YAMAHA TENERE 700 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2020, Model line: TENERE 700, Model: YAMAHA TENERE 700 2020Pages: 104, PDF Size: 10.3 MB
Page 11 of 104
Veiligheidsinformatie
1-4
1
In de handel verkrijgbare onderdelen,
accessoires en aanpassingssets
Hoewel er producten verkrijgbaar zijn die
qua ontwerp en kwaliteit sterk lijken op ori-
ginele Yamaha accessoires, dient u te be-
seffen dat sommige in de handel
verkrijgbare accessoires of aanpassings-
sets niet geschikt zijn vanwege mogelijke
veiligheidsrisico’s voor uzelf of anderen.
Het monteren van in de handel verkrijgbare
producten of het verrichten van aanpassin-
gen die de ontwerp- of bedieningskenmer-
ken van uw machine wijzigen kan het risico
op ernstig letsel of overlijden van uzelf of
anderen vergroten. U bent verantwoordelijk
voor letsel dat voortvloeit uit wijzigingen
aan de machine.
Volg bij de montage van accessoires de on-
derstaande richtlijnen en die vermeld onder
het kopje “Beladen”.
Monteer nooit accessoires en vervoer
nooit bagage als deze een nadelige in-
vloed hebben op de prestaties van uw
motor. Inspecteer het accessoire
zorgvuldig alvorens het te gebruiken
om te waarborgen dat het de grond-
speling of de hellinghoek op geen en-
kele manier vermindert, de veerweg,de stuuruitslag of de bediening niet
beperkt en geen lampen of reflectors
afdekt.
• Accessoires die aan of nabij het
stuur of de voorvork zijn gemon-
teerd zullen mogelijk instabiliteit
veroorzaken door een foutieve ge-
wichtsverdeling of door aerodyna-
mische effecten. Accessoires aan
het stuur of nabij de voorvork moe-
ten zo licht mogelijk zijn en tot een
minimum worden beperkt.
• Omvangrijke accessoires kunnen
door hun aerodynamisch effect van
invloed zijn op de rijstabiliteit van de
motor. De motor kan door rijwind
worden opgetild of bij zijwind insta-
biel worden. Zulke accessoires
kunnen ook instabiliteit veroorza-
ken terwijl u grote voertuigen in-
haalt of door deze wordt ingehaald.
• Sommige accessoires dwingen de
bestuurder om een andere dan de
normale zitpositie in te nemen. Zo’n
verkeerde zitpositie beperkt de be-
wegingsvrijheid van de bestuurder
en kan een comfortabele bediening
hinderen, zodat we dergelijke ac-
cessoires sterk afraden.Wees voorzichtig bij het aanbrengen
van elektrische accessoires. Als elek-
trische accessoires de capaciteit van
het elektrisch systeem van de motor-
fiets te boven gaan, kan zich een ge-
vaarlijke elektrische storing voordoen
waardoor de verlichting of de motor
uitvalt.
In de handel verkrijgbare banden en vel-
gen
De banden en velgen die bij uw motorfiets
werden geleverd, zijn ontworpen om de
mogelijkheden van de motorfiets te onder-
steunen en bieden de beste combinatie van
rijprestaties, remvermogen en comfort. An-
dere banden, velgen, maten of combinaties
zijn mogelijk niet geschikt. Zie pagina 6-18
voor bandenspecificaties en meer informa-
tie over het vervangen van uw banden.
De motorfiets vervoeren
Volg de onderstaande instructies als u de
motorfiets in een ander voertuig wilt ver-
voeren.
Verwijder alle loszittende voorwerpen
van de motorfiets.
Controleer of de brandstofkraan (in-
dien aanwezig) in de “OFF”-stand
staat en er geen brandstoflekkage is.
UBW3D0D0.book Page 4 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 12 of 104
Veiligheidsinformatie
1-5
1
Zorg dat het voorwiel recht naar voren
wijst op de aanhanger of de laadvloer
en zet het wiel vast in een goot om be-
weging te voorkomen.
