages: 568, PDF Size: 103.77 MB
Page 141 of 568

141
3
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
3-5. Openen en sluiten van de ruiten
Voordat u gaat rijden
Deze functie kan worden gebruikt om te
voorkomen dat kinderen per ongeluk de
ruit van het passagiersportier openen of
sluiten.
Druk op de schakelaar.
Het controlelampje gaat branden en de
ruit van het passagiersportier wordt geblok-
keerd.
De ruiten van de passagiersportieren kun-
nen nog wel met de schakelaar van het
bestuurdersportier worden geopend en
gesloten wanneer de vergrendelschakelaar
is ingeschakeld.
■De blokkeerschakelaar ruitbediening
kan worden gebruikt als
Het contact staat AAN.
■Als de accu is losgenomen
De blokkeerschakelaar voor de ruitbediening
wordt uitgeschakeld. Druk indien nodig na
het aansluiten van de accu op de blokkeer-
schakelaar ruitbediening.
WAARSCHUWING
■Klembeveiliging
●Gebruik geen lichaamsdelen om de
klembeveiliging opzette lijk te activeren.
●De klembeveiliging werkt mogelijk niet
als iets klem komt te zitten als de ruit
bijna volledig gesloten is. Zorg ervoor
dat er geen lichaamsdelen klem komen
te zitten tussen de ruit.
■Knelbeveiliging
●Steek geen lichaamsdelen of kleding-
stukken in de opening om te proberen of
de knelbeveiliging werkt.
●De knelbeveiliging werkt mogelijk niet
als iets bekneld raakt op het moment
dat de ruit bijna volledig geopend is.
Zorg ervoor dat er geen lichaamsdelen
of kledingstukken klem komen te zitten
tussen de ruit.
Voorkomen van onbedoelde
bediening (blokkeerschakelaar
ruitbediening)
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 141 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 142 of 568

142
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
3-5. Openen en sluiten van de ruiten
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 142 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 143 of 568

4
143
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4
Rijden
Rijden
4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ................ 144
Lading en bagage .................. 151
Rijden met een aanhangwagen.................... 152
4-2. Rijprocedures Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop) ............................ 158
Startknop (auto's met Smart entry-systeem en
startknop) ............................ 159
Multidrive CVT ....................... 164
Handgeschakelde transmissie .......................... 168
Richtingaanwijzerschakelaar . 170
Parkeerrem ............................ 171
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar...................... 172
Automatic High Beam-systeem ............ 176
Schakelaar mistlampen ......... 179
Ruitenwissers en -sproeiers .. 180
Achterruitenwisser en -sproeier .............................. 183
4-4. Tanken Openen van de tankdop ........ 1854-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense .............. 187
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) . ..................192
LTA (Lane Tracing Assist)....... 202
Dynamic Radar Cruise Control ...................... 212
Snelheidsbegrenzer ............... 223
RSA (Road Sign Assist) ......... 225
Stop & Start-systeem ............. 229
BSM (Blind Spot Monitor)....... 236
Toyota Parking Assist-sensor ....................... 241
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert).......................... 246
PKSB (Parking Support Brake) ...... 250
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) ............ 255
Parking Support Brake-functie (voor
voertuigen die
achterlangs rijden) ............... 261
Rijmodusselectieschakelaar... 265
GPF-systeem (benzineroetfilter) ................. 266
Ondersteunende systemen .... 267
4-6. Rijtips Rijden in de winter.................. 273
MK0001toeuenvhch04.fm Page 143 Thursday, February 25, 2021 3:28 PM
Page 144 of 568

144
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
4-1.Voordat u gaat rijden
■Starten van de motor
→158, 159
■Rijden
Multidrive CVT
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(→Blz. 164)
2 Deactiveer de parkeerrem.
(→Blz. 171)
3 Laat het rempedaal geleidelijk
opkomen en trap langzaam het gas-
pedaal in om de auto in beweging te
brengen.
Handgeschakelde transmissie
1 Zet met ingetrapt koppelingspedaal
de selectiehendel in de 1e versnel-
ling. ( →Blz. 168)
2 Deactiveer de parkeerrem.
(→Blz. 171)
3 Laat het koppelingspedaal geleide-
lijk opkomen. Trap tegelijkertijd het
gaspedaal langzaam in om de auto
in beweging te brengen.
■Tot stilstand brengen van de auto
Multidrive CVT
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
Auto's met Stop & Start-systeem: Als het
Stop & Start-systeem is ingeschakeld, wordt
de motor uitgeschakeld bij het intrappen van
het rempedaal. ( →Blz. 229)
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem.
Zet de selectiehendel in stand P als er gedu-
rende langere tijd wordt gestopt. ( →Blz. 164)
Handgeschakelde transmissie
1 Trap met ingetrapt koppelingspe-
daal het rempedaal in.
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem.
Als de auto gedurende langere tijd stilstaat,
zet dan de selectiehendel in stand N.
(→ Blz. 168)
Auto's met Stop & Start-systeem: Als het
Stop & Start-systeem is ingeschakeld, wordt
de motor uitgeschakeld als de selectiehen-
del in stand N wordt gezet en het koppe-
lingspedaal wordt losgelaten. ( →Blz. 229)
■Parkeren van de auto
Multidrive CVT
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in om
de auto volledig tot stilstand te bren-
gen.
2 Activeer de parkeerrem ( →Blz. 171)
en zet de selectiehendel in stand P.
(→Blz. 164)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3 Zet het contact UIT om de motor uit
te zetten.
4 Laat het rempedaal langzaam opko-
men.
5 Vergrendel de portieren nadat u
gecontroleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien
nodig wielblokken.
Handgeschakelde transmissie
1 Trap met ingetrapt koppelingspe-
daal het rempedaal in.
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de
onderstaande procedures:
Rijprocedure
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 144 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 145 of 568

145
4
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
2Activeer de parkeerrem.
(→Blz. 171)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3 Zet de selectiehendel in stand N.
(→Blz. 168)
Zet de auto bij het parkeren op een helling in
de 1e versnelling of de achteruit en plaats
indien nodig wielblokken.
4 Zet het contact UIT om de motor uit
te zetten.
5 Laat het rempedaal langzaam opko-
men.
6 Vergrendel de portieren nadat u
gecontroleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
■Wegrijden op een steile helling
omhoog
Multidrive CVT
1 Activeer de parkeerrem en zet de
selectiehendel in stand D.
2 Trap het gaspedaal geleidelijk in.
3 Deactiveer de parkeerrem.
Handgeschakelde transmissie
1 Activeer de parkeerrem en zet de
selectiehendel in de 1e versnelling.
2 Trap het gaspedaal een beetje in en
laat tegelijkertijd het koppelingspe-
daal geleidelijk opkomen.
3 Deactiveer de parkeerrem.
■Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat het
zicht dan minder is, de ruiten beslagen
kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
●Rijd extra voorzichtig wanneer het begint
te regenen, de weg kan dan immers bij-
zonder glad zijn.
●Matig uw snelheid bij het rijden in de
regen, tussen band en wegdek kan er zich
dan immers een waterfilm vormen die het
sturen en remmen kan bemoeilijken.
■Motortoerental tijdens het rijden (auto's
met Multidrive CVT)
In de volgende gevallen kan het motortoeren-
tal tijdens het rijden te hoog oplopen. Dit is
het gevolg van automatisch op- of terugscha-
kelen, al naar gelang de rijomstandigheden.
Het duidt niet op plotseling accelereren.
●Het systeem signaleert dat de auto een
helling op of af rijdt
●Als het gaspedaal wordt losgelaten
●Als het rempedaal wordt ingetrapt terwijl
de POWER-modus is geselecteerd
■Beperken van het motorvermogen
(Brake Override-systeem)
●Wanneer het gaspedaal en rempedaal
gelijktijdig worden ingetrapt, wordt het
motorvermogen mogelijk beperkt.
●Er wordt een waarschuwingsmelding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay ter-
wijl het systeem in werking is.
■Beperken plotseling wegrijden (wegrij-
regeling [auto's met Multidrive CVT])
●Wanneer de onderstaande ongewone
bediening plaatsvindt, wordt het motorver-
mogen mogelijk beperkt.
