YAMAHA FJR1300AS 2007 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2007, Model line: FJR1300AS, Model: YAMAHA FJR1300AS 2007Pages: 100, PDF Size: 5.34 MB
Page 21 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
DAU40532
Multifunctioneel display
WAARSCHUWING
DWA14430
Zorg dat de machine stilstaat, voordat u
wijzigingen in de instellingen van het
multifunctionele display gaat aanbren-gen.
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een kilometerteller (die de totale afge-
legde afstand toont)
twee rittellers (die de afgelegde af-
stand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul)
een ritteller voor brandstofreserve (die
de afstand aangeeft die wordt afge-
legd op de brandstofreserve)
een klok
een brandstofniveaumeter
een temperatuurmeter koelvloeistof
een aanduiding voor de ingeschakelde
versnelling
een omgevingstemperatuurweergave
een weergave voor het brandstofver-
bruik (functies voor huidig en gemid-
deld verbruik)
een voorziening voor zelfdiagnose
OPMERKING:Vergeet niet de sleutel naar “ON” te draaien
voordat u de toetsen “SELECT” en “RES-ET” gebruikt.Kilometerteller- en rittellermodus
Door indrukken van de toets “SELECT” wis-
selt de weergave tussen de kilometerteller-
modus “ODO” en de rittellermodi “TRIP 1”
en “TRIP 2”, in de onderstaande volgorde:
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → ODO
OPMERKING:Bij het selecteren van “TRIP 1” of “TRIP 2”knippert het display vijf seconden lang.
Als nog ca. 5.5 L (1.45 US gal) (1.21
Imp.gal) brandstof in de brandstoftank aan-
wezig is, wisselt het display automatisch
naar “F-TRIP” (de brandstofreserve-ritteller)
en wordt de afgelegde afstand vanaf dat
punt aangegeven. In dat geval wordt door
het indrukken van de toets “SELECT” in de
1. Multifunctioneel display
2.“SELECT”-toets
3.“RESET”-toets
1. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-
serve
2.“SELECT”-toets
3.“RESET”-toets
U2D2D1D0.book Page 7 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 22 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
onderstaande volgorde gewisseld tussen
de diverse weergaven van rittellers en kilo-
meterteller:
F-TRIP → ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → F-
TRIP
Om een ritteller op nul terug te stellen, se-
lecteert u deze door op de toets “SELECT”
te drukken en drukt u vervolgens minstens
1 seconde lang op de toets “SELECT” ter-
wijl het display knippert. Wanneer u de
brandstofreserve-ritteller niet zelf met de
hand op nul terugstelt, wordt deze automa-
tisch teruggesteld zodra na het tanken 5 km
(3 mi) is gereden en verschijnt de vorige
weergavemodus weer.
KlokDe klok op tijd zetten:
1. Houd de toetsen “SELECT” en “RES-
ET” tegelijkertijd minstens twee secon-
den lang ingedrukt.
2. Als de uuraanduiding begint te knippe-
ren, drukt u op de toets “RESET” om
de uren in te stellen.
3. Druk op de toets “SELECT” en de mi-
nutenaanduiding zal gaan knipperen.
4. Druk op de toets “RESET” om de mi-
nuten in te stellen.
5. Druk op de toets “SELECT” en laat
deze dan los om de klok te starten.
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen richting “E” (leeg) naar-mate het brandstofniveau verder daalt. Als
het laatste segment begint te knipperen,
dient u zo snel mogelijk te tanken. Als de
contactsleutel naar “ON” wordt gedraaid,
verschijnen alle segmenten van de brand-
stofniveaumeter een voor een op het dis-
play om het elektrisch circuit te testen.
Daarna verdwijnen ze weer.
OPMERKIN
G:
Deze brandstofniveaumeter is voorzien van
een zelfdiagnosesysteem. Als er een defect
in het elektrisch circuit wordt waargenomen,
gaan alle displaysegmenten knipperen.
Vraag in dat geval een Yamaha dealer hetelektrisch circuit te testen.
Temperatuurmeter koelvloeistof
1. Klok
2.“SELECT”-toets
3.“RESET”-toets
1. Brandstofniveaumeter
1. Temperatuurmeter koelvloeistof
U2D2D1D0.book Page 8 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 23 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
Met de contactsleutel in de stand “ON” geeft
de temperatuurmeter koelvloeistof de tem-
peratuur van de koelvloeistof aan. Als de
contactsleutel naar “ON” wordt gedraaid,
verschijnen alle segmenten van de tempe-
ratuurmeter koelvloeistof een voor een op
het display en verdwijnen daarna weer om
het elektrisch circuit te testen. De koelvloei-
stoftemperatuur is afhankelijk van de
weersomstandigheden en de motorbelas-
ting. Als het bovenste segment knippert,
stop de machine dan en laat de motor af-
koelen. (Zie pagina 6-31.)LET OP:
DCA10020
Laat de motor niet draaien terwijl dezeoververhit is.Aanduiding ingeschakelde versnelling
Deze aanduiding geeft aan welke versnel-
ling is ingeschakeld. De vrijstand wordt ech-
ter niet getoond, deze wordt aangegeven
door het vrijstandcontrolelampje.
Om schade aan de YCC-S-koppeling te
voorkomen, gaat de aanduiding knipperen
als het nodig is om terug te schakelen. Als
dit gebeurt, schakel dan terug totdat de aan-
duiding stopt met knipperen.De modus omgevingstemperatuur, mo-
dus huidig brandstofverbruik en modus
gemiddeld brandstofverbruik (behalve
voor Groot-Brittannië)
Druk op de knop “RESET” om de weergave
in onderstaande volgorde te wisselen tus-
sen de modus omgevingstemperatuur “Air”,
de modus huidig brandstofverbruik “km/L”
of “L/100 km”, en de modus gemiddeld
brandstofverbruik “AV_ _._ km/L” of “AV_
_._ L/100 km”:
Air (omgevingstemperatuur) → km/L of
L/100 km → AV_ _._ km/L of AV_ _._ L/100
km → Air
1. Aanduiding ingeschakelde versnelling
2. Vrijstandcontrolelampje “”
1. Omgevingstemperatuur/huidig brandstofver-
bruik/gemiddeld brandstofverbruik
2.“SELECT”-toets
3.“RESET”-toets
U2D2D1D0.book Page 9 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 24 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
Modus omgevingstemperatuurDeze weergave toont de omgevingstempe-
ratuur vanaf –9 °C tot 50 °C in stappen van
1 °C. De weergegeven temperatuur kan af-
wijken van de omgevingstemperatuur.OPMERKING:
Als de omgevingstemperatuur daalt tot
onder de –9 °C, wordt een lagere tem-
peratuur dan –9 °C niet weergegeven.
Als de omgevingstemperatuur stijgt tot
boven de 50 °C, wordt een hogere
temperatuur dan 50 °C niet weergege-
ven.
De nauwkeurigheid van de tempera-
tuuraflezing kan worden beïnvloed
door langzaam rijden (ongeveer onder20 km/h) of door het oponthoud bij ver-
keerslichten, spoorwegovergangen
etc.
Modus huidig brandstofverbruik
De weergave van het huidige brandstofver-
bruik kan worden ingesteld op “km/L” of
“L/100 km”.
Als de weergave is ingesteld op
“km/L”, wordt de afstand weergegeven
die onder de huidige omstandigheden
kan worden afgelegd op 1.0 L brand-
stof.
Als de weergave is ingesteld op “L/100
km”, wordt de hoeveelheid brandstof
weergegeven die nodig is om onder de
huidige omstandigheden 100 km af te
leggen.
OPMERKING:
Houd de toets “RESET” een seconde
lang ingedrukt om te wisselen tussen
de twee weergaven voor het huidige
brandstofverbruik.
Bij snelheden onder 10 km/h wordt “__._” weergegeven.
Modus gemiddeld brandstofverbruik
Deze weergave toont het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de weergave op nul
is teruggezet.
De weergave van het gemiddeld brandstof-
verbruik kan worden ingesteld op “AV_ _._
km/L” of “AV_ _._ L/100 km”.
Als de modus voor gemiddeld brandstofver-
bruik wordt geselecteerd, knippert de weer-
gave vijf seconden lang, waarna afhankelijk
1. Omgevingstemperatuur
1. Huidig brandstofverbruik
1. Gemiddeld brandstofverbruik
U2D2D1D0.book Page 10 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 25 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
van de ingestelde eenheid “AV_ _._ km/L”
(gemiddelde afstand die kan worden afge-
legd op 1.0 L brandstof) of “AV_ _._ L/100
km” (gemiddelde hoeveelheid brandstof die
nodig is om 100 km af te leggen) wordt
weergegeven.
Om de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik terug te stellen, drukt u op
de toets “RESET” om de modus te selecte-
ren en houdt u vervolgens de toets “RES-
ET” een seconde lang ingedrukt terwijl de
weergave knippert.OPMERKING:
Houd de toets “RESET” een seconde
lang ingedrukt om te wisselen tussen
de twee weergaven voor het gemid-
delde brandstofverbruik.
Na het terugstellen van een weergave
voor het gemiddelde brandstofverbruik
wordt “_ _._” weergegeven totdat demachine 1 km heeft afgelegd.
LET OP:
DCA15472
Bij storingen wordt “– –.–” weergege-
ven. Vraag een Yamaha dealer de machi-ne te controleren.Modus omgevingstemperatuur, modus
huidig brandstofverbruik en modus ge-
middeld brandstofverbruik (alleen voor
Groot-Brittannië)
Druk op de knop “RESET” om de weergave
in onderstaande volgorde te wisselen tus-
sen de modus omgevingstemperatuur “Air”,
de modus huidig brandstofverbruik “MPG”,
en de modus gemiddeld brandstofverbruik
“AV_ _._ MPG”:
Air (omgevingstemperatuur) → MPG →
AV_ _._ MPG → AirModus omgevingstemperatuur
Deze weergave toont de omgevingstempe-
ratuur vanaf –9 °C tot 50 °C in stappen van
1 °C. De weergegeven temperatuur kan af-
wijken van de omgevingstemperatuur.OPMERKING:
Als de omgevingstemperatuur daalt tot
onder de –9 °C, wordt een lagere tem-
peratuur dan –9 °C niet weergegeven.
Als de omgevingstemperatuur stijgt tot
boven de 50 °C, wordt een hogere
temperatuur dan 50 °C niet weergege-
ven.
De nauwkeurigheid van de tempera-
tuuraflezing kan worden beïnvloed
door langzaam rijden [ongeveer onder
1. Omgevingstemperatuur/huidig brandstofver-
bruik/gemiddeld brandstofverbruik
2.“SELECT”-toets
3.“RESET”-toets
1. Omgevingstemperatuur
U2D2D1D0.book Page 11 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 26 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
20 km/h (12.5 mi/h)] of door het opont-
houd bij verkeerslichten, spoorweg-overgangen etc.
Modus huidig brandstofverbruik
Deze weergave geeft de afstand weer die
onder de huidige omstandigheden kan wor-
den afgelegd op 1.0 Imp.gal brandstof.OPMERKING:Bij snelheden onder 10 km/h (6.0 mi/h)wordt “_ _._” weergegeven.Modus gemiddeld brandstofverbruik
Deze weergave toont het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de weergave op nul
is teruggezet.
Als de modus gemiddeld brandstofverbruik
wordt geselecteerd, knippert de weergave
vijf seconden lang, waarna “AV_ _._ MPG”
(gemiddelde afstand die kan worden afge-
legd op 1.0 Imp.gal brandstof) wordt weer-
gegeven.OPMERKING:
Om de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik terug te stellen,
drukt u op de toets “RESET” om de
modus te selecteren en houdt u vervol-
gens de toets “RESET” een seconde
lang ingedrukt terwijl de weergave
knippert.
Na het terugstellen van de weergave
van het gemiddelde brandstofverbruik
wordt “_ _._” weergegeven totdat demachine 1 km (0.6 mi) heeft afgelegd.
LET OP:
DCA15472
Bij storingen wordt “– –.–” weergege-
ven. Vraag een Yamaha dealer de machi-ne te controleren.
Zelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
Als een van deze circuits uitvalt, toont het
multifunctionele display een foutcode van 2
cijfers.
1. Huidig brandstofverbruik
1. Gemiddeld brandstofverbruik
1. Weergave foutcode
2. Controlelampje startblokkering
U2D2D1D0.book Page 12 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 27 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
Noteer zo’n foutcode als die op het multi-
functionele display staat aangegeven en
vraag een Yamaha dealer het voertuig na te
zien.LET OP:
DCA11790
Wanneer het multifunctionele display
een foutcode aangeeft, moet het voer-
tuig zo spoedig mogelijk worden gecon-troleerd om motorschade te voorkomen.
Dit model is ook uitgerust met een zelfdia-
gnosesysteem voor het startblokkeersys-
teem.
Als een van de circuits van het startblok-
keersysteem uitvalt, gaat het controlelamp-
je startblokkering knipperen en geeft het
multifunctionele display een foutcode van
twee cijfers weer wanneer de sleutel naar
“ON” is gedraaid.OPMERKING:Als het multifunctionele display foutcode 52
weergeeft, betreft dit mogelijk een storing in
het transpondersignaal. Als deze fout zichvoordoet, probeer dan het volgende.
1. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.
OPMERKING:Houd andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan de-
zelfde sleutelring! Startblokkeersleutels
kunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden ge-start.
2. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeersleu-
tel en beide standaardsleutels naar
een Yamaha dealer en laat de stan-
daardsleutels opnieuw coderen.
Als het multifunctionele display foutcodes
toont, noteer deze dan en vraag een
Yamaha dealer om het voertuig te controle-
ren.
DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem (op-
tie) Dit model kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel antidief-
stal-alarmsysteem. Neem contact op met
een Yamaha dealer voor nadere informatie.
U2D2D1D0.book Page 13 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 28 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
DAU12347
Stuurschakelaars LinksRechts
DAU12380
Lichtsignaalschakelaar “”
Druk deze schakelaar in om met de koplam-
pen een lichtsignaal te geven.
DAU12400
Dimlichtschakelaar “/”
Zet deze schakelaar op “” voor grootlicht
en op “” voor dimlicht.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “/”
Druk deze schakelaar naar “” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richtin-gaanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12493
Verstelknop kuipruit “”
Om de kuipruit hoger te stellen, drukt u de
knop in richting (a). Om de kuipruit lager te
stellen, drukt u de knop in richting (b).OPMERKING:Als de contactsleutel naar “OFF” wordt ge-
draaid, keert de kuipruit automatisch terugnaar de laagste stand.
DAU12500
Claxonschakelaar “”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
1. Lichtsignaalschakelaar “”
2. Verstelknop kuipruit “”
3. Dimlichtschakelaar “/”
4. Richtingaanwijzerschakelaar “/”
5. Claxonschakelaar “”
6. Schakelaar handmatig schakelen
1. Noodstopschakelaar “/”
2. Schakelaar alarmverlichting “”
3. Startknop “”
1. Verstelknop kuipruit “”
U2D2D1D0.book Page 14 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 29 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
DAU12660
Noodstopschakelaar “/”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op “”. Zet deze schakelaar op “” om
de motor direct uit te schakelen in een
noodgeval, zoals wanneer de machine om-
slaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAUM1131
Startknop “”
Druk op deze knop terwijl u de voor- of ach-
terrem bekrachtigt om de motor te starten
met de startmotor.LET OP:
DCA10050
Zie pagina 5-1 voor startinstructies voor-dat u de motor start.
DAU42340
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring en het ABS-waarschuwingslampje
gaan branden als de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid en de startknop wordt inge-
drukt. Dit wijst echter niet op een storing.
DAU12733
Schakelaar alarmverlichting “”
Met de sleutel in de stand “ON” of “” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alarmverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
LET OP:
DCA10061
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ontla-den.
DAU40381
Schakelaar handmatig schakelen De schakelaar handmatig schakelen maakt
schakelen met de handschakelhendel mo-
gelijk. Als de schakelaar wordt ingesteld op
handmatig schakelen, gaat het controle-
lampje handmatig schakelen branden.
OPMERKIN
G:
Met het schakelpedaal kan gescha-
keld worden ongeacht of handmatig
schakelen wel of niet is ingesteld.
Als het contactslot op “OFF” wordt ge-
zet, wordt handmatig schakelen auto-
matisch uitgeschakeld. Druk deze
schakelaar kort in na het starten van
de motor om handmatig schakelenmogelijk te maken.
1. Handschakelhendel
2. Schakelaar handmatig schakelen
3. Controlelampje handmatig schakelen
U2D2D1D0.book Page 15 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 30 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-16
3
DAU40492
Schakelpedaal Dit voertuig is uitgerust met een constant-
mesh 5-versnellingsbak. Het schakelpedaal
bevindt zich aan de linkerzijde van de mo-
tor. De vrijstand is de laagste positie.OPMERKIN
G:
Schakelen is alleen mogelijk wanneer hetcontactslot in de stand “ON” staat.
Het schakelpedaal is naar voorkeur van de
bestuurder in drie standen in te stellen.
De stand van het schakelpedaal afstel-
len
1. Verwijder het schakelpedaal door de
bout weg te halen.2. Zet het schakelpedaal in de gewenste
stand.
3. Breng de bout aan en zet deze vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
DAU40481
Handschakelhendel “”/“” Om met de hendel te kunnen schakelen
moet u dat vóór het schakelen instellen met
de schakelaar handmatig schakelen.
Trek met uw wijsvinger aan de “”-zijde
van de hendel om op te schakelen, en duw
met uw duim tegen de “”-zijde om terug te
schakelen.
1. Schakelpedaal
1. Schakelpedaal
2. Bout
3. StandaardafstellingAanhaalmoment:
Bout van schakelpedaal:
6.5 Nm (0.7 m·kgf, 5.0 ft·lbf)
1. Handschakelhendel “”
2. Handschakelhendel “”
3. Schakelaar handmatig schakelen
U2D2D1D0.book Page 16 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM