stop start TOYOTA YARIS HYBRID 2014 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2014, Model line: YARIS HYBRID, Model: TOYOTA YARIS HYBRID 2014Pages: 464, PDF Size: 23.15 MB
Page 14 of 464

14Overzicht
YARIS_HV_WE_52E13E
■Dashboard (auto's met linkse besturing)
Startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 176, 180
Starten van het hybridesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 176, 180
Wijzigen van de standen van het contact . . . . . . . . . . . Blz. 177, 181
Noodstop van het hybridesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 361
Als het hybridesysteem niet gestart kan worden . . . . . . . . . . Blz. 410
Waarschuwingslampjes
*1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 377
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 188
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 188
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 363
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan
worden gezet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 412
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 95
Tellers aflezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 95
Waarschuwingslampjes/controlelampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 90
Als een waarschuwingslampje gaat branden . . . . . . . . . . . . Blz. 369
1
2
3
Page 20 of 464

20Overzicht
YARIS_HV_WE_52E13E
■Dashboard (auto's met rechtse besturing)
Startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 176, 180
Starten van het hybridesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 176, 180
Wijzigen van de standen van het contact . . . . . . . . . . . Blz. 177, 181
Noodstop van het hybridesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 361
Als het hybridesysteem niet gestart kan worden . . . . . . . . . . Blz. 410
Waarschuwingslampjes
*1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 377
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 188
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 188
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 363
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan
worden gezet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 412
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 95
Tellers aflezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 95
Waarschuwingslampjes/controlelampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 90
Als een waarschuwingslampje gaat branden . . . . . . . . . . . . Blz. 369
1
2
3
Page 75 of 464

751-2. Hybridesysteem
1
Veiligheid en beveiliging
YARIS_HV_WE_52E13E
■Regeneratief remmen
In de volgende situaties wordt kinetische energie omgezet in elektrische
energie en wordt er een afremmingskracht gegenereerd terwijl tegelijkertijd
het batterijpakket (tractiebatterij) wordt opgeladen.
●Het gaspedaal wordt losgelaten terwijl de selectiehendel in stand D of B
staat.
●Het rempedaal wordt ingetrapt terwijl de selectiehendel in stand D of B
staat.
■Controlelampje EV
■Omstandigheden waarin de benzinemotor mogelijk niet wordt uitgescha-
keld
De benzinemotor wordt automatisch gestart en uitgeschakeld. De benzine-
motor stopt echter mogelijk niet automatisch onder de volgende omstandig-
heden:
●Tijdens de opwarmfase van de benzinemotor
●Tijdens het opladen van het batterijpakket (tractiebatterij)
●Als de temperatuur van het batterijpakket (tractiebatterij) hoog of laag is
●Als de verwarming is ingeschakeld
■Opladen van het batterijpakket (tractiebatterij)
Omdat het batterijpakket (tractiebatterij) indien nodig door de benzinemotor
wordt opgeladen, hoeft deze niet door een externe bron te worden opgela-
den. Als de auto echter gedurende lange tijd wordt geparkeerd, loopt het bat-
terijpakket langzaam leeg. Daarom moet u ervoor zorgen dat er elke paar
maanden gedurende minimaal 30 minuten of 16 km met de auto gereden
wordt. Als het batterijpakket volledig ontladen raakt en u het hybridesysteem
niet meer kunt starten, neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
■Opladen van de 12V-accu
Blz. 417 Het controlelampje EV gaat branden
wanneer de auto alleen door de elektro-
motor (tractiemotor) wordt aangedreven
of de benzinemotor niet draait.
Page 76 of 464