• Wanneer de selectiehendel van R in D, van D in R, van N in R, van P in D of van P
in R wordt gezet (D omvat M) terwijl het
gaspedaal wordt ingetrapt, verschijnt er
een waarschuwingsmelding op het multi-
informatiedisplay. Lees de op het multi-
informatiedisplay weergegeven waarschu-
wingsmelding en volg de aanwijzing op.
• Wanneer het gaspedaal te diep wordt inge- trapt terwijl de auto in zijn achteruit staat.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 145 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 146 of 568

146
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
●Wanneer de wegrijregeling wordt geacti-
veerd, heeft uw auto mogelijk moeite met
het wegrijden in modder of op verse
sneeuw. Deactiveer in zo'n geval de TRC
(→ Blz. 268) om de wegrijregeling uit te
schakelen, zodat de auto gemakkelijker
wegrijdt in modder of op verse sneeuw.
■Inrijden van uw nieuwe Toyota
Voor een maximale levensduur van de auto
adviseren wij rekening te houden met onder-
staande aanwijzingen:
●De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
●De eerste 800 km:
Rijd niet met een aanhangwagen. (alleen
auto's met trekhaakpakket)
●De eerste 1.000 km:
• Rijd niet met extreem hoge snelheden.
• Vermijd plotseling sterk accelereren.
• Rijd niet langdurig in een lage versnelling.
• Rijd niet langdurig met een constante snel- heid.
■Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in het
desbetreffende land geldende wettelijke
voorschriften en controleer of de juiste brand-
stof verkrijgbaar is. ( →Blz. 413)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
■Bij het starten van de auto (auto's
met Multidrive CVT)
Houd het rempedaal altijd ingetrapt als de
auto stilstaat en de motor draait. Dit voor-
komt kruipen van de auto.
■Tijdens het rijden
●Zorg ervoor dat u, voordat u wegrijdt,
blindelings het gas- en rempedaal kunt
vinden.
• Als u per ongeluk in plaats van het rem- pedaal het gaspedaal intrapt, zal de
auto onverwacht accelereren, wat een
ongeval tot gevolg kan hebben.
• Bij het achteruitrijden draait u wellicht uw lichaam, waardoor het bedienen van
de pedalen moeilijk wordt. Zorg dat u de
pedalen altijd goed kunt bedienen.
• Zorg dat u altijd in de juiste houding achter het stuur zit, ook als de auto
maar kort hoeft te rijden. Zo kunt u rem-
en gaspedaal goed bedienen.
• Trap het rempedaal met uw rechtervoet in. Wanneer u het rempedaal met uw
linkervoet intrapt, kan in een noodgeval
uw reactie vertraagd worden, waardoor
een ongeval kan ontstaan.
●Rijd niet met de auto over licht ontvlam-
bare materialen en parkeer de auto ook
niet in de buurt van dergelijke materia-
len.
Het uitlaatsysteem en de uitlaatgassen
kunnen zeer heet worden. Deze hete
onderdelen kunnen brand veroorzaken
als er licht ontvlambaar materiaal aan-
wezig is.
●Zet de motor niet uit tijdens het rijden.
Door de motor tijdens het rijden uit te
zetten, verliest u niet de controle over
het stuurwiel of de remmen, maar werkt
de bekrachtiging van deze systemen
niet meer. Hierdoor zullen het remmen
en sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
In geval van nood echter, bijvoorbeeld
als de auto onmogelijk op de normale
manier tot stilstand kan worden
gebracht: → Blz. 360
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 146 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 147 of 568

147
4
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
WAARSCHUWING
●Rem bij het afdalen van een steile hel-
ling af op de motor (terugschakelen) om
een veilige snelheid aan te kunnen hou-
den.
Het continu gebruiken van de remmen
kan leiden tot oververhitting en een ver-
minderde remwerking. (→Blz. 164, 168)
●Verstel het stuurwiel, de stoel en de bin-
nen- en buitenspiegels niet tijdens het
rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen.
●Controleer altijd of alle passagiers hun
armen, hoofd en andere lichaamsdelen
binnen de auto houden.
■Rijden op glad wegdek
●Door plotseling remmen, accelereren en
sturen kunnen de banden hun grip ver-
liezen, met controleverlies tot gevolg.
●Door plotseling accelereren, afremmen
op de motor als gevolg van schakelen,
of wijzigingen in het motortoerental kan
de auto in een slip raken.
●Trap, nadat u door een plas bent gere-
den, het rempedaal lichtjes in om ervoor
te zorgen dat de remmen goed werken.
Door natte remblokken kan de remwer-
king afnemen. Remmen die aan één
kant van de auto nat zijn en niet goed
werken, kunnen de besturing bemoeilij-
ken.
■Bedienen van de selectiehendel
●Auto's met Multidrive CVT: Laat de auto
niet achteruit rollen als een van de voor-
uitversnellingen is ingeschakeld of voor-
uit rollen terwijl de selectiehendel in
stand R staat.
Als dat wel gebeurt, kan de motor
afslaan of kan de remwerking of de
besturing in negatieve zin worden beïn-
vloed, waardoor een ongeval of schade
aan de auto kan ontstaan.
●Auto's met Multidrive CVT: Zet de selec-
tiehendel nooit in stand P terwijl de auto
nog rijdt.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan waardoor u de
controle over de auto kunt verliezen.
●Zet de selectiehendel tijdens het voor-
uitrijden niet in stand R.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan waardoor u de
controle over de auto kunt verliezen.
●Zet de selectiehendel tijdens het achter-
uitrijden niet in een vooruitversnelling.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan waardoor u de
controle over de auto kunt verliezen.
●Zet de selectiehendel tijdens het rijden
niet in stand N. Als u dat wel doet, wordt
de verbinding tussen de motor en de
transmissie verbroken. Als de transmis-
sie in stand N staat, is afremmen op de
motor niet mogelijk.
●Auto's met Multidrive CVT: Zet de selec-
tiehendel niet in een andere stand als
het gaspedaal is ingetrapt. Als de selec-
tiehendel in een andere stand dan P of
N wordt gezet, kan de auto onverwacht
snel accelereren, waardoor een ongeval
en ernstig letsel kunnen ontstaan.
■Als u een piepend of krassend geluid
hoort (remblokslijtage-indicatoren)
Laat de remblokken zo snel mogelijk nakij-
ken en indien nodig vervangen door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
De remschijven kunnen beschadigd raken
als de remblokken niet op tijd worden ver-
vangen.
Het rijden met een auto waarvan de rem-
blokken en/of de remschijven de slijtageli-
miet hebben overschreden, is gevaarlijk.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 147 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 148 of 568

148
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
■Bij stilstaande auto
●Laat de motor niet met te veel toeren
draaien.
Als de transmissie in een andere stand
dan P (Multidrive CVT) of N staat, kan
de auto onverwachts accelereren, waar-
door er een aanrijding kan ontstaan.
●Auto's met Multidrive CVT: Voorkom het
ontstaan van ongelukken door het weg-
rollen van de auto en houd het rempe-
daal altijd ingetrapt als de motor draait,
activeer indien nodig de parkeerrem.
●Voorkom voor- of achteruitrollen van de
auto bij stoppen op een helling, waar-
door een ongeval kan ontstaan: trap
altijd het rempedaal in en activeer de
parkeerrem indien nodig.
●Voorkom dat de motor met een te hoog
toerental draait.
Als de motor met een hoog toerental
draait terwijl de auto stilstaat, kan het
uitlaatsysteem oververhit raken, het-
geen brand kan veroorzaken als er
brandbaar materiaal aanwezig is.
■Als de auto geparkeerd is
●Laat geen brillen, aanstekers, spuitbus-
sen of blikken frisdrank in de auto liggen
als deze in de zon geparkeerd staat.
Dit kan resulteren in het volgende:
• Een aansteker of spuitbus kan gas gaan lekken, waardoor brand kan ontstaan.
• De temperatuur in de auto kan zo hoog oplopen dat kunststof brillenglazen en
kunststof monturen kunnen vervormen
of barsten.
• Blikjes frisdrank kunnen openbarsten, waardoor de inhoud in het interieur
terechtkomt. Bovendien kan de vloeistof
kortsluiting in de elektrische componen-
ten van de auto veroorzaken.
●Laat geen aanstekers achter in de auto.
Als een aansteker in het dashboard-
kastje of op de vloer ligt, kan deze per
ongeluk gaan branden als er bagage
wordt geplaatst of een stoel wordt afge-
steld en brand veroorzaken.
●Plak geen parkeerschijven op de voor-
ruit of andere ruiten. Plaats geen reser-
voirs zoals luchtverfrissers op het
instrumentenpaneel of dashboard. Deze
parkeerschijven of reservoirs kunnen
als een lens werken en brand veroorza-
ken in de auto.
●Laat geen portier of ruit open als het
gebogen glas van naastliggende gebou-
wen voorzien is van een gemetalli-
seerde film, bijvoorbeeld een
zilverkleurige folie. Weerkaatst zonlicht
kan van het glas een lens maken en
brand veroorzaken.
●Activeer altijd de parkeerrem, zet de
selectiehendel in stand P (auto's met
Multidrive CVT), zet de motor uit en sluit
de auto af.
Laat de auto niet onbeheerd achter met
draaiende motor.
Als de auto is geparkeerd met de selec-
tiehendel in stand P, terwijl de parkeer-
rem niet is geactiveerd, zou de auto in
beweging kunnen komen, wat kan lei-
den tot een ongeval.
●Raak de uitlaatpijp niet aan als de motor
draait en ook niet net na het uitzetten
van de motor.
Anders kunt u brandwonden oplopen.
■Als u even gaat slapen in de auto
Zet de motor altijd uit. Anders zou u per
ongeluk de selectiehendel kunnen ver-
plaatsen of het gaspedaal in kunnen trap-
pen, waardoor een ongeval zou kunnen
ontstaan of de motor oververhit zou kun-
nen raken en brand kan ontstaan. Verder
kunnen uitlaatgassen in een slecht geven-
tileerde omgeving in de auto terechtko-
men, hetgeen zeer schadelijk is voor de
gezondheid.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 148 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 149 of 568

149
4
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
WAARSCHUWING
■Bij het remmen
●Rijd voorzichtiger wanneer de remmen
nat zijn.
De remweg neemt toe als de remmen
nat zijn en bovendien kan vocht ertoe
leiden dat de ene kant van de auto ster-
ker afgeremd wordt dan de andere kant.
Ook de werking van de parkeerrem kan
door vocht in negatieve zin beïnvloed
worden.
●Rijd niet te dicht achter een andere auto
en vermijd afdalingen en scherpe boch-
ten die krachtig afremmen noodzakelijk
maken als de rembekrachtiger niet
werkt.
In dit geval kan de auto nog wel worden
afgeremd, maar moet er een grotere
kracht op het rempedaal worden uitge-
oefend dan normaal. De remweg zal
ook langer zijn. Laat uw remmen onmid-
dellijk repareren.
●Rem niet “pompend” als de motor is
afgeslagen.
Elke keer dat het rempedaal wordt inge-
trapt, wordt er weer een gedeelte van
de reserveremdruk verbruikt.
●Het remsysteem bestaat uit twee afzon-
derlijke hydraulische systemen: als een
van de beide systemen uitvalt, werkt het
andere systeem nog wel. In dat geval
moet het rempedaal krachtiger worden
ingetrapt dan gewoonlijk en neemt ook
de remweg toe. Laat uw remmen
onmiddellijk repareren.
■Als de auto vast komt te zitten
Laat de wielen niet overmatig doorslippen
als een aangedreven wiel los van de grond
komt of als de auto vastzit in bijvoorbeeld
zand of modder. Anders kunnen de onder-
delen van het aandrij fsysteem beschadigd
raken en kan de auto plotseling naar voren
of achteren schieten en een ongeval ver-
oorzaken.
OPMERKING
■Tijdens het rijden (auto's met Mul-
tidrive CVT)
●Trap tijdens het rijden niet tegelijkertijd
het gaspedaal en het rempedaal in,
anders neemt het motorvermogen
mogelijk af.
●Gebruik het gaspedaal niet om de auto
op een helling op zijn plaats te houden
en trap daartoe ook niet het rempedaal
en het gaspedaal gel ijktijdig in.
■Tijdens het rijden (auto's met hand-
geschakelde transmissie)
●Trap tijdens het rijden niet tegelijkertijd
het gaspedaal en het rempedaal in,
anders neemt het motorvermogen
mogelijk af.
●Schakel alleen een andere versnelling
in als het koppelingspedaal helemaal is
ingetrapt. Laat na het schakelen het
koppelingspedaal gelei delijk opkomen.
Anders kunnen de koppeling, de trans-
missie en de vers nellingen beschadigd
raken.
●Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Anders kan overmatige en voortijdige
slijtage optreden of de koppeling
beschadigd raken, waardoor het accele-
reren en vanuit stilstand wegrijden
moeilijk zullen gaan. Laat de auto nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Laat uw voet niet op het koppelingspe- daal rusten en trap het pedaal niet in
wanneer u niet schakelt.
Dit kan problemen met de koppeling
veroorzaken.
• Gebruik voor het wegrijden alleen de 1e versnelling.
Anders kan de koppeling beschadigd
raken.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 149 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 150 of 568

150
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
OPMERKING
• Gebruik het koppelingspedaal niet om de rijsnelheid aan te passen. Zorg er,
wanneer u de auto tot stilstand brengt
terwijl de selectiehendel in een andere
stand dan de neutraalstand staat, voor
dat u het koppelingspedaal volledig
intrapt en de auto tot stilstand brengt
met behulp van de remmen.
Anders kan de koppeling beschadigd
raken.
• Zorg er, wanneer u de auto tot stilstand brengt terwijl de selectiehendel in een
andere stand dan de neutraalstand
staat, voor dat u het koppelingspedaal
volledig intrapt en de auto tot stilstand
brengt met behulp van de remmen.
●Zet de selectiehendel niet in stand R
voordat de auto volledig tot stilstand is
gekomen.
Anders kunnen de koppeling, de trans-
missie en de versnellingen beschadigd
raken.
■Bij het parkeren van de auto (auto's
met Multidrive CVT)
Activeer altijd de parkeerrem en zet de
selectiehendel altijd in stand P. Anders kan
de auto onverwachts accelereren als het
gaspedaal per ongeluk wordt ingetrapt.
■Vermijd schade aan onderdelen van
de auto
●Draai het stuurwiel niet gedurende lan-
gere tijd in een van beide richtingen
tegen de aanslag aan.
Anders kan schade aan de stuurbe-
krachtigingsmotor ontstaan.
●Rijd zo langzaam mogelijk over oneffen-
heden in de weg om schade aan de wie-
len, de onderzijde van de auto, enz. te
vermijden.
■Als u tijdens het rijden een lekke
band krijgt
Een lekke of beschadigde band kan leiden
tot de onderstaande situaties. Houd het
stuurwiel stevig vast en trap het rempe-
daal geleidelijk in om de auto tot stilstand
te brengen.
●Het kan moeilijk zijn om de auto onder
controle te houden.
●De auto kan abnormale geluiden maken
of trillen.
●De auto kan abnormaal gaan overhel-
len.
Informatie over wat u moet doen in het
geval van een lekke band ( →Blz. 379,
389)
■Overstroomde wegen
Rijd niet op wegen die na zware regenval
e.d. zijn overstroomd. Indien u dat toch
doet, kan de auto hierdoor ernstig worden
beschadigd.
●Motor slaat af
●Kortsluiting in elektrische componenten
●Motorschade door onderdompeling in
water
Na het rijden op een overstroomde weg of
als de auto vast is komen te zitten in mod-
der of zand, moet het volgende worden
nagekeken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige:
●Remwerking
●Veranderingen in het peil en de kwaliteit
van de motorolie, transmissievloeistof,
koppelingsvloeistof, differentieelolie,
enz.
●Smering van de lagers en de wielop-
hanging (indien mogelijk) en de werking
van alle koppelingen, lagers, enz.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 150 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM