YAMAHA XENTER 150 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: XENTER 150, Model: YAMAHA XENTER 150 2016Pages: 84, PDF Size: 1.99 MB
Page 21 of 84

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-6
1
234
5
6
7
8
9
10
11
12
OPMERKING
Daalt de omgevingstemperatuur tot
onder –10 C, dan wordt geen lagere
temperatuur dan –10 C weergege-
ven.
Stijgt de omgevingstemperatuur tot
boven 40 C, dan wordt geen hogere
temperatuur dan 40 C weergegeven.
De nauwkeurigheid van de tempera-
tuuraflezing kan worden beënvloed
door langzaam rijden (ongeveer onder
20 km/h (12 mi/h)) of door het opont-
houd bij verkeerslichten, spoorweg-overgangen etc.
Klok
De klok op tijd zetten:
1. Houd de “SELECT”-toets en de “RE- SET”-toets tegelijkertijd minstens twee
seconden lang ingedrukt.
2. Als de uuraanduiding begint te knippe- ren, drukt u op de “RESET”-toets om
de uren in te stellen.
3. Druk op de “SELECT”-toets en de mi- nutenaanduiding zal gaan knipperen.
4. Druk op de “RESET”-toets om de mi-
nuten in te stellen.
5. Druk op de “SELECT”-toets en laat
deze dan los om de klok te starten. Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen richting “E” (leeg) naar-
mate het brandstofniveau verder daalt. Ga
zo snel mogelijk tanken als het onderste
segment van de bra
ndstofniveaumeter en
de waarschuwingsindicator brandstofni-
veau “*” gaan knipperen. Wanneer de sleu-
tel naar “ON” wordt gedraaid, lichten eerst
alle displaysegmenten van de brandstofni-
veaumeter kort op en wordt daarna het hui-
dige brandstofniveau weergegeven.
Helderheidsregeling
Met deze functie regelt u de helderheid van
de snelheidsmeterunit, afgestemd op het
aanwezige daglicht.
De helderheid instellen
1. Draai de sleutel naar “OFF”.
2. Druk de “SELECT”-toets in en houd deze ingedrukt.
3. Draai de sleutel naar “ON”, wacht vijf
seconden en laat dan de “SE-
LECT”-toets los. De weergave wisselt
naar de helderheidsregeling.
4. Druk op de “RESET”-toets om de ge- wenste displayhelderheid in te stellen
in de onderstaande volgorde: BL-01 BL-02
BL-03 BL-04 BL-05
BL-01.
5. Draai de sleutel naar “OFF”.
U52SD1D0 6 ページ 2015年9月24日 木曜日 午前10時17分
Page 22 of 84

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-7
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU1234H
StuurschakelaarsLinks
Rechts
DAU12401
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht
en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te gev en. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richting-
aanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAUM1133
Startknop “ ”
Druk bij bekrachtigde voor- of achterrem
deze knop in om de motor via de startmotor
te starten. Zie pagina 5-1 voor startinstruc-
ties voordat u de motor start.
DAUS2012
VoorremhendelDe voorremhendel bevindt zich aan de
rechterzijde van het st uur. Trek deze hendel
naar de gasgreep toe om de voorrem te be-
krachtigen.
Dit model is uitgerust met een gekoppeld
remsysteem.
Aangezien dit systeem mechanisch is, kunt
u extra vrije slag voelen in de voorremhen-
del als de achterremhendel wordt aange-
trokken. Zie “Achterremhendel” voor
gedetailleerde informatie over het gekop-
pelde remsysteem.
1. Dimlichtschakelaar “ / ”
2. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
3. Claxonschakelaar “ ”
1. Startknop “ ”
132
1
1. Voorremhendel
1
U52SD1D0 7 ページ 2015年9月24日 木曜日 午前10時17分
Page 23 of 84

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-8
1
234
5
6
7
8
9
10
11
12
DAUS1963
AchterremhendelDe achterremhendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de achterrem te bekrachtigen.
Dit model is uitgerust met een gekoppeld
remsysteem.
Wanneer u aan de achterremhendel trekt,
wordt de achterrem en een gedeelte van de
voorrem bekrachtigd. Trek beide remhen-
dels tegelijkertijd a an voor maximale rem-
kracht.OPMERKING
Daar het gekoppelde remsysteem me-
chanisch is, kunt u extra vrije slag voe-
len in de voorremhendel als de
achterremhendel wordt aangetrokken.
Het gekoppelde remsysteem functio- neert niet als alleen de voorrem wordt
bekrachtigd.
DAUT3591
TankdopOm de tankdop te verwijderen
1. Open het zadel. (Zie pagina 3-11.)
2. Draai de tankdop naar links en trek hem los.
Om de tankdop aan te brengen 1. Breng de tankdop aan in de vulope- ning van de brandstoftank en draai
deze rechtsom tot de merktekens “ ”
op de dop en de rubber mat tegenover
elkaar staan.
2. Sluit het zadel.
WAARSCHUWING
DWA11092
Na het tanken moet de tankdop goed
1. Achterremhendel
1
1. Tankdop
2. Lijn merktekens uit
1
2
U52SD1D0 8 ページ 2015年9月24日 木曜日 午前10時17分
Page 24 of 84

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-9
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
worden aangedraaid. Door brandstoflek-kage ontstaat brandgevaar.
DAU13222
BrandstofControleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en benzinedampen zijn zeer
brandbaar. Volg de onderstaande in-
structies om brand en ontploffing te
voorkomen en het letselrisico tijdens hettanken te verlagen. 1. Zet alvorens te tanken de motor af en zorg dat er niemand op de machine zit.
Rook nooit tijdens het tanken en tank
nooit in de nabijheid van vonken, open
vuur of andere ontstekingsbronnen zo-
als de waakvlammen van geisers en
kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol. Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vulhals
heeft bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zorgen
dat brandstof uit de brandstoftank
stroomt. 3. Veeg uitgestroomde brandstof onmid-
dellijk af. LET OP: Veeg gemorste
brandstof onmiddellijk af met een
schone, droge, zachte doek, aange-
zien de brandstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is giftig en kan letsel of overlij-
den veroorzaken. Spring zorgvuldig om
met benzine. Probeer nooit om benzine
via de mond over te hevelen. Roep on-
middellijk medische hulp in nadat u ben-
zine heeft ingeslikt, veel benzinedamp
heeft ingeademd of benzine in uw ogen
heeft gekregen. Als benