YAMAHA MT-10 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2020, Model line: MT-10, Model: YAMAHA MT-10 2020Pages: 106, PDF Size: 9.22 MB
Page 51 of 106

5-1
1
2
3
456
7
8
9
10
11
12
Voor uw veiligheid – controles voor het rijden
DAU15599
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en p rocedures
voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als u
een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de machi-ne dan nazien door een Yamaha dealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Brandstof Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul indien nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.
Controleer de tankbeluchtingsslang/over
loopslang op obstakels, scheuren of
beschadiging en controleer de slangaansluiting. 4-19, 4-20
Motorolie Controleer het olieniveau in de motor.
Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage. 7-10
Koelvloeistof Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig de aanbevolen koelvloei
stof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
Controleer het koelsysteem op lekkage. 7-14
Voorrem Controleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer het hydraulis ch systeem op lekkage. 7-21
B67-9-D4.book 1 ページ 2019年8月2日 金曜日 午後1時52分
Page 52 of 106

Voor uw veiligheid – controles voor het rijden
5-2
1
2
3
45
6
7
8
9
10
11
12
Achterrem Controleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer het hydraulis ch systeem op lekkage. 7-21
Koppeling Controleer de werking.
Smeer indien nodig de kabel.
Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
Stel indien nodig bij. 7-19
Gasgreep Controleer of de werking soepel is.
Controleer de vrije slag van de gasgreep.
Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te
stellen en de kabel en het kabelhuis te smeren. 7-16, 7-25
Bedieningskabels Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig. 7-24
Aandrijfketting Controleer of de ketting correct is aangespannen.
Stel indien nodig bij.
Controleer de conditie van de ketting.
Smeer indien nodig. 7-23, 7-24
Wielen en banden Controleer op schade.
Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig. 7-16, 7-19
Rem- en schakelpedalen Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten. 7-25
Rem- en koppelingshendels Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten. 7-26
Zijstandaard Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig het scharnierpunt. 7-26
ITEM CONTROLES PAGINA
B67-9-D4.book 2 ページ 2019年8月2日 金曜日 午後1時52分
Page 53 of 106

Voor uw veiligheid – controles voor het rijden
5-3
1
2
3
456
7
8
9
10
11
12
Framebevestigingen Controleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn vastgezet.
Zet indien nodig vast. —
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaars Controleer de werking.
Corrigeer indien nodig.
—
Zijstandaardschakelaar Controleer de werking van het startspersysteem.
Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een Yamaha dealer de machine te
controleren. 4-28
ITEM CONTROLES PAGINA
B67-9-D4.book 3 ページ 2019年8月2日 金曜日 午後1時52分
Page 54 of 106

6-1
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
Gebruik en belangri jke rij-informatie
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk eenongeval of letsel tot gevolg.
DAUM3632
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor. Deze sensor
stopt de motor als de machine kantelt.
In dat geval gaat ook het waarschu-
wingslampje motorstoring branden,
maar dit is geen storing. Schakel de
machinevoeding uit en vervolgens
weer in om het waarschuwingslampje
uit te zetten. Wanneer u dit niet, doet
zal de motor niet aanslaan, ook al pro-
beert de startmotor de motor op gang
te brengen na het indrukken van de
startknop.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg op de start-knop om de motor opnieuw te starten.
DAU74012
De motor startenDoor het startblokkeringssysteem is starten
alleen mogelijk als aan een van de volgen-
de voorwaarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 4-28 voor meer informatie.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de st op/run/start-schake-
laar op “ ” is gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
en controlelampjes moeten enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan.
Waarschuwingslampje oliedruk
Waarschuwingslampje motorsto-
ring
Waarschuwingslampje koelvloei-
stoftemperatuur
Schakelcontrolelampje
Waarschuwingslampje stuurdem-
per
Controlelampje tractieregeling
Controlelampjes cruise control
Controlelampje startblokkering
B67-9-D4.book 1 ページ 2019年8月2日 金曜日 午後1時52分
Page 55 of 106

