display YAMAHA EC-03 2011 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2011, Model line: EC-03, Model: YAMAHA EC-03 2011Pages: 78, PDF Size: 2.04 MB
Page 66 of 78

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
8-17
1
2
3
4
5
6
78
9
opnieuw automatisch wordt gestopt, is er
mogelijk een storing in de machine. Stop
met opladen en laat de machine controleren
door een Yamaha-dealer.
Wanneer u de sleutel naar “ON” draait,
gaat het waarschuwingslampje bran-
den en knipperen “CHG” en het waar-
schuwingssymbool “ ” in het
display
De accu is niet goed opgeladen.
Draai de sleutel naar “OFF” en vervolgens
terug naar “ON” om het opladen te resetten.
Draai de sleutel naar “OFF” en laad de accu
vervolgens opnieuw op.
Als het bovenstaande nog steeds optreedtnadat de accu is opgeladen, is er mogelijk
een storing in de machine. Vraag een
Yamaha dealer de machine te controleren.
“– – – – –” knippert in het display tijdens
het opladen
Als de accuspanning zich onder het opge-
geven niveau bevindt, wordt deze indicator
weergegeven op het display. Ga door met
opladen.
Als het waarschuwingslampje brandt en
“CHG” en “ ” in het display knipperen
nadat u de accu gedurende een uur hebt
opgeladen, is er mogelijk een storing in de
machine. Vraag een Yamaha dealer de ma-
chine te controleren.“HEAT” knippert in het display tijdens
het opladen
Dit is geen storing.1. Waarschuwingslampje
2. Indicator accuconditie “CHG”
3. Waarschuwingssymbool “ ”
3
2
1
1. Indicator laadfout “– – – – –”
1
1. Waarschuwingslampje
2. Indicator accuconditie “CHG”
3. Waarschuwingssymbool “ ”
1. Temperatuurindicator “HEAT”
3
2
1
1
1CB-F8199-D0.book 17 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分
Page 67 of 78

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
8-18
2
3
4
5
6
789
Het laadproces bevindt zich in de stand-by-
modus omdat de accutemperatuur hoger is
dan 50 C. Laat de accu afkoelen.
Wanneer de accutemperatuur de opgege-
ven temperatuur bereikt, gaat “HEAT” uit en
wordt het opladen automatisch gestart. (Zie
pagina 6-1 voor meer informatie over “Op-
laadlocatie voor accu”.)
“COOL” knippert in het display tijdens
het opladen
Dit is geen storing.
Het laadproces bevindt zich in de stand-by-
modus omdat de accutemperatuur lager is
dan –5 C.
Ga in dat geval verder met opladen op een
warme locatie.
Wanneer de accutemperatuur de opgege-
ven temperatuur bereikt, gaat “COOL” uiten wordt het opladen automatisch gestart.
(Zie pagina 6-1 voor meer informatie over
“Oplaadlocatie voor accu”.)
Wanneer u de sleutel naar “ON” draait,
klinkt de zoemer en gebeurt het volgen-
de
Het waarschuwingslampje knippert
Het waarschuwingssymbool “ ”
wordt weergegeven
De segmenten van de accuniveau-in-
dicator gaan heen en weer
De indicatoren “PUSH” en “OLD” wor-
den beurtelings weergegeven
De accu is bijna aan het einde van de le-vensduur.
Druk op een van de regelknoppen (zie pagi-
na 4-3) om de zoemer uit te schakelen.
Hiermee gaat de machine naar de
stand-bymodus.
Annuleer de stand-bymodus door opnieuw
op een regelknop te drukken.
Hoewel u nog steeds met de machine kunt
rijden als de bedrijfsstatusindicator “RUN”
wordt weergegeven, is de accu bijna aan
het einde van de levensduur. Neem zo snel
mogelijk contact op met een
Yamaha-dealer om een vervangende accu
te bestellen.
OPMERKINGAls u op een regelknop drukt, stopt de zoe-
mer en schakelt het display naar de
stand-bymodus. Als u niet binnen vijf minu-
ten op een regelknop drukt, wordt de auto-
matische uitschakelfunctie geactiveerd en
wordt alle voeding afgesloten om de accu te
1. Temperatuurindicator “COOL”
1
1. Accuniveau-indicator
2. Waarschuwingslampje
3. Indicator accuconditie “PUSH”/“OLD”
4. Waarschuwingssymbool “ ”
2
4
3
1
1CB-F8199-D0.book 18 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分
Page 68 of 78

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
8-19
1
2
3
4
5
6
78
9
beschermen.
Wanneer het opladen wordt gestart,
klinkt de zoemer en geeft het volgende
aan dat de accu aan het einde van de le-
vensduur is
Het waarschuwingslampje knippert
Het waarschuwingssymbool “ ”
wordt weergegeven
De indicatoren “PUSH” en “OLD” wor-
den beurtelings weergegeven in het
display
De accu is aan het einde van de levens-
duur.
Laat de accu vervangen door een
Yamaha-dealer. Druk op een van de regel-knoppen (zie pagina 4-3) om de zoemer uit
te schakelen.
Het display schakelt naar het volgende om
aan te geven dat de accu aan het einde van
de levensduur is.
Neem de laadstekker uit het stopcontact,
waarna alle indicatoren in het display uit-
gaan.
OPMERKING
Totdat u op een van de knoppen drukt,
blijft de zoemer klinken en wordt “End”
weergegeven om het einde van de ac-
culevensduur aan te geven.
De EC-03 is uitgevoerd met een auto-
matische uitschakelfunctie om de accu
te beschermen. Nadat vijf minuten zijn
verstreken, gaat de voeding uit, stopt
de zoemer en gaat het display uit.
De accu kan niet worden opgeladen (de
accuniveau-indicator blijft laag na het
opladen)
Is de laadstekker correct aangesloten op
een stopcontact?
Laad de accu opnieuw op aan de hand van
de procedures die worden beschreven in
“Laadprocedure” op pagina 6-3 als u dit
hebt gecontroleerd.
Als u het bovenstaande hebt gecontroleerd
en de accu nog steeds niet kan worden op-
geladen, is er mogelijk een storing in de ac-
culader. Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.
Er komt een ongewone geur of rook uit
de acculader
Neem de laadstekker onmiddellijk uit het
stopcontact. Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.
De rijafstand op een enkele lading is
sterk afgenomen
De accu is aan het einde van de levens-
duur.
Laat de accu vervangen door een
Yamaha-dealer.
1. Waarschuwingslampje
2. Indicator accuconditie “PUSH”/“OLD”
3. Waarschuwingssymbool “ ”
1
3
2
1. Waarschuwingslampje
2. Indicator einde van acculevensduur “End”
1
2
1CB-F8199-D0.book 19 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分
Page 76 of 78

INDEXAAandachtspunten voor veilig rijden ............1-4
Accu, effectief gebruik van .........................3-3
Accu, laadprocedure ..................................6-3
Accu, laadtijd..............................................6-8
Accuniveau ................................................3-4
Accu, oplaadlocatie ....................................6-1
Accutype, info ............................................6-9
Accu veilig opladen ....................................1-5
Afgelegde afstand ......................................3-2BBagagehaak .............................................4-13
Banden.......................................................8-5CClaxonschakelaar ....................................4-10
Contactslot/stuurslot ..................................4-1GGloeilamp remlicht/achterlicht,
vervangen ..............................................8-12
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ..............................................8-13HHandgreep ...............................................4-13
Helmbevestiging ......................................4-12IIdentificatienummers ................................11-1KKabels, controleren en smeren ..................8-8
Kenmerken.................................................3-1
Koplampgloeilamp, vervangen.................8-11LLaaddisplay, voortgang ..............................6-9
Laadkabel en laadstekker controleren .....8-13
MMatkleur, let op .......................................... 9-1
Middenbok, controleren en smeren ........... 8-9
Modelinformatiesticker............................. 11-1
Motor controleren op afwijkende
geluiden................................................... 8-4
Multifunctioneel display ............................. 4-2PParkeren .................................................... 7-5
Plaats van de onderdelen .......................... 2-1
Problemen oplossen ................................ 8-14RRemhendel, achterrem ............................ 4-11
Remhendels, smeren ................................ 8-8
Remmen .................................................... 7-5
Remschoenen, controleren ....................... 8-7
Richtingaanwijzerschakelaar ................... 4-10SSmering en onderhoud, periodiek ............. 8-2
Snelheidsregelaar controleren................... 8-4
Sneller en langzamer rijden ....................... 7-4
Specificaties ............................................ 10-1
Stalling ....................................................... 9-3
Standaardmodus/powermodus.................. 3-1
Stuurschakelaars ..................................... 4-10
Stuursysteem, controleren....................... 8-10VVeiligheidsinformatie ................................. 1-1
Veiligheidsslot gebruiken ........................... 4-7
Verzorging ................................................. 9-1
Voertuigidentificatienummer .................... 11-1
Voor- en achterremhendel,
afstellen van vrije slag ............................. 8-6
Voorremhendel ........................................ 4-11Voorvork, controleren ................................ 8-9
WWegrijden .................................................. 7-3
Wegrijden, voorbereidingen ...................... 7-1
Wielen ....................................................... 8-6
Wiellagers controleren ............................ 8-10ZZadel ....................................................... 4-11
Zoemer ...................................................... 4-1
1CB-F8199-D0.book 2 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分