YAMAHA TW125 2003 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2003, Model line: TW125, Model: YAMAHA TW125 2003Pages: 88, PDF Size: 1.72 MB
Page 11 of 88

2-3
BESCHRIJVING
2
1. Koppelingshendel (pagina 3-4, 6-19)
2. Linker stuurschakelaars (pagina 3-3)
3. Snelheidsmeterunit (pagina 3-2)
4. Chokeknop (pagina 3-8)
5. Contaktslot (pagina 3-1)6. Controlelampjes (pagina 3-1)
7. Rechter stuurschakelaars (pagina 3-3)
8. Remhendel (pagina 3-5, 6-20)
9. Gasgreep (pagina 6-15, 6-28)
10. Vuldop brandstoftank (pagina 3-5)
1
23
45
678
9
10
Schakelaars en instrumenten
5RS-9-D1 (Dutch) 8/28/02 12:00 PM Page 10
Page 12 of 88

3-1
DAU00027
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU00028
Contactslot
Via het contactslot worden het ontste-
kingssysteem en de verlichtingssystemen
bediend. De diverse standen van het con-
tactslot worden hierna beschreven.
DAU04926AAN
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; de instrumentenverlichting,
het achterlicht en het parkeerlicht gaan
branden en de motor kan worden gestart.
De sleutel kan niet worden uitgenomen.
OFFON
DAU00056
ControlelampjesDAU00057Controlelampje “5” richtingaanwij-
zers
Dit controlelampje knippert wanneer de
schakelaar voor richtingaanwijzers naar
de linker- of rechterstand is gedrukt.
DAU00063Controlelampje grootlicht “&”
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is inge-
schakeld.
312
1. Controlelampje “5” richtingaanwijzers
2. Controlelampje grootlicht “&”
3. Controlelampje “N” voor vrijstand
OPMERKING:
De koplamp gaat automatisch branden
als de motor wordt gestart en blijft aan
totdat de sleutel naar “OFF” wordt
gedraaid.
DAU00038OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
5RS-9-D1 (Dutch) 8/28/02 12:00 PM Page 11
Page 13 of 88

3-2
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU01087
Snelheidsmeterunit
De snelheidsmeterunit is voorzien van
een snelheidsmeter, een kilometerteller
en een ritteller. De snelheidsmeter toont
de actuele rijsnelheid. De kilometerteller
toont de totale afgelegde afstand. De rit-
teller toont de afstand afgelegd sinds de
teller het laatst via de terugstelknop werd
teruggesteld op nul. De ritteller kan wor-
den gebruikt om de afstand te schatten
die met een volle brandstoftank kan wor-
den afgelegd. Deze informatie stelt u in
staat de volgende tankstops te plannen.
4
12
3
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller
3. Ritteller
4. Terugstelknop
OPMERKING:
Alleen voor het Duitse model uitgerust
met een rijsnelheidsbegrenzer:
De rijsnelheidsbegrenzer zorgt dat de
motor een rijsnelheid van 80 km/u niet
kan overschrijden.
DAU00061Controlelampje “N” voor vrijstand
Dit controlelampje brandt wanneer de
versnellingsbak in de vrijstand staat.
312
1. Controlelampje “5” richtingaanwijzers
2. Controlelampje grootlicht “&”
3. Controlelampje “N” voor vrijstand
5RS-9-D1 (Dutch) 8/28/02 12:00 PM Page 12
Page 14 of 88

3-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU00118
StuurschakelaarsDAU03888Dimlichtschakelaar “&/%”
Zet deze schakelaar op “&” voor groot-
licht en op “%” voor dimlicht.
3 1
2
1. Dimlichtschakelaar “&/%”
2. Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”
3. Claxonschakelaar “*”
DAU03889Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”
Druk deze schakelaar naar “6” om
afslaan naar rechts aan te geven. Druk
deze schakelaar naar “4” om afslaan
naar links aan te geven. Na loslaten keert
de schakelaar terug naar de midden-
stand. Om de richtingaanwijzers uit te
schakelen wordt de schakelaar ingedrukt
nadat hij is teruggekeerd in de midden-
stand.
DAU00129Claxonschakelaar “*”
Druk deze schakelaar in om een claxon-
signaal te geven.DAU03890Noodstopschakelaar “#/$”
Zet deze schakelaar op “#” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar op
“$” om in een noodgeval de motor direct
uit te schakelen, zoals wanneer de
machine omslaat of als de gaskabel blijft
hangen.
1
2
1. Noodstopschakelaar “#/$”
2. Startknop “,”
5RS-9-D1 (Dutch) 8/28/02 12:00 PM Page 13
Page 15 of 88

3-4
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU00152
Koppelingshendel
De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppe-
len. Laat de hendel los om de koppeling
te laten aangrijpen. Voor een soepele
werking van de koppeling moet de hendel
snel ingetrokken worden en langzaam
worden losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-12 voor
uitleg over het startspersysteem.)
1
1. Koppelingshendel
DAU00157
Schakelpedaal
Het schakelpedaal bevindt zich aan de
linkerzijde van de motor en wordt in com-
binatie met de koppelingshendel gebruikt
bij het schakelen van de versnellingen
van de 5-traps constant-mesh versnel-
lingsbak op deze motorfiets.
1
1. Schakelpedaal
DAU00143Startknop “,”
Druk deze knop in om de motor door mid-
del van de startmotor te starten.
DC000005
<>
Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
1
2
1. Noodstopschakelaar “#/$”
2. Startknop “,”
5RS-9-D1 (Dutch) 8/28/02 12:00 PM Page 14
Page 16 of 88

3-5
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU00158
Remhendel
De remhendel bevindt zich aan de rech-
terstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de voorrem te bekrachtigen.
1
1. Remhendel
DAU00162
Rempedaal
Het rempedaal bevindt zich aan de rech-
terzijde van de motorfiets. Trap op het
rempedaal om de achterrem te bekrachti-
gen.
1
1. Rempedaal
DAU00177*
Vuldop brandstoftank
Verwijderen van de tankdop
1. Steek de sleutel in het slot en draai
een kwartslag linksom.
2. Draai de tankdop 1/3 slag linksom
en trek hem los.
1
a
1. Vuldop brandstoftank
a. Ontgrendelen.
5RS-9-D1 (Dutch) 8/28/02 12:00 PM Page 15
Page 17 of 88

3-6
Aanbrengen van de tankdop
1. Breng de tankdop aan in de vulope-
ning van de brandstoftank met de
sleutel in het slot, en draai dan de
dop 1/3 slag rechtsom.
2. Draai de sleutel 1/3 slag rechtsom
en neem hem dan uit.
OPMERKING:
De tankdop kan alleen worden aange-
bracht met de sleutel in het slot.
Bovendien kan de sleutel niet worden uit-
genomen als de tankdop niet correct aan-
gebracht en vergrendeld is.
DW000023
X@
Controleer of de tankdop correct is
afgesloten en vergrendeld alvorens te
gaan rijden.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU03753
Brandstof
Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de brand-
stoftank tot onderaan de vulpijp zoals
getoond.
DW000130
X@
8Overvul de brandstoftank niet,
anders zal benzine uitstromen
zodra deze warm wordt en uitzet.
8Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
1
2
1. Brandstofvulpijp
2. Brandstofniveau
DAU00185
<>
Veeg gemorste brandstof direct af met
een schone, droge en zachte doek, de
brandstof kan immers schade toebren-
gen aan de lak of aan kunststof onder-
delen.
DAU04284
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE
LOODVRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
Totale hoeveelheid:
7,0 L
Reservehoeveelheid:
1,7 L
5RS-9-D1 (Dutch) 8/28/02 12:00 PM Page 16
Page 18 of 88

3-7
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DCA00104
<>
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt
ernstige schade aan inwendige motor-
onderdelen als kleppen en zuigerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine
met een octaangetal van RON 91 of
hoger. Als de motor gaat detoneren (pin-
gelen), gebruik dan brandstof van een
ander merk of gebruik loodvrije superben-
zine. Door loodvrije benzine te gebruiken
gaan bougies langer mee en blijven de
onderhoudskosten beperkt.
DAU03050
Brandstofkraan
Via de brandstofkraan wordt de benzine
vanuit de brandstoftank toegevoerd en
bovendien gefilterd.
De brandstofkraan kent drie standen:
OFF
Met de kraanhendel in deze stand
stroomt de benzine niet door. Zet de
kraanhendel steeds in deze stand als de
motor niet draait.
RES
ONFUEL
OFF
1
1. Pijlteken op “OFF”
ON
Met de kraanhendel in deze stand
stroomt de benzine door naar de carbura-
teur. Tijdens normaal rijden hoort de
kraanhendel in deze stand te staan.
ONFUEL
RES
OFF
1ON
1. Pijlteken op “ON”
OFF: gesloten standON: normale stand
5RS-9-D1 (Dutch) 8/28/02 12:00 PM Page 17
Page 19 of 88

3-8
RES
Dit is de reservestand. Zet de kraanhen-
del in deze stand wanneer u tijdens een
rit zonder brandstof komt te staan. Vul de
brandstoftank zodra de gelegenheid zich
voordoet. Vergeet na het tanken niet de
kraanhendel weer op “ON” te zetten!
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
OFF
ONFUEL RES
1
RES
1. Pijlteken op “RES”
DAU04038
Chokeknop“1”
Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht/brandstof mengsel nodig;
via de choke wordt dit mengsel geleverd.
Beweeg de knop richting aom de choke
aan te zetten.
Beweeg de knop richting bom de choke
uit te zetten.
a
b
1
1. Chokeknop “1”
DAU03342
Stuurslot
Om het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur volledig naar rechts.
2. Open het stuurslotplaatje en steek
dan de stuurslotsleutel in het slot.
3. Draai de sleutel 1/8 slag linksom,
druk de sleutel verder in terwijl het
stuur iets naar links wordt gedraaid
en draai de sleutel dan 1/8 slag
rechtsom.
21
1. Stuurslotplaatje
2. Stuurslot
RES: reserve-stand
5RS-9-D1 (Dutch) 8/28/02 12:00 PM Page 18
Page 20 of 88

3-9
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
4. Controleer of het stuur is vergren-
deld, neem de sleutel uit en sluit dan
het slotplaatje.
Om het stuur te ontgrendelen
1. Open het stuurslotplaatje en steek
dan de stuurslotsleutel in het slot.
2. Druk de sleutel in, draai hem 1/8
slag linksom zodat hij naar buiten
komt en laat de sleutel dan los.
3. Neem de sleutel uit en sluit dan het
slotplaatje.
DAU01092
Zadel
Verwijderen van het zadel
Verwijder de bouten en neem dan het
zadel los.
1
1. Bout (×2)
Aanbrengen van het zadel
1. Steek het uitsteeksel aan de voorzij-
de van het zadel in de zadelbevesti-
ging, zoals getoond in de afbeelding.
2. Plaats het zadel in de oorspronkelij-
ke positie en draai dan de bouten
vast.
OPMERKING:
Controleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
12
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
5RS-9-D1 (Dutch) 8/28/02 12:00 PM Page 19