YAMAHA VMAX 2009 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2009, Model line: VMAX, Model: YAMAHA VMAX 2009Pages: 100, PDF Size: 2.57 MB
Page 31 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-17
2
34
5
6
7
8
9
DAU12941
Rempedaal
Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU46390
ABS
Het Yamaha ABS (anti-blokkeervoorziening
remsysteem) bestaat uit een dubbel uitge-
voerd elektronisch regelsysteem dat de
voorrem en achterrem onafhankelijk aan-
stuurt. De ABS-werking wordt gecontro-
leerd door een ECU (elektronische
regeleenheid) die bij een systeemstoring
uitgaat van handmatig remmen.
WAARSCHUWING
DWA10090
Het ABS-systeem functioneert het
meest effectief over lange remwe-
gen.
Op sommige wegtypen (ruw weg-
dek of grint) kan de remweg langer
zijn dan bij remmen zonder ABS.
Houd daarom steeds voldoende af-
stand tot uw voorligger, afgestemd
op uw rijsnelheid.
OPMERKING
Wanneer ABS is geactiveerd, worden
de remmen op de gebruikelijke wijze
bediend. In de remhendel of het rem-
pedaal kunnen pulsaties worden ge-
voeld, maar dat duidt niet op een
storing.
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie, waarbij de bestuurder depulsaties kan voelen in het rempedaal
of in de remhendel terwijl ABS actief is.
Er is echter speciaal gereedschap ver-
eist, dus neem voor het uitvoeren van
deze test contact op met uw Yamaha
dealer.
LET OP
DCA16120
Houd alle soorten magneten (inclusief
magneetgrijpers, magnetische schroe-
vendraaiers etc.) uit de buurt van de
voorste en achterste wielnaven. Anders
kunnen de magnetische rotors van de
wielnaven beschadigd raken, waardoor
het ABS-systeem niet meer goed werkt.
1. Rempedaal
1
1. Voorste wielnaaf
1
Page 32 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-18
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU46850
Tankdop
Om de tankdop te verwijderen
1. Trek aan de ontgrendelingshendel van
de rugsteun van het bestuurderszadel
aan de linkerzijde van de machine zo-
als afgebeeld. De rugsteun schuift
naar voren.
2. Steek de sleutel in het slot en draai
deze daarna een kwartslag rechtsom.
Het slot wordt ontgrendeld en de
tankdop kan worden verwijderd.
1. Achterste wielnaaf
1
1. Ontgrendelingshendel rugsteun
bestuurderszadel
1
1. Rugsteun bestuurderszadel
1. Ontgrendelen.
1
1
Page 33 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-19
2
34
5
6
7
8
9
Om de tankdop aan te brengen
1. Breng de tankdop aan in de vulope-
ning van de brandstoftank, met de
sleutel in het slot en met het merkte-
ken op de dop in een lijn met het merk-
teken op de tank.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie en neem deze dan
uit.
3. Plaats de rugsteun terug in de oor-
spronkelijke positie.
OPMERKING
De tankdop kan alleen worden aangebracht
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct aangebracht en ver-
grendeld is.
WAARSCHUWING
DWA10131
Controleer voor u gaat rijden of de
tankdop correct is aangebracht. Door
brandstoflekkage ontstaat brandgevaar.
DAU13212
Brandstof
Controleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10881
Benzine en benzinedampen zijn zeer
brandbaar. Volg de onderstaande in-
structies om brand en ontploffing te
voorkomen en het letselrisico tijdens het
tanken te verlagen.
1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine zit.
Rook nooit tijdens het tanken en tank
nooit in de nabijheid van vonken, open
vuur of andere ontstekingsbronnen zo-
als de waakvlammen van geisers en
kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Stop met vullen zodra de brandstof de
onderkant van de vulhals heeft bereikt.
Omdat brandstof uitzet als deze warm
wordt, kan de warmte van de motor of
de zon ervoor zorgen dat brandstof uit
de brandstoftank stroomt.
1. Lijn merktekens uit
1
Page 34 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-20
1
2
3
4
5
6
7
8
9
3. Veeg uitgestroomde brandstof onmid-
dellijk af.
LET OP:
Veeg gemorste
brandstof onmiddellijk af met een
schone, droge, zachte doek, aange-
zien de brandstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10071]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15151
Benzine is giftig en kan letsel of overlij-
den veroorzaken. Spring zorgvuldig om
met benzine. Probeer nooit om benzine
via de mond over te hevelen. Roep on-
middellijk medische hulp in nadat u ben-
zine heeft ingeslikt, veel benzinedamp
heeft ingeademd of benzine in uw ogen
heeft gekregen. Als benzine op uw huidterechtkomt, was deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kleding
morst, trek dan andere kleding aan.
DAU43421
LET OP
DCA11400
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt
ernstige schade aan inwendige motor-
onderdelen als kleppen en zuigerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van loodvrije superbenzine met een
octaangetal van RON 95 of hoger. Als de
motor gaat detoneren (pingelen), gebruik
dan benzine van een ander merk. Door
loodvrije benzine te gebruiken gaan bou-
gies langer mee en blijven de onderhouds-
kosten beperkt.
DAU13445
Uitlaatkatalysatoren
Dit voertuig is uitgerust met uitlaatkatalysa-
toren in het uitlaatsysteem.
WAARSCHUWING
DWA10862
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Let op het volgende
om brandgevaar of brandwonden te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitlaatsys-
teem in aanraking kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onder-
houdswerkzaamheden uit te voeren.
Laat de motor niet langer dan enke-
le minuten stationair draaien. Lang
stationair draaien kan leiden tot
oververhitting.
LET OP
DCA10701
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Bij gebruik van loodhoudende benzine
zal onherstelbare schade worden toege-
bracht aan de uitlaatkatalysator.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
12
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND LOODVRIJE
SUPERBENZINE
Inhoud brandstoftank:
15.0 L (3.96 US gal, 3.30 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof
(als de waarschuwingsindicator
brandstofniveau knippert):
3.9 L (1.03 US gal, 0.86 Imp.gal)
Page 35 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-21
2
34
5
6
7
8
9
DAU46840
Zadels
Bestuurderszadel
Verwijderen van het bestuurderszadel
1. Trek aan de ontgrendelingshendel van
de rugsteun van het bestuurderszadel
aan de linkerzijde van de machine zo-
als afgebeeld. De rugsteun schuift
naar voren.
2. Verwijder de bouten en trek dan het
bestuurderszadel los.
Aanbrengen van het bestuurderszadel
1. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde
van het bestuurderszadel in de zadel-
bevestiging, zoals getoond in de af-
beelding.2. Plaats het bestuurderszadel in de oor-
spronkelijke positie en draai dan de
bouten vast.
OPMERKING
Controleer of het bestuurderszadel stevig is
vergrendeld alvorens te gaan rijden.
3. Plaats de rugsteun terug in de oor-
spronkelijke positie.
Duozadel
Verwijderen van het duozadel
1. Trek aan de ontgrendelingshendel van
de rugsteun van het bestuurderszadel
aan de linkerzijde van de machine zo-
als afgebeeld. De rugsteun schuift
naar voren.
1. Ontgrendelingshendel rugsteun bestuur-
derszadel
1
1. Rugsteun bestuurderszadel
1. Bout
11
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1
2
Page 36 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-22
1
2
3
4
5
6
7
8
9
2. Verwijder de bouten en trek daarna
het duozadel los.Aanbrengen van het duozadel
1. Steek het uitsteeksel van het duozadel
in de houder, zie de afbeelding.
2. Plaats het duozadel in de oorspronke-
lijke positie en breng daarna de bouten
aan.
3. Plaats de rugsteun terug in de oor-
spronkelijke positie.OPMERKING
Controleer of het duozadel stevig is ver-
grendeld alvorens te gaan rijden.
DAU14732
Voorvork afstellen
WAARSCHUWING
DWA10180
Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolg
zijn.
Deze voorvork is voorzien van stelbouten
voor veervoorspanning, stelknoppen voor
uitgaande demping en stelschroeven voor
ingaande demping.
LET OP
DCA10101
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-
men.
1. Ontgrendelingshendel rugsteun
bestuurderszadel
1. Bout
2. Duozadel
12
1
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1
2
Page 37 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-23
2
34
5
6
7
8
9
Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (a).
Draai om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (b).
Breng de gewenste groef op het stelmecha-
nisme in lijn met het bovenvlak van de vork-
plug.
Uitgaande demping
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelknop op beide vorkpoten in de richting
(a). Draai om de uitgaande demping te ver-
lagen en zo de vering zachter te maken de
stelknop op beide vorkpoten in de richting
(b).
1. Stelbout veervoorspanning
(a)
(b)
1
1. Huidige instelling
2. Vorkplug
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
5
Standaard:
4
Maximum (hard):
1
54321
2 1
1. Stelknop voor uitveerdemping
Afstelling uitgaande demping:
Minimum (zacht):
17 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
12 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid in
de richting (a)
(a)
(b)1
Page 38 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-24
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Ingaande demping
Draai om de ingaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelschroef op beide vorkpoten in de rich-
ting (a). Draai om de ingaande demping te
verlagen en zo de vering zachter te maken
de stelschroef op beide vorkpoten in de
richting (b).
OPMERKING
Door geringe productie-afwijkingen zal het
totaal aantal klikken van een instelmecha-
nisme voor veerdemping niet altijd exact
met bovenstaande specificaties overeenko-
men; het werkelijke aantal klikken vormt
echter wel altijd het complete afstelbereik.
Voor een precieze afstelling is het aan te ra-
den het aantal klikken van elk veerdem-
pingsinstelmechanisme te controleren en
de specificaties dienovereenkomstig aan te
passen.
DAU46491
Schokdemperunit afstellen
Deze schokdemperunit is uitgerust met een
stelknop voor veervoorspanning en met
stelknoppen voor in- en uitgaande dem-
ping.
LET OP
DCA10101
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-
men.
Veervoorspanning
1. Stelschroef voor inveerdemping
1
(b)(a)
Afstelling ingaande demping:
Minimum (zacht):
20 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
12 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelschroef volledig gedraaid
in de richting (a)
1. Stelknop veervoorspanning
(a)
(b)
1
Page 39 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-25
2
34
5
6
7
8
9
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
knop in de richting (a). Draai om de veer-
voorspanning te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelknop in de richting
(b).
OPMERKING
Zet het betreffende merkteken op het afstel-
mechanisme recht tegenover het uiteinde
van de stelknop.
Uitgaande demping
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelknop in de richting (a). Draai om de uit-
gaande demping te verlagen en zo de ve-
ring zachter te maken de stelknop in de
richting (b).
Ingaande demping
Draai om de ingaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelknop in de richting (a). Draai om de in-
gaande demping te verlagen en zo de ve-
ring zachter te maken de stelknop in de
richting (b).
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
11
Standaard:
6
Maximum (hard):
1
5
4
3
2
1
11
67
10
9
8
1. Stelknop voor uitveerdemping
Afstelling uitgaande demping:
Minimum (zacht):
20 klikken in de richting (b)*
Standaard:
12 klikken in de richting (b)*
Maximum (hard):
3 klikken in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid in
de richting (a)
(b)(a)
1
1. Stelknop voor inveerdemping
(b)
(a) 1
Page 40 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-26
1
2
3
4
5
6
7
8
9
OPMERKING
Om een nauwkeurige afstelling te bereiken,
is het raadzaam om het aantal klikken of
slagen te tellen waarmee elk afstelmecha-
nisme van de demping wordt verdraaid. Het
kan voorkomen dat dit afstelbereik vanwe-
ge kleine productieverschillen niet exact
overeenkomt met de opgegeven specifica-
ties.
WAARSCHUWING
DWA10221
Deze schokdemperunit is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunit.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdemperunit niet bloot
aan open vuur of een andere hitte-bron. Hierdoor kan de gasdruk zo
hoog oplopen dat de unit explo-
deert.
Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinder. Schade aan de
cilinder zal resulteren in slechte
dempingsprestaties.
Werp een beschadigde of versleten
schokdemperunit niet zelf weg.
Breng de schokdemperunit voor elk
onderhoud naar een
Yamaha-dealer.
DAU15210
Bagageriembevestiging
Er zijn vier bevestigingspunten voor de ba-
gageriemen: een aan beide passagiers-
voetsteunen en twee onder het
passagierszadel.
Afstelling ingaande demping:
Minimum (zacht):
12 klikken in de richting (b)*
Standaard:
10 klikken in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klikken in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid in
de richting (a)
1. Bagageriembevestiging
1
1