Schakel een versnelling in (bij model-
len met een handgeschakelde ver-
snellingsbak).
Zet de motorfiets vast met spanban-
den of andere geschikte banden aan
stevige delen van de motorfiets, zoals
het frame of de bovenste voorvork-
klem (en niet aan, bijvoorbeeld, het
stuur, de richtingaanwijzers of onder-
delen die kunnen afbreken). Kies de
plaats voor de spanbanden zorgvuldig
om te voorkomen dat deze tijdens het
transport schuurplekken op de lak
veroorzaken.
Zorg indien mogelijk dat de vering iets
door de spanbanden wordt ingedrukt,
zodat de motorfiets tijdens het trans-
port niet overmatig kan stuiteren.
UBW3D0D0.book Page 5 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 13 of 104
Beschrijving
2-1
2
DAU10411
Aanzicht linkerzijde
1
2
3
4
6
5 10
7
9
8
1. Stelschroef uitgaande demping (pagina 3-23)
2. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-15)
3. Filterbus (pagina 6-11)
4. Zadelslot (pagina 3-19)
5. Stelknop voor veervoorspanning schokdemperunit (pagina 3-23)
6. Schakelpedaal (pagina 3-14)
7. Olieaftapplug (pagina 6-12)
8. Kijkglas olieniveau (pagina 6-12)9. Oliefilterpatroon (pagina 6-12)
10.Stelschroef voor inveerdemping voorvork (pagina 3-21)
UBW3D0D0.book Page 1 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 14 of 104
Beschrijving
2-2
2
DAU10421
Aanzicht rechterzijde
1,2
3
4
5
6
1. Hoofdzekering (pagina 6-33)
2. Zekeringenkastje (pagina 6-33)
3. Accu (pagina 6-31)
4. Tankdop (pagina 3-16)
5. Rempedaal (pagina 3-15)
6. Vloeistofreservoir achterrem (pagina 6-23)UBW3D0D0.book Page 2 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 15 of 104
Beschrijving
2-3
2
DAU10431
Bedieningen en instrumenten
1
8
9
2
4
3
5
6
7
1. Koppelingshendel (pagina 3-14)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-12)
3. Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoires (pagina 3-26)
4. Multifunctionele meter (pagina 3-5)
5. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-23)
6. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-12)
7. Remhendel (pagina 3-15)
8. Gasgreep (pagina 6-18)9. Contactslot/stuurslot (pagina 3-2)
UBW3D0D0.book Page 3 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 16 of 104
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-1
3
DAU1097A
StartblokkeersysteemDit voertuig is voorzien van een startblok-
keersysteem waarmee diefstal kan worden
bemoeilijkt door de codering van de stan-
daardsleutels te wijzigen. Het systeem be-
staat uit de volgende onderdelen:
een codeersleutel
twee standaardsleutels
een transponder (in elke sleutel)
een startblokkeereenheid (op het
voertuig)
een ECU (op het voertuig)
een controlelampje voor het systeem
(pagina 3-5)Over de sleutels
De codeersleutel is de hoofdsleutel van het
systeem. Met de codeersleutel kunnen co-
des worden geregistreerd in elke stan-
daardsleutel. Bewaar de codeersleutel op
een veilige plaats. Gebruik een standaard-
sleutel voor uw dagelijkse ritten.
Ga als een sleutel opnieuw moet worden
gecodeerd of vervangen met de codeer-
sleutel en resterende standaardsleutels
naar een Yamaha dealer om de registratie
te laten uitvoeren.
OPMERKINGBewaar de standaardsleutels en de
sleutels van andere startblokkeersy-
stemen altijd op een andere plek dan
de codeersleutel.
Houd sleutels van andere startblok-
keersystemen altijd uit de buurt van
het contactslot, want anders kunnen
ze signaalstoring veroorzaken.LET OP
DCA11823
ZORG DAT U DE CODEERSLEUTEL
NIET VERLIEST! NEEM DIRECT CON-
TACT OP MET UW DEALER ALS U HEM
VERLOREN HEBT! Als u de codeersleu-
tel bent verloren, kan de machine nog
worden gestart met de bestaande stan-
daardsleutels. Het is echter niet meermogelijk om een nieuwe standaardsleu-
tel te registreren. Als alle sleutels zijn
verloren of beschadigd, moet het volle-
dige startblokkeersysteem worden ver-
vangen. Ga daarom zorgvuldig met de
sleutels om.
Dompel ze niet onder in water.
Stel ze niet bloot aan hoge tempe-
raturen.
Plaats ze niet in de buurt van mag-
neten.
Plaats ze niet in de buurt van appa-
raten die elektrische signalen uit-
zenden.
Ga er niet ruw mee om.
Probeer ze niet te slijpen of te wijzi-
gen.
Probeer ze niet uit elkaar te halen.
Hang nooit twee sleutels van een
startblokkeersysteem aan dezelfde
sleutelring.
1. Codeersleutel (rode stip)
2. Standaardsleutels (zwart bovendeel)
12
UBW3D0D0.book Page 1 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 17 of 104
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-2
3
DAU10462
Contactslot/stuurslotVia het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtingssy-
stemen bediend en wordt het stuur ver-
grendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
DAU85050
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom en de voertuigverlichting wordt
ingeschakeld. De motor kan worden ge-
start. De sleutel kan niet worden uitgeno-
men.OPMERKINGLaat om ontladen van de accu te voor-
komen het contactslot niet ingescha-
keld zonder dat de motor draait.
De koplamp gaat automatisch bran-
den als de motor wordt gestart.De koplamp blijft branden totdat de
sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
zelfs als de motor afslaat.
DAU10662
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
WAARSCHUWING
DWA10062
Draai nooit de sleutel naar “OFF” of
“LOCK” terwijl de machine rijdt. Hier-
door worden de elektrische systemen
uitgeschakeld, wat mogelijk kan leiden
tot verlies van de controle of een onge-
val.
DAU1068B
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.Om het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in
en draai deze dan naar “LOCK”.
3. Neem de sleutel uit.OPMERKINGAls het stuur niet wordt vergrendeld, pro-
beer het dan iets terug naar rechts te draai-
en.
P
ON
OFF
LOCK
1. Drukken.
2. Draaien.12
UBW3D0D0.book Page 2 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 18 of 104
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-3
3
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in de stand “LOCK” in en
draai deze dan naar “OFF”.
DAU59680
(Parkeren)
De alarmverlichting en richtingaanwijzers
kunnen worden ingeschakeld, maar alle an-
dere elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de
sleutel naar “ ” te kunnen draaien.
LET OP
DCA20760
Als u de alarmverlichting of de richting-
aanwijzers langdurig gebruikt, kan dit de
accu ontladen.
DAU4939H
Controlelampjes en waarschu-
wingslampjes
DAU11032
Controlelampjes richtingaanwijzers
“” en“”
Elk controlelampje gaat knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU11061
Vrijstandcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU59963
Waarschuwingslampje oliedruk “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motoroliedruk laag is.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld moet
dit lampje gaan branden, kort uitgaan, en
dan blijven branden totdat de motor is ge-
start. Laat als dit niet het geval is de machi-
ne nakijken door een Yamaha dealer.LET OP
DCA21211
Als het waarschuwingslampje gaat
branden terwijl de motor draait, stop dan
de motor en controleer het olieniveau.
1. Drukken.
2. Draaien.12
1. Controlelampje linker richtingaanwijzers
2. ABS-waarschuwingslampje Ž
3. Waarschuwingslampje motorstoring Ž
4. Waarschuwingslampje oliedruk Ž
5. Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur Ž
6.
7. Controlelampje rechter richtingaanwijzers
8. Vrijstandcontrolelampje Ž
9. Controlelampje grootlicht Ž
10.Controlelampje startblokkering Ž
11.Waarschuwingslampje anti-blokkeervoor-
ziening remsysteem (ABS OFF) Ž
1
2
3
4
57
8
9
10
11
6
ABS
ABS
UBW3D0D0.book Page 3 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 19 of 104
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-4
3
Vul als het olieniveau laag is voldoende
olie van het aanbevolen type bij. Als het
waarschuwingslampje na het bijvullen
van olie blijft branden, stop dan de motor
en laat de machine nakijken door een
Yamaha dealer.
DAU11449
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de
tijd om af te koelen. (Zie pagina 6-39.)
Bij machines met een of meer radiatorkoel-
vinnen schakelt de radiatorkoelvin automa-
tisch in of uit op basis van de
koelvloeistoftemperatuur.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, gaat
dit lampje enkele seconden branden en
gaat het vervolgens weer uit. Als het lampje
niet gaat branden of blijft branden, vraag
dan uw Yamaha dealer om de machine te
controleren. LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
DAU73172
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de
motor of een ander regelsysteem van de
machine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnosesysteem te con-
troleren.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, gaat
het lampje enkele seconden branden en
gaat het vervolgens weer uit. Als het lampje
niet gaat branden of blijft branden, vraag
dan uw Yamaha dealer om de machine te
controleren.
DAU69895
ABS-waarschuwingslampje “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de machine wordt ingeschakeld, en gaat uit
als u begint te rijden. Als het waarschu-
wingslampje tijdens het rijden gaat bran-
den, werkt het ABS-systeem mogelijk niet
goed.
WAARSCHUWING
DWA16043
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
uitgaat als u een snelheid van 10 km/h (6
mi/h) hebt bereikt of als het waarschu-
wingslampje tijdens het rijden gaat
branden:
Rijd extra voorzichtig om te voorko-
men dat de wielen blokkeren bij een
noodstop.
Laat de machine zo snel mogelijk
controleren door een Yamaha dea-
ler.
DAUM4080
ABS-waarschuwingslampje “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de anti-blokkeervoorziening remsysteem
handmatig is uitgeschakeld. De indicator
“OFF-ROAD” gaat tegelijkertijd branden.
WAARSCHUWING
DWAM1050
Rijd op verharde wegen altijd met het
ABS ingeschakeld. Rijden op openbare
wegen met het ABS uitgeschakeld is
mogelijk verboden en kan uw verzeke-
ring ongeldig maken. Schakel het ABS
alleen uit als u op onverharde oppervlak-
ken rijdt.
ABS
ABS
UBW3D0D0.book Page 4 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 20 of 104
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-5
3
DAUM3622
Controlelampje startblokkering“”
Als de machine wordt uitgeschakeld gaat
het controlelampje na 30 seconden continu
knipperen om aan te geven dat het start-
blokkeersysteem is ingeschakeld. Het con-
trolelampje stopt na 24 uur met knipperen,
maar het startblokkeersysteem blijft inge-
schakeld.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld gaat
het lampje enkele seconden branden, om
vervolgens weer uit te gaan. Laat als dit niet
het geval is de machine nakijken door een
Yamaha dealer.Problemen oplossen
Als een probleem is gedetecteerd in het
startblokkeersysteem, knippert het lampje
in een patroon. Als het controlelampje
startblokkering knippert in het patroon 5
keer langzaam gevolgd door 2 keer snel,
betreft dit mogelijk een storing in het trans-
pondersignaal. Als deze fout zich voordoet,
probeer dan het volgende.
1. Houd andere startblokkeersleutels uit
de buurt van het contactslot. Andere
startblokkeersleutels kunnen signaal-
storing veroorzaken, waardoor de mo-
tor weigert te starten.2. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.
3. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
4. Als de motor niet kan worden gestart
met een of meer standaardsleutels,
breng de machine en alle sleutels dan
naar een Yamaha dealer om de stan-
daardsleutels opnieuw te laten code-
ren.
DAUM4172
Multifunctionele meter1. Bovenste insteltoets
2. Onderste insteltoets
3. Toets “OFF-ROAD ABS ON/OFF”
1
2
3
UBW3D0D0.book Page 5 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM