YAMAHA TW125 2002 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2002, Model line: TW125, Model: YAMAHA TW125 2002Pages: 86, PDF Size: 1.66 MB
Page 11 of 86

2-3
BESCHRIJVING
2
Schakelaars en instrumenten1. Koppelingshendel (pagina 3-4, 6-19)
2. Linker stuurschakelaars (pagina 3-2)
3. Snelheidsmeterunit (pagina 3-2)
4. Chokeknop (pagina 3-8)
5. Contaktslot (pagina 3-1)6. Controlelampjes (pagina 3-1)
7. Rechter stuurschakelaars (pagina 3-3)
8. Remhendel (pagina 3-4, 6-20)
9. Gasgreep (pagina 6-15, 6-28)
10. Brandstoftankdop (pagina 3-5)
1
23
45
678
9
10
5RS-9-D0 (TW125) 8/3/01 3:55 PM Page 10
Page 12 of 86

3-1
DAU00027
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU00028
ContactslotVia het contactslot worden het ontste-
kingssysteem en de verlichtingssystemen
bediend. De diverse standen van het con-
tactslot worden hierna beschreven.
DAU00036
ON
Alle elektrische systemen worden elek-
trisch gevoed en de motor kan worden
gestart. De sleutel kan niet worden uitge-
nomen.
DAU00038
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
DAU00061
Controlelampje “N” voor vrijstand
Dit controlelampje brandt wanneer de
versnellingsbak in de vrijstand staat.
OFFON
DAU00056
Controlelampjes
DAU00057
Controlelampje “5” richtingaanwij-
zers
Dit controlelampje knippert wanneer de
schakelaar voor richtingaanwijzers naar
de linker- of rechterstand is gedrukt.
DAU00063
Controlelampje grootlicht “&”
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is inge-
schakeld.
3
12
1. Controlelampje “5” richtingaanwijzers
2. Controlelampje grootlicht “ &”
3. Controlelampje “N” voor vrijstand
5RS-9-D0 (TW125) 8/3/01 3:55 PM Page 11
Page 13 of 86

3-2
DAU01087
SnelheidsmeterunitDe snelheidsmeterunit is voorzien van
een snelheidsmeter, een kilometerteller
en een ritteller. De snelheidsmeter toont
de actuele rijsnelheid. De kilometerteller
toont de totale afgelegde afstand. De rit-
teller toont de afstand afgelegd sinds de
teller het laatst via de terugstelknop werd
teruggesteld op nul. De ritteller kan wor-
den gebruikt om de afstand te schatten
die met een volle brandstoftank kan wor-
den afgelegd. Deze informatie stelt u in
staat de volgende tankstops te plannen.
OPMERKING:Alleen voor het Duitse model uitgerust
met een rijsnelheidsbegrenzer:
De rijsnelheidsbegrenzer zorgt dat de
motor een rijsnelheid van 80 km/u niet
kan overschrijden.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
4
1
23
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller
3. Ritteller
4. Terugstelknop
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU03898
Lichtschakelaar “9/
'
/:”
Zet deze schakelaar in de stand “
'
”
om het parkeerlicht, het achterlicht en de
instrumentenverlichting in te schakelen.
Zet de schakelaar in de stand “:” om
ook de koplamp in te schakelen. Zet de
schakelaar in de stand “9” om alle verlich-
ting uit te schakelen.
41
2
3
1. Lichtschakelaar “9/
'
/:”
2. Dimlichtschakelaar “&/%”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”
4. Claxonschakelaar “*”
5RS-9-D0 (TW125) 8/3/01 3:55 PM Page 12
Page 14 of 86

3-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU03888
Dimlichtschakelaar “&/%”
Zet deze schakelaar op “&” voor groot-
licht en op “%” voor dimlicht.
DAU03889
Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”
Druk deze schakelaar naar “6” om
afslaan naar rechts aan te geven. Druk
deze schakelaar naar “4” om afslaan
naar links aan te geven. Na loslaten keert
de schakelaar terug naar de midden-
stand. Om de richtingaanwijzers uit te
schakelen wordt de schakelaar ingedrukt
nadat hij is teruggekeerd in de midden-
stand.
DAU00129
Claxonschakelaar “*”
Druk deze schakelaar in om een claxon-
signaal te geven.
DAU00143
Startknop “,”
Druk deze knop in om de motor door mid-
del van de startmotor te starten.
DC000005
<>Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
DAU03890
Noodstopschakelaar “#/$”
Zet deze schakelaar op “#” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar op
“$” om in een noodgeval de motor direct
uit te schakelen, zoals wanneer de
machine omslaat of als de gaskabel blijft
hangen.
1
2
1. Noodstopschakelaar “#/$”
2. Startknop “,”
5RS-9-D0 (TW125) 8/3/01 3:55 PM Page 13
Page 15 of 86

3-4
DAU00152
KoppelingshendelDe koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppe-
len. Laat de hendel los om de koppeling
te laten aangrijpen. Voor een soepele
werking van de koppeling moet de hendel
snel ingetrokken worden en langzaam
worden losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-11 voor
uitleg over het startspersysteem.)FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
1
1. Koppelingshendel
DAU00158
RemhendelDe remhendel bevindt zich aan de rech-
terstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de voorrem te bekrachtigen.
1
1. Remhendel
DAU00157
SchakelpedaalHet schakelpedaal bevindt zich aan de
linkerzijde van de motor en wordt in com-
binatie met de koppelingshendel gebruikt
bij het schakelen van de versnellingen
van de 5-traps constant-mesh versnel-
lingsbak op deze motorfiets.
1
1. Schakelpedaal
5RS-9-D0 (TW125) 8/3/01 3:55 PM Page 14
Page 16 of 86

3-5
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU00162
RempedaalHet rempedaal bevindt zich aan de rech-
terzijde van de motorfiets. Trap op het
rempedaal om de achterrem te bekrachti-
gen.
1
1. Rempedaal
Aanbrengen van de tankdop
1. Breng de tankdop aan in de vulope-
ning van de brandstoftank met de
sleutel in het slot, en draai dan de
dop 1/3 slag rechtsom.
2. Draai de sleutel 1/4 slag rechtsom
en neem hem dan uit.OPMERKING:De tankdop kan alleen worden aange-
bracht met de sleutel in het slot.
Bovendien kan de sleutel niet worden uit-
genomen als de tankdop niet correct aan-
gebracht en vergrendeld is.
DW000023
X@Controleer of de tankdop correct is
afgesloten en vergrendeld alvorens te
gaan rijden.
DAU00177
Vuldop brandstoftankVerwijderen van de tankdop
1. Steek de sleutel in het slot en draai
een kwartslag linksom.
2. Draai de tankdop 1/3 slag linksom
en trek hem los.
1 b
a
1. Brandstoftankdop
a. Ontgrendelen.
b. Openen.
5RS-9-D0 (TW125) 8/3/01 3:55 PM Page 15
Page 17 of 86

3-6
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU03753
BrandstofControleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de brand-
stoftank tot onderaan de vulpijp zoals
getoond.
DW000130
X@8 8
Overvul de brandstoftank niet,
anders zal benzine uitstromen
zodra deze warm wordt en uitzet.
8 8
Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
1
2
1. Brandstofvulpijp
2. Brandstofniveau
DCA00104
<>Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt
ernstige schade aan inwendige motor-
onderdelen als kleppen en zuigerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine
met een octaangetal van RON 91 of
hoger. Als de motor gaat detoneren (pin-
gelen), gebruik dan brandstof van een
ander merk of gebruik loodvrije superben-
zine. Door loodvrije benzine te gebruiken
gaan bougies langer mee en blijven de
onderhoudskosten beperkt.
DAU00185
<>Veeg gemorste brandstof direct af met
een schone, droge en zachte doek, de
brandstof kan immers schade toebren-
gen aan de lak of aan kunststof onder-
delen.
DAU04284
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE
LOODVRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
Totale hoeveelheid:
7,0 L
Reservehoeveelheid:
1,0 L
5RS-9-D0 (TW125) 8/3/01 3:55 PM Page 16
Page 18 of 86

3-7
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU03050
BrandstofkraanVia de brandstofkraan wordt de benzine
vanuit de brandstoftank toegevoerd en
bovendien gefilterd.
De brandstofkraan kent drie standen:
OFF
Met de kraanhendel in deze stand
stroomt de benzine niet door. Zet de
kraanhendel steeds in deze stand als de
motor niet draait.
RES
ONFUEL
OFF
1
1. Pijlteken op “OFF”
RES
Dit is de reservestand. Zet de kraanhen-
del in deze stand wanneer u tijdens een
rit zonder brandstof komt te staan. Vul de
brandstoftank zodra de gelegenheid zich
voordoet. Vergeet na het tanken niet de
kraanhendel weer op “ON” te zetten!
OFF
ONFUEL RES
1
RES
1. Pijlteken op “RES”
ON
Met de kraanhendel in deze stand
stroomt de benzine door naar de carbura-
teur. Tijdens normaal rijden hoort de
kraanhendel in deze stand te staan.
ON
FUEL
RES
OFF
1
ON
1. Pijlteken op “ON”
OFF: gesloten stand
ON: normale stand
RES: reserve-stand
5RS-9-D0 (TW125) 8/3/01 3:55 PM Page 17
Page 19 of 86

3-8
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU04038
Chokeknop“1”Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht/brandstof mengsel nodig;
via de choke wordt dit mengsel geleverd.
Beweeg de knop richting aom de choke
aan te zetten.
Beweeg de knop richting bom de choke
uit te zetten.
a
b
1
1. Chokeknop “1”
4. Controleer of het stuur is vergren-
deld, neem de sleutel uit en sluit dan
het slotplaatje.
Om het stuur te ontgrendelen
1. Open het stuurslotplaatje en steek
dan de stuurslotsleutel in het slot.
2. Druk de sleutel in, draai hem 1/8
slag linksom zodat hij naar buiten
komt en laat de sleutel dan los.
3. Neem de sleutel uit en sluit dan het
slotplaatje.
DAU03342
StuurslotOm het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur volledig naar rechts.
2. Open het stuurslotplaatje en steek
dan de stuurslotsleutel in het slot.
3. Draai de sleutel 1/8 slag linksom,
druk de sleutel verder in terwijl het
stuur iets naar links wordt gedraaid
en draai de sleutel dan 1/8 slag
rechtsom.
21
1. Stuurslotplaatje
2. Stuurslot
5RS-9-D0 (TW125) 8/3/01 3:55 PM Page 18
Page 20 of 86

3-9
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU01092
ZadelVerwijderen van het zadel
Verwijder de bouten en neem dan het
zadel los.
1
1. Bout (
×2)
DAU00260
HelmbevestigingSteek de sleutel in het slot en draai deze
dan zoals afgebeeld om de helmbevesti-
ging te openen.
Vergrendel de helmbevestiging door deze
in de oorspronkelijke positie te plaatsen
en dan de sleutel uit te nemen.
DW000030
X@Rijd nooit met een helm bevestigd aan
de helmbevestiging, de helm kan zo
voorwerpen raken waardoor de machi-
ne mogelijk onbestuurbaar wordt en
een ongeval niet uitgesloten is.
1
1. Helmbevestiging
Aanbrengen van het zadel
1. Steek het uitsteeksel aan de voorzij-
de van het zadel in de zadelbevesti-
ging, zoals getoond in de afbeelding.
2. Plaats het zadel in de oorspronkelij-
ke positie en draai dan de bouten
vast.OPMERKING:Controleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
1
2
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
5RS-9-D0 (TW125) 8/3/01 3:55 PM Page 19