YAMAHA MT-07 2014 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2014, Model line: MT-07, Model: YAMAHA MT-07 2014Pages: 104, PDF Size: 3.19 MB
Page 41 of 104

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-26
3
DAU59950
Gelijkstroom kabelstekker voor 
accessoires
WAARSCHUWING
DWA12532
Controleer, om een elektrische schok of
kortsluitin g te voorkomen, of  de  dop op
d e  gelijkstroomaansluitin g is aan ge-
b racht als u  de aansluitin g niet  geb ruikt.LET OP
DCA20090
Het accessoire  dat is aan gesloten op d e
g elijkstroomaansluitin g voor accessoi-
res moet niet wor den  geb ruikt terwijl  de
motor uit staat en ma g niet meer stroom
opnemen  dan 24 W (2 A), an ders zou  de
zekerin g  door kunnen  bran den of  de
accu ontla den kunnen raken.
Dit voertuig is uitgerust met een gelijk-
stroom kabelstekker voor accessoires. U
kunt een op de gelijkstroom kabelstekker
voor accessoires aangesloten 12 V-acces-
soire gebruiken als de sleutel in de stand
“ON” staat.1. Gelijkstroom kabelstekker voor accessoires
2. Gelijkstroom kabelstekkerdop voor acces-
soires
21
U1WSD1D0.book  Page 26  Monday, January 6, 2014  5:39 PM 
Page 42 of 104

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-1
4
DAU15598
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en proce-
dures voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvol doen de inspectie of on derhou d van  de machine ver groot het risico op on geval of scha de. Rij d niet met d e machine als u
een pro bleem he bt g evon den. Als een pro bleem niet kan wor den op gelost via  de proce dures in d eze handleid ing, laat  de machi-
ne  dan nazien  door een Yamaha  dealer.Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Bran dstof • Controleer het brandstofniv
eau in de brandstoftank.
• Vul indien nodig brandstof bij.
• Controleer de brandstofleiding op lekkage.
• Controleer de tankbeluchtingsslang en overloopslang op obstakels, scheuren of  beschadiging en controleer de slangaansluitingen. 3-17, 3-18
Motorolie • Controleer het olieniveau in de motor.
• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer de machine op olielekkage. 6-9
Koelvloeistof • Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloe
istof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage. 6-11
Voorrem • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het 
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge- schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-20, 6-20
U1WSD1D0.book  Page 1  Monday, January 6, 2014  5:39 PM 
Page 43 of 104

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-2
4
Achterrem• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het 
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge- schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-20, 6-20
Koppelin g • Controleer de werking.
• Smeer indien nodig de kabel.
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel indien nodig bij.
6-18
Gas greep • Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te stel-
len en de kabel en het kabelhuis te smeren. 6-14, 6-25
Be dienin gska bels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig. 6-24
Aan drijfkettin g • Controleer of de ketting correct is aangespannen.
• Stel indien nodig bij.
• Controleer de conditie van de ketting.
• Smeer indien nodig.
6-22, 6-24
Wielen en  ban den • Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
6-15, 6-17
Rem- en schakelpe dalen • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten. 6-25
Rem- en koppelin gshen dels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.
6-26
ITEM CONTROLES PAGINA
U1WSD1D0.book  Page 2  Monday, January 6, 2014  5:39 PM 
Page 44 of 104

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-3
4
Zijstandaar d • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig het scharnierpunt. 6-26
Frame bevesti gin gen • Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast.
—
Instrumenten, verlichtin g, 
si gnalering ssysteem en 
schakelaars • Controleer de werking.
• Corrigeer indien nodig.
—
Zijstan daar dschakelaar  • Controleer de werking van het startspersysteem.
• Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een Yamaha dealer de machine te 
controleren. 3-24
ITEM CONTROLES PAGINA
U1WSD1D0.book  Page 3  Monday, January 6, 2014  5:39 PM 
Page 45 of 104

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te  maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvol doen de vertrouw dhei d met  de
b ed ienin gselementen kan lei den tot ver-
lies van d e controle, met mo gelijk een
on geval of letsel tot g evolg.
DAU48711
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
 een hellingshoeksensor, waarbij de
motor afslaat bij kanteling. In dat geval
wordt op het multifunctionele display
foutcode 30 weergegeven, maar dit
betreft geen storing. Draai de sleutel
naar “OFF” en vervolgens naar “ON”
om de foutcode te wissen. Als u dat
niet doet zal de motor niet starten, on-
danks dat de motor wordt aange-
zwengeld als u op de startknop drukt.
 een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg op de
startknop om de motor opnieuw te
starten.
DAU59851
Starten van d e motorDoor het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
 De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
 De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-24 voor meer informatie.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en controleer of de startschake-
laar/noodstopschakelaar op “ ” is
gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
en het controlelampje moeten enkele
seconden oplichten en dan uitgaan. Waarschuwingslampje koelvloei-
stoftemperatuur
 Waarschuwingslampje motor-
storing
 Controlelampje startblokkering
 Waarschuwingslampje oliedruk
(dit waarschuwingslampje gaat
weer branden nadat het kort is
uitgegaan, en blijft dan branden
totdat de motor is gestart.)
U1WSD1D0.book  Page 1  Monday, January 6, 2014  5:39 PM 
Page 46 of 104

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-2
5
LET OP
DCA20790
Als  de  boven genoem de waarschu-
win gs- of controlelampjes niet  gaan
b ran den wanneer d e sleutel naar
“ON” wor dt  ged raai d, of als een
waarschuwin gs- of controlelampje
(met uitzon derin g van het waar-
schuwin gslampje olie druk) niet uit-
g aat, zie  dan pag ina 3-3 voor een
controle van het circuit van het  be-
treffen de waarschuwin gs- of con-
trolelampje.
 Nadat het waarschuwin gslampje
olie druk kort is uit geg aan,  gaat het
weer  bran den tot dat  de motor is  ge-
start. Als het waarschuwin gslampje
niet  gaat  bran den, of als het waar-
schuwin gslampje niet uit gaat na dat
d e m
otor is  gestart, zie  dan pa gina
3-3 voor d e controle van het circuit
van het waarschuwin gslampje olie-
d ruk.Voor modellen met ABS:Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden als de sleutel op “ON”
wordt gezet en weer uitgaan zodra
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger wordt gereden.
LET OP
DCA17682
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
g aat  bran den en weer uit gaat zoals hier-
b oven  beschreven, zie  dan pa gina 3-3
voor een controle van het circuit van het
waarschuwin gslampje.2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand. Het vrijstandcontrolelampje
moet gaan branden. Als dit niet ge-
beurt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrische circuit na te kijken.
3. Start de motor door te drukken op
de “ ”-zijde van de startschake-
laar/noodstopschakelaar.
Als de motor niet wil starten, laat dan
de startschakelaar/noodstopschake-
laar los, wacht een paar seconden en
probeer het dan opnieuw. Iedere
startpoging moet zo kort mogelijk du-
ren om de accu te sparen. Laat de
startmotor nooit langer dan 10 secon-
den achtereen draaien.LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl  de motor no g
kou d is, d it verkort  de levens duur van d e
motor!
DAU16672
SchakelenDoor de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare motorvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een hel-
ling oprijden etc.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.OPMERKINGOm de versnellingsbak in de vrijstand te
schakelen wordt het schakelpedaal enkele
malen ingetrapt totdat het einde van de
slag bereikt is, waarna het pedaal iets
wordt opgetrokken.1. Schakelpedaal
2. Vrijstand
1
N
2 3 4 5
6
1
2
U1WSD1D0.book  Page 2  Monday, January 6, 2014  5:39 PM 
Page 47 of 104

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-3
5
LET OP
DCA10261
Rijd niet lang e tijd met afg ezette
motor, ook niet met  de versnel-
lin gsb ak in  de vrijstan d, en sleep  de
motorfiets niet over lan ge afstan-
d en. De versnellin gsb ak wor dt al-
leen af doen de  gesmeer d terwijl d e
motor  draait. Door onvol doen de
smerin g kan d e versnellin gsb ak
wor den  beschad igd.
 Gebruik altij d d e koppelin g om d e
versnellin gsb ak te schakelen om zo
scha de aan d e motor,  de versnel-
lin gsb ak en d e aandri
jvin g te voor-
komen;  door hun constructie zijn
d eze niet  bestan d te gen  de schok-
ken  die optred en bij  belast schake-
len.
DAU16811
Tips voor een zuini g b ran dstof-
ver bruikHet brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:
 Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u accele-
reert.
 Geef geen gas tijdens het terugscha-
kelen en voorkom dat de motor onbe-
last met een hoog toerental draait.
 Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
DAU16842
Inrijperiod eDe belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit de eerste 1600 km (1000 mi) niet te
zwaar worden belast. De verschillende on-
derdelen van de motor slijten op elkaar in
totdat de juiste bedrijfsspelingen zijn be-
reikt. Rijd tijdens deze periode nooit lang-
durig volgas en vermijd ook andere
manoeuvres die tot oververhitting van de
motor kunnen leiden.
DAU17094
0–1000 km (0–600 mi)
Laat de motor niet langer dan 5000 tpm
achtereen draaien. LET OP:  Na 1000 km
(600 mi) moet  de motorolie wor den ver-
verst en moet  de oliefilterpatroon of het
oliefilterelement wor den vervan gen.[DCA10303]1000–1600 km (600–1000 mi)
Laat de motor niet langer dan 6000 tpm
achtereen draaien.
U1WSD1D0.book  Page 3  Monday, January 6, 2014  5:39 PM 
Page 48 of 104

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-4
5
1600 km (1000 mi) en verder
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.LET OP
DCA10311
 Voer het toerental niet zover op  dat
d e toerenteller in d e rode zone
wijst.
 Als tij dens  de inrijperio de motor-
scha de optreed t, vraag d an  direct
een Yamaha  dealer  de machine te
controleren.
DAU17214
ParkerenZet om te parkeren de motor af en neem
dan de sleutel uit het contactslot.
WAARSCHUWING
DWA10312
 De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet wor den, parkeer
d us op een plek waar voet gan gers
of kin deren niet g emakkelijk met
d eze on der delen in aanrakin g kun-
nen komen en  bran dwon den kun-
nen oplopen.
 Parkeer nooit op een hellin g of een
zachte on der gron d, hier door kan
d e machine kantelen met mo gelijk
b ran dstoflekka ge en b rand tot g e-
vol g.
 Parkeer niet nab ij gras of an dere
b ran dbare materialen d ie vlam zou-
d en kunnen vatten.
U1WSD1D0.book  Page 4  Monday, January 6, 2014  5:39 PM 
Page 49 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-1
6
DAU17245
Door periodiek inspecties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u
ervoor dat uw machine in zo veilig en effi-
ciënt mogelijke conditie blijft. De eige-
naar/bestuurder van de machine is
verplicht de optimale veiligheid te waarbor-
gen. Op de volgende pagina’s wordt de be-
langrijkste informatie met betrekking tot
inspecties, afstellingen en smeerbeurten
gegeven.
De intervalperioden vermeld in de periodie-
ke onderhoudsschema’s moeten worden
beschouwd als een algemene richtlijn on-
der normale rijcondities. Het is echter mo-
gelijk dat de intervalperioden voor
onderhoud moeten worden verkort afhan-
kelijk van het weer, het terrein, de geografi-
sche locatie en individueel gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10322
Het niet of onjuist uitvoeren van onder-
hou d aan  de machine ver groot het risico
op letsel of overlij den tij dens het uitvoe-
ren van on derhou d of het rij den met d e
machine. Als u niet b ekend b ent met
voertui gon derhou d, laat het on derhou d
d an uitvoeren  door uw Yamaha  dealer.
WAARSCHUWING
DWA15123
Zet voor het uitvoeren van on derhou d d e
motor af tenzij an ders aan geg even.
 Een  draaien de motor heeft  bewe-
g en de  delen  die lichaams delen of
kle din g kunnen  grijpen en elektri-
sche on der delen  die schokken of
b ran d kunnen veroorzaken.
 Het laten d raaien van  de motor tij-
d ens het uitvoeren van ond erhoud
kan lei den tot oo gletsel,  bran dwon-
d en,  bran d of koolmonoxi dever gif-
ti g in g, mo gelijk met  de  dood  tot
g evol g. Zie pa gina 1-2 voor meer in-
formatie over koolmonoxi de.
WAARSCHUWING
DWA15461
Remschijven, -klauwen, -trommels en
-voering en kunnen tij dens het g eb ruik
zeer heet wor den. Laat on der delen van
het remsysteem afkoelen alvorens d eze
aan te raken.
DAU17303
Emissiecontroles zorgen niet alleen voor
een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook zeer
belangrijk voor een juiste werking van de
motor en om maximale prestaties te beha-
len. In de volgende periodieke onderhouds-
schema’s is het emissiecontrole-
onderhoud apart gegroepeerd. Dit onder-
houd vereist gespecialiseerde gegevens,
kennis en gereedschap. Onderhoud, ver-
vanging, of reparatie van emissiecontrole-
apparatuur en -systemen kan door elke
gecertificeerde reparateur worden uitge-
voerd (indien van toepassing). Yamaha
dealers beschikken over de training en het
gereedschap om dit onderhoud uit te voe-
ren.
U1WSD1D0.book  Page 1  Monday, January 6, 2014  5:39 PM 
Page 50 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-2
6
DAU59910
Boordgereed schapssetDe boordgereedschapsset bevindt zich on-
der het duozadel. Er zijn ook enkele ge-
reedschappen bevestigd aan de onderkant
van het duozadel. (Zie pagina 3-19.)
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Voor
de correcte uitvoering van bepaalde onder-
houdswerkzaamheden kan echter het ge-
bruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel vereist zijn.
OPMERKINGLaat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaalde
werkzaamheden vereist zijn.
1. Boordgereedschapsset
1
U1WSD1D0.book  Page 2  Monday, January 6, 2014  5:39 PM