stop start YAMAHA TMAX 2002 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2002, Model line: TMAX, Model: YAMAHA TMAX 2002Pages: 101, PDF Size: 1.65 MB
Page 23 of 101

3-7
DAU03889
Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”
Richtingaanwijzerschakelaar
Druk deze schakelaar naar “6” om
afslaan naar rechts aan te geven. Druk
deze schakelaar naar “4” om afslaan
naar links aan te geven. Na loslaten keert
de schakelaar terug naar de midden-
stand. Om de richtingaanwijzers uit te
schakelen wordt de schakelaar ingedrukt
nadat hij is teruggekeerd in de midden-
stand.
DAU00129
Claxonschakelaar “*”
Claxonschakelaar
Druk deze schakelaar in om een claxon-
signaal te geven.
DAU03801
Startknop “,”
Startknop
Druk bij ingetrokken zijstandaard en
bekrachtigde voor- of achterrem deze
knop in om de motor via de startmotor te
starten.
DC000005
<>Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
12
34
5
1. Lichtsignaalschakelaar “PASS”
2. Dimlichtschakelaar “&/%”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”
4. Claxonschakelaar “*”
5. Schakelaar “0” voor alarmverlichting
DAU03890
Noodstopschakelaar “#/$”
Noodstopschakelaar
Zet deze schakelaar op “#” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar op
“$” om in een noodgeval de motor direct
uit te schakelen, zoals wanneer de
machine omslaat of als de gaskabel blijft
hangen.
DAU03898
Lichtschakelaar “9/
'
/:”
Lichtschakelaar
Zet deze schakelaar in de stand “
'
”
om het parkeerlicht, het achterlicht en de
instrumentenverlichting in te schakelen.
Zet de schakelaar in de stand “:” om
ook de koplamp in te schakelen. Zet de
schakelaar in de stand “9” om alle verlich-
ting uit te schakelen.
123
1. Noodstopschakelaar “#/$”
2. Schakelaar verlichtingssysteem
“9/
'
/:”
3. Startknop “,”
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 22 (1,1)
Page 32 of 101

3-16
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
Er is mogelijk iets mis met de
zijstandaardschakelaar.Rijd niet met de scooter totdat deze door
een Yamaha dealer is gecontroleerd.
JA NEE
Met afgezette motor:
1. Klap de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar in “#” staat.
3. Draai de sleutel naar “ON”.
4. Bekrachtig de voor- of achterrem.
5. Druk op de startknop.
Slaat de motor aan?
Er is mogelijk iets mis met de remschakelaar.
Rijd niet met de scooter totdat deze door
een Yamaha dealer is gecontroleerd.
Met nog afgezette motor:
6. Klap de zijstandaard omhoog.
7. Bekrachtig de voor- of achterrem.
8. Druk op de startknop.
Slaat de motor aan?Terwijl de motor nog draait:
9. Klap de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Er is mogelijk iets mis met de
zijstandaardschakelaar.
Rijd niet met de scooter totdat deze door
een Yamaha dealer is gecontroleerd.OPMERKING:Deze controle is het meest betrouwbaar bij
een warme motor.
JA NEE
Alles in orde. U kunt met de scooter gaan rijden.
JA NEE
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 31 (1,1)
Page 39 of 101

5-1
DAU00372
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
DAU03981
X@8 8
Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties
en hun werking voordat u gaat rij-
den. Informeer bij een Yamaha
dealer als u de werking van een
schakelaar of functie niet volko-
men begrijpt.
8 8
Start de motor nooit in een afge-
sloten ruimte en laat deze hierin
ook niet lange tijd aaneen draaien.
Uitlaatgassen zijn giftig en het
inademen ervan kan al binnen
korte tijd leiden tot bewusteloos-
heid en dodelijk letsel. Controleer
altijd of er voldoende ventilatie is.
8 8
Start de motor om veiligheidsre-
denen te allen tijde met de mid-
denbok naar beneden.
8 8
Blijf met uw handen en voeten bij
het achterwiel vandaan wanneer
de middenbok uitgeklapt is terwijl
de motor draait.
DAU03843
Starten van de motor
DC000046
<>Zie pagina 5-4 voor instructies over
het inrijden van de motor alvorens de
machine in gebruik wordt genomen.Het startspersysteem staat starten alleen
toe als de zijstandaard is opgetrokken.
DW000054
X@8 8
Controleer voor het starten van de
motor de werking van het starts-
persysteem en volg daarbij de
werkwijze beschreven op pagina
3-16.
8 8
Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “#” is gezet.
2. Sluit de gasklep volledig.
3. Start de motor door de startknop in
te drukken terwijl de voor- of achter-
rem wordt bekrachtigd.OPMERKING:Als de motor niet wil starten, laat dan de
startknop los, wacht een paar seconden
en probeer het dan opnieuw. Iedere start-
poging moet zo kort mogelijk duren om
de accu te sparen. Laat de startmotor
nooit langer dan 10 seconden aaaneen
draaien. Als de motor niet wil starten
draai dan de gasgreep 1/8 slag open en
probeer het nog eens.
DC000004
<>Wanneer de toerenteller een foutcode
aangeeft, moet de scooter zo spoedig
mogelijk worden gecontroleerd om
motorschade te voorkomen.
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 38 (1,1)
Page 82 of 101

6-38
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
Oververhitte motor
DW000070
X@8 8
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof
en stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
8 8
Breng na verwijderen van de borgbout voor de koelvloeistofradiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek,
aan over de koelvloeistofradiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige
druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het koelvloeistofniveau
in het reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau
is in orde.Het koelvloeistofniveau
is laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem te
controleren en te repareren als de motor opnieuw oververhit raakt.
Er is lekkage.Er is geen
lekkage.
OPMERKING:Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorge-
schreven koelvloeistof worden vervangen.
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 81 (1,1)
Page 99 of 101

INDEX
I
Identificatienummer sleutel .....................9-1
Identificatienummer voertuig ..................9-1
Identificatienummers ..............................9-1
Inrijperiode ..............................................5-4
K
Kettingkastolie ......................................6-15
Klepspeling, afstellen ...........................6-22
Klok ........................................................3-5
L
Locaties van onderdelen ........................2-1
Luchtfilterelement, reinigen ..................6-19
M
Middenbok en zijstandaard, controleren
en smeren ..........................................6-29
Modelinformatiesticker ...........................9-2
Motorolie en oliefilterpatroon ................6-12
O
Opbergcompartimenten ........................3-14
P
Parkeren .................................................5-4
Periodiek smeer- en onderhoudsschema 6-3
R
Remblokken, controleren .....................6-26
Remhendel (voor) ...................................3-9
Remhendel, achterrem ...........................3-9
Remhendels, smeren ...........................6-29
Remmen .................................................5-3
Remvloeistof, verversen .......................6-28
Remvloeistofniveau, controleren ..........6-27
Rugsteun rijderzadel, verstellen ...........3-12
S
Schokdemper .......................................3-13
Snelheidsmeterunit .................................3-3
Sneller en langzamer rijden ....................5-2
Stalling ....................................................7-4
Startspersysteem .................................3-15
Stationair motortoerental: .....................6-21
Storingzoeken ......................................6-36
Storingzoekschema’s ...........................6-37
Stroomlijn- en framepanelen,
verwijderen en aanbrengen ..................6-6
Stuurschakelaars ....................................3-6
Dimlichtschakelaar ...............................3-6
Lichtsignaalschakelaar ........................3-6
Schakelaar voor alarmverlichting .........3-6
Richtingaanwijzerschakelaar ...............3-7
Claxonschakelaar ................................3-7
Noodstopschakelaar ............................3-7
Lichtschakelaar ....................................3-7
Startknop .............................................3-7
Stuursysteem, controle .........................6-31
T
Temperatuurmeter koelvloeistof .............3-4
V
Veiligheidsinformatie ..............................1-1
Verzorging ..............................................7-1
AAandachtspunten voor veilig motorrijden
.1-2
Accu .....................................................6-32
Antidiefstal-alarm ....................................3-6
B
Banden .................................................6-23
Bougies, controleren ..............................6-9
Brandstof ..............................................3-10
Brandstofniveaumeter ............................3-4
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig ....................................................5-3
Carburateurs, afstellen .........................6-21
C
Contactslot/stuurslot-unit ........................3-1
Controlelampjes .....................................3-2
Controlelampje voor
olieverversingstermijn ........................3-2
Controlelampje V-snaarvervanging .....3-3
Controlelampje grootlicht .....................3-3
Controlelampjes richtingaanwijzers .....3-3
Controlelijst voor gebruik ........................4-1
G
Gasgreep en gaskabel, controleren
en smeren ..........................................6-29
Gaskabel, afstellen van vrije slag .........6-22
Gereedschapsset ...................................6-1
H
Helmbevestiging ...................................3-13
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 98 (1,1)