YAMAHA TRICITY 2014 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2014, Model line: TRICITY, Model: YAMAHA TRICITY 2014Pages: 82, PDF Size: 2.08 MB
Page 71 of 82
VERZORGING EN STALLING VAN DE MACHINE
7-1
7
DAU37834
Matkleur, let opLET OP
DCA15193
Sommige mo dellen zijn uit gerust met
matkleuri ge on der delen. Raa dplee g een
Yamaha dealer voor a dvies over wat
voor prod ucten geb ruikt moeten wor den
om het voertui g te reini gen. Het g eb ruik
van een b orsteltje, chemische pro duc-
ten of reini gin gsmi ddelen tij dens het rei-
ni gen van deze on der delen kan het
oppervlak bekrassen of bescha dig en.
Ook was moet niet wor den aan geb racht
op een van de matkleuri ge on der delen.
DAUU1740
Verzor gin gDe open constructie van deze machine
maakt de fraaie techniek beter zichtbaar,
maar de machine is hierdoor ook kwets-
baarder. Er kan roestvorming en corrosie
optreden, ook al zijn hoogwaardige com-
ponenten gebruikt. Een roestige uitlaatpijp
valt bij een auto niet zo op, maar doet bij
een machine als deze afbreuk aan het alge-
hele uiterlijk. Regelmatige en correcte ver-
zorging is niet alleen vereist volgens de
garantiebepalingen, maar zorgt ook dat de
machine er langer mooi uit blijft zien, langer
meegaat en beter presteert.
Alvorens te reini gen
1. Dek de uitlaatdemperopening af met
een plastic zak nadat de motor is af-
gekoeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek-
pluggen en alle elektrische stekkers
en aansluitingen, inclusief de bougie-
doppen, stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zo- als verbrande olie op het carter, met
een ontvetter en een borstel, maar ge-
bruik dergelijke producten nooit op af-
dichtingen, pakkingen en wielassen.
Spoel vuil en ontvetter altijd af met
water. Reini
gen
LET OP
DCA20970
Vermij d het geb ruik van sterke en
b ijten de wielreini gin gsmi ddelen,
vooral bij spaakwielen. Als der gelij-
ke pro ducten toch wor den geb ruikt
om har dnekki g vuil los te maken,
laat het reini gin gsmi ddel dan niet
lan ger inwerken dan is vermel d in
d e geb ruiksinstructies. Spoel ver-
vol gens gron dig na met water, laat
d irect dro gen en bren g d aarna een
corrosieweren de spray aan.
Bij verkeer d reini gen kunnen kunst-
stof delen (zoals stroomlijnpanelen,
framepanelen, kuipruiten, kop-
lamplenzen, lenzen van de instru-
mentenverlichtin g enz.) en de
u
itlaat dempers beschad igd raken.
Ge bruik alleen een zachte, schone
d oek of een spons met water om
kunststof delen te reini gen. Als de
kunststof delen met water niet af-
d oen de kunnen wor den gereini gd,
kan een mil d reini gin gsmi ddel met
water wor den geb ruikt. Spoel reini-
g in gsmi ddelresten zor gvul dig af
met grote hoeveelhed en water,
aan gezien ze d e kunststof d elen
kunnen bescha dig en.
U2CMD0D0.book Page 1 Wednesday, May 7, 2014 4:52 PM
Page 72 of 82
VERZORGING EN STALLING VAN DE MACHINE
7-2
7
Gebruik geen bijten de chemische
reini gin gsmi ddelen op kunststof
d elen. Vermij d het geb ruik van doe-
ken of sponzen d ie in contact zijn
g eweest met bijten de of schuren de
reini gin gsmi ddelen, oplosmi ddelen
of thinner, bran dstof ( benzine),
roestverwij derin gsmi ddelen of cor-
rosieremmers, remvloeistof, anti-
vries of elektrolyt.
Gebruik geen ho ged rukreini gers of
stoomreini gers, om dat dan op de
vol gen de plaatsen water kan door-
d rin gen en zo schad e kan ontstaan:
af dichtin gen (van wiel- en achter-
b ru gla ger
s, voorvork en remmen),
elektrische componenten (ka bel-
stekkers, messtekkers, instrumen-
ten, schakelaars en verlichtin g),
b eluchtin gs- en ontluchting sslan-
g en.
Bij machines met een kuipruit: Ge-
bruik geen bijten de reini gin gsmi d-
d elen of har de sponzen, deze
veroorzaken dofhei d en laten kras-
jes achter. Sommi ge reini gin gsmi d-
d elen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op d e
kuipruit. Test het pro duct op een
klein, niet-zicht baar ged eelte van
d e kuipruit om zeker te zijn dat g
een sporen achter blijven op de
kuipruit. Als d e kuipruit krasjes ver-
toont, bren g d an na wassen een
hoo gwaar dig e polish voor geb ruik
o
p kunststof aan.
LET OP
DCAU0061
Ga voorzichti g te werk bij het reini gen
van de rad iator. Het g eb ruik van een ho-
g ed rukreini ger kan de ra diatorvinnen
b escha dig en. Spuit niet on der een hoek
te gen de ra diatorvinnen en hou d het
spuitmon dstuk altij d op een minimale
afstan d van 50 cm (20 in) van de ra diator.Na normaal gebruikVerwijder vuil met warm water, een mild rei-
nigingsmiddel en een zachte, schone
spons en spoel dan grondig met schoon
water. Gebruik een tandenborstel of fles-
senborstel voor moeilijk bereikbare plek-
ken. Hardnekkig vastzittend vuil en
insectenresten laten gemakkelijker los als
de bewuste plek alvorens te reinigen een
paar minuten met een vochtige doek wordt
bedekt. Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-
kelde wegenZeelucht en wegenzout waarmee wegen in
de winter worden bestrooid hebben in
combinatie met water een zeer corrosieve
werking; handel daarom als volgt na een rit
in een regenbui, nabij de kust of op bepe-
kelde wegen.OPMERKINGIn de winter gestrooid wegenzout kan nog
tot in de lente aanwezig blijven.1. Reinig de machine met koud water en
een mild reinigingsmiddel nadat de
motor is afgekoeld. LET OP: Gebruik
g een warm water, d it versnelt de
corrosieve werkin g van het zout.
[DCA10792]
2. Breng met een spuitbus een corrosie-
werend middel aan op alle metalen
delen, ook op verchroomde en vernik-
kelde componenten, om zo corrosie
te voorkomen.
De kuipruit reinigenVermijd alkalische of zuurhoudende reini-
gingsmiddelen, benzine, remvloeistof of
enig ander oplosmiddel. Reinig de kuipruit
met een doek of spons die is bevochtigd
met een mild reinigingsmiddel en was de
ruit vervolgens grondig af met water. Ge-
U2CMD0D0.book Page 2 Wednesday, May 7, 2014 4:52 PM
Page 73 of 82
VERZORGING EN STALLING VAN DE MACHINE
7-3
7
bruik voor extra reiniging Yamaha reini-
gingsmiddel voor kuipruiten of een ander
hoogwaardig reinigingsmiddel voor kuip-
ruiten. Sommige reinigingsmiddelen voor
kunststoffen laten eveneens krasjes achter
op de kuipruit. Voer voordat u dergelijk rei-
nigingsmiddel gebruikt eerst een test uit op
een gedeelte van de kuipruit dat het zicht
niet beïnvloedt en dat niet opvalt.
Na reinigin g
1. Droog de machine met een zeemleren
lap of een vochtabsorberende doek.
2. Gebruik een chroompolish om ver- chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaatsy-
stemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
3. Ter voorkoming van corrosie wordt
aanbevolen om een corrosiewerende
spray aan te brengen op alle metalen
delen, inclusief verchroomde en ver-
nikkelde oppervlakken.
4. Gebruik oliespray als universeel schoonmaakmiddel om nog achter-
gebleven vuil te verwijderen.
5. Werk kleine lakbeschadigingen door steenslag e.d. bij. 6. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.
7. Laat de machine volledig drogen alvo- rens deze te stallen of af te dekken.
WAARSCHUWING
DWA17830
Verontreini gin g van d e remmen of ban-
d en kan lei den tot verlies van de controle
over de machine.
Controleer of er geen olie of was op
d e remmen of ban den zit. Reini g d e
remschijven en remvoerin gen in-
d ien no dig met een normale rem-
schijfreini ger of aceton en spoel de
b an den schoon met lauw water en
een mil d reini gin gsmi ddel.
Test voor dat u de machine in ge-
b ruik neemt de remwerkin g en het
wegge dra g in b ochten.LET OP
DCAU0022
Bren g een g eringe hoeveelhei d
oliespray en was aan en verwij der
overtolli ge hoeveelhe den.
Bren g nooit olie of was aan op ru b-
b er on der delen, kunststof on der de-
len of lenzen van koplamp,
achterlicht en meter, maar behan-
d el deze met een daartoe bestem d
verzor gin gsmi ddel.
Vermij d het geb ruik van schuren de
poetsmi ddelen, deze tasten de lak
aan.
OPMERKING Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
Door wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan de koplamplens
beslagen raken. Inschakelen van de
koplamp gedurende een korte periode
zal helpen bij de verwijdering van het
vocht.
U2CMD0D0.book Page 3 Wednesday, May 7, 2014 4:52 PM
Page 74 of 82
VERZORGING EN STALLING VAN DE MACHINE
7-4
7
DAU60721
StallingKorte termijn
Stal uw machine steeds op een koele en
droge plek en bescherm deze indien nodig
tegen stof met een luchtdoorlatende stal-
linghoes. Zorg ervoor dat de motor en het
uitlaatsysteem zijn afgekoeld alvorens de
machine af te dekken.LET OP
DCA21170
Als het voertui g wor dt gestal d in
een slecht g eventileerde ruimte of
in vochtig e toestand wor dt af ge-
d ekt met een hoes of een dekzeil,
zullen water en vocht kunnen bin-
nend ringen en roestvormin g ver-
oorzaken.
Voorkom corrosie door de machine
niet te stallen in een vochti ge kel-
d er, een stal (i.v.m. de aanwezi g-
hei d van ammoniak damp) en in een
opsla gruimte voor sterke chemica-
liën.Lang e termijn
Alvorens uw machine gedurende meerdere
maanden aaneen te stallen: 1. Volg alle instructies op in de paragraaf “Verzorging” in dit hoofdstuk. 2. Vul de brandstoftank en voeg een sta-
bilisatoradditief (indien verkrijgbaar)
toe om roestvorming in de tank en
achteruitgang van de brandstof te
voorkomen.
3. Voer de volgende stappen uit om de cilinder, de zuigerveren etc. te be-
schermen tegen corrosie.a. Verwijder de bougiedop en de bougie.
b. Giet een theelepel motorolie in het
bougiegat.
c. Breng de bougiedop aan op de bougie en leg dan de bougie zoda-
nig op de cilinderkop dat de elek-
troden aan massa liggen. (Dit
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer rond- draaien op de startmotor. (De cilin-
derwand wordt zo geolied.)
e. Haal de bougiedop los van de bougie en breng dan de bougie en
de bougiedop weer aan.
WAARSCHUWING! Ver bin d de
b ou gie-elektro des met d e mas-
sa bij het ron ddraaien van d e
motor om scha de of letsel d oor
vonkvormin g te voorkomen.
[DWA10952]
4. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels en
pedalen en van de zijstandaard/mid-
denbok.
5. Controleer de bandenspanning, corri-
geer deze indien nodig en breng dan
de machine omhoog zodat beide wie-
len los van de grond zijn. Een andere
mogelijkheid is de wielen elke maand
iets te draaien, zodat de banden niet
op één gedeelte sterker achteruit-
gaan.
6. Dek de uitlaatdemper af met een plas- tic zak om te voorkomen dat vocht
kan binnendringen.
7. Verwijder de accu en laad deze volle- dig bij. Berg de accu op een koele en
droge plek op en laad deze eens per
maand bij. Berg de accu niet op een
overmatig koude of warme plek op
[onder 0 °C (30 °F) of boven 30 °C (90
°F)]. Zie pagina 6-26 voor meer infor-
matie over het opbergen van de accu.OPMERKINGVoer eventueel benodigde reparaties uit
voordat u uw machine stalt.
U2CMD0D0.book Page 4 Wednesday, May 7, 2014 4:52 PM
Page 75 of 82
SPECIFICATIES
8-1
8
Afmetingen:Totale lengte:
1905 mm (75.0 in)
Totale breedte:
735 mm (28.9 in)
Totale hoogte: 1215 mm (47.8 in)
Zadelhoogte: 780 mm (30.7 in)
Wielbasis:
1310 mm (51.6 in)
Grondspeling: 120 mm (4.72 in)
Kleinste draaicirkel: 2300 mm (90.6 in)Gewicht:Rijklaar gewicht:152 kg (335 lb)Motor:Type motor:
Vloeistofgekoeld, 4-takt, SOHC
Cilinderopstelling: 1-cilinder
Slagvolume: 124 cm3
Boring × slag:
52.4 × 57.9 mm (2.06 × 2.28 in)
Compressieverhouding: 10.9 : 1
Startsysteem: Elektrische startmotor
Smeersysteem:
Wet sump
Motorolie:Aanbevolen merk:YAMALUBE
Type:
SAE 10W-40, 20W-40 or 20W-50
Aanbevolen kwaliteit motorolie: Type API service SG of hoger, JASO MA or
MB norm
Hoeveelheid motorolie: Zonder vervanging van oliefilterpatroon:
0.80 L (0.85 US qt, 0.70 Imp.qt)Ein dover bren gin gsolie:Type:
YAMALUBE 10W-40 of SAE 10W-30 type SE motorolie
Hoeveelheid: 0.20 L (0.21 US qt, 0.18 Imp.qt)Koelsysteem:Recommended antifreeze:Uitsluitend YAMAHA GENUINE COOLANT
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau): 0.33 L (0.35 US qt, 0.29 Imp.qt) Inhoud radiator (inclusief alle leidingen):
0.37 L (0.39 US qt, 0.33 Imp.qt)
Luchtfilter:Luchtfilterelement:
Papieren element met oliecoatingBran dstof:Aanbevolen brandstof:
Normale loodvrije benzine (Gasohol (E10)
acceptabel)
Inhoud brandstoftank: 6.6 L (1.74 US gal, 1.45 Imp.gal)Bran dstofinjectie:Gasklephuis:
Het teken van identificatie:
2CM1 00Bou gie(s):Fabrikant/model:
NGK/CR7E
Elektrodenafstand:
0.7–0.8 mm (0.028–0.031 in)Koppelin g:Type koppeling:
Droog, automatisch centrifugaalVersnellin gsb ak:Primaire reductieverhouding:
1.000
Secundaire reductieverhouding: 9.533 (44/15 x 39/12)
Type versnellingbak:
Automatisch, V-snaarChassis:Type frame:Underbone
–20 –10 0 1020 30 40 50 C
10 30 50 70 90 110
0 130 F
SAE 20W-50SAE 20W-40
SAE 10W-40
U2CMD0D0.book Page 1 Wednesday, May 7, 2014 4:52 PM
Page 76 of 82
SPECIFICATIES
8-2
8
Spoorhoek:20.00 graad
Naspoor: 68 mm (2.7 in)
Spoorbreedte:
385.0 mm (15.16 in)Voor ban d:Type:
Tubeless
Maat:
90/80-14M/C 43P
Fabrikant/model: CHENG SHIN/M6231Achter ban d:Type:
Tubeless
Maat: 110/90-12 64P
Fabrikant/model: CHENG SHIN/M6232Bela din g:Maximale belasting:
169 kg (373 lb)
(Totaal gewicht van bestuurder, passagier,
bagage en accessoires)Ban denspannin g (g emeten aan kou de
b an den):
Voor:
175 kPa (1.75 kgf/cm2, 25 psi)
Achter:
225 kPa (2.25 kgf/cm2, 33 psi)
Voorwiel:Type wiel:Gietwiel Velgmaat:
14M/C x MT2.15
Achterwiel:Type wiel:
Gietwiel
Velgmaat: 12 x MT2.15Gekoppel d remsysteem:Bediening:
Geactiveerd door achterremVoorrem:Type:Schijfrem
Bediening:
Bediening met rechterhand
Aanbevolen remvloeistof: YAMAHA GENUINE BRAKE FLUID (DOT 4)Achterrem:Type:
Schijfrem
Bediening: Bediening met linkerhand
Aanbevolen remvloeistof: YAMAHA GENUINE BRAKE FLUID (DOT 4)Voorwielophan gin g:Type:
Telescoopvork
Veer/schokdempertype: Schroefveer/oliedemper
Veerweg:
90 mm (3.5 in)Achterwielophan gin g:Type:
Unit swing Veer/schokdempertype:
Schroefveer/oliedemper
Veerweg: 89 mm (3.5 in)
Elektrische installatie:Ontstekingssysteem:Transistorontsteking
Laadsysteem: Wisselstroomdynamo met permanente
magnetenAccu:Model:
YTZ7V
Voltage, capaciteit: 12 V, 6.0 AhKoplamp:Type gloeilamp:
HalogeenlampGloeilampen volta ge, watta ge × aantal:Koplamp:
12 V, 55.0 W/60.0 W × 1
Achterlicht/remlicht unit:
LED
Voorste richtingaanwijzer: 12 V, 10.0 W × 2
Achterste richtingaanwijzer: 12 V, 10.0 W × 2
Instrumentenverlichting:
LED
Controlelampje grootlicht: LED
Controlelampje richtingaanwijzers: LED
U2CMD0D0.book Page 2 Wednesday, May 7, 2014 4:52 PM
Page 77 of 82
SPECIFICATIES
8-3
8
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur:LED
Waarschuwingslampje motorstoring: LEDZekerin gen:Hoofdzekering:
20.0 A
Koplampzekering: 15.0 A
Zekering signaleringssysteem: 10.0 A
Backup-zekering:
10.0 A
U2CMD0D0.book Page 3 Wednesday, May 7, 2014 4:52 PM
Page 78 of 82
GEBRUIKERSINFORMATIE
9-1
9
DAU53562
Id entificatienummersNoteer het voertuigidentificatienummer,
het serienummer van het motorblok en de
gegevens op de modelinformatiesticker in
onderstaande ruimtes. Deze identificatie-
nummers zijn nodig voor de kentekenregi-
stratie van het voertuig in uw land en voor
het bestellen van reserveonderdelen bij een
Yamaha dealer.
VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER:
SERIENUMMER MOTOR:
MODELINFORMATIESTICKER:
DAU26411
Voertui gid entificatienummer
Het voertuigidentificatienummer is ingesla-
gen op het frame.OPMERKINGHet voertuigidentificatienummer is bedoeld
voor identificatie van uw machine en kan
worden gebruikt om deze in uw land aan te
melden voor kentekenregistratie.
DAUU1221
Serienummer motor blok
Het serienummer van de motor is linkson-
der in het carter ingeslagen.
DAUT1441
Mo delinformatiesticker
1. Voertuigidentificatienummer1
1. Serienummer motorblok
1. Modelinformatiesticker
1
1
U2CMD0D0.book Page 1 Wednesday, May 7, 2014 4:52 PM
Page 79 of 82
GEBRUIKERSINFORMATIE
9-2
9
De modelinformatiesticker is bevestigd aan
de binnenzijde van het opbergcomparti-
ment. (Zie pagina 3-13.) Noteer de informa-
tie op deze sticker in het daartoe bestemde
vakje. Deze informatie is nodig om reserve-
onderdelen te bestellen bij een Yamaha
dealer.
U2CMD0D0.book Page 2 Wednesday, May 7, 2014 4:52 PM
Page 80 of 82
10-1
10
INDEXAAandachtspunten voor veilig rijden ........ 1-5
Accu ...................................................... 6-26
Achterlicht/remlichtunit ......................... 6-29
Afdekplaatje van het sleutelgat............... 3-2BBagagehaak .......................................... 3-13
Banden ................................................. 6-16
Bougie, controleren ................................ 6-8
Brandstof .............................................. 3-10
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig .................................................... 5-3CClaxonschakelaar ................................... 3-8
Contactslot/stuurslot .............................. 3-1
Controlelampje grootlicht ....................... 3-3
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ........................ 3-2
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-2DDimlichtschakelaar.................................. 3-8EEindoverbrengingsolie .......................... 6-11GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren ........................................... 6-22
Gelijkstroom kabelstekker voor accessoires......................................... 3-16
Gereedschapsset.................................... 6-2
Gloeilamp richtingaanwijzer .................. 6-30IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3
KKabels, controleren en smeren ............ 6-22
Klepspeling ........................................... 6-16
Koelvloeistof ......................................... 6-12
Koplampgloeilamp, vervangen ............. 6-28LLeunsysteem, controleren .................... 6-25
Luchtfilter en luchtfilterelementen in v-snaarbehuizing ............................ 6-13MMatkleur, let op ...................................... 7-1
Middenbok en zijstandaard, controleren en smeren ....................... 6-23
Modelinformatiesticker ........................... 9-1
Motorolie en olie-aanzuigzeef .............. 6-10
Multifunctionele meter ............................ 3-4OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem..... 6-3
Opbergcompartiment ........................... 3-13PPaneel, verwijderen en aanbrengen ....... 6-8
Parkeerlicht .......................................... 6-30
Parkeren ................................................. 5-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................ 6-30RRemhendel, achterrem ........................... 3-8
Remhendels, smeren............................ 6-22
Remmen ................................................. 5-3
Remvloeistofniveau, controleren .......... 6-20
Remvloeistof, verversen ....................... 6-21
Richtingaanwijzerschakelaar .................. 3-8SSerienummer motorblok......................... 9-1 Smering en onderhoud, periodiek ..........6-4
Sneller en langzamer rijden .....................5-2
Specificaties............................................8-1
Spoorstang, controleren .......................6-25
Stalling ....................................................7-4
Starten van de motor ..............................5-1
Startknop ................................................3-8
Startspersysteem ..................................3-14
Storingzoekschema’s ...........................6-32
Stuurschakelaars ....................................3-7
Stuursysteem, controleren ....................6-24
TTankdop ..................................................3-9UUitlaatkatalysator ..................................3-11VVeiligheidsinformatie ...............................1-1
Verzorging ...............................................7-1
Voertuigidentificatienummer ...................9-1
Voetsteun passagier .............................3-12
Voor- en achterremblokken
controleren..........................................6-19
Voorremhendel........................................3-8
Voorremhendel, controleren van vrije slag..............................................6-18
Voorvork, controleren ...........................6-24
Vrije slag van achterremhendel, controleren..........................................6-19
Vrije slag van gasgreep, controleren.....6-16WWaarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur ......................3-3
Waarschuwingslampje motorstoring ......3-3
Wegrijden ................................................5-2
U2CMD0D0.book Page 1 Wednesday, May 7, 2014 4:52 PM