YAMAHA FJR1300AS 2007 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2007, Model line: FJR1300AS, Model: YAMAHA FJR1300AS 2007Pages: 100, PDF Size: 5.34 MB
Page 11 of 100
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-4
1
Start de motor nooit in een afgesloten
ruimte en laat hem dan niet draaien.
De uitlaatgassen zijn giftig en kunnen
al heel snel bewusteloosheid of dode-
lijk letsel veroorzaken. Start de motor
alleen in de open lucht of in een ruimte
die voldoende ventilatie heeft.
Zet de motor altijd uit voordat u de mo-
torfiets onbeheerd achterlaat en neem
de sleutel uit het contactslot. Let op het
volgende als u de motor gaat parke-
ren:
De motor en het uitlaatsysteem kun-
nen heet zijn, parkeer de motorfiets
daarom op een plek waar voetgan-
gers en kinderen hier geen last van
hebben.
Parkeer de motor niet op een helling
of op een zachte ondergrond, om
omvallen te voorkomen.
Parkeer de motor niet nabij een
brandend toestel (bijv. een petro-
leumkachel) of bij open vuur, hij zou
zo vlam kunnen vatten.
Als u de motor in een ander voertuig
vervoert, zorg dan dat deze rechtop
staat. Als de motor schuin staat, kan er
benzine uit de brandstoftank stromen.
Roep onmiddellijk medische hulp in
als u benzine heeft ingeslikt, veel ben-
zinedamp heeft ingeademd of benzinein uw ogen is terechtgekomen. Morst u
benzine op uw huid of kleding, spoel
de bewuste plek dan direct met zeep-
water en trek andere kleding aan.
U2D2D1D0.book Page 4 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 12 of 100
BESCHRIJVING
2-1
2
DAU10410
Aanzicht linkerzijde1. Accessoirebox (pagina 3-24)
2. Stelbout voor veervoorspanning voorvork (pagina 3-27)
3. Stelknop voor uitveerdemping voorvork (pagina 3-27)
4. Boordgereedschapsset (pagina 6-1)
5. Bestuurderszadel (pagina 3-20)
6. Duozadel (pagina 3-20)
7. Vulplug cardanolie (pagina 6-11)
8. Aftapplug cardanolie (pagina 6-11)9. Vloeistofreservoir voor YCC-S-koppeling (pagina 6-20)
10.Stelhefboom voor veervoorspanning schokdemperunit (pagina 3-29)
11.Luchtfilterelement (pagina 6-14)
12.Schakelpedaal (pagina 3-16)
13.Olievuldop (pagina 6-9)
14.Oliefilterpatroon (pagina 6-9)
15.Kijkglas olieniveau (pagina 6-9)U2D2D1D0.book Page 1 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 13 of 100
BESCHRIJVING
2-2
2
DAU10420
Aanzicht rechterzijde1. Opbergcompartiment (pagina 3-24)
2. Tankdop (pagina 3-18)
3. Zekeringenkastje (pagina 6-26)
4. Kuipruit (pagina 3-14)
5. Accu (pagina 6-25)
6. Hoofdzekering (pagina 6-26)
7. Stelschroef voor inveerdemping voorvork (pagina 3-27)
8. Rempedaal (pagina 3-17)9. Stelknop voor uitveerdemping schokdemperunit (pagina 3-29)
10.Vloeistofreservoir achterrem (pagina 6-20)
U2D2D1D0.book Page 2 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 14 of 100
BESCHRIJVING
2-3
2
DAU10430
Bedieningen en instrumenten1. Achteruitkijkspiegel (pagina 3-27)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-14)
3. Toerenteller (pagina 3-6)
4. Snelheidsmeter (pagina 3-6)
5. Multifunctioneel display (pagina 3-7)
6. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-20)
7. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-14)
8. Remhendel (pagina 3-17)9. Gasgreep (pagina 6-15)
10.Contactslot/stuurslot (pagina 3-2)
11.Knop koplamphoogteverstelling (pagina 3-25)
12.Knop handvatverwarming (pagina 3-30)
13.Handschakelhendel (pagina 3-16)U2D2D1D0.book Page 3 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 15 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-1
3
DAU40472
YCC-S-systeem Dit voertuig is uitgerust met het YCC-S
(Yamaha Chip Controlled-Shift)-systeem.
Door de basisfunctie van het systeem kan
de bestuurder schakelen zonder een kop-
pelingshendel te gebruiken. Daarnaast be-
vindt zich op het stuur een schakelhendel,
zodat de bestuurder naar keuze met het
schakelpedaal of met de hand kan schake-
len.
Als na starten van de motor het schakelpe-
daal of de schakelhendel bewogen wordt,
gaat een signaal naar de MCU (Motor Con-
trol Unit ofwel motorbesturing) waardoor
wordt ontkoppeld en geschakeld kan wor-
den. De MCU laat de koppeling opkomen
zodra de motor met het juiste toerental
loopt. De MCU regelt het aangrijpen van de
koppeling optimaal, op basis van motortoe-
rental, behoefte en rijomstandigheden. Zie
“Stuurschakelaars” (pagina 3-14) en WER-
KING EN BELANGRIJKE RIJASPECTEN
(pagina 5-1) voor verdere uitleg over dit sys-
teem.OPMERKING:Dit is geen automatische versnellingsbak;
alleen het koppelingsysteem werkt automa-tisch. De bestuurder moet zelf schakelen.
DAU10973
Startblokkeersysteem Dit voertuig is voorzien van een startblok-
keersysteem waarmee diefstal kan worden
bemoeilijkt door de codering van de stan-
daardsleutels te wijzigen. Het systeem be-
staat uit de volgende onderdelen:
een codeersleutel (met een rood bo-
vendeel)
twee standaardsleutels (met een zwart
bovendeel) die opnieuw kunnen wor-
den gecodeerd
een transponder (die is geïntegreerd in
de codeersleutel)
een startblokkeereenheid
een ECU
een controlelampje van het startblok-
keersysteem (Zie pagina 3-4.)De sleutel met het rode bovendeel wordt
gebruikt om de twee standaardsleutels te
coderen. Het wijzigen van de codes is een
ingewikkelde procedure. Breng het voertuig
daarom met alle drie sleutels naar een
Yamaha dealer om deze opnieuw te laten
coderen. Gebruik de sleutel met het rode
bovendeel niet om met het voertuig te rij-
den. Deze sleutel dient uitsluitend te wor-
den gebruikt voor het opnieuw coderen van
de standaardsleutels. Gebruik altijd een
standaardsleutel om met het voertuig te rij-
den.
LET OP:
DCA11821
ZORG DAT U DE CODEERSLEUTEL
NIET VERLIEST! NEEM DIRECT
CONTACT OP MET UW DEALER
ALS U HEM VERLOREN HEBT! Als
de codeersleutel verloren is, kun-
nen de standaardsleutels niet op-
nieuw gecodeerd worden. U kunt
het voertuig dan nog steeds starten
met de standaardsleutels, maar als
ze opnieuw gecodeerd moeten wor-
den (d.w.z. als er een nieuwe stan-
daardsleutel is gemaakt of als alle
sleutels verloren zijn), dient het ge-
hele startblokkeersysteem vervan-
gen te worden. Daarom wordt u
sterk aangeraden een van de stan-
1. Codeersleutel (rood bovendeel)
2. Standaardsleutels (zwart bovendeel)
U2D2D1D0.book Page 1 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 16 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-2
3
daardsleutels te gebruiken en de
codeersleutel op een veilige plek te
bewaren.
Dompel de sleutels nooit in water.
Stel de sleutels nooit bloot aan ex-
treem hoge temperaturen.
Leg de sleutels nooit vlakbij magne-
tische voorwerpen (zoals bijvoor-
beeld speakers enz.).
Plaats nooit voorwerpen die elektri-
sche signalen uitzenden vlakbij de
sleutels.
Plaats nooit zware voorwerpen op
de sleutels.
U mag de sleutels nooit slijpen of de
vorm ervan wijzigen.
U mag het plastic gedeelte van de
sleutels nooit demonteren.
Hang nooit twee sleutels van een
startblokkeersysteem aan dezelfde
sleutelring.
Bewaar de standaardsleutels en
ook de sleutels van andere start-
blokkeersystemen altijd op een an-
dere plek dan de codeersleutel van
het voertuig.
Houd sleutels van andere startblok-
keersystemen altijd uit de buurt van
het contactslot, want anders kun-nen ze signaalstoring veroorzaken.
DAU10471
Contactslot/stuurslot Via het contactslot/stuurslot worden het ont-
stekingssysteem en de verlichtingssyste-
men bediend en wordt het stuur
vergrendeld.OPMERKING:Gebruik de standaardsleutel (zwart boven-
deel) voor het normale gebruik van het
voertuig. Bewaar de codeersleutel (rood bo-
vendeel) op een veilige plaats om verlies te
voorkomen en gebruik de sleutel uitsluitend
voor het opnieuw coderen van de stan-daardsleutels.
DAU26811
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; de instrumentenverlichting, de
achterlichten, de kentekenverlichting en deparkeerlichten gaan branden en de motor
kan worden gestart. De sleutel kan niet wor-
den uitgenomen.
OPMERKING:De koplampen gaan automatisch branden
als de motor wordt gestart en blijven aantotdat de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid.
DAU10660
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
DAU10690
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
U2D2D1D0.book Page 2 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 17 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
Om het stuur te vergrendelen1. Draai het stuur helemaal naar links of
rechts.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in en
draai hem dan naar de “LOCK”-stand.
Houd de sleutel hierbij ingedrukt.
3. Neem de sleutel uit.Om het stuur te ontgrendelen
Druk de sleutel in en draai hem dan naar
“OFF” terwijl de sleutel ingedrukt wordt ge-
houden.
WAARSCHUWING
DWA10060
Draai de contactsleutel nooit naar “OFF”
of naar “LOCK” terwijl de machine rijdt;
elektrische systemen worden dan afge-
schakeld en mogelijk zult u zo de macht
over het stuur verliezen of een ongeval
veroorzaken. Zorg altijd dat de machine
stilstaat voordat u de sleutel naar “OFF”of naar “LOCK” draait.
DAU39460
(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en de achterlich-
ten, de kentekenverlichting en de parkeer-
lichten branden. De alarmverlichting en
richtingaanwijzers kunnen worden inge-
schakeld, maar alle andere elektrische sys-
temen zijn uit. De sleutel kan worden
uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar “” te kunnen draaien.
LET OP:
DCA11020
Gebruik de parkeerstand niet gedurende
langere tijd, anders kan de accu ontla-den raken.
1. Drukken.
2. Draaien.
1. Drukken.
2. Draaien.
U2D2D1D0.book Page 3 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 18 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
DAU11003
Controle- en waarschuwings-
lampjes
DAU11030
Controlelampjes richtingaanwijzers
“” en “”
Het bijbehorende controlelampje knippert
terwijl de schakelaar voor richtingaanwij-
zers naar de linker- of rechterstand is ge-
drukt.
DAU11060
Vrijstandcontrolelampje “”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11080
Controlelampje grootlicht “”
Dit controlelampje brandt terwijl de koplamp
is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11120
Waarschuwingslampje olieniveau “”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien.
Als het waarschuwingslampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft, vraag
dan een Yamaha dealer om het elektrisch
circuit te testen.OPMERKING:Bij een voldoende hoog olieniveau kan het
waarschuwingslampje soms toch knipperen
bij rijden op een helling of bij plotseling af-
remmen of optrekken, er is dan echter geensprake van een storing.
DAU40513
Waarschuwingslampje en controlesym-
bolen motorstoring “” en YCC-S
“”
Waarschuwingslampje en controlesymboolmotorstoring “”Dit symbool wordt weergegeven en het
waarschuwingslampje gaat branden of
knipperen wanneer een elektrisch circuit
dat de motorwerking bewaakt defect is.
Vraag in dat geval een Yamaha dealer het
zelfdiagnosesysteem te controleren. (Zie
pagina 3-7 voor uitleg over de werking van
het zelfdiagnosesysteem.)
1. Controlelampje linker richtingaanwijzers
“”
2. Controlelampje rechter richtingaanwijzers
“”
3. Waarschuwingslampje en controlesymbolen
motorstoring “” en YCC-S “”
4. ABS-waarschuwingslampje “”
5. Vrijstandcontrolelampje “”
6. Controlelampje grootlicht “”
7. Waarschuwingslampje olieniveau “”
8. Controlelampje startblokkering
SHIFTABS
1. Waarschuwingslampje en controlesymbool
motorstoring “”SHIFT
U2D2D1D0.book Page 4 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 19 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
Waarschuwingslampje en controlesymboolYCC-S “”Dit symbool wordt weergegeven en het
waarschuwingslampje gaat branden wan-
neer er een storing is in het YCC-S. Als dit
gebeurt:
is het YCC-S uitgeschakeld, waardoor
het niet meer mogelijk is een andere
versnelling in te schakelen
kan de koppeling in aangrijping blijven,
waardoor de machine bij het stoppen
met een schok tot stilstand kan komen
Breng de machine op een veilig moment tot
stilstand en parkeer hem op een veilige
plaats. Laat een Yamaha dealer het YCC-S
controleren.
OPMERKING:Om de machine na het stoppen te kunnen
verplaatsen terwijl schakelen met de scha-
kelhendel of het schakelpedaal niet moge-
lijk is, kunt u het volgende doen:
Plaats de machine op de middenbok en
druk dan, terwijl u het achterwiel ronddraait,
de stang en het scharnierpunt van het scha-
kelpedaal naar voren tot de versnelling inz’n vrij staat.
Het elektrisch circuit voor controlesymbolen
en het waarschuwingslampje controleert u
door de sleutel naar “ON” te draaien. Als de
symbolen en het waarschuwingslampje niet
een paar seconden lang oplichten en dan
doven, vraag dan een Yamaha dealer om
het elektrisch circuit te testen.
DAU39500
ABS-waarschuwingslampje “”
Als het waarschuwingslampje tijdens het rij-
den gaat branden of knipperen, is het ABS-
systeem mogelijk defect. Vraag in dat geval
zo snel mogelijk een Yamaha dealer het
systeem te controleren. (Zie pagina 3-17.)
WAARSCHUWING
DWA10081
Als het ABS-waarschuwingslampje tij-
dens het rijden gaat branden of knippe-
ren, wordt alleen het conventionele
remsysteem gebruikt. Wees dan voor-
zichtig en zorg dat de wielen tijdens plot-
seling remmen niet blokkeren. Als het
waarschuwingslampje tijdens het rijden
gaat branden of knipperen, vraag dan zo
snel mogelijk een Yamaha dealer hetremsysteem te controleren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien.
Als het waarschuwingslampje niet oplicht of
blijft branden, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te controleren.
DAU38620
Controlelampje startblokkering
Het elektrisch circuit voor het controlelamp-
je controleert u door de sleutel naar “ON” te
draaien.
1. Waarschuwingslampje en controlesymbool
YCC-S “”
SHIFTSHIFT
1. Scharnierpunt schakelpedaalstang
2. Stang schakelpedaal
ABS
U2D2D1D0.book Page 5 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 20 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
Als het controlelampje niet een paar secon-
den lang oplicht en dan dooft, vraag dan
een Yamaha dealer om het elektrisch circuit
te testen.
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
te knipperen om aan te geven dat het start-
blokkeersysteem is ingeschakeld. Het con-
trolelampje stopt na 24 uur met knipperen,
maar het startblokkeersysteem blijft inge-
schakeld.
Dit model is ook uitgerust met een zelfdia-
gnosesysteem voor het startblokkeersys-
teem. (Zie pagina 3-7 voor uitleg over de
werking van het zelfdiagnosesysteem.)
DAU11601
Snelheidsmeter De snelheidsmeter toont de actuele rijsnel-
heid.
Wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, slaat de naald van de snelheidsme-
ter eenmaal helemaal uit tot aan de hoogste
snelheid en keert daarna weer terug naar
nul om het elektrische circuit te testen.
DAU11872
Toerenteller Met de elektrische toerenteller kan de mo-
torrijder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid,
slaat de naald van de toerenteller eenmaal
helemaal uit tot aan het hoogste aantal toe-
ren per minuut en keert daarna weer terug
naar nul tpm om het elektrische circuit te
testen.LET OP:
DCA10031
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de rode zone wijst.Rode zone: 9000 tpm en hoger
1. Toerenteller
2. Snelheidsmeter
3. Multifunctioneel display
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
U2D2D1D0.book Page 6 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM