YAMAHA TRACER 900 GT 2019 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2019, Model line: TRACER 900 GT, Model: YAMAHA TRACER 900 GT 2019Pages: 118, PDF Size: 9.5 MB
Page 51 of 118
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-36
3
DAU63062
HelmbevestigingDe helmbevestiging bevindt zich onder het
duozadel. De gereedschapsset bevat een
helmborgkabel waarmee een helm aan de
helmbevestiging kan worden bevestigd.
Een helm bevestigen
1. Verwijder het duozadel.
2. Haal zoals afgebeeld de helmborgka-
bel door de gesp aan de helmriem en
haak dan de kabellussen over de
helmbevestiging.
3. Plaats de helm aan de rechterzijde van
de machine en breng dan het zadel
aan. WAARSCHUWING! Ga nooit rij-
den met een helm vastgemaakt aan
de helmbevestiging, aangezien dehelm objecten kan raken met mo-
gelijk verlies van de controle over
de machine en een ongeval tot ge-
volg.
[DWA10162]
De helm losmaken
Verwijder het duozadel, haal de helmborg-
kabel los van de helmbevestiging en de
helm, en breng het zadel weer aan.
DAU62550
OpbergcompartimentHet opbergcompartiment bevindt zich on-
der het duozadel. (Zie pagina 3-32.)
Als documenten of andere voorwerpen in
het opbergcompartiment worden opgebor-
gen, doe ze dan in een plastic zak om nat
worden te voorkomen. Zorg bij het wassen
van de machine dat geen water het op-
bergcompartiment kan binnendringen.
WAARSCHUWING
DWA15401
Overschrijd het maximumlaadgewicht
van 179 kg (395 lb) voor de machine niet.
1. Helm
2. Helmborgkabel
3. Helmbevestiging
3
21
1. Opbergcompartiment
1
UB1JD1D0.book Page 36 Friday, October 5, 2018 2:13 PM
Page 52 of 118
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-37
3
DAU83932
Kuipruit Dit model is voorzien van een verstelbare
kuipruit.
Om de stand van de kuipruit te wijzigen,
beweegt u de blokkeerhendel van de kuip-
ruit omhoog en schuift u de kuipruit om-
hoog of omlaag. Laat de blokkeerhendel na
afronding los.OPMERKINGZorg ervoor dat de kuipruit en de blokkeer-
hendel stevig worden vastgemaakt voordat
u gaat rijden.
DAU39612
Aanpassen van de koplamp-
hoogteDe koplamp is voorzien van afstelknoppen
voor het hoger of lager richten van de licht-
bundels. Het aanpassen van de koplamp-
hoogte kan nodig zijn om het zicht te
verbeteren en om te voorkomen dat tegen-
liggers worden verblind wanneer het voer-
tuig zwaarder of minder zwaar beladen is
dan gebruikelijk. Houd u bij het afstellen
van de koplampen aan de plaatselijke wet-
en regelgeving.
Draai de knoppen in richting (a) om de kop-
lampen hoger te zetten. Draai de knoppen
in richting (b) om de koplampen lager te
zetten.
DAU46833
Stand van het stuur Het stuur kan in twee verschillende standen
worden gezet, al naar gelang de voorkeur
van de bestuurder. Laat de stand van het
stuur aanpassen bij een Yamaha-dealer.
1. Vergrendelingshendel kuipruit
2. Kuipruit
12
1. Knop koplamphoogteverstelling
(a)
(b)
1
(b)
(a)
1
1. Stuur
1
UB1JD1D0.book Page 37 Friday, October 5, 2018 2:13 PM
Page 53 of 118
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-38
3
DAU76342
De voorvork afstellen
WAARSCHUWING
DWA14671
Geef altijd beide vorkpoten dezelfde
veervoorspanning, anders kan slecht
weggedrag en verminderde rijstabiliteit
het gevolg zijn.Beide vorkpoten zijn voorzien van een stel-
bout voor veervoorspanning, de rechter-
vorkpoot is voorzien van een stelschroef
voor uitgaande demping en de linkervork-
poot is voorzien van een stelschroef voor
ingaande demping.LET OP
DCA10102
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-
men.Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (a).
Draai om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (b).De afstelling voor veervoorspanning wordt
gecontroleerd door de afstand A te meten,
zoals getoond in de afbeelding. Hoe korter
de afstand A, hoe hoger de veervoorspan-
ning; hoe langer de afstand A, hoe lager de
veervoorspanning.Uitgaande demping
De uitgaande demping wordt alleen afge-
steld op de rechtervorkpoot.
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelschroef in de richting (a). Draai om de
uitgaande demping te verlagen en zo de
vering zachter te maken de stelschroef in
de richting (b).
OPMERKINGVoer deze afstelling uit aan de rechtervork-
poot.
1. Stelbout veervoorspanning
1. Afstand A
1
1
(a)
(b)
(a)
(b)
1
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
Afstand A = 19.0 mm (0.75 in)
Standaard:
Afstand A = 16.0 mm (0.63 in)
Maximum (hard):
Afstand A = 4.0 mm (0.16 in)
UB1JD1D0.book Page 38 Friday, October 5, 2018 2:13 PM
Page 54 of 118
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-39
3
OPMERKINGDraai bij het aanpassen van de veer-
demping de versteller in de richting (a)
tot deze niet verder kan en tel vervol-
gens het aantal klikken in de richting
(b).Een versteller voor de veerdemping
kan mogelijk voorbij de aangegeven
minimuminstellingen klikken, maar
zo’n instelling is niet effectief en kan
schade aan de vering veroorzaken.
Ingaande demping
De ingaande demping wordt alleen afge-
steld op de linkervorkpoot.
Draai om de ingaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelschroef in de richting (a). Draai om de
ingaande demping te verlagen en zo de ve-
ring zachter te maken de stelschroef in de
richting (b).OPMERKINGVoer deze afstelling uit aan de linkervork-
poot.
OPMERKINGDraai bij het aanpassen van de veer-
demping de versteller in de richting (a)
tot deze niet verder kan en tel vervol-
gens het aantal klikken in de richting
(b).
Een versteller voor de veerdemping
kan mogelijk voorbij de aangegeven
minimuminstellingen klikken, maar
zo’n instelling is niet effectief en kan
schade aan de vering veroorzaken.
Wanneer u een versteller voor de veer-
demping in richting (a) draait, kunnen
de positie van 0 klikken en de positie
van 1 klik gelijk aan elkaar zijn.
1. Stelschroef uitgaande dempingAfstelling uitgaande demping:
Minimum (zacht):
11 klik(ken) in de richting (b)
Standaard:
7 klik(ken) in de richting (b)
Maximum (hard):
1 klik(ken) in de richting (b)
1
(a)
(b)
1. Stelschroef voor inveerdemping
1
(a) (b)
Afstelling ingaande demping:
Minimum (zacht):
11 klik(ken) in de richting (b)
Standaard:
7 klik(ken) in de richting (b)
Maximum (hard):
1 klik(ken) in de richting (b)
UB1JD1D0.book Page 39 Friday, October 5, 2018 2:13 PM
Page 55 of 118
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-40
3
DAU84350
De schokdemperunit afstellenDeze schokdemperunit is voorzien van een
stelknop voor veervoorspanning en een
stelschroef voor uitgaande demping.LET OP
DCA10102
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-
men.Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
knop in de richting (a). Draai om de veer-
voorspanning te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelknop in de richting
(b).
OPMERKINGDraai bij het aanpassen van de veervoor-
spanning de versteller in de richting (b) tot
deze niet verder kan en tel vervolgens het
aantal klikken in de richting (a).Uitgaande demping
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelschroef in de richting (a). Draai om de
uitgaande demping te verlagen en zo de
vering zachter te maken de stelschroef in
de richting (b).
OPMERKINGDraai bij het aanpassen van de veer-
demping de versteller in de richting (a)
tot deze niet verder kan en tel vervol-
gens het aantal klikken in de richting
(b).
1. Stelknop veervoorspanning
(b)
(a)
1
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
1 klikken in de richting (a)
Standaard:
11 klikken in de richting (a)
Maximum (hard):
24 klikken in de richting (a)
1. Stelschroef uitgaande demping
Afstelling uitgaande demping:
Minimum (zacht):
18 klikken in de richting (b)
Standaard:
7 klikken in de richting (b)
Maximum (hard):
1 klikken in de richting (b)
1(a) (b)
UB1JD1D0.book Page 40 Friday, October 5, 2018 2:13 PM
Page 56 of 118
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-41
3
Een versteller voor de veerdemping
kan mogelijk voorbij de aangegeven
minimuminstellingen klikken, maar
zo’n instelling is niet effectief en kan
schade aan de vering veroorzaken.
WAARSCHUWING
DWA10222
Deze schokdemperunit is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunit.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdemperunit niet bloot
aan open vuur of een andere hitte-
bron. Hierdoor kan de gasdruk zo
hoog oplopen dat de unit explo-
deert.
Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinder. Schade aan d
e
cilinder zal resulteren in slechte
dempingsprestaties.
Werp een beschadigde of versleten
schokdemperunit niet zelf weg.
Breng de schokdemperunit voor elk
onderhoud naar een Yamaha-dea-
ler.
DAU49454
Gelijkstroom aansluitcontact
voor accessoires Als het contact is ingeschakeld, kunt u een
12V-accessoire gebruiken dat u aansluit op
het gelijkstroom aansluitcontact voor ac-
cessoires.LET OP
DCA15432
Het accessoire dat is aangesloten op het
gelijkstroom aansluitcontact voor ac-
cessoires mag niet worden gebruikt ter-
wijl de motor uit staat en de belasting
mag niet meer bedragen dan 24 W (2 A),
anders kan de zekering doorbranden of
de accu ontladen raken.
Gebruiken van het gelijkstroom aansluit-
contact voor accessoires
1. Zet het contact uit.
2. Verwijder het deksel van het aansluit-
contact.
3. Zet het accessoire uit.
4. Plaats de stekker van het accessoire
in het aansluitcontact.
5. Zet het contact aan en start de motor.
(Zie pagina 5-1.)
6. Zet het accessoire aan.
WAARSCHUWING
DWA14361
Om een elektrische schok of kortsluiting
te voorkomen, dient u te controleren of
de dop op het gelijkstroom aansluitcon-
tact is aangebracht als het contact niet
wordt gebruikt.
1. Dop gelijkstroom aansluitcontact
1
1. Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoi-
res
1
UB1JD1D0.book Page 41 Friday, October 5, 2018 2:13 PM
Page 57 of 118
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-42
3
DAU70641
Gelijkstroom kabelstekker voor
accessoiresDit voertuig is uitgerust met een gelijk-
stroom kabelstekker voor accessoires.
Raadpleeg uw Yamaha dealer voordat u
accessoires monteert.
DAU15306
ZijstandaardDe zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de
bestuurder afleiden, waardoor de ma-
chine mogelijk onbestuurbaar wordt.
Het Yamaha startspersysteem is ont-
worpen om de bestuurder te helpen bij
zijn verantwoordelijkheid de zijstan-
daard op te trekken alvorens weg te rij-
den. Controleer dit systeem daaromregelmatig en laat het repareren
door
een Yamaha dealer als de werking niet
naar behoren is.
UB1JD1D0.book Page 42 Friday, October 5, 2018 2:13 PM
Page 58 of 118
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-43
3
DAU57952
StartspersysteemDit systeem voorkomt dat de motor wordt
gestart terwijl een versnelling is ingescha-
keld, tenzij de koppelingshendel is inge-
trokken en de zijstandaard is opgeklapt.
Het schakelt ook de motor uit als de zijstan-
daard omlaag wordt gezet terwijl een ver-
snelling is ingeschakeld.
Controleer dit systeem regelmatig door de
onderstaande procedure te volgen.OPMERKINGDeze controle is vooral betrouwbaar
als hij wordt uitgevoerd met een war-
me motor.
Zie pagina’s 3-2 en 3-3 voor informa-
tie over de bediening van de schake-
laar.
UB1JD1D0.book Page 43 Friday, October 5, 2018 2:13 PM
Page 59 of 118
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-44
3
JA NEE JA NEE JA NEE
WAARSCHUWING
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Zet de noodstopschakelaar in de stand “run”.
3. Zet het contactslot aan.
4. Zet de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer. Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Trek de koppelingshendel in.
8. Zet de versnellingsbak in een versnelling.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Trek de koppelingshendel in.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
De sperschakelaar van de koppelingshendel
werkt mogelijk niet.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt.Laat als een storing wordt aangetroffen de
machine nakijken alvorens te gaan rijden.
UB1JD1D0.book Page 44 Friday, October 5, 2018 2:13 PM
Page 60 of 118
Voor uw veiligheid – controles voor het rijden
4-1
4
DAU15599
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en proce-
dures voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als u
een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de machi-
ne dan nazien door een Yamaha dealer.Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Brandstof• Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
• Vul indien nodig brandstof bij.
• Controleer de brandstofleiding op lekkage.
• Controleer de tankoverloopslang op obstakels, scheuren of beschadiging en
controleer de slangaansluiting.3-30, 3-31
Motorolie• Controleer het olieniveau in de motor.
• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer de machine op olielekkage.6-11
Koelvloeistof• Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage.6-14
Voorrem• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge-
schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-21, 6-22
UB1JD1D0.book Page 1 Friday, October 5, 2018 2:13 PM