YAMAHA TW125 2001 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2001, Model line: TW125, Model: YAMAHA TW125 2001Pages: 86, PDF Size: 1.43 MB
Page 41 of 86

6-10
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
1. Aftapplug motorolie
1
DC000070
<>Bij het verwijderen van de olieaftap-
plug komt de o-ring, de veer en de
oliezeef mee. Zorg dat deze onderde-
len niet worden verloren. 1. Oliezeef
2. Veer
3. O-ring
4. Verwijder de aftapbout van het olief-
ilterelement om de olie uit het carter
te laten stromen.OPMERKING:Sla de stappen 5Ð9 over als het oliefilter-
element niet wordt gereinigd.1. Oliefilterdeksel
2. Schroef (´2)
3. Aftapbout oliefilterelement
12 3
1
2
3
5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 39
Page 42 of 86

6-11
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
12. Vul bij met de voorgeschreven hoe-
veelheid van de aanbevolen motoro-
lie, monteer dan de olievuldop en zet
deze vast. 9. Monteer het oliefilterdeksel door de
schroeven en de aftapbout aan te
brengen en zet deze dan vast met
de voorgeschreven aanhaalmomen-
ten.
OPMERKING:Zorg dat de o-ringen correct aanliggen.10. Reinig de olieaanzuigzeef in oplos-
middel, controleer hem op schade
en vervang als dat nodig is.
11. Breng de olieaanzuigzeef, de veer,
de o-ring en de olieaftapplug aan en
zet de aftapplug vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment.Aanhaalmoment:
Aftapplug motorolie:
43 Nm (4,3 mákg)
5. Verwijder het oliefilterelement door
de schroeven te verwijderen.
6. Verwijder het oliefilterelement en de
o-ringen.
7. Controleer de o-ring op beschadi-
ging en vervang als dat nodig is.
8. Reinig het oliefilterelement in oplos-
middel en breng dan opnieuw aan. OPMERKING:Controleer het oliefilterelement op
beschadiging en vervang het als dat
nodig is.1. Oliefilterelement
2. O-ring (´2)
1 2
2
Aanhaalmomenten:
Schroef oliefilterdeksel:
7,0 Nm (0,7 mákg)
Aftapbout oliefilterelement:
10 Nm (1,0 mákg)
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid:
Zonder verwijderen van
oliefilterelement:
1,0 L
Met verwijderen van
oliefilterelement:
1,1 L
Totale hoeveelheid (droge motor):
1,3 L
5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 40
Page 43 of 86

6-12
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
1
2
2
DAU03562
Reinigen van het
luchtfilterelement en de
aftapslangHet luchtfilterelement moet worden gerei-
nigd volgens de intervalperioden vermeld
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema. Reinig het luchtfilterelement
vaker als u in zeer stoffige of vochtige
gebieden rijdt. Verder moet de aftapslang
van het luchtfilter regelmatig worden
gecontroleerd en gereinigd.
Reinigen van het luchtfilterelement
1. Verwijder het paneel A. (Zie pagina
6-6 voor het verwijderen en aan-
brengen van het paneel.)
1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef (´4)
DC000072
<>8Om het slippen van de koppeling
te voorkomen (de motorolie dient
immers ook voor smering van de
koppeling) mogen geen chemi-
sche additieven aan de olie wor-
den toegevoegd of oli‘n worden
gebruikt met een hogere kwali-
teitsaanduiding dan ÒCDÓ.
Gebruik ook geen oli‘n met een
ÒENERGY CONSERVING
IIÓ of
hogere aanduiding.
8Zorg dat er geen verontreinigin-
gen in het carter terecht komen.
13. Start de motor, laat hem een paar
minuten stationair draaien en contro-
leer daarbij op olielekkage. Als er
sprake is van olielekkage, zet de
motor dan direct af en zoek de oor-
zaak.
14. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer zo nodig.2. Verwijder het luchtfilterdeksel door
de schroeven te verwijderen.
5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 41
Page 44 of 86

6-13
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
5. Breng olie van de aanbevolen soort
aan op het hele oppervlak van het
luchtfilterelement en wring dan de
overtollige olie uit.OPMERKING:Het sponsmateriaal moet nat zijn maar
mag niet druipen.6. Trek het sponsmateriaal over de fra-
mehouder van het luchtfilterelement.
7. Steek het filterelement in het luchtfil-
terhuis.
3. Trek het luchtfilterelement los.
4. Haal het sponsmateriaal uit de fra-
mehouder van het luchtfilterelement,
reinig het in oplosmiddel en wring
dan het achtergebleven oplosmiddel
uit.1. Sponsmateriaal
2. Framehouder luchtfilterelement
Aanbevolen olie:
Motorolie
1
2
DC000082
<>8Controleer of het luchtfilterele-
ment correct in het luchtfilterhuis
is geplaatst.
8Laat de motor nooit draaien zon-
der dat het luchtfilterelement aan-
wezig is, dat kan leiden tot over-
matige slijtage bij de zuiger(s)
en/of de cilinder(s).8. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen.
9. Monteer het paneel.
5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 42
Page 45 of 86

6-14
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU00629
Afstellen van de carburateurDe carburateur is een belangrijk onder-
deel van de motor en vereist een uiterst
fijne afstelling. Daarom dienen de meeste
carburateurafstellingen aan een Yamaha
dealer te worden overgelaten die over de
benodigde vakkundige kennis en ervaring
beschikt. De afstelling die in het volgende
hoofdstuk wordt beschreven, wordt echter
als een onderdeel van het routineonder-
houd beschouwd en kan als zodanig door
de eigenaar worden uitgevoerd.
DC000094
<>De carburateur is afgesteld en uitge-
breid getest in de fabriek van Yamaha.
Als deze afstellingen worden gewijzigd
zonder dat voldoende technische ken-
nis aanwezig is, kan de werking van de
motor verminderen of wordt de motor
beschadigd.
DAU01168
Afstellen van het
stationair toerentalHet stationair toerental moet als volgt
worden gecontroleerd en eventueel afge-
steld volgens de intervalperioden vermeld
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema.OPMERKING:Een diagnosetoerenteller is nodig om
deze afstelling uit te voeren.1. Bevestig de toerenteller aan de bou-
giekabel.
2. Start de motor en laat gedurende
enkele minuten warmdraaien op
1.000Ð2.000 tpm, terwijl het toeren-
tal nu en dan wordt verhoogd tot
4.000Ð5.000 tpm.OPMERKING:De motor is voldoende warm als deze
snel reageert op de gasbediening.
Reinigen van de luchtfilteraftapslang
1. Controleer of zich in de aftapslang
aan de onderzijde van het luchtfilter-
huis water of vuil heeft verzameld.
2. Haal de slang los als er vuil of water
in zit, reinig hem grondig en breng
opnieuw aan. 1. Luchtfilteraftapslang
1
5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 43
Page 46 of 86

6-15
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
3. Controleer het stationair toerental en
stel dit zo nodig volgens de specifi-
catie af door de gasklepstelschroef
te verdraaien. Draai de schroef rich-
ting aom het stationair toerental te
verhogen. Draai de schroef richting
bom het stationair toerental te ver-
lagen.OPMERKING:Als het voorgeschreven stationair toeren-
tal niet haalbaar is volgens de hierboven
beschreven werkwijze, vraag dan een
Yamaha dealer de afstelling uit te voeren.1. Gasklepstelschroef
1
a
b
DAU00634
Afstellen van de vrije slag van
de gaskabel De vrije slag van de gaskabel dient 3Ð5
mm te bedragen bij de gasgreep.
Controleer de vrije slag van de gaskabel
regelmatig en stel deze indien nodig als
volgt af.OPMERKING:Het stationair toerental van de motor
dient correct te worden afgesteld voor het
controleren en afstellen van de vrije slag
van de gaskabel.
1. Stelmoer
2. Borgmoer
c. Vrije slag1. Draai de borgmoer los.
2. Draai de stelmoer richting avoor
meer vrije slag van de gaskabel.
Draai de stelmoer richting bvoor
minder vrije slag van de gaskabel.
3. Draai de borgmoer aan.
1
2
abc
Afstellen van het stationair toerental
1.300Ð1.500 tpm
5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 44
Page 47 of 86

6-16
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU00637
Afstellen van de klepspelingDe klepspeling kan in gebruik gaan afwij-
ken, waardoor de lucht/brandstof-verhou-
ding kan veranderen en/of het motorge-
luid toeneemt. Om dit te voorkomen moet
de klepspeling door een Yamaha dealer
worden afgesteld volgens de intervalpe-
rioden vermeld in het periodiek smering-
en onderhoudsschema.
DAU03563
BandenLet ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optima-
le prestatie, levensduur en veilige werking
van uw motorfiets.
Bandspanning
De bandspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en eventueel worden
bijgesteld.
DW000082
X@8De bandspanning moet worden
gecontroleerd en afgesteld terwijl
de banden koud zijn (wanneer de
temperatuur van de banden gelijk
is aan de omgevingstemperatuur).
8De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en
het totale gewicht van rijder, pas-
sagier, bagage en accessoires dat
voor dit model is vastgesteld.
Maximale belasting* 180 kg
* Totaal gewicht van bestuurder, passagier, bagage
en accessoires
Bandenspanning
(gemeten aan koude banden)
Belasting* Voor Achter
Belasting tot 80 kg150 kPa
1,50 kg/cm
2
1,50 bar150 kPa
1,50 kg/cm
2
1,50 bar
80 kgÐ
Maximale belasting150 kPa
1,50 kg/cm
2
1,50 bar175 kPa
1,75 kg/cm
2
1,75 bar
Terreinrijden125 kPa
1,25 kg/cm
2
1,25 bar125 kPa
1,25 kg/cm
2
1,25 bar
5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 45
Page 48 of 86

6-17
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DWA00040
X@De aanwezigheid van bagage is van
grote invloed op het weggedrag, de
rem- en rij-eigenschappen en de veilig-
heid van uw motor, neem dus de vol-
gende voorzorgen in acht.
8DE MOTORFIETS NOOIT OVER-
BELADEN! Rijden met een over-
beladen motorfiets kan leiden tot
beschadiging van de banden,
controleverlies of ernstig letsel.
Zorg dat het totale gewicht van de
motorrijder, de passagier, de
bagage en de gemonteerde acces-
soires nooit het voorgeschreven
maximumlaadgewicht voor de
machine overschrijdt.
8Vervoer geen los verpakte spullen
die tijdens de rit kunnen gaan
schuiven.
8Bevestig de zwaarste spullen op
veilige wijze dicht bij het midden
van de motorfiets en verdeel het
gewicht over beide zijden.
8Pas de luchtdruk in de wielophan-
ging en de bandspanning aan op
het te vervoeren gewicht.
8Controleer v——r iedere rit de con-
ditie en spanning van de banden.
1a
Inspectie van banden
Voor elk rit moeten de banden worden
gecontroleerd. Als de bandprofieldiepte
op het midden van de band de vermelde
limiet heeft bereikt, de band spijkers of
stukjes glas bevat of wanneer de wang
van de band scheurtjes vertoont, moet de
band onmiddellijk door een Yamaha
dealer worden vervangen.OPMERKING:De slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem
altijd de lokale voorschriften in acht.1. Zijkant band
a. ProfieldiepteMinimale profieldiepte
(voor en achter)1,6 mm
DW000079
X@8Laat sterk versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen.
Rijden op een motor met versle-
ten banden is niet alleen verbo-
den, maar dit heeft ook een aver-
echts effect op de rijstabiliteit,
waardoor u de macht over het
stuur zou kunnen verliezen.
8De vervanging van onderdelen
van wielen en remmen, inclusief
banden, dient te worden overgela-
ten aan een Yamaha dealer, die
over de nodige vakkundige kennis
en ervaring beschikt.
5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 46
Page 49 of 86

6-18
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
Bandeninformatie
Deze motorfiets is uitgerust met tubeless
banden.
DW000078
X@8De banden op de voor- en achter-
wielen horen van hetzelfde merk
en dezelfde constructie te zijn,
anders is het weggedrag van de
motor mogelijk niet normaal.
8Na uitgebreide testen zijn alleen
de hieronder vermelde banden
voor dit model goedgekeurd door
Yamaha Motor Co., Ltd.
DAU00681
X@8Laat zwaar versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen.
Naast het feit dat het rijden van
een motor met zwaar versleten
banden verboden is, vermindert
het tevens de stabiliteit, hetgeen
tot besturingsproblemen kan lei-
den.
8De vervanging van onderdelen
van wielen en remmen, inclusief
banden, dient te worden overgela-
ten aan een Yamaha dealer, die
over de nodige vakkundige kennis
en ervaring beschikt.
8Het is sterk af te raden een lekke
binnenband te plakken. Als het
niet anders kan moet de band
zeer zorgvuldig worden geplakt
en dan zo snel mogelijk worden
vervangen door een nieuwe band
van goede kwaliteit.
DAU00685
SpaakwielenLet bij de voorgeschreven wielen op het
volgende voor een optimale prestatie,
levensduur en veilige werking van uw
motorfiets.
8Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging of kromheid en de spa-
ken op losheid. Laat ingeval van
schade het wiel door een Yamaha
dealer vervangen. Probeer het wiel
nooit zelf te repareren, hoe klein de
reparatie ook is. Vervang een wiel
dat vervormd is of haarscheurtjes
vertoont.
8Na het vervangen van een wiel of
band dient het wiel te worden uitge-
balanceerd. Een niet uitgebalan-
ceerd wiel kan leiden tot slechte
prestaties, een slechte wegligging
en een verkorte levensduur van de
banden.
VOOR
Bandenmerk Bandenmaat TypeBRIDGESTONE
130/80-18 66P TW31
ACHTER
Bandenmerk Bandenmaat Type
BRIDGESTONE
180/80-14M/C 78P TW34
5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 47
Page 50 of 86

6-19
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
8Rijd niet te snel na het verwisselen
van een band. Het bandoppervlak
dient namelijk eerst te worden inge-
reden voordat het zijn optimale
eigenschappen verkrijgt.3. Als de voorgeschreven vrije slag van
de koppelingshendel werd gehaald
zoals hierboven beschreven, zet dan
de borgmoer vast en sla de rest van
de afstelprocedure over; zo niet, ga
dan als volgt verder.
4. Draai de stelbout bij de koppelings-
hendel zo ver mogelijk richting a
om de koppelingskabel losser te
stellen.
DAU03460
Vrije slag van koppelingshendel
afstellenDe vrije slag van de koppelingshendel
moet 10Ð15 mmÐbedragen, zoals
getoond. Controleer de vrije slag van de
koppelingshendel regelmatig en stel zo
nodig als volgt af.
1. Draai de borgmoer bij de koppe-
lingshendel los.
2. Draai voor meer vrije slag van de
koppelingshendel de stelbout rich-
ting a. Draai voor minder vrije slag
van de koppelingshendel de stelbout
richting b.1. Borgmoer
2. Stelbout
c. Vrije slagc1
2
ab
5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 48