Gebruik en belangrijke rij-informatie6-2
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
LET OP
DCA11834
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet gaat branden wanneer de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid, of
wanneer een waarschuwings- of contro-
lelampje niet dooft, zie dan pagina 4-5
voor een controle van het circuit van het
betreffende waarschuwings- of controle-lampje. Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden als de sleutel op “ON”
wordt gezet en weer uitgaan zodra
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger wordt gereden.LET OP
DCA17682
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
gaat branden en weer uitgaat zoals hier-
boven beschreven, zie dan pagina 4-5
voor een controle van het circuit van hetwaarschuwingslampje.2. Schakel de versnellingsbak in de vrij- stand. Het vrijstandcontrolelampje
moet gaan branden. Als dit niet ge-
beurt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrische circuit na te kijken.
3. Start de motor door op de “ ”-zijde van de stop/run/start-schakelaar te
drukken. Als de motor niet wil starten, laat dan
de stop/run/start-schakelaar los,
wacht een paar seconden en probeer
het dan opnieuw. Iedere startpoging
moet zo kort mogelijk duren om de
accu te sparen. Laat de startmotor
nooit langer dan 10 seconden achter-
een draaien.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van demotor!
DAU77401
SchakelenDoor te schakelen tussen de verschillende
versnellingen kunt u het beschikbare motor-
vermogen doseren voor wegrijden, accele-
reren, klimmen etc. De schakelstanden
worden getoond in de afbeelding.OPMERKING
Om de versnellingsbak in de vrijstand
( ) te schakelen, drukt u het schakel-
pedaal enkele malen in totdat het ein-
de van de slag is bereikt, en trekt u het
vervolgens iets omhoog.
Dit model is uitgerust met een snel-schakelsysteem. (Zie pagina 3-6.)
1. Schakelpedaal
2. Schakelstanden
2
6
5
4
3
2
N 1
1
B67-9-D4.book 2 ページ 2019年8月2日 金曜日 午後1時52分
Page 56 of 106

Gebruik en belangrijke rij-informatie
6-3
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
LET OP
DCA23990
Rijd niet lange tijd met afgezette
motor, ook niet met de versnellings-
bak in de vrijstand, en sleep de mo-
torfiets niet over lange afstanden.
De versnellingsbak wordt alleen af-
doende gesmeerd terwijl de motor
draait. Door onvoldoende smering
kan de versnellingsbak worden be-
schadigd.
Gebruik behalve bij opschakelen
met het snelschakelsysteem altijd
de koppeling om de versnellings-
bak te schakelen om schade aan de
motor, de versnellingsbak en de
aandrijflijn te voorkomen. Deze on-
derdelen zijn door hun constructie
niet bestand tegen de schokken dieoptreden bij belast schakelen.
DAU16811
Tips voor een zuinig
brandstofverbruikHet brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:
Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u accele-
reert.
Geef geen gas tijdens het terugscha-
kelen en voorkom dat de motor onbe-
last met een hoog toerental draait.
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
DAU16842
InrijperiodeDe belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag dit
de eerste 1600 km (1000 mi) niet te zwaar
worden belast. De verschillende onderde-
len van de motor slijten op elkaar in totdat
de juiste bedrijfsspelingen zijn bereikt. Rijd
tijdens deze periode nooit langdurig volgas
en vermijd ook andere manoeuvres die tot
oververhitting van de motor kunnen leiden.
DAU17085
0–1000 km (0–600 mi)
Laat de motor niet langer dan 5900 tpm
achtereen draaien. LET OP: Na 1000 km
(600 mi) moet de motorolie worden ver-
verst en moet de oliefilterpatroon of het
oliefilterelement worden vervan-
gen.
[DCA10303]
1000–1600 km (600–1000 mi)
Laat de motor niet langer dan 7100 tpm
achtereen draaien.
B67-9-D4.book 3 ページ 2019年8月2日 金曜日 午後1時52分
Page 57 of 106

Gebruik en belangrijke rij-informatie6-4
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
1600 km (1000 mi) en verder
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.LET OP
DCA10311
Voer het toerental niet zover op dat
de toerenteller in de rode zone wijst.
Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine tecontroleren.
OPMERKINGTijdens en na de inrijperiode van de motor
kan door de hitte van de uitlaatgassen de
uitlaatpijp iets verkleuren, maar dit is volko-men normaal.
DAU17214
ParkerenZet om te parkeren de motor af en neem
dan de sleutel uit het contactslot.
WAARSCHUWING
DWA10312
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen en brandwonden kun-
nen oplopen.
Parkeer nooit op een helling of een
zachte ondergrond, hierdoor kan de
machine kantelen met mogelijk
brandstoflekkage en brand tot ge-
volg.
Parkeer niet nabij gras of andere
brandbare materialen die vlam zou-den kunnen vatten.
B67-9-D4.book 4 ページ 2019年8月2日 金曜日 午後1時52分
Page 58 of 106

7-1
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
Periodiek onderhoud en afstelling
DAU17246
Door periodiek inspec ties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u er-
voor dat uw machine in zo veilig en efficiënt
mogelijke conditie blijft. De eigenaar/be-
stuurder van de machine is verplicht de op-
timale veiligheid te waarborgen. Op de
volgende pagina’s wordt de belangrijkste in-
formatie met betrekki ng tot inspecties, af-
stellingen en smeerbeurten gegeven.
De intervalperioden vermeld in de periodie-
ke onderhoudsschema’s moeten worden
beschouwd als een algemene richtlijn onder
normale rijcondities. He t is echter mogelijk
dat de intervalperioden voor onderhoud
moeten worden verkort afhankelijk van het
weer, het terrein, de geografische locatie en
individueel gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10322
Het niet of onjuist uitvoeren van onder-
houd aan de machine vergroot het risico
op letsel of overlijden tijdens het uitvoe-
ren van onderhoud of het rijden met de
machine. Als u niet bekend bent met
voertuigonderhoud, laat het onderhouddan uitvoeren door uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA15123
Zet voor het uitvoeren van onderhoud de motor af tenzij anders aangegeven.
Een draaiende motor heeft bewe-
gende delen die lichaamsdelen of
kleding kunnen grijpen en elektri-
sche onderdelen die schokken of
brand kunnen veroorzaken.
Het laten draaien van de motor tij-
dens het uitvoeren van onderhoud
kan leiden tot oogletsel, brandwon-
den, brand of koolmonoxidevergif-
tiging, mogelijk met de dood tot
gevolg. Zie pagina 1-2 voor meer in-formatie over koolmonoxide.WAARSCHUWING
DWA15461
Remschijven, -klauwen, -trommels en
-voeringen kunnen tijdens het gebruik
zeer heet worden. Laat onderdelen van
het remsysteem afkoelen alvorens dezeaan te raken.
DAU17303
Emissiecontroles zorgen niet alleen voor
een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook zeer
belangrijk voor een ju
iste werking van de
motor en om maximale prestaties te beha-
len. In de volgende periodieke onderhouds-
schema’s is het emissiecontrole-onderhoud
apart gegroepeerd. Dit onderhoud vereist
gespecialiseerde gegevens, kennis en ge-
reedschap. Onderhoud, vervanging, of re-
paratie van emissiecontroleapparatuur en
-systemen kan door elke gecertificeerde re-
parateur worden uitgev oerd (indien van toe-
passing). Yamaha dealers beschikken over
de training en het gereedschap om dit on-
derhoud uit te voeren.
B67-9-D4.book 1 ページ 2019年8月2日 金曜日 午後1時52分
Page 59 of 106

Periodiek onderhoud en afstelling
7-2
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
DAU73411
GereedschapssetDe boordgereedschapsset bevindt zich aan
de onderkant van het zadel. (Zie
pagina 4-21.)
Bij de aankoop van de machine werd er ook
apart een extra ger eedschapsset meegele-
verd.
De informatie in deze handleiding en het ge-
reedschap in de gereedschapsset zijn be-
doeld om u te ondersteunen bij het
uitvoeren van preventief onderhoud en klei-
nere reparaties. Voor de correcte uitvoering
van bepaalde onderhoudswerkzaamheden
is echter het gebruik van een momentsleu-
tel en ander gereedschap vereist.OPMERKINGLaat werkzaamheden uitvoeren door een Yamaha dealer als u niet beschikt over de
daarvoor vereiste ge
reedschappen of erva-
ring.
1. Gereedschapsset
1
B67-9-D4.book 2 ページ 2019年8月2日 金曜日 午後1時52分
Page 60 of 106

Periodiek onderhoud en afstelling
7-3
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
DAU71033
Periodieke onderhoudsschema’sOPMERKING
Items die met een sterretje zijn gemarkeerd, moeten worden ui tgevoerd door uw Yamaha-dealer omdat hiervoor speciale gereed-
schappen, informatie en technische vaardigheden nodig zijn.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi).
De jaarlijkse controles moeten elk jaar worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onderhoudsbeurt op af-standsbasis wordt verricht.
DAU71051
Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteemNR. ITEMCONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km (600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
1 * Brandstofleiding Controleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigingen.
Vervang indien nodig.
2*Bougies Controleer de conditie.
Reinig en stel elektrodenafstand
af.
Vervangen.
3 * Klepspeling Controleren en afstellen. Elke 40000 km (24000 mi)
4 * Brandstofinjectie Controleer het stationaire
toerental van de motor.
Controleer de synchronisatie en stel deze af.
5 * Uitlaatsysteem Controleer op lekkage.
Zet indien nodig vast.
Vervang pakkingen indien nodig.
B67-9-D4.book 3 ページ 2019年8月2日 金曜日 午後1時52分