YAMAHA MAJESTY 250 2003 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2003, Model line: MAJESTY 250, Model: YAMAHA MAJESTY 250 2003Pages: 114, PDF Size: 2.07 MB
Page 31 of 114

3-15
DAU03090
Vuldop brandstoftankVuldop brandstoftank
Openen van de tankdop
1. Open het paneel door de hendel
naar voren te schuiven en trek dan
de hendel omhoog.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
1
2
1. Paneel
2. Hendel
2. Steek de sleutel in het slot en draai
hem rechtsom. Het slot wordt ont-
grendeld en de tankdop kan worden
verwijderd.
1
1. Vuldop brandstoftank
Aanbrengen van de tankdop
1. Zet de uitlijnmerktekens tegenover
elkaar, steek de tankdop in de tan-
kopening en druk de dop omlaag.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie en neem hem
dan uit.
3. Sluit het paneel.
DWA00028
X@
Controleer of de tankdop correct is
afgesloten en vergrendeld alvorens te
gaan rijden.
1
1. Uitlijnmerktekens
5SJ-28199-D1 12/11/02 10:33 AM Page 30
Page 32 of 114

3-16
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU03753
BrandstofBrandstofControleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de brand-
stoftank tot onderaan de vulpijp zoals
getoond.
DW000130
X@
8Overvul de brandstoftank niet,
anders zal benzine uitstromen
zodra deze warm wordt en uitzet.
8Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
1
2
1. Brandstofvulpijp
2. Brandstofniveau
DAU04284
DCA00104
<>
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt
ernstige schade aan inwendige motor-
onderdelen als kleppen en zuigerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.
DAU00185
<>
Veeg gemorste brandstof direct af met
een schone, droge en zachte doek, de
brandstof kan immers schade toebren-
gen aan de lak of aan kunststof onder-
delen.Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE
LOODVRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
Totale hoeveelheid:
12 L
5SJ-28199-D1 12/11/02 10:33 AM Page 31
Page 33 of 114

3-17
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine
met een octaangetal van RON 91 of
hoger. Als de motor gaat detoneren (pin-
gelen), gebruik dan brandstof van een
ander merk of gebruik loodvrije superben-
zine. Door loodvrije benzine te gebruiken
gaan bougies langer mee en blijven de
onderhoudskosten beperkt.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU03098
UitlaatkatalysatorUitlaatkatalysatorDeze scooter heeft een uitlaatkatalysator
die gemonteerd is in de uitlaatdemper.
DW000128
X@
Het uitlaatsysteem is heet nadat de
motor heeft gedraaid. Controleer of het
uitlaatsysteem is afgekoeld alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voe-
ren.
DC000114
<>
De volgende voorzorgsmaatregelen
moeten worden genomen om brand of
andere schaderisico’s te voorkomen.
8Gebruik uitsluitend loodvrije ben-
zine. Bij gebruik van loodhouden-
de benzine zal onherstelbare
schade worden toegebracht aan
de uitlaatkatalysator.
8Parkeer de scooter nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat
gemakkelijk vlamvat.
8Laat de motor niet te lang aaneen
stationair draaien.
5SJ-28199-D1 12/11/02 10:33 AM Page 32
Page 34 of 114

3-18
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU03091
Rijderzadel
RijderzadelOpenen van het rijderzadel
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Steek de sleutel in het contactslot en
draai hem dan linksom.
OPMERKING:
Druk de sleutel niet in terwijl u deze
draait.
IGNITIONP
LOCK
ON
OFF
OPEN
PUSH
PUSH
a
a. Openen.
DAU03096*
Verstellen van het rijderzadelRijderzadel, verstellenHet rijderzadel kan als volgt worden ver-
steld om de rijpositie aan te passen.
1. Open het rijderzadel.
1
1. Rijderzadel
3. Klap het rijderzadel omhoog.
Sluiten van het rijderzadel
1. Klap het zadel omlaag en druk dan
aan om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit het contactslot
als de scooter onbeheerd wordt ach-
tergelaten.
OPMERKING:
Controleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
1
1. Rijderzadel
5SJ-28199-D1 12/11/02 10:33 AM Page 33
Page 35 of 114

3-19
2. Verwijder de bouten en de busjes.
3. Schuif het rijderzadel naar voren of
achteren naar de gewenste positie.
4. Breng de busjes aan en zet de bou-
ten stevig vast.
5. Sluit het rijderzadel.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
311
22
1. Bout (×4)
2. Buss (×4)
DAU03331
Opbergcompartimenten
OpbergcompartimentenOpbergcompartiment voorzijde A
Steek om het afgesloten opbergcomparti-
ment te openen de sleutel in het slot,
draai linksom en houd dan het slot vast
terwijl u de knop indrukt.
Om een niet-afgesloten opbergcomparti-
ment te openen houdt u gewoon het slot
vast terwijl u de knop indrukt.
1
2
a
1. Knop
2. Deksel
a. Openen.
Om het opbergcompartiment af te sluiten
drukt u het paneel in de oorspronkelijke
stand. Steek dan de sleutel in het slot,
draai rechtsom en neem de sleutel weer
uit.
1
2
a
1. Knop
2. Deksel
a. Sluiten.
Opbergcompartimenten AOpbergcompartimenten A
5SJ-28199-D1 12/11/02 10:33 AM Page 34
Page 36 of 114

3-20
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
Opbergcompartiment voorzijde B
Om het opbergcompartiment te openen
schuift u de hendel omhoog en trekt u
hieraan.
Om het opbergcompartiment te sluiten
drukt u het paneel terug in de oorspron-
kelijke stand.
DWA00034
X@
Berg in dit compartiment geen zware
spullen op.
1
2
1. Hendel
2. Paneel
DCA00051
<>
Laat het zadel niet langdurig open
staan, anders kan door het branden
van de verlichting in het opbergcom-
partiment de accu ontladen raken.
DWA00035
X@
Overschrijd de maximale laadgewich-
ten niet:
8Voorste opbergcompartiment A:
2 kg
8Achterste opbergcompartiment:
5 kg
8Maximaal laadgewicht voor het
voertuig: 178 kg
Opbergcompartiment achterzijde
In het opbergcompartiment onder de
zadels kunnen twee helmen worden
opgeborgen. (Zie pagina 3-18 voor ope-
nen en sluiten van het rjderzadel.)
1
1. Rijderzadel
Opbergcompartimenten B
5SJ-28199-D1 12/11/02 10:33 AM Page 35
Page 37 of 114

3-21
DAU04552
Afstellen van de
schokdemperunits
Schokdemperunits, afstellen Elke schokdemper is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.
DC000015
<>
Probeer nooit een stelmechanisme
voorbij de maximum- of minimumin-
stelwaarden te verdraaien.
DW000040
X@
Geef beide schokdemperunits steeds
dezelfde instelling, anders kan slecht
weggedrag en verminderde rijstabili-
teit het gevolg zijn.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai om de veervoorspanning te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelring op beide schokdemperunits in de
richting a. Draai om de veervoorspan-
ning te verlagen en zo de vering zachter
te maken de stelring op beide schokdem-
perunits in de richting b.
a
b1
2
3
1. Stelring veervoorspanning
2. Positie-indicator
3. Stelgereedschap
OPMERKING:
8Zet de gewenste inkeping in de stel-
ring tegenover de positie-indicator
op de schokdemper.
8Verricht deze afstelling met het spe-
ciale stelgereedschap voor veer-
voorspanning in de gereedschapsset
bij de machine.
Stand afsteller
Minimum (zacht) 1
Standaard 4
Maximum (hard) 7
5SJ-28199-D1 12/11/02 10:33 AM Page 36
Page 38 of 114

3-22
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU00330
ZijstandaardZijstandaardDe zijstandaard bevindt zich aan de lin-
kerzijde van het frame. Trek of druk de
zijstandaard met uw voet omhoog of
omlaag terwijl u de scooter verticaal
houdt.
OPMERKING:
De ingebouwde sperschakelaar voor de
zijstandaard maakt deel uit van het starts-
persysteem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie hierna voor een nadere uitleg
over het startspersysteem.)
1
1. Sperschakelaar zijstandaard
DAU00337
StartspersysteemStartspersysteemHet startspersysteem (waarvan de
zijstandaardschakelaar en de remlicht-
schakelaars deel uitmaken) heeft de vol-
gende functies:
8Het verhindert starten wanneer de
zijstandaard is opgetrokken, terwijl
geen der remmen is bekrachtigd.
8Het verhindert starten wanneer een
der remmen is bekrachtigd, terwijl de
zijstandaard nog omlaag staat.
8Het schakelt een draaiende motor af
zodra de zijstandaard omlaag bewo-
gen wordt.
Controleer de werking van het startsper-
systeem regelmatig, hanteer daarbij de
volgende werkwijze.
DW000045
X@
Als zich een storing voordoet, vraag
dan alvorens te gaan rijden een
Yamaha dealer het systeem te contro-
leren.
DW000044
X@
Met de scooter mag nooit worden
gereden terwijl de zijstandaard omlaag
staat of niet behoorlijk kan worden
opgetrokken (of niet omhoog blijft),
anders kan de zijstandaard de grond
raken en zo de motorrijder afleiden,
waardoor u de macht over het stuur
verliest. Het Yamaha startspersysteem
is ontworpen om de motorrijder te hel-
pen bij zijn verantwoordelijkheid de
zijstandaard op te trekken alvorens
weg te rijden. Controleer dit systeem
daarom regelmatig zoals hierna
beschreven en laat het repareren door
een Yamaha dealer als de werking niet
naar behoren is.
5SJ-28199-D1 12/11/02 10:33 AM Page 37
Page 39 of 114

3-23
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3Er is mogelijk iets mis met de
zijstandaardschakelaar.
Rijd niet met de scooter totdat deze door
een Yamaha dealer is gecontroleerd.JA NEE
Met afgezette motor:
1. Klap de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar in “#” staat.
3. Draai de sleutel naar “ON”.
4. Bekrachtig de voor- of achterrem.
5. Druk op de startknop.
Slaat de motor aan?
Er is mogelijk iets mis met de remschakelaar.
Rijd niet met de scooter totdat deze door
een Yamaha dealer is gecontroleerd.
Met nog afgezette motor:
6. Klap de zijstandaard omhoog.
7. Bekrachtig de voor- of achterrem.
8. Druk op de startknop.
Slaat de motor aan?
Terwijl de motor nog draait:
9. Klap de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Er is mogelijk iets mis met de
zijstandaardschakelaar.
Rijd niet met de scooter totdat deze door
een Yamaha dealer is gecontroleerd.
OPMERKING:
Deze controle is het meest betrouwbaar bij
een warme motor.
JA NEE
Alles in orde. U kunt met de scooter gaan rijden.
JA NEE
5SJ-28199-D1 12/11/02 10:33 AM Page 38
Page 40 of 114

CONTROLES VOOR HET STARTEN
Controlelijst voor gebruik ...................................................................4-1
4
5SJ-28199-D1 12/11/02 10:33 AM Page 39