YAMAHA VMAX 2001 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2001, Model line: VMAX, Model: YAMAHA VMAX 2001Pages: 110, PDF Size: 11.91 MB
Page 11 of 110

BESCHRIJVING
2
Aanzicht linkerzijde ............................................................................ 2-1
Aanzicht rechterzijde .......................................................................... 2-2
Schakelaars en instrumenten ............................................................ 2-3
D_3lr.book Page 1 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 12 of 110

2-1
2
DAU00026
2-BESCHRIJVING Aanzicht linkerzijde1. Reservoir koppelingshoofdcilinder (pagina 6-27)
2. Luchtfilterelement (pagina 6-19)
3. Zekeringenkastje (pagina 6-37)
4. Hoofdzekeringhouder (pagina 6-37)
5. Boordgereedschapsset (pagina 6-1)
6. Stelring veervoorspanning
achterschokdemper (pagina 3-13)7. Stelknop veerdemping
achterschokdemper (pagina 3-13)
8. Helmbevestiging (pagina 3-10)
9. Schakelpedaal (pagina 3-6)
10. Chokehendel (pagina 3-8)
D_3lr.book Page 1 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 13 of 110

BESCHRIJVING
2-2
2
Aanzicht rechterzijde11. Vuldop brandstoftank (pagina 3-7)
12. Accu (pagina 6-33)
13. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-14)
14. Reservoir hoofdremcilinder voorrem (pagina 6-27)
15. Contactslot (pagina 3-1)
16. Radiatordop (pagina 6-16)
17. Radiator (pagina 6-16)
18. Oliefilterpatroon (pagina 6-9)
19. Kijkglas motorolieniveau (pagina 6-9)
20. Rempedaal (pagina 3-6)
21. Remvloeistofreservoir achterrem (pagina 6-27)
D_3lr.book Page 2 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 14 of 110

BESCHRIJVING
2-3
2
Schakelaars en instrumenten 1. Koppelingshendel (pagina 3-5)
2. Schakelaargroep linkerstuurgreep (pagina 3-4)
3. Snelheidsmeterunit (pagina 3-2)
4. Schakelaargroep rechterstuurgreep (pagina 3-4)
5. Remhendel (pagina 3-6)
6. Gasgreep (pagina 6-21)
7. Toerenteller (pagina 3-3)
8. Temperatuurmeter koelvloeistof (pagina 3-3)
D_3lr.book Page 3 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 15 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
Contactslot ......................................................................................... 3-1
Controlelampjes en waarschuwingslampjes ..................................... 3-1
Snelheidsmeterunit ............................................................................ 3-2
Toerenteller ....................................................................................... 3-3
Antidiefstal-alarm (optie) ................................................................... 3-3
Temperatuurmeter koelvloeistof ........................................................ 3-3
Stuurschakelaars .............................................................................. 3-4
Koppelingshendel .............................................................................. 3-5
Schakelpedaal ................................................................................... 3-6
Remhendel ........................................................................................ 3-6
Rempedaal ........................................................................................ 3-6
Vuldop brandstoftank ......................................................................... 3-7
Brandstof ........................................................................................... 3-8
Chokehendel ..................................................................................... 3-8
Stuurslot ............................................................................................ 3-9
Rijderzadel ........................................................................................ 3-9
Helmbevestiging .............................................................................. 3-10
Afstellen van de voorvork ................................................................ 3-11
Afstellen van de schokdemperunits ................................................ 3-12
Afstemmen van afstellingen voor voor- en achtervering ................. 3-15
Zijstandaard .................................................................................... 3-16
Startspersysteem ............................................................................ 3-16
D_3lr.book Page 1 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 16 of 110

3-1
3
DAU00027
3-FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
DAU00028
ContactslotVia het contactslot worden het ontstekings-
systeem en de verlichtingssystemen be-
diend. De diverse standen van het
contactslot worden hierna beschreven.
DAU00036
ON
Alle elektrische systemen worden elek-
trisch gevoed en de motor kan worden ge-
start. De sleutel kan niet worden
uitgenomen.
DAU00038
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
DAU00055
P (Parkeren)
Het achterlicht en het parkeerlicht branden,
maar alle overige elektrische systemen zijn
uitgeschakeld. De sleutel kan worden uitge-
nomen.
De sleutel moet worden ingedrukt en dan
losgelaten om deze naar “P” te kunnen
draaien.
DCA00043
LET OP:@ Gebruik de parkeerverlichting niet gedu-
rende langere tijd, anders kan de accu
ontladen raken. @
DAU03034
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes
DAU00061
Controlelampje “ ” voor vrijstand
Dit controlelampje brandt wanneer de ver-
snellingsbak in de vrijstand staat.
DAU00057
Controlelampje “ ”
richtingaanwijzers
Dit controlelampje knippert wanneer de
schakelaar voor richtingaanwijzers naar de
linker- of rechterstand is gedrukt.
1. Drukken.
2. Loslaten.
3. Draaien.
1. Controlelampje “ ” voor vrijstand
2. Controlelampje “ ” richtingaanwijzers
3. Controlelampje “ ” voor brandstofniveau
4. Controlelampje grootlicht “ ”
5. Waarschuwingslampje “ ” voor olieniveau
D_3lr.book Page 1 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 17 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-2
3
DAU00083
Controlelampje “ ” voor
brandstofniveau
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het brandstofniveau daalt tot beneden ca.
3 L. Als het zover is, draai dan de schake-
laar voor brandstofreserve naar de stand
“RES” en vul zo snel mogelijk brandstof bij.
DAU00063
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is ingescha-
keld.
DAU03285
Waarschuwingslampje “ ” voor
olieniveau
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is.
Het elektrisch circuit van het waarschu-
wingslampje kan via de volgende procedu-
re worden getest.
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Als het waarschuwingslampje niet
gaat branden, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.OPMERKING:@ Bij een voldoende hoog olieniveau kan het
waarschuwingslampje soms toch knippe-
ren bij rijden op een helling of bij plotseling
afremmen of optrekken, er is dan echter
geen sprake van een storing. @
DAU00095
SnelheidsmeterunitDe snelheidsmeterunit is voorzien van een
snelheidsmeter, een kilometerteller en een
ritteller. De snelheidsmeter toont de actuele
rijsnelheid. De kilometerteller toont de tota-
le afgelegde afstand. De ritteller toont de af-
stand afgelegd sinds de teller het laatst via
de terugstelknop werd teruggesteld op nul.
De ritteller kan worden gebruikt om de af-
stand te schatten die met een volle brand-
stoftank kan worden afgelegd. Deze
informatie stelt u in staat de volgende tank-
stops te plannen.1. Terugstelknop ritteller
2. Kilometerteller
3. Ritteller
D_3lr.book Page 2 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 18 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
DAU00101
Toerenteller Met de elektrische toerenteller kan de mo-
torrijder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
DC000003
LET OP:@ Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller aanwijst in de rode zone.
Rode zone: 8.500 tpm en hoger @
DAU00109
Antidiefstal-alarm (optie) Deze motor kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel anti-
diefstal-alarmsysteem. Neem contact op
met een Yamaha dealer voor nadere
informatie.
DAU01652
Temperatuurmeter koelvloeistof Met de contactsleutel in de stand “ON”
geeft de temperatuurmeter koelvloeistof de
temperatuur van de koelvloeistof aan. De
koelvloeistoftemperatuur is afhankelijk van
de weersomstandigheden en de motorbe-
lasting. Als de naald bij of in de rode zone
staat, zet de machine dan stil en laat de mo-
tor afkoelen. (Zie pagina 6-46 voor nadere
instructies.)
DC000002
LET OP:@ Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is. @
1. Toerenteller
2. Rode zone
1. Temperatuurmeter koelvloeistof
2. Rode zone
D_3lr.book Page 3 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 19 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00119
Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU00121
Dimlichtschakelaar
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU00124
Richtingaanwijzerschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar naar rechts om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar links om afslaan naar links
aan te geven. Na loslaten keert de schake-
laar terug naar de middenstand.
Dit model is voorzien van een automatisch
uitschakelsysteem; de richtingaanwijzers
gaan vanzelf uit nadat de machine zowel
ca. 150 m als gedurende ca. 15 seconden
heeft gereden. De richtingaanwijzers kun-
nen echter ook met de hand worden uitge-
schakeld, door de schakelaar in te drukken
nadat deze in de middenstand is terugge-
keerd.OPMERKING:@ Het automatisch uitschakelsysteem werkt
alleen tijdens het rijden, zodat de richtin-
gaanwijzers niet automatisch uitschakelen
terwijl u stilstaat op een kruising. @
DAU00129
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU00138
Noodstopschakelaar
Zet deze schakelaar op “ ” om in een
noodgeval de motor direct uit te schakelen,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU00134
Lichtschakelaar
Zet deze schakelaar in de stand “ ”
om de parkeerlichten, het achterlicht en de
instrumentenverlichting in te schakelen. Zet
de schakelaar in de stand “ ” om ook de
koplamp in te schakelen.
1. Lichtsignaalschakelaar “ ”
2. Dimlichtschakelaar
3. Richtingaanwijzerschakelaar “ ”
4. Claxonschakelaar “ ”
1. Noodstopschakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startknop “ ”
4. Schakelaar brandstofreserve “FUEL”
D_3lr.book Page 4 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 20 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
DAU00143
Startknop “ ”
Druk deze knop in om de motor door middel
van de startmotor te starten.
DC000005
LET OP:@ Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start. @
DAU01653
Schakelaar brandstofreserve “FUEL”
Onder normale omstandigheden hoort
deze schakelaar in de stand “ON” te staan.
Wanneer tijdens het rijden het controle-
lampje brandstofniveau gaat branden, zet
de schakelaar dan op “RES”, vul zo snel
mogelijk brandstof bij en zet de schakelaar
dan weer terug op “ON”.OPMERKING:@ Direct bij overschakelen naar “RES” is nog
ca. 3 L brandstof in de tank aanwezig. @
DAU00152
Koppelingshendel De koppelingshendel bevindt zich aan de lin-
kerstuurgreep. Trek de hendel naar het stuur
toe om de koppeling te ontkoppelen. Laat de
hendel los om de koppeling te laten aangrij-
pen. Voor een soepele werking van de kop-
peling moet de hendel snel ingetrokken
worden en langzaam worden losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-16 voor uit-
leg over het startspersysteem.)
1. Noodstopschakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startknop “ ”
4. Schakelaar brandstofreserve “FUEL”
1. Koppelingshendel
D_3lr.book Page 5 Monday, December 4, 2000 11:20 AM