YAMAHA TZR50 2008 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2008, Model line: TZR50, Model: YAMAHA TZR50 2008Pages: 82, PDF Size: 1.65 MB
Page 1 of 82
5WX-F819D-D2
TZR50
INSTRUCTIEBOEKJE
5WX-F819D-D2.qxd 15/9/06 13:12 Página 1
Page 2 of 82
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 2
Page 3 of 82
SAU10100DAU10100
Welkom in de wereld van Yamaha rijders!
Als eigenaar van de TZR50 profiteert u van Yamaha’s ervaring en technische kennis in het ontwerpen en fabriceren van
producten van topkwaliteit, waarmee Yamaha haar verdiende reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u plezier zult hebben van alle functies van uw
TZR50. Deze gebruikershandleiding geeft instructies over bediening, inspectie en onderhoud van de motorfiets, terwijl
ook wordt beschreven hoe u uzelf en anderen persoonlijk letsel en schade kunt besparen.
Verder helpen allerlei tips in deze handleiding om uw motorfiets in optimale conditie te houden. Als er tenslotte toch nog
vragen zijn, aarzel dan niet en neem contact op met de Yamaha dealer.
Het Yamaha team wenst u veilig en plezierig rijden toe. En vergeet niet, veiligheid voor alles!
INLEIDING
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 3
Page 4 of 82
DAU10151
Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen:
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
LET OP De aanduiding LET OP staat vermeld bij speciale voorzorgsmaatregelen die moe-
ten worden genomen om schade aan de motorfiets te voorkomen.
OPMERKING:De aanduiding OPMERKING staat bij belangrijke informatie die procedures kan verge-
makkelijken of verhelderen.
OPMERKING:
Deze handleiding moet worden gezien als een permanent onderdeel van deze motorfiets en moet altijd bij de
motorfiets blijven, ook als deze ooit wordt verkocht.
Yamaha werkt voortdurend aan verbeteringen ten aanzien van productontwerp en kwaliteit. Om deze reden kan
soms sprake zijn van kleine tegenstrijdigheden tussen uw motor en de beschrijving ervan in deze handleiding, ook
al bevat de handleiding de meest recente productinformatie ten tijde van publicatie. Als u vragen heeft over deze
handleiding, neem dan contact op met uw Yamaha dealer.
DWA10030
s s
WAARSCHUWING
LEES DEZE HANDLEIDING AANDACHTIG HELEMAAL DOOR VOORDAT U DEZE MOTORFIETS GAAT GEBRUI-
KEN.
*Product en specificaties kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd.
s s
WAARSCHUWINGWanneer instructies vermeld in een WAARSCHUWING niet worden opgevolgd, kan
dit leiden tot ernstig of zelfs dodelijk letsel voor de motorrijder, omstanders of
degene die de motorfiets inspecteert of repareert.
Het Safety Alert symbool betekent ATTENTIE! LET OP! HET GAAT OM UW VEILIG-
HEID!t
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 4
Page 5 of 82
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
DAUS1172
TZR50
HANDLEIDING
©2006 door YAMAHA MOTOR ESPAÑA S.A.
1e uitgave, Oktober 2006
Alle rechten voorbehouden.
Elke vorm van herdruk of onbevoegd gebruik
zonder schriftelijke toestemming van
YAMAHA MOTOR ESPAÑA S.A.
is uitdrukkelijk verboden.
Gedrukt in Neederland.
5WX-F819D-D2.qxd 15/9/06 13:12 Página 5
Page 6 of 82
VEILIGHEIDSINFORMATIE................1-1
BESCHRIJVING..................................2-1
Aanzicht linkerzijde ...........................2-1
Aanzicht rechterzijde ........................2-2
Bedieningen en instrumenten ...........2-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN
BEDIENINGEN....................................3-1
Contactslot/stuurslot ........................3-1
Controle- en
waarschuwingslampjes .................3-2
Snelheidsmeterunit ...........................3-3
Toerenteller .......................................3-3
Stuurschakelaars ..............................3-4
Koppelingshendel .............................3-5
Schakelpedaal ..................................3-5
Remhendel ........................................3-5
Rempedaal........................................3-6
Brandstof ..........................................3-6
Uitlaatkatalysator ..............................3-7
Tankdop ............................................3-7
Tankbeluchtingsslang/
overloopslang ................................3-8
2-takt injectiesmering .......................3-8
Brandstofkraan .................................3-9
Chokehendel “
q” ..........................3-10
Zadel ...............................................3-10
Slotcompartiment ...........................3-11
Achteruitkijkspiegels .......................3-11
Zijstandaard ....................................3-12Startspersysteem ............................3-12
CONTROLES VOOR HET
STARTEN.............................................4-1
Controlelijst voor gebruik..................4-2
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-
INFORMATIE.......................................5-1
Starten van een koude motor ...........5-1
Starten van een warme motor ..........5-2
Schakelen .........................................5-3
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik ..........................5-3
Inrijperiode ........................................5-4
Parkeren............................................5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN
KLEINERE REPARATIES....................6-1
Boordgereedschapsset.....................6-1
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema.......................6-2
Stroomlijn- en framepanelen
verwijderen en aanbrengen ...........6-5
Controleren van de bougie ...............6-7
Versnellingsbakolie ...........................6-8
Koelvloeistof ...................................6-10
Luchtfilterelement ...........................6-12
Afstellen van de carburateur ..........6-12
Speling van de gaskabel afstellen ..6-13
Afstellen van het stationair
toerental ......................................6-13Banden ...........................................6-14
Gietwielen .......................................6-16
Vrije slag van koppelingshendel
afstellen .......................................6-16
Vrije slag van voorremhendel
controleren ..................................6-17
Vrije slag van rempedaal afstellen ..6-17
De stand van het schakelpedaal
afstellen .......................................6-18
Remlichtschakelaar afstellen ..........6-18
Controleren van voor- en
achterremblokken........................6-19
Controleren van
remvloeistofniveau ......................6-20
Verversen van remvloeistof.............6-21
Spanning aandrijfketting .................6-21
Reinigen en smeren van de
aandrijfketting ..............................6-23
Controleren en smeren van
kabels ..........................................6-24
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel .................6-24
Afstellen van de Autolube pomp ....6-24
Controleren en smeren van rem- en
schakelpedalen ...........................6-25
Controleren en smeren van rem- en
koppelingshendels ......................6-25
Controleren en smeren van
zijstandaard .................................6-26
Voorvork controleren ......................6-26
Controle van stuursysteem .............6-27
INHOUDSOPGAVE
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 6
Page 7 of 82
Controleren van wiellagers .............6-28
Accu ................................................6-28
Zekering vervangen ........................6-29
Koplampgloeilamp vervangen ........6-30
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen ....................................6-31
Een richtingaanwijzergloeilamp of
de gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen ....................................6-31
Gloeilamp in voorste
richtingaanwijzer vervangen ........6-32
Problemen oplossen .......................6-33
Storingzoekschema’s......................6-34
VERZORGING EN STALLING VAN
DE MOTORFIETS................................7-1
Verzorging .........................................7-1
Stalling ..............................................7-3
SPECIFICATIES...................................8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE...............9-1
Identificatienummers ........................9-1
INHOUDSOPGAVE
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 7
Page 8 of 82
DAU10251
MOTORFIETSEN ZIJN TWEEWIELI-
GE VOERTUIGEN. HUN VEILIG
GEBRUIK EN WERKING ZIJN
AFHANKELIJK VAN JUISTE RIJ-
TECHNIEKEN EN VAN DE DESKUN-
DIGHEID VAN DE BESTUURDER.
ELKE BESTUURDER MOET BEKEND
ZIJN MET DE VOLGENDE VEREIS-
TEN ALVORENS MET DEZE MOTOR
TE GAAN RIJDEN.
HIJ OF ZIJ MOET:
DOOR EEN COMPETENTE
INFORMATIEBRON GRONDIG
ZIJN INGELICHT OVER ALLE
ASPECTEN VAN HET MOTO-
RRIJDEN.
ZICH HOUDEN AAN DE WAARS-
CHUWINGEN EN ONDERHOUD-
SEISEN VERMELD IN DE
GEBRUIKERSHANDLEIDING.
GRONDIG GETRAIND ZIJN IN
VEILIGE EN CORRECTE RIJ-
TECHNIEKEN.
GEBRUIKMAKEN VAN PROFES-
SIONELE TECHNISCHE SERVI-
CE, ZOALS AANGEGEVEN IN DE
GEBRUIKERSHANDLEIDING
EN/OF WANNEER DE MECHA-NISCHE CONDITIES DIT VEREI-
SEN.
Veilig rijden
Controleer de machine altijd voor
u gaat rijden. Een zorgvuldige
controle kan een ongeval helpen
voorkomen.
Deze motorfiets is gebouwd voor
het vervoer van de bestuurder
plus een passagier.
Het niet opmerken en herkennen
van motorfietsen door andere
weggebruikers vormt de belan-
grijkste oorzaak van auto-/moto-
rongevallen. Vaak worden onge-
vallen veroorzaakt doordat een
autobestuurder de motor niet
heeft gezien. Zorg dat u opvalt,
dat blijkt het meest effectief om
het risico op een dergelijk type
ongeval te verminderen.
Dus:
• Draag een jack in felle kleuren.
• Wees extra voorzichtig bij het
naderen en passeren van krui-
singen, daar doen ongelukken
met motorfietsen zich namelijk
het meest voor.• Ga daar rijden waar andere
weggebruikers u kunnen zien.
Ga niet rijden in de dode zicht-
hoek van een andere wegge-
bruiker.
Bij veel ongevallen zijn onervaren
bestuurders betrokken. Veelal
zijn bestuurders die bij een onge-
val betrokken waren zelfs niet in
het bezit van een geldig motorrij-
bewijs.
• Zorg dat u bekwaam bent om
te rijden en leen uw motorfiets
alleen uit aan ervaren motorrij-
ders.
• Weet wat u wel en niet aan-
kunt. Door rekening te houden
met uw beperkingen helpt u
ongelukken voorkomen.
• We raden aan om het motorrij-
den te oefenen op plekken
waar geen verkeer is, totdat u
grondig bekend bent met de
motor en zijn bediening.
Ongelukken worden vaak veroor-
zaakt door een fout van de
motorbestuurder. Veel bestuur-
ders houden bij het ingaan van
een bocht een TE HOGE RIJS-
1
tVEILIGHEIDSINFORMATIE
1-1
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 8
Page 9 of 82
NELHEID aan of rijden te lang
rechtop (onvoldoende schuinlig-
gen bij de bewuste rijsnelheid),
zodat de bocht dan te wijd wordt
genomen.
• Neem altijd de maximum snel-
heid in acht en rijd nooit sneller
dan de wegcondities en het
verkeer toestaan.
• Geef altijd richting aan voordat
u afslaat of van rijstrook wis-
selt. Zorg dat andere wegge-
bruikers u kunnen zien.
De zithouding van de bestuurder
en de passagier is belangrijk voor
een goede besturing.
• De bestuurder moet tijdens het
rijden beide handen aan het
stuur houden en beide voeten
op de bestuurdersvoetsteu-
nen, om zo de macht over het
stuur te behouden.
• De passagier hoort steeds de
bestuurder, de zadelband of de
handgreep, indien aanwezig,
met beide handen vast te hou-
den en beide voeten op de
passagiersvoetsteunen te hou-
den.• Neem nooit een passagier mee
die niet in staat is om beide
voeten stevig op de passa-
giersvoetsteunen te zetten.
Rijd nooit onder invloed van alco-
hol of andere drugs.
Deze motor is uitsluitend ontwor-
pen voor gebruik op verharde
wegen en is niet geschikt voor
off-roadgebruik.
Beschermende kleding
Motorongelukken met dodelijke aflo-
op betreffen meestal hoofdletsel. Het
dragen van een helm is de belan-
grijkste factor bij het voorkomen of
reduceren van hoofdletsel.
Draag altijd een goedgekeurde
helm.
Draag ook een gezichtskap of
een veiligheidsbril. De rijwind in
uw niet-afgeschermde ogen kan
het zicht verslechteren, zodat u
gevaren te laat zou opmerken.
Door een jack, stevige schoenen,
een lange broek, handschoenen
e.d. te dragen verkleint u de kans
op schaafwonden of ontvellin-
gen.
Draag nooit loszittende kleding,deze kan blijven haken aan
bedieningshandgrepen of door
de wielen worden gegrepen en zo
een ongeval of letsel veroorza-
ken.
Raak nooit de motor of het uitla-
atsysteem aan terwijl de motor
draait. Deze onderdelen worden
zeer heet en kunnen zo brand-
wonden veroorzaken. Draag altijd
beschermende kleding die uw
benen, enkels en voeten bedekt.
De hierboven vermelde voor-
zorgsmaatregelen gelden ook
voor passagiers.
Technische wijzigingen
Door het aanbrengen van technische
wijzigingen die niet door Yamaha zijn
goedgekeurd, of door originele
onderdelen te verwijderen, kan deze
motor onveilig worden in het gebruik
en ernstig persoonlijk letsel veroorza-
ken. Door dergelijke wijzigingen kan
het gebruik van uw motor ook onwet-
tig worden.
Bagage en accessoires
Het monteren van accessoires of het
vervoer van bagage kan een negatief
effect hebben op de rijstabiliteit en
1
VEILIGHEIDSINFORMATIEt
1-2
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 9
Page 10 of 82
het weggedrag als hierdoor de
gewichtsverdeling van de motor
verandert. Wees uiterst voorzichtig bij
het monteren van accessoires of het
beladen van uw motor, om zo moge-
lijke ongevallen te vermijden. Pas
extra op wanneer u op een motor rijdt
die beladen is of waaraan accessoires
zijn gemonteerd. Hier volgen enkele
algemene richtlijnen bij het beladen
van de motor of het monteren van
accessoires:
Beladen
Het totale gewicht van de bestuurder,
passagier, accessoires en bagage
mag de maximale gewichtslimiet niet
overschrijden.
Let op het volgende wanneer u tot
deze gewichtslimiet belaadt:
Het zwaartepunt van bagage en
accessoires moet zo laag moge-
lijk liggen en zo dicht mogelijk bij
de motor. Zorg dat het gewicht
zo gelijkmatig mogelijk over bei-
de zijden van de motor wordt ver-
deeld, om zo onbalans of instabi-liteit te beperken.
Als gewicht gaat schuiven kan
zich een plotselinge onbalans
voordoen. Controleer voordat u
gaat rijden of accessoires en
bagage stevig aan de motor zijn
bevestigd. Controleer de bevesti-
gingspunten voor accessoires en
bagage regelmatig.
Bevestig nooit omvangrijke of
zware goederen aan het stuur, de
voorvork of het voorwielspat-
bord. Dergelijke items, inclusief
bagage als slaapzakken, plunje-
zakken of tenten kunnen een ins-
tabiel weggedrag of een te trage
reactie op het stuur veroorzaken.
Accessoir
es
Originele Yamaha accessoires wer-
den speciaal ontworpen voor monta-
ge aan deze motor. Yamaha is niet in
staat om alle overige leverbare acces-
soires te testen. U bent dus zelf
verantwoordelijk voor de juiste keuze,
installatie en gebruik van niet-Yamaha
accessoires. Wees zorgvuldig bij de
keuze en installatie van accessoires.
Volg bij de montage van accessoires
de onderstaande richtlijnen en dievermeld onder het kopje “Beladen”.
Monteer nooit accessoires en
vervoer nooit bagage als deze
een nadelige invloed hebben op
de prestaties van uw motor. Ins-
pecteer het accessoire zorgvul-
dig alvorens het te gebruiken, om
zeker te zijn dat het de grondspe-
ling of de hellinghoek op geen
enkele manier vermindert, de
veerweg, de stuuruitslag of de
bediening beperkt of lampen of
reflectors afdekt.
• Accessoires die aan of nabij
het stuur of de voorvork zijn
gemonteerd zullen mogelijk
instabiliteit veroorzaken door
een foutieve gewichtsverdeling
of door aërodynamische effec-
ten. Accessoires aan het stuur
of nabij de voorvork moeten zo
licht mogelijk zijn en tot een
minimum worden beperkt.
• mvangrijke accessoires kun-
nen door hun aërodynamisch
effect van invloed zijn op de
rijstabiliteit van de motor. De
motor kan door rijwind worden
opgetild of bij zijwind instabiel
Maximale belasting:
196 kg (432,18 lb)
1
tVEILIGHEIDSINFORMATIE
1-3
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 10