YAMAHA TMAX 2009 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2009, Model line: TMAX, Model: YAMAHA TMAX 2009Pages: 94, PDF Size: 2.03 MB
Page 1 of 94

HANDLEIDING
4B5-F8199-D2
XP500A
XP500
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze
machine gaat gebruiken.
Page 2 of 94

DAU26945
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze machine gaat gebruiken. Deze handleiding dient bij de
machine te blijven als deze wordt verkocht.
DECLARATION of CONFORMITY
YAMAHA MOTOR ELECTRONICS CO., LTD.1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan
General manager of quality assurance div.
CONFORMITEITSVERKLARING
YAMAHA MOTOR ELECTRONICS CO., LTD.
1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan
Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer
1
Version up the norm of EN60950 to EN60950-1
To change company name27 Feb. 2006
1 Mar. 2007
2
3Revision record
No. Contents Date
To change contact person and integrate type-designation. 9 Jun. 2005
1
Overgang van norm EN60950 naar EN60950-1
Om bedrijfsnaam te wijzigen
27 februari 20061 maart 2007 2
3 Overzicht van wijzigingen
Nr. Inhoud Datum
Om contactpersoon te wijzigen en typeaanduiding te integreren.
9 juni 2005
Date of issue: 1 Aug. 2002
Datum van afgifte: 1 augustus 2002
Place of issue: Shizuoka, Japan
Plaats van afgifte: Shizuoka, Japan
R&TTE Directive(1999/5/EC)
EN300 330-2 v1.1.1(2001-6), EN60950-1(2001)
Two or Three-Wheel Motor Vehicles Directive(97/24/EC: Chapter 8, EMC) is in compliance with following norm(s) or documents:
R&TTE richtlijn(1999/5/EG)
EN300 330-2 v1.1.1(2001-6), EN60950-1(2001)Richtlijn betreffende motorvoertuigen op twee of drie wielen(97/24/EG: Hoofdstuk 8, EMC)in overeenstemming is met de volgende norm(en) of documenten:
Kind of equipment: IMMOBILIZER
Type-designation: 5SL-00 Hereby declare that the product:
Type apparaat: STARTBLOKKERING
Typeaanduiding: 5SL-00 Verklaren hierbij dat het product:
Company: YAMAHA MOTOR ELECTRONICS CO., LTD.
Address: 1450-6, Mori, Mori-Machi, Shuchi-gun, Shizuoka-Ken, 437-0292 JapanWe
Bedrijf: YAMAHA MOTOR ELECTRONICS CO., LTD.
Adres: 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Wij,
Page 3 of 94

INLEIDING
DAU10112
Welkom in de wereld van Yamaha!
Als eigenaar van de XP500/XP500A profiteert u van de enorme ervaring en technische kennis van Yamaha op het gebied van het ontwer-
pen en fabriceren van hoogwaardige producten, waarmee Yamaha zijn reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u plezier zult hebben van alle functies van uw XP500/XP500A.
De Gebruikershandleiding geeft instructies voor de bediening, inspectie en het onderhoud van de scooter, en beschrijft hoe u uzelf en
anderen kunt beschermen tegen persoonlijk letsel of schade.
De vele tips in deze handleiding helpen u bovendien om uw scooter in optimale conditie te houden. Als er ten slotte toch nog vragen zijn,
aarzel dan niet en neem contact op met de Yamaha dealer.
Het Yamaha team wenst u veilig en plezierig rijden toe. En vergeet niet, veiligheid voor alles!
Yamaha werkt voortdurend aan verbeteringen ten aanzien van productontwerp en kwaliteit. Om deze reden kan soms sprake zijn van
kleine tegenstrijdigheden tussen uw machine en de beschrijving ervan in deze handleiding, ook al bevat de handleiding de meest recente
productinformatie ten tijde van publicatie. Als u vragen hebt over deze handleiding, neem dan contact op met uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA12411
Lees deze handleiding aandachtig helemaal door voordat u deze scooter gaat gebruiken.
Page 4 of 94

BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
DAU10132
Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen:
Dit is het Safety Alert-symbool. Het wordt gebruikt om u te waarschuwen voor risico’s op
persoonlijk letsel. Volg alle veiligheidsaanwijzingen bij dit symbool op om mogelijk letsel of
overlijden te voorkomen.
Een WAARSCHUWING duidt een gevaarlijke situatie aan die, indien niet vermeden, kan resul-
teren in ernstig letsel of overlijden.
De aanduiding LET OP staat bij speciale voorzorgen die moeten worden genomen om
schade aan de machine of andere eigendommen te voorkomen.
De aanduiding OPMERKING staat bij belangrijke informatie die procedures kan vergemakkelijken of
verhelderen.
WAARSCHUWING
LET OPOPMERKING
Page 5 of 94

BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
DAU36390
XP500/XP500A
HANDLEIDING
©2008 door Yamaha Motor Co., Ltd.
1e uitgave, Juni 2008
Alle rechten voorbehouden.
Elke vorm van herdruk of onbevoegd
gebruik
zonder schriftelijke toestemming van
Yamaha Motor Co., Ltd.
is uitdrukkelijk verboden.
Gedrukt in Nederland.
Page 6 of 94

INHOUDSOPGAVE
VEILIGHEIDSINFORMATIE
...............1-1
Andere aandachtspunten voor
veilig rijden ...................................1-4
BESCHRIJVING
.................................2-1
Aanzicht linkerzijde ...........................2-1
Aanzicht rechterzijde ........................2-2
Bedieningen en instrumenten ...........2-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN
EN BEDIENINGEN
..............................3-1
Startblokkeersysteem ......................3-1
Contactslot/stuurslot ........................3-2
Controle- en
waarschuwingslampjes ................3-3
Snelheidsmeter ................................3-4
Brandstofniveaumeter .....................3-4
Temperatuurmeter koelvloeistof ......3-5
Multifunctioneel display ...................3-6
Antidiefstal-alarmsysteem
(optie) .........................................3-10
Stuurschakelaars ...........................3-11
Voorremhendel ..............................3-12
Achterremhendel ...........................3-12
Achterremblokkeerhendel ..............3-13
ABS (voor modellen met ABS) ......3-13
Tankdop .........................................3-14
Brandstof .......................................3-15
Uitlaatkatalysator ...........................3-16
Zadel ..............................................3-17Verstellen van rugsteun
rijderzadel .................................. 3-18
Helmbevestiging ............................ 3-18
Opbergcompartimenten ................ 3-19
Achteruitkijkspiegels ...................... 3-21
Schokdemperunit .......................... 3-21
Zijstandaard .................................. 3-21
Startspersysteem .......................... 3-22
VOOR UW VEILIGHEID –
CONTROLES VOOR HET RIJDEN
.... 4-1
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-
INFORMATIE
...................................... 5-1
Starten van de motor ....................... 5-1
Wegrijden ........................................ 5-2
Sneller en langzamer rijden ............ 5-2
Remmen .......................................... 5-3
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik ......................... 5-3
Inrijperiode ...................................... 5-4
Parkeren .......................................... 5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN
AFSTELLINGEN
................................. 6-1
Boordgereedschapsset ................... 6-1
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema ..................... 6-3
Panelen verwijderen en
aanbrengen .................................. 6-7
Controleren van de bougies .......... 6-10Motorolie en oliefilterpatroon ......... 6-11
Kettingkastolie ............................... 6-13
Koelvloeistof .................................. 6-15
Het luchtfilterelement
vervangen .................................. 6-16
Afstellen van het stationair
toerental .................................... 6-17
Controleren van de vrije slag
gaskabel .................................... 6-18
Klepspeling ................................... 6-18
Banden ......................................... 6-18
Gietwielen ..................................... 6-20
Vrije slag voor- en
achterremhendel ........................ 6-20
Kabel van
achterremblokkeerhendel
afstellen ..................................... 6-21
Controleren van voor- en
achterremblokken ...................... 6-22
Controleren van
remvloeistofniveau ..................... 6-23
Remvloeistof verversen ................ 6-24
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel ............... 6-24
Smeren van voor- en
achterremhendels ...................... 6-24
Middenbok en zijstandaard
controleren en smeren ............... 6-25
Voorvork controleren ..................... 6-26
Stuursysteem controleren ............. 6-26
Controleren van wiellagers ........... 6-27
Page 7 of 94

INHOUDSOPGAVE
Accu .............................................. 6-27
Zekeringen vervangen ................... 6-28
Koplampgloeilamp vervangen ....... 6-31
Achterlicht/remlichtunit .................. 6-32
Gloeilamp in voorste
richtingaanwijzer vervangen ...... 6-32
Gloeilamp achterste
richtingaanwijzer ......................... 6-32
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen .................................. 6-33
Parkeerlichtgloeilamp
vervangen .................................. 6-33
Problemen oplossen ...................... 6-34
Storingzoekschema’s .................... 6-35
VERZORGING EN STALLING VAN
DE SCOOTER
..................................... 7-1
Matkleur, let op ................................ 7-1
Verzorging ....................................... 7-1
Stalling ............................................. 7-3
SPECIFICATIES
................................. 8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE
............... 9-1
Identificatienummers ....................... 9-1
Page 8 of 94

1-1
1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
DAU10263
Wees een verantwoordelijke eigenaar
Als eigenaar van de machine bent u verant-
woordelijk voor de veilige en juiste bedie-
ning ervan.
Scooters zijn tweewielige voertuigen.
Voor een veilig gebruik zijn de toepassing
van de juiste rijtechnieken en de ervaring
van de bestuurder van belang. Elke be-
stuurder moet bekend zijn met de volgen-
de vereisten alvorens met deze scooter te
gaan rijden.
Hij of zij moet:
●
Door een competente informatiebron
grondig zijn ingelicht over alle aspec-
ten van scooterrijden.
●
Zich houden aan de waarschuwingen
en onderhoudseisen zoals vermeld in
deze Gebruikershandleiding.
●
Grondig getraind zijn in veilige en cor-
recte rijtechnieken.
●
Gebruikmaken van professionele
technische service, zoals aangege-
ven in deze Gebruikershandleiding
en/of wanneer de mechanische con-
dities dit vereisen.
Veilig rijden
Voer vóór elke rit de controles voor het rij-
den uit om u ervan te verzekeren dat demachine in veilige staat verkeert. Onvol-
doende inspectie of onderhoud van de
machine vergroot het risico op ongeval of
schade. Zie pagina 4-1 voor een lijst met
controles voor het rijden.
●
Deze scooter is gebouwd voor het
vervoer van de bestuurder plus een
passagier.
●
Het niet opmerken en herkennen van
scooters door andere weggebruikers
vormt de belangrijkste oorzaak van
auto-/scooterongevallen. Vaak wor-
den ongevallen veroorzaakt doordat
een autobestuurder de scooter niet
heeft gezien. Zorg dat u opvalt, dat
blijkt het meest effectief om het risico
op een dergelijk type ongeval te ver-
minderen.
Dus:
●
Draag een jack in felle kleuren.
●
Wees extra voorzichtig bij het na-
deren en passeren van kruisingen,
daar doen ongelukken met scoo-
ters zich namelijk het meest voor.
●
Ga daar rijden waar andere wegge-
bruikers u kunnen zien. Ga niet rij-
den in de dode zichthoek van een
andere weggebruiker.
●
Bij veel ongevallen zijn onervaren be-
stuurders betrokken. Vaak waren bij
een ongeval betrokken bestuurderszelfs niet in het bezit van een geldig
rijbewijs.
●
Zorg dat u bekwaam bent om te rij-
den en leen uw scooter alleen uit
aan ervaren scooterrijders.
●
Weet wat u wel en niet aankunt.
Door rekening te houden met uw
beperkingen helpt u ongelukken
voorkomen.
●
We raden aan om het scooterrijden
te oefenen op plekken waar geen
verkeer is, totdat u grondig bekend
bent met de scooter en zijn bedie-
ning.
●
Ongelukken worden vaak veroor-
zaakt door een fout van de scooter-
bestuurder. Veel bestuurders
houden bij het ingaan van een bocht
een te hoge rijsnelheid aan of gaan
onvoldoende schuinliggen voor de
rijsnelheid, waardoor ze wijd uit de
bocht komen.
●
Neem altijd de maximumsnelheid in
acht en rijd nooit sneller dan de
wegcondities en het verkeer toe-
staan.
●
Geef altijd richting aan voordat u
afslaat of van rijstrook wisselt.
Zorg dat andere weggebruikers u
kunnen zien.
●
De zithouding van de bestuurder en
Page 9 of 94

VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-2
1
de passagier is belangrijk voor een
goede besturing.
●
De bestuurder moet tijdens het rij-
den beide handen aan het stuur
houden en beide voeten op de be-
stuurdersvoetsteunen, om zo de
macht over het stuur te behouden.
●
De passagier hoort steeds de be-
stuurder, de zadelband of de hand-
greep, indien aanwezig, met beide
handen vast te houden en beide
voeten op de passagiersvoetsteu-
nen te houden. Neem nooit een
passagier mee die niet in staat is
om beide voeten stevig op de pas-
sagiersvoetsteunen te zetten.
●
Rijd nooit onder invloed van alcohol
of andere drugs.
●
Deze scooter is uitsluitend ontwor-
pen voor gebruik op verharde wegen.
De machine is niet bedoeld voor
off-roadgebruik.
Beschermende kleding
Scooterongelukken met dodelijke afloop
betreffen meestal hoofdletsel. Het dragen
van een helm is de belangrijkste factor bij
het voorkomen of reduceren van hoofdlet-
sel.
●
Draag altijd een goedgekeurde helm.
●
Draag ook een vizier of een veilig-heidsbril. Zonder oogbescherming
kan uw zicht door de rijwind verslech-
teren, waardoor u gevaren mogelijk te
laat opmerkt.
●
Door een jack, stevige schoenen, een
lange broek, handschoenen e.d. te
dragen verkleint u de kans op schaaf-
wonden of ontvellingen.
●
Draag nooit loszittende kleding, deze
kan blijven haken aan schakelhand-
grepen of door de wielen worden ge-
grepen en zo een ongeval of letsel
veroorzaken.
●
Draag altijd beschermende kleding
die uw benen, enkels en voeten be-
dekt. De motor en het uitlaatsysteem
kunnen tijdens en na het rijden zeer
heet zijn en brandwonden veroorza-
ken.
●
De hierboven vermelde voorzorgs-
maatregelen gelden ook voor passa-
giers.
Voorkom koolmonoxidevergiftiging
De uitlaatgassen van verbrandingsmoto-
ren bevatten koolmonoxide, een dodelijk
gas. Inademing van koolmonoxide kan
hoofdpijn, duizeligheid, sufheid, misselijk-
heid, verwarring en uiteindelijk de dood
veroorzaken.
Koolmonoxide is een kleurloos, reukloos,smaakloos gas dat ook aanwezig kan zijn
als u geen uitlaatgassen ziet of ruikt. Het
koolmonoxideniveau kan zeer snel op-
lopen, waardoor u het bewustzijn kunt ver-
liezen en uzelf niet meer kunt redden. In
afgesloten of slecht geventileerde ruimtes
kunnen dodelijke hoeveelheden koolmo-
noxide dagenlang blijven hangen. Als u
symptomen van koolmonoxidevergiftiging
ervaart, verlaat de ruimte dan onmiddellijk,
ga naar de open lucht en ROEP MEDI-
SCHE HULP IN.
●
Laat de motor niet binnen draaien.
Zelfs als u ventileert met ventilatoren
of open ramen en deuren kan de hoe-
veelheid koolmonoxide snel oplopen
tot gevaarlijke niveaus.
●
Laat de motor niet draaien in slecht
geventileerde of deels afgesloten
ruimtes zoals schuren of garages.
●
Laat de motor niet buiten draaien op
plaatsen waar de uitlaatgassen in een
gebouw kunnen worden getrokken
via openingen zoals ramen en deuren.
Beladen
Het monteren van accessoires of het ver-
voer van bagage kan een negatief effect
hebben op de rijstabiliteit en het wegge-
drag als hierdoor de gewichtsverdeling
van de scooter verandert. Wees uiterst
Page 10 of 94

VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-3
1
voorzichtig bij het monteren van accessoi-
res of het beladen van uw scooter, om zo
mogelijke ongevallen te vermijden. Pas
extra op wanneer u op een scooter rijdt die
beladen is of waaraan accessoires zijn ge-
monteerd. Hieronder volgen naast de in-
formatie over accessoires enkele
richtlijnen voor het beladen van uw scoo-
ter:
Het totale gewicht van de bestuurder, pas-
sagier, accessoires en bagage mag de
maximale gewichtslimiet niet overschrij-
den.
Rijden met een te zwaar belaste ma-
chine kan leiden tot een ongeval.
Let op het volgende wanneer u tot deze
gewichtslimiet belaadt:
●
Het zwaartepunt van bagage en ac-
cessoires moet zo laag en zo dicht
mogelijk bij de scooter liggen. Beves-
tig zware goederen zo dicht mogelijk
bij het midden van de machine en ver-
deel het gewicht zo gelijkmatig moge-
lijk over beide zijden om onbalans of
instabiliteit te minimaliseren.
●
Als gewicht gaat schuiven kan zich
een plotselinge onbalans voordoen.
Controleer voordat u gaat rijden ofaccessoires en bagage stevig aan de
scooter zijn bevestigd. Controleer de
bevestigingspunten voor accessoi-
res en bagage regelmatig.
●
Pas de vering aan de te vervoeren
bagage aan (alleen voor modellen
met instelbare vering) en contro-
leer de toestand en spanning van
uw banden.
●
Bevestig nooit omvangrijke of
zware goederen aan het stuur, de
voorvork of het voorwielspatbord.
Dergelijke items kunnen een insta-
biel weggedrag of een te trage
reactie op het stuur veroorzaken.
●
Deze machine is niet ontworpen
voor het trekken van een aanhanger
of bevestiging van een zijspan.
Originele Yamaha accessoires
De keuze van accessoires voor uw machi-
ne vormt een belangrijke beslissing. Origi-
nele Yamaha accessoires, die alleen
verkrijgbaar zijn bij de Yamaha dealer, zijn
door Yamaha ontwikkeld, getest en goed-
gekeurd voor gebruik op uw machine.
Veel bedrijven die niet zijn gelieerd aan
Yamaha produceren onderdelen en acces-
soires of bieden aanpassingssets voor
Yamaha voertuigen. Yamaha kan niet alle
producten testen die deze bedrijven pro-duceren. Om die reden kan Yamaha acces-
soires die niet door Yamaha zijn verkocht
of wijzigingen die niet door zijn Yamaha
zijn aangeraden niet goedkeuren of aanbe-
velen, zelfs niet als deze zijn verkocht en
geïnstalleerd door een Yamaha dealer.
In de handel verkrijgbare onderdelen,
accessoires en aanpassingssets
Hoewel er producten verkrijgbaar zijn die
qua ontwerp en kwaliteit sterk lijken op ori-
ginele Yamaha accessoires, dient u te be-
seffen dat sommige in de handel
verkrijgbare accessoires of aanpassings-
sets niet geschikt zijn vanwege mogelijke
veiligheidsrisico’s voor uzelf of anderen.
Het monteren van in de handel verkrijgbare
producten of het verrichten van aanpas-
singen die de ontwerp- of bedieningsken-
merken van uw machine wijzigen kan het
risico op ernstig letsel of overlijden van
uzelf of anderen vergroten. U bent verant-
woordelijk voor letsel dat voortvloeit uit
wijzigingen aan de machine.
Volg bij de montage van accessoires de
onderstaande richtlijnen en die vermeld
onder het kopje “Beladen”.
●
Monteer nooit accessoires en ver-
voer nooit bagage als deze een nade-
lige invloed hebben op de prestaties
van uw scooter. Inspecteer het ac-
Maximale belasting:
XP500 194 kg (428 lb)
XP500A 190 kg (419 lb)