YAMAHA TMAX 2013 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2013, Model line: TMAX, Model: YAMAHA TMAX 2013Pages: 98, PDF Size: 2.91 MB
Page 51 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-3
2
3
4
567
8
9
DAU46861
OPMERKING
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis of, voor Groot -Brittannië, op mijlbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uit gevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereed-schap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
DAU46910
Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteem NR. ITEM CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km (600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
1* Brandstofleiding Controleer de brandstofslangen
op scheurtjes of
beschadigingen.
2* Bougies Controleer de conditie.
Reinigen en elektrodenafstand
afstellen.
Vervangen.
3* Ventielen Controleer de klepspeling.
Afstellen. Elke 40000 km (24000 mi)
4* Brandstofinjectie Stel het stationair toerental en
de synchronisatie af.
59C-9-D1.book 3 ページ 2012年7月5日 木曜日 午前9時6分
Page 52 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-4
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU1770E
Algemeen smeer- en onderhoudsschema NR. ITEMCONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km (600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
1 Luchtfilterelement Vervangen.
2* Luchtfilterelemen-
ten in
v-snaarbehuizing Reinigen.
Vervangen.
3* Voorrem Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
4* Achterrem Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
5* Remslangen Controleer op scheurtjes en
beschadigingen.
Zorg voor een correcte plaatsing van slang(en) en klem(men).
Vervangen. Elke 4 jaar
6 Achterremblok-
keerkabel Kabellengte controleren.
Stel indien nodig bij.
4000 km (2400 mi) na de eerste 1000 km (600 mi) en daarna elke
5000 km (3000 mi)
7* Achterremblokke-
ring Controleer de werking.
Controleer de rubberen mof.
Controleer de slijtage-indicator.
Stel indien nodig bij.
8* Wielen Controleer de speling en
controleer op beschadigingen.
59C-9-D1.book 4 ページ 2012年7月5日 木曜日 午前9時6分
Page 53 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-5
2
3
4
567
8
9
9*Banden Controleer op slijtage en
beschadigingen.
Vervang indien nodig.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.
10 * Wiellagers Controleer op speling of
beschadigingen.
11 * Aandrijfriem Controleer de conditie van de
riem.
Vervang indien beschadigd.
Controleer de riemspanning.
Stel indien nodig bij.
Elke 10000 km (6000 mi) tot 40000 km (24000 mi), en elke
5000 km (3000 mi) daarna
12 * Aandrijfpoelie en
aandrijfas
13 * Balhoofdlagers Controleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid.
Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km (12000 mi)
14 * Framebevestigin-
gen Controleer of alle moeren,
bouten en schroeven stevig zijn
vastgezet.
15 Scharnieras van
voorremhendel Smeren met siliconenvet.
16 Scharnieras van
achterremhendel Smeren met siliconenvet.
17 Zijstandaard,
middenbok Controleer de werking.
Smeren met lithiumvet.
18 * Zijstandaardscha-
kelaar Controleer de werking.
19 * Vo o r v o r k Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
NR. ITEM
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km (600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
59C-9-D1.book 5 ページ 2012年7月5日 木曜日 午前9時6分
Page 54 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-6
1
2
3
4
56
7
8
9
20 *Schokdemperunit Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
21 Motorolie Verversen. (Zie pagina’s 3-8 en
6-11.)
Wanneer de indicator olieverversing knippert
Controleer het olieniveau en controleer de machine op
olielekkage. Elke 5000 km (3000 mi)
22 Oliefilterpatroon Vervangen.
23 * Koelsysteem Controleer het
koelvloeistofniveau en
controleer de machine op
vloeistoflekkage.
Vervang koelvloeistof. Elke 3 jaar
24 * V-snaar Vervangen. Wanneer de indicator V-snaarvervanging knippert [elke 20000 km (12500 mi)]
25 * Voor- en achterrem-
schakelaar Controleer de werking.
26 Bewegende delen
en kabels Smeren.
27 * Gasgreep Controleer de werking.
Controleer de vrije slag van de
gasgreep en stel deze indien
nodig af.
Smeer de kabel en het kabelhuis.
28 * Lampen,
richtingaanwijzers
en schakelaars Controleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.
NR. ITEM
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km (600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
59C-9-D1.book 6 ページ 2012年7月5日 木曜日 午前9時6分
Page 55 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-7
2
3
4
567
8
9
DAU38262
OPMERKING
Motorluchtfilter en luchtfilters van V-snaarbehuizing
Het motorluchtfilter op dit model is voorzien van een geolied papieren filterelement. Reinig dit niet met perslucht om beschad iging
te voorkomen.
Het motorluchtfilterelement moet vaker worden vervangen en de luchtfilterelementen van de V-snaarbehuizing moeten vaker wor-
den gereinigd bij rijden in zeer stoffige of vochtige gebieden.
Hydraulisch remsysteem
Ververs na het demonteren van de remhoofdcilinders en remklauwen altijd de remvlo eistof. Controleer regelmatig de remvloeistof-
niveaus en vul de reservoirs indien nodig bij.
Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdre mcilinders en de remklauwen worden vervangen en de remvloei-
stof worden ververst. De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
59C-9-D1.book 7 ページ 2012年7月5日 木曜日 午前9時6分
Page 56 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-8
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU18771
Panelen verwijderen en
aanbrengen Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden die in dit hoofdstuk
worden beschreven, moeten de afgebeelde
panelen worden verwijderd. Neem deze pa-
ragraaf telkens door om een paneel te ver-
wijderen of aan te brengen.
DAU52011
Paneel A
Om het paneel te verwijderen1. Verwijder het paneel door aan de lin- ker- en rechterbovenkant te trekken
om het los te haken, zoals afgebeeld. 2. Verwijder de drukclip.
3. Verwijder het paneel zoals getoond.
1. Paneel A
2. Paneel B
3. Paneel C
23
1
1. Paneel D
1
1. Drukclip
2. Paneel A
1
2
59C-9-D1.book 8 ページ 2012年7月5日 木曜日 午前9時6分
Page 57 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-9
2
3
4
567
8
9
Om het paneel aan te brengenPlaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de drukclip aan.
Paneel B
Om het paneel te verwijderenVerwijder de schroeven en trek daarna het
paneel omhoog. Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de schroeven aan.
Paneel C
Om het paneel te verwijderenVerwijder de schroev
en en trek daarna het
paneel naar achteren en omhoog. Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de schroeven aan.
Paneel D
Om het paneel te verwijderenVerwijder de schroeven en trek dan het pa-
neel naar buiten.
1. Schroef
2. Paneel B
21
1. Schroef
2. Paneel C
2
1
59C-9-D1.book 9 ページ 2012年7月5日 木曜日 午前9時6分
Page 58 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-10
1
2
3
4
56
7
8
9
Om het paneel aan te brengenPlaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de schroeven aan.
DAU19642
Controleren van de bougies Bougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door verhit-
ting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. De conditie van de bougies kan daar-
naast veel duidelijk maken over de conditie
van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin ver-
kleurd zijn (de ideale kleur als normaal met
de machine wordt gereden), en alle bougies
in de motor horen dezelfde verkleuring te
hebben. Wanneer een bougie een heel an-
dere kleur vertoont, werkt de motor mogelijk
niet naar behoren. Probeer dergelijke pro-
blemen niet zelf vast te stellen. Laat in
plaats daarvan uw machine nakijken door
een Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt.Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstan
d op specificatie.
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
OPMERKINGAls geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag
1. Schroef
2. Paneel D
1
2
1
Voorgeschreven bougie:
NGK/CR7E
1. ElektrodenafstandElektrodenafstand:0.7–0.8 mm (0.028–0.031 in)
Aanhaalmoment: Bougie:
13 Nm (1.3 m·kgf, 9.4 ft·lbf)
59C-9-D1.book 10 ページ 2012年7月5日 木曜日 午前9時6分
Page 59 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-11
2
3
4
567
8
9
verder te draaien. De bougie moet echter zo
snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-ment worden aangedraaid.
DAU1985C
Motorolie en oliefilterpatroon Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon wor-
den vervangen volgens de intervalperioden
vermeld in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op de middenbok.
Wanneer de machine iets schuin
staat, kan het niveau al foutief worden
afgelezen.
2. Start de motor, laat hem twee minuten warmdraaien en zet hem dan uit.LET OP
DCA11290
Om het olieniveau te controleren moet
de motor koud zijn, anders wordt het ni-veau verkeerd aangegeven.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot rust is gekomen en controleer dan het
olieniveau via het kijkglas linksonder in
het carter.OPMERKINGHet motorolieniveau mo et tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveaustaan. 4. Als de motorolie beneden de merk-
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie, van de aanbevo-
len soort, bij tot het correcte niveau.
Om de motorolie te verversen (met of
zonder vervanging van oliefilterpa-
troon) 1. Zet de machine op een vlakke onder- grond.
2. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Zet een olieopvangbak onder de motor om de gebruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de olievuldop en de olieaf-
tapplug met de pakking om de olie uit
het carter te laten stromen.
1. Kijkglas olieniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1
23
59C-9-D1.book 11 ページ 2012年7月5日 木曜日 午前9時6分
Page 60 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-12
1
2
3
4
56
7
8
9
5. Controleer de o-ring op beschadigingen vervang hem indien nodig.
OPMERKINGSla de stappen 6–8 over als de oliefilterpa-troon niet wordt vervangen.
6. Verwijder de oliefilterpatroon met een oliefiltersleutel.
OPMERKINGDe Yamaha dealer kan een oliefiltersleutelleveren.
7. Smeer een dun laagje schone motoro- lie op de o-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.
1. Olievuldop
1. Olieaftapplug
2. O-ring
3. Pakking
1
1 2
3
1. Olieaftapplug
2. O-ring
1 2
1. Oliefiltersleutel
2. Oliefilterpatroon
2
1
59C-9-D1.book 12 ページ 2012年7月5日 木曜日 午前9時6分