761-2. Hybridesysteem
YARIS_HV_WE_52E13E■Als de 12V-accu leeg is of, vervangen is of verwijderd is geweest.
De benzinemotor stopt mogelijk niet, ook niet als de auto door het batterijpak-
ket (tractiebatterij) wordt aangedreven. Als dit een paar dagen aanhoudt,
neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Geluiden en trillingen die bij een hybrideauto voorkomen
Mogelijk zijn er geen motorgeluiden hoorbaar of trillingen voelbaar terwijl de
auto wel kan rijden en het controlelampje READY brandt. Activeer na het par-
keren uit veiligheidsoverwegingen de parkeerrem en zet de selectiehendel in
stand P.
De volgende geluiden of trillingen kunnen hoorbaar of voelbaar zijn als het
hybridesysteem in werking is en deze duiden niet op een defect:
●Er kunnen motorgeluiden hoorbaar zijn uit het motorcompartiment.
●Bij het inschakelen of uitschakelen van het hybridesysteem kan er geluid
hoorbaar zijn dat afkomstig is van het batterijpakket (tractiebatterij) achter
de achterstoelen.
●Bij het inschakelen of uitschakelen van het hybridesysteem zijn er mogelijk
werkingsgeluiden van het relais te horen, zoals een klik of een vaag geram-
mel, dat afkomstig is van het batterijpakket (tractiebatterij) achter de achter-
stoelen.
●Als de achterklep open is, kunnen er geluiden van het hybridesysteem hoor-
baar zijn.
●Als de benzinemotor start of stopt, bij rijden met lage snelheden of als de
motor met stationair toerental draait, kunnen er geluiden hoorbaar zijn van
de transmissie.
●Bij sterk accelereren kunnen er motorgeluiden hoorbaar zijn.
●Als het rempedaal wordt ingetrapt of het gaspedaal wordt losgelaten, kun-
nen er geluiden hoorbaar zijn die worden veroorzaakt door het regeneratief
remmen.
●Werkingsgeluiden of motorgeluiden die zich voordoen wanneer het rempe-
daal wordt bediend.
●Als de benzinemotor start of stopt, kunnen trillingen voelbaar zijn.
●U kunt via de ventilatieopening onder aan de zijkant van de linker achter-
stoel geluid horen dat afkomstig is van de koelventilator.
■Onderhoud, reparatie, recycling en afvoer
Neem voor onderhoud, reparatie, recycling en afvoer contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Sloop de auto niet zelf.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijvoorbeeld het in- of uitschakelen van het controlelampje
EV) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
Blz. 439)
Page 132 of 464

1323-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
YARIS_HV_WE_52E13E
Smart entr y-systeem met startknop
●Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren (auto's met instap-
functie) (Blz. 120)
●Vergrendelen en ontgrendelen van de achterklep (auto's met
instapfunctie) (Blz. 126)
●Starten en stoppen van het hybridesysteem (Blz. 180)
■Plaats van antenne
: Indien aanwezig
De volgende handelingen kunnen worden uitgevoerd als u de
elektronische sleutel bij u hebt, bijvoorbeeld in uw zak. (De
bestuurder moet de elektronische sleutel altijd bij zich hebben.)
Antennes buiten het interieur (auto's
met instapfunctie)
Antennes in het interieur
Antenne buiten de bagageruimte
(auto's met instapfunctie)1
2
3
Page 162 of 464

1623-5. Openen en sluiten van de ruiten
YARIS_HV_WE_52E13E
■De elektrisch bedienbare ruiten kunnen bediend worden als
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
Auto's met Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
■Bedienen van de elektrisch bedienbare ruiten nadat het hybridesysteem
is uitgeschakeld
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen, zelfs nadat het contact in stand ACC
of UIT is gezet, nog ongeveer 45 seconden worden bediend. Ze kunnen ech-
ter niet meer worden bediend als een van de voorportieren wordt geopend.
Auto's met Smart Entry-systeem en startknop
Zelfs nadat het contact in stand ACC of UIT is gezet, kunnen de elektrisch
bedienbare ruiten nog gedurende ongeveer 45 seconden worden bediend.
Ze kunnen echter niet meer worden bediend als een van de voorportieren
wordt geopend.
■Klembeveiliging (alleen ruit bestuurdersportier)
Als tijdens het sluiten een object bekneld raakt tussen de ruit en het ruitframe,
stopt de beweging van de ruit en wordt de ruit weer iets geopend.
Page 166 of 464

1664-1. Voor het rijden
YARIS_HV_WE_52E13E
Rijden met de auto
Blz. 176, 180
Zet met ingetrapt rempedaal de selectiehendel in stand D.
(Blz. 188)
Deactiveer de parkeerrem. (Blz. 192)
Laat het rempedaal geleidelijk opkomen en trap langzaam het gas-
pedaal in om de auto in beweging te brengen.
Trap, terwijl de selectiehendel in stand D staat, het rempedaal in.
Activeer indien nodig de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P als er gedurende langere tijd wordt
gestopt. (Blz. 188)
Trap, terwijl de selectiehendel in stand D staat, het rempedaal in.
Activeer de parkeerrem. (Blz. 192)
Zet de selectiehendel in stand P. (Blz. 188)
Plaats bij het parkeren op een helling indien nodig wielblokken.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Zet het contact
UIT om het hybridesysteem uit te schakelen.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Druk op de startknop
om het hybridesysteem uit te schakelen.
Vergrendel de portieren nadat u hebt gecontroleerd of u de elektro-
nische sleutel bij u hebt.
Volg om veilig te kunnen rijden de onderstaande procedures:
Starten van het hybridesysteem
Rijden
Tot stilstand brengen van de auto
Parkeren van de auto
1
2
3
1
2
1
2
3
4
5
Page 184 of 464

1844-2. Rijprocedures
YARIS_HV_WE_52E13E■Als de batterij van de elektronische sleutel ontladen is
Blz. 335
■Bedienen van de startknop
●Eén keer kort en stevig indrukken van de startknop is voldoende om deze te
bedienen. Als de startknop niet op de juiste manier wordt ingedrukt, kan het
voorkomen dat het hybridesysteem niet start of dat de stand van het contact
niet verandert. U hoeft de startknop niet ingedrukt te houden.
●Als u probeert het hybridesysteem opnieuw te starten direct nadat het con-
tact UIT is gezet, dan start het hybridesysteem in sommige gevallen moge-
lijk niet. Wacht nadat u het contact UIT hebt gezet een paar seconden
voordat u het hybridesysteem opnieuw start.
■Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen
Blz. 413
WAARSCHUWING
■Starten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten wanneer u het hybridesysteem start.
Trap onder geen enkele voorwaarde het gaspedaal in bij het starten van het
hybridesysteem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als een storing aan het hybridesysteem zich voordoet terwijl de auto rijdt,
vergrendel of open de portieren dan niet totdat de auto veilig en volledig tot
stilstand gekomen is. Als onder deze omstandigheden het stuurslot wordt
geactiveerd, kan dit leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
■Uitschakelen van het hybridesysteem in noodgevallen
Als u in een noodgeval het hybridesysteem tijdens het rijden wilt stoppen,
houdt u de startknop langer dan 3 seconden ingedrukt of drukt u deze min-
stens 3 keer kort achter elkaar in. (Blz. 361)
Raak de startknop echter tijdens het rijden niet aan, behalve in geval van
nood. Door het uitschakelen van het hybridesysteem tijdens het rijden ver-
liest u niet de controle over het stuurwiel of de remmen. De stuurbekrachti-
ging werkt echter niet meer. Hierdoor zal het sturen veel zwaarder gaan dan
normaal. Zet in dat geval de auto aan de kant zodra dit veilig kan.
Page 204 of 464

2044-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
YARIS_HV_WE_52E13E
Achterruitenwisser en -sproeier
Draai aan het uiteinde van de schakelaar om de achterruitenwisser en
-sproeier in te schakelen
Uit
Intervalstand
Normale stand ruitenwis-
sers
Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwis-
sers
Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwis-
sers
De ruitenwisser maakt auto-
matisch een aantal wisbewe-
gingen nadat de sproeier in
werking is getreden.
■De achterruitenwisser en -sproeier kunnen worden bediend als
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
Auto's met Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
■Als er geen ruitensproeiervloeistof op de ruit terechtkomt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het reservoir aanwezig is en contro-
leer, als dat het geval is, of de sproeierkop niet verstopt is.
: Indien aanwezig
Bedieningsinstructies
1
2
3
4
5
Page 213 of 464

213
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
YARIS_HV_WE_52E13E
Ondersteunende systemen
◆ECB (elektronisch geregeld remsysteem)
Het elektronisch geregelde remsysteem genereert remkracht over-
eenkomstig de bediening van de remmen.
◆ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling rem-
men of remmen op een glad wegdek
◆Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt
als het systeem oordeelt dat er sprake is van een noodstop
◆VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwijkma-
noeuvres en het maken van bochten op een glad wegdek
◆TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat
de aandrijvende wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de
auto of bij het accelereren op gladde wegen
◆Hill Start Assist Control
Voorkomt dat de auto achteruitrolt bij het wegrijden op een steile of
gladde helling
◆EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor
het ronddraaien van het stuurwiel te verminderen
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren
is uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch
in werking treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd
er echter rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate op deze systemen als u de auto
bedient.