YAMAHA MT-09 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: MT-09, Model: YAMAHA MT-09 2016Pages: 112, PDF Size: 4.73 MB
Page 91 of 112

Periodiek onderhoud en afstelling
6-37
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
DAU70540
Remlicht/achterlichtDit model is uitgerust met een remlicht/ach-
terlicht van het LED-type.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha-dealer om het
na te kijken.
DAU24205
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen1. Verwijder de lamplens van de richting- aanwijzer door de schr oeven te verwij-
deren.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en. 3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef aan te brengen. LET OP: Draai de
schroef niet te vast, hierdoor kan de
lens breken.
[DCA11192]
1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Schroef
1
2
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
1
B87-F8199-D0_1.book 37 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分
Page 92 of 112

Periodiek onderhoud en afstelling
6-38
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
DAU58010
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen1. Verwijder de kentekenverlichtingsunit door de moeren en kragen te verwijde-
ren en verwijder vervolgens de gloei-
lampfitting van de kentekenverlichting
(samen met de gloeilamp) door deze
uit te trekken.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken. 3. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
4. Monteer de fitting (samen met de
gloeilamp) door deze in te drukken en
monteer vervolgens de kentekenver-
lichtingsunit door de moeren en kra-
gen te monteren.
DAU67131
Ondersteunen van de motorfietsDit model is niet voorzien van een midden-
bok, gebruik daarom onderhoudsstan-
daards bij het verwijderen van het voor- of
achterwiel of bij het uitvoeren van ander on-
derhoud waarbij de motorfiets rechtop moet
staan.
Controleer of de motorfiets stabiel en vlak
staat alvorens onderhoud te verrichten.
1. Kentekenverlichtingsunit
2. Flensbus
3. Moer
4. Gloeilampfitting kentekenverlichting
1
22
4
3
3
1. Gloeilamp kentekenverlichting
1
1. Onderhoudsstandaard (voorbeeld)
1
B87-F8199-D0_1.book 38 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分
Page 93 of 112

Periodiek onderhoud en afstelling
6-39
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
DAU44792
Voorwiel (voor modellen zonder
ABS)
WAARSCHUWING
DWA14841
Wielen van ABS-modellen moeten door
een Yamaha-dealer verwijderd en ge-monteerd worden.
DAU56270
Om het voorwiel te verwijderen
WAARSCHUWING
DWA10822
Zorg dat de machine veilig wordt onder-steund, zodat deze niet kan omvallen. 1. Draai de klembout van de voorwielas los en draai dan de wielas en de rem-
klauwbouten los. 2. Licht het voorwiel van de grond vol-
gens de werkwijze in de vorige para-
graaf “Ondersteunen van de
motorfiets”.
3. Verwijder aan beide zijden de rem- klauwen door de bouten los te halen.
LET OP: Bekrachtig de rem niet na-
dat de remklauwen zijn verwijderd,
hierdoor worden de remblokken te-
gen elkaar geknepen.
[DCA11052]
4. Trek de wielas uit en verwijder dan het wiel.
Aanbrengen van het voorwiel 1. Breng het wiel omhoog tussen de
vorkpoten.
2. Steek de wielas naar binnen.
3. Monteer de remklauwen door de bou-
ten aan te brengen.OPMERKINGKijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over deremschijven worden gemonteerd.
4. Laat het voorwiel tot op de grond zak- ken en klap daarna de zijstandaard
omlaag.
5. Zet de wielas, de voorwielasklembout
1. Klembout voorwielas
2. Wielas
3. Remklauwbout
3
2
1
1. Remklauwbout
2. Remklauw12
B87-F8199-D0_1.book 39 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分
Page 94 of 112

Periodiek onderhoud en afstelling
6-40
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
en de remklauwbouten vast met de
voorgeschreven aanhaalmomenten.
6. Duw het stuur enkele malen stevig op en neer om te controleren of de voor-
vork correct werkt.
DAU44802
Achterwiel (voor modellen
zonder ABS)
WAARSCHUWING
DWA14841
Wielen van ABS-modellen moeten door
een Yamaha-dealer verwijderd en ge-monteerd worden.
DAU56701
Verwijderen van het achterwiel
WAARSCHUWING
DWA10822
Zorg dat de machine veilig wordt onder-steund, zodat deze niet kan omvallen.
1. Draai de wielasmoer los. 2. Licht het achterwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-38.
3. Verwijder de wielasmoer.
4. Draai de borgmoer volledig los aan beide zijden van de achterbrug.
5. Draai de stelbouten van de aandrijfket- ting volledig in richting (a) en druk het
wiel naar voren.
6. Haal de aandrijfketting van het achter- tandwiel.
OPMERKING
Als het verwijderen van de aandrijfket-
ting problemen oplevert, verwijder dan
eerst de wielas en breng het wiel vol-
doende omhoog om de ketting van het
achtertandwiel te kunnen halen.
De aandrijfketting kan niet worden ge-
Aanhaalmomenten:
Wielas:
65 Nm (6.5 m·kgf, 47 ft·lbf)
Klembout voorwielas: 23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
Remklauwbout: 35 Nm (3.5 m·kgf, 25 ft·lbf)
1. Wielasmoer
1
1. Stelbout spanning aandrijfketting
2. Borgmoer
(a)1
2
B87-F8199-D0_1.book 40 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分
Page 95 of 112

Periodiek onderhoud en afstelling
6-41
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
splitst.
7. Ondersteun de remklauwsteun, trek de wielas uit en verwijder dan het wiel.
LET OP: Bekrachtig de rem niet ter-
wijl het wiel en de remschijf zijn ver-
wijderd, anders worden de
remblokken tegen elkaar ge-
perst.
[DCA11073]
Om het achterwiel aan te brengen 1. Monteer het wiel en de remklauwsteun door de wielas vanaf de linkerzijde in
te steken.OPMERKING
Controleer of de sleuf in de remklauw-
steun over de aanslag op de achter-
brug is geplaatst.
Kijk of er voldoende afstand tussen de remblokken is voordat u het wiel aan-
brengt.
2. Breng de aandrijfketting aan op het achtertandwiel.
3. Breng de wielasmoer aan.
4. Laat het achterwiel tot op de grond
zakken en klap daarna de zijstandaard
omlaag.
5. Stel de spanning van de aandrijfket-
ting af. (Zie pagina 6-23.)
6. Draai de wielasmoer vast en zet daar- na de borgmoeren vast met de voor-
geschreven aanhaalmomenten.
1. Wielas
1
1. Sleuf
2. Borging
2
1
Aanhaalmomenten:Wielasmoer:150 Nm (15 m·kgf, 108 ft·lbf)
Borgmoer:
16 Nm (1.6 m·kgf, 12 ft·lbf)
B87-F8199-D0_1.book 41 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分
Page 96 of 112

Periodiek onderhoud en afstelling
6-42
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
DAU25872
Problemen oplossenYamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over het
benodigde gereedschap en de ervaring en
vakkennis om het nodige onderhoud aan de
motorfiets correc t te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn to ch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tijdens he t controleren van het
brandstofsysteem en let erop dat er geen open vuur of vonken in de omge-
ving zijn, inclusief waakvlammen van
geisers of ovens. Benzine en benzine-
dampen kunnen vlam vatten of explode-
ren, met ernstig letsel of schade aan
eigendommen tot gevolg.
B87-F8199-D0_1.book 42 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分
Page 97 of 112

Periodiek onderhoud en afstelling
6-43
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
DAU42365
Storingzoekschema’sStartproblemen of slechte werking van de motor
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de accu.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.4. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Verwijder de bougies en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Schoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougies af of vervang de bougies. Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de ontsteking.
Bedien de elektrische
startknop.2. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.Controleer de aansluitingen van de
accukabels en vraag indien nodig een
Yamaha dealer om de accu te laden.
DroogNat
Bedien de elektrische startknop.
B87-F8199-D0_1.book 43 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分
Page 98 of 112

Periodiek onderhoud en afstelling
6-44
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWA10401
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop ni et terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn . Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht to t de motor is afgekoeld.
Breng na verwijderen van de borgbout voor de radiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de ra-
diatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige druk kan ontsnappen. Druk dedop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tij delijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde.
Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
B87-F8199-D0_1.book 44 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分
Page 99 of 112

7-1
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
Verzorging en stalling van de motorfiets
DAU37834
Matkleur, let opLET OP
DCA15193
Sommige modellen zijn uitgerust met
matkleurige onderdelen. Raadpleeg een
Yamaha dealer voor advies over wat
voor producten gebrui kt moeten worden
om het voertuig te reinigen. Het gebruik
van een borsteltje, chemische produc-
ten of reinigingsmiddelen tijdens het rei-
nigen van deze onderdelen kan het
oppervlak bekrassen of beschadigen.
Ook was moet niet worden aangebrachtop een van de matkleurige onderdelen.
DAU26015
VerzorgingDe open constructie van een motorfiets
maakt de fraaie techniek beter zichtbaar,
maar de machine is hierdoor ook kwets-
baarder. Er kan roestvorming en corrosie
optreden, ook al zijn hoogwaardige compo-
nenten gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valt
bij een auto niet zo op, maar doet bij een
motorfiets afbreuk aan het algehele uiterlijk.
Regelmatige en correcte verzorging is niet
alleen vereist volgens de garantiebepalin-
gen, maar zorgt ook dat de motorfiets er
langer mooi uit blijft zien, verlengt de le-
vensduur en verbet ert de prestaties.
Alvorens te reinigen 1. Dek de uitlaatdemperopening af met een plastic zak nadat de motor is afge-
koeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek- pluggen, ook de bougiedoppen, en
alle elektrische stekkers en aansluitin-
gen stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zo-
als verbrande olie op het carter, met
een ontvetter en een borstel, maar ge-
bruik dergelijke producten nooit op af-
dichtingen, pakkingen, tandwielen, de
aandrijfketting en de wielassen. Spoel
vuil en ontvetter altijd af met water. Reinigen
LET OP
DCA10773
Vermijd het gebruik van sterke en
bijtende wielreinigingsmiddelen,
vooral bij spaakwielen. Als dergelij-
ke producten toch worden gebruikt
om hardnekkig vuil los te maken,
laat het reinigingsmiddel dan niet
langer inwerken dan is vermeld in
de gebruiksinstructies. Spoel ver-
volgens grondig na met water, laat
direct drogen en breng daarna een
corrosiewerende spray aan.
Bij verkeerd reinigen kunnen kunst-
stof delen (zoals stroomlijnpanelen,
framepanelen, kuipruiten, koplamp-
lenzen, lenzen van de instrumen-
tenverlichting enz.) en de
uitlaatdempers beschadigd raken.
Gebruik alleen een zachte, schone
doek of een spons met water om
kunststof delen te reinigen. Als de
kunststof delen met water niet af-
doende kunnen worden gereinigd,
kan een mild reinigingsmiddel met
water worden gebruikt. Spoel reini-
gingsmiddelresten zorgvuldig af
met grote hoeveelheden water, aan-
gezien ze de kunststof delen kun-
nen beschadigen.
B87-F8199-D0_1.book 1 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分
Page 100 of 112

Verzorging en stalling van de motorfiets
7-2
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
Gebruik geen bijtende chemische
reinigingsmiddelen op kunststof
delen. Vermijd het gebruik van doe-
ken of sponzen die in contact zijn
geweest met bijtende of schurende
reinigingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
roestverwijderingsmiddelen of cor-
rosieremmers, remvloeistof, anti-
vries of elektrolyt.
Gebruik geen hogedrukreinigers of
stoomreinigers, omdat dan op de
volgende plaatsen water kan door-
dringen en zo schade kan ontstaan:
afdichtingen (van wiel- en achter-
bruglagers, voorvork en remmen),
elektrische componenten (kabel-
stekkers, messtekkers, instrumen-
ten, schakelaars en verlichting),
beluchtings- en ontluchtingsslan-
gen.
Bij motorfietsen met een kuipruit:
Gebruik geen bijtende reinigings-
middelen of harde sponzen, deze
veroorzaken dofheid en laten kras-
jes achter. Sommige reinigingsmid-
delen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op de kuip-
ruit. Test het product op een klein,
niet-zichtbaar gedeelte van de kuip-
ruit om zeker te zijn dat geen sporen achterblijven op de kuipruit. Als de
kuipruit krasjes vertoont, breng dan
na wassen een hoogwaardige po-
lish voor gebruik op kunststof aan.
Na normaal gebruik
Verwijder vuil met warm water, een mild rei-
nigingsmiddel en een zachte, schone spons
en spoel dan grondig met schoon water.
Gebruik een tandenborstel of flessenborstel
voor moeilijk bereikbar e plekken. Hardnek-
kig vastzittend vuil en insectenresten laten
gemakkelijker los als de bewuste plek alvo-
rens te reinigen een paar minuten met een
vochtige doek wordt bedekt.
Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-kelde wegenZeelucht en wegenzout waarmee wegen in
de winter worden bestrooid hebben in com-
binatie met water een zeer corrosieve wer-
king; handel daarom als volgt na een rit in
een regenbui, nabij de kust of op bepekelde
wegen.OPMERKINGIn de winter gestrooid wegenzout kan nogtot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de motorfiets met koud water en een mild reinigingsmiddel nadat de motor is afgekoeld.
LET OP: Gebruik
geen warm water, dit versnelt de
corrosieve werking van het
zout.
[DCA10792]
2. Breng met een spuitbus een corrosie-
werend middel aan op alle metalen de-
len, ook op verchroomde en
vernikkelde componenten, om zo cor-
rosie te voorkomen.
Na reiniging 1. Droog de motorfiets met een zeemle-
ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Laat de aandrijfketting direct drogen
en smeer hem om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaatsy-
stemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
4. Het is aan te bevelen om met een spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
5. Gebruik oliespray als universeel
B87-F8199-D0_1.book 2 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分