YAMAHA TENERE 700 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2020, Model line: TENERE 700, Model: YAMAHA TENERE 700 2020Pages: 104, PDF Size: 10.3 MB
Page 31 of 104
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-16
3
Het ABS voert een zelfcontrole uit
wanneer u na het starten van de motor
wegrijdt. Tijdens de controle kan een
klikgeluid uit de hydraulische eenheid
komen, en als de remhendel of het
rempedaal wordt bediend kan een tril-
ling voelbaar zijn. Dit is geen storing.
Bij een storing in het ABS werkt het
remsysteem als een conventioneel
remsysteem.LET OP
DCA20100
Let op dat de wielsensor en de rotor van
de wielsensor niet beschadigd raken,
anders kan het ABS-systeem niet meer
naar behoren werken.
OPMERKINGVoor rijden in het terrein kan het ABS wor-
den uitgeschakeld. (Zie pagina 3-8.)
WAARSCHUWING
DWAM1050
Rijd op verharde wegen altijd met het
ABS ingeschakeld. Rijden op openbare
wegen met het ABS uitgeschakeld is
mogelijk verboden en kan uw verzeke-
ring ongeldig maken. Schakel het ABS
alleen uit als u op onverharde oppervlak-
ken rijdt.
DAUM1794
TankdopOm de tankdop te verwijderen
1. Open het slotplaatje van de tankdop.
2. Steek de sleutel in het slot en draai
deze een kwartslag rechtsom. Het slot
wordt ontgrendeld en de tankdop kan
worden verwijderd.
Om de tankdop aan te brengen
1. Druk de tankdop in positie met de
sleutel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie en neem deze dan
uit.
1. Voorwielsensor
2. Opneemring voorwielsensor21
1. Achterwielsensor
2. Opneemring achterwielsensor12
1. Slotplaatje tankdop
2. Ontgrendelen.
1
2
UBW3D0D0.book Page 16 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 32 of 104
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-17
3
OPMERKINGDe tankdop kan alleen worden aange-
bracht met de sleutel in het slot. Bovendien
kan de sleutel niet worden uitgenomen als
de tankdop niet correct aangebracht en
vergrendeld is.3. Sluit het slotplaatje van de tankdop.
WAARSCHUWING
DWA11142
Controleer voor u gaat rijden of de tank-
dop correct is aangebracht. Door brand-
stoflekkage ontstaat brandgevaar.
DAU13222
BrandstofControleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en benzinedampen zijn zeer
brandbaar. Volg de onderstaande in-
structies om brand en ontploffing te
voorkomen en het letselrisico tijdens het
tanken te verlagen.1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van vonken,
open vuur of andere ontstekingsbron-
nen zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vulhals
heeft bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zorgen
dat brandstof uit de brandstoftank
stroomt.3. Veeg uitgestroomde brandstof on-
middellijk af. LET OP: Veeg gemors-
te brandstof onmiddellijk af met een
schone, droge, zachte doek, aange-
zien de brandstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is giftig en kan letsel of overlij-
den veroorzaken. Spring zorgvuldig om
met benzine. Probeer nooit om benzine
via de mond over te hevelen. Roep on-
middellijk medische hulp in nadat u ben-
zine heeft ingeslikt, veel benzinedamp
heeft ingeademd of benzine in uw ogen
heeft gekregen. Als benzine op uw huid1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
2
1
UBW3D0D0.book Page 17 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 33 of 104
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-18
3
terechtkomt, was deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kleding
morst, trek dan andere kleding aan.
DAU76860
LET OP
DCA11401
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt
ernstige schade aan inwendige motor-
onderdelen als kleppen en zuigerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.
OPMERKINGDeze markering geeft de aanbevolen
brandstof voor dit voertuig aan zoals
gespecificeerd in de Europese voor-
schriften (EN228).
Controleer bij het tanken of het vulpi-
stool dezelfde markering draagt.Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 95 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskos-
ten beperkt.Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol.
Gasohol met ethanol kan worden gebruikt,
mits het ethanolgehalte niet hoger is dan
10% (E10). Gasohol met methanol wordt
niet aangeraden door Yamaha aangezien
deze schade kan toebrengen aan het
brandstofsysteem of problemen kan ople-
veren met de voertuigprestaties. Aanbevolen brandstof:
Loodvrije superbenzine (E10 accep-
tabel)
Inhoud brandstoftank:
16 L (4.2 US gal, 3.5 Imp. gal)
Hoeveelheid reservebrandstof:
4.3 L (1.14 US gal, 0.95 Imp.gal)
E5
E10
UBW3D0D0.book Page 18 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 34 of 104
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-19
3
DAU80200
Overloopslang brandstoftankVoordat u de machine gaat gebruiken:
Controleer de aansluiting van de over-
loopslang van de brandstoftank.
Controleer de overloopslang van de
brandstoftank op scheuren of bescha-
diging en vervang deze indien nodig.
Controleer of het uiteinde van de over-
loopslang van de brandstoftank niet
verstopt is en reinig indien nodig.
Controleer of het uiteinde van de over-
loopslang van de brandstoftank is ge-
plaatst zoals aangegeven.OPMERKINGZie pagina 6-11 voor informatie over de fil-
terbus.
DAU13435
UitlaatkatalysatorHet uitlaatsysteem bevat een of meer uit-
laatkatalysatoren om schadelijke uitlaate-
missies te verminderen.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Let op het volgende
om brandgevaar of brandwonden te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanraking kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onderhouds-
werkzaamheden uit te voeren.
Laat de motor niet langer dan enke-
le minuten stationair draaien. Lang
stationair draaien kan leiden tot
oververhitting.
DAUM4110
ZadelsDuozadel
Verwijderen van het duozadel1. Steek de sleutel in het zadelslot en
draai de sleutel dan linksom.
2. Til de achterzijde van het duozadel op
en trek het zadel naar achteren.
Aanbrengen van het duozadel1. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde
van het duozadel in de zadelbevesti-
ging zoals getoond en druk dan de
achterzijde van het duozadel omlaag
om het zadel te vergrendelen.
1. Ontluchtingsslang filterbus
1
1. Zadelslot
2. Ontgrendelen.
3. Duozadel
2
13
UBW3D0D0.book Page 19 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 35 of 104
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-20
3
2. Neem de sleutel uit.
Bestuurderszadel
Verwijderen van het bestuurderszadel1. Verwijder het duozadel en verwijder
dan de zeskantsleutel die aan de ach-
terzijde van het bestuurderszadel is
bevestigd.2. Verwijder de bouten met de zeskant-
sleutel.
3. Til de achterzijde van het bestuurders-
zadel omhoog en trek het zadel naar
achteren.Aanbrengen van het bestuurderszadel
1. Steek de uitsteeksels aan de voorzijde
van het bestuurderszadel in de zadel-
bevestiging zoals afgebeeld en plaats
het zadel in de oorspronkelijke positie.
2. Breng de bouten aan met de zeskant-
sleutel.
3. Steek de zeskantsleutel weer in de
houder op het bestuurderszadel.
4. Installeer het duozadel.OPMERKINGControleer of de zadels stevig zijn vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
12
1. Zeskantsleutel
1. Bout
1
1
1. Uitsteeksel
2. Sleuf1 2
UBW3D0D0.book Page 20 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 36 of 104
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-21
3
DAU39612
Aanpassen van de koplamp-
hoogteDe koplamp is voorzien van afstelknoppen
voor het hoger of lager richten van de licht-
bundels. Het aanpassen van de koplamp-
hoogte kan nodig zijn om het zicht te
verbeteren en om te voorkomen dat tegen-
liggers worden verblind wanneer het voer-
tuig zwaarder of minder zwaar beladen is
dan gebruikelijk. Houd u bij het afstellen
van de koplampen aan de plaatselijke wet-
en regelgeving.
Draai de knoppen in richting (a) om de kop-
lampen hoger te zetten. Draai de knoppen
in richting (b) om de koplampen lager te
zetten.
DAU45205
De voorvork afstellen
WAARSCHUWING
DWA10181
Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolg
zijn.Deze voorvork is voorzien van stelschroe-
ven voor uitgaande demping en stelschroe-
ven voor ingaande demping.LET OP
DCA10102
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-
men.Uitgaande demping
Draai de stelschroef in de richting (a) om de
uitgaande demping te verhogen.
Draai de stelschroef in de r ichting (b) om de
uitgaande demping te verlagen.
Draai om de uitgaande demping in te stel-
len de versteller in de richting (a) tot deze
niet meer verder kan, en tel vervolgens het
aantal klikken in de richting (b).
OPMERKINGWanneer u de versteller voor de veer-
demping in richting (a) draait, kunnen
de positie van 0 klikken en de positie
van 1 klik gelijk aan elkaar zijn.
Als de versteller voor de veerdemping
in de richting (b) wordt gedraaid kan
deze mogelijk voorbij de aangegeven
1. Knop koplamphoogteverstelling
(a)
(a) (b)
(b)
1
1. Stelschroef uitgaande dempingAfstelling uitgaande demping:
Minimum (zacht):
31 klik(ken) in de richting (b)
Standaard:
17 klik(ken) in de richting (b)
Maximum (hard):
0 klik(ken) in de richting (b)
1
(b)(a)
UBW3D0D0.book Page 21 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 37 of 104
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-22
3
specificaties klikken, maar zo’n instel-
ling is niet effectief en kan schade aan
de vering veroorzaken.
Ingaande demping
1. Verwijder de rubber dop door hem uit
de voorvorkpoot te trekken.
2. Draai de stelschroef in de richting (a)
om de ingaande demping te verho-
gen. Draai de stelschroef in de richting
(b) om de ingaande demping te verla-
gen. Draai om de ingaande demping
in te stellen de versteller in de richting
(a) tot deze niet meer verder kan, en tel
vervolgens het aantal klikken in de
richting (b).3. Breng de rubber dop aan.
OPMERKINGWanneer u de versteller voor de veer-
demping in richting (a) draait, kunnen
de positie van 0 klikken en de positie
van 1 klik gelijk aan elkaar zijn.
Als de versteller voor de veerdemping
in de richting (b) wordt gedraaid kan
deze mogelijk voorbij de aangegevenspecificaties klikken, maar zo’n instel-
ling is niet effectief en kan schade aan
de vering veroorzaken.
1. Rubber dop1
1. Stelschroef voor inveerdemping
Afstelling ingaande demping:
Minimum (zacht):
22 klik(ken) in de richting (b)
Standaard:
11 klik(ken) in de richting (b)
Maximum (hard):
0 klik(ken) in de richting (b)1(a) (b)
UBW3D0D0.book Page 22 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 38 of 104
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-23
3
DAU14796
Voorvork ontluchtenAls u de machine in zeer zware omstandig-
heden gebruikt zullen de temperatuur en
druk van de lucht in de voorvork stijgen,
waardoor de vering stugger wordt. Ont-
lucht als dit gebeurt beide vorkpoten.
WAARSCHUWING
DWA10201
Ontlucht altijd beide vorkpoten, want
anders kan dat slecht weggedrag en
verminderde rijstabiliteit tot gevolg heb-
ben.1. Breng de machine indien mogelijk
omhoog zodat het voorwiel van de
grond is. (Zie pagina 6-36.)OPMERKINGOefen tijdens het ontluchten van de voor-
vork geen druk of gewicht op de voorkant
van de machine uit.2. Verwijder de ontluchtingsschroeven
en laat alle lucht uit beide vorkpoten
ontsnappen.3. Bevestig de ontluchtingsschroeven
weer.
4. Laat het voorwiel tot op de grond zak-
ken en klap daarna de zijstandaard
omlaag.
DAUM4120
De schokdemperunit afstellenDeze schokdemperunit is uitgerust met een
versteller voor veervoorspanning en ver-
stellers voor in- en uitgaande demping.LET OP
DCA10102
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-
men.Veervoorspanning
Draai de versteller in de richting (a) om de
veervoorspanning te verhogen.
Draai de versteller in de richting (b) om de
veervoorspanning te verlagen.
1. Ontluchtingsschroef
1
1. Stelknop veervoorspanning
1
(b)(a)
UBW3D0D0.book Page 23 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 39 of 104
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-24
3
OPMERKINGAls de versteller voor de veervoor-
spanning in de richting (b) wordt ge-
draaid, kunnen de positie van 0
klikken en de positie van 1 klik gelijk
aan elkaar zijn.
Als de versteller voor de veervoor-
spanning in de richting (a) wordt ge-
draaid kan deze mogelijk voorbij de
aangegeven specificaties klikken,
maar zo’n instelling is niet effectief en
kan schade aan de vering veroorza-
ken.Uitgaande demping
Draai de versteller in de richting (a) om de
uitgaande demping te verhogen.
Draai de versteller in de richting (b) om de
uitgaande demping te verlagen.Draai om de uitgaande demping in te stel-
len de versteller in de richting (a) tot deze
niet meer verder kan, en tel vervolgens het
aantal klikken in de richting (b).
OPMERKINGWanneer u de versteller voor de veer-
demping in richting (a) draait, kunnen
de positie van 0 klikken en de positie
van 1 klik gelijk aan elkaar zijn.Als de versteller voor de veerdemping
in de richting (b) wordt gedraaid kan
deze mogelijk voorbij de aangegeven
specificaties klikken, maar zo’n instel-
ling is niet effectief en kan schade aan
de vering veroorzaken.
Ingaande demping
Draai de versteller in de richting (a) om de
ingaande demping te verhogen.
Draai de versteller in de richting (b) om de
ingaande demping te verlagen.
Draai om de ingaande demping in te stellen
de versteller in de richting (a) tot deze niet
meer verder kan, en tel vervolgens het aan-
tal klikken in de richting (b). Afstelling veervoorspanning:
Eenheid voor afstelling:
Klik
Minimum (zacht):
0
Standaard:
10
Maximum (hard):
24
1. Stelschroef uitgaande demping
Afstelling uitgaande demping:
Eenheid voor afstelling:
Klik
Minimum (zacht):
23
Standaard:
13
Maximum (hard):
0
1
(b)(a)
1. Stelschroef voor inveerdemping
1
(b)(a)
UBW3D0D0.book Page 24 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 40 of 104
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-25
3
OPMERKINGWanneer u de versteller voor de veer-
demping in richting (a) draait, kunnen
de positie van 0 klikken en de positie
van 1 klik gelijk aan elkaar zijn.
Als de versteller voor de veerdemping
in de richting (b) wordt gedraaid kan
deze mogelijk voorbij de aangegeven
specificaties klikken, maar zo’n instel-
ling is niet effectief en kan schade aan
de vering veroorzaken.
WAARSCHUWING
DWA10222
Deze schokdemperunit is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunit.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.Stel de schokdemperunit niet bloot
aan open vuur of een andere hitte-
bron. Hierdoor kan de gasdruk zo
hoog oplopen dat de unit explo-
deert.
Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinder. Schade aan d
e
cilinder zal resulteren in slechte
dempingsprestaties.
Werp een beschadigde of versleten
schokdemperunit niet zelf weg.
Breng de schokdemperunit voor elk
onderhoud naar een Yamaha-dea-
ler.
DAU84680
BagagebandhoudersGebruik de aangegeven bevestigingspun-
ten om bagagebanden aan de machine
vast te maken. Afstelling ingaande demping:
Eenheid voor afstelling:
Klik
Minimum (zacht):
18
Standaard:
15
Maximum (hard):
01. Bagageriembevestiging
1
UBW3D0D0.book Page 25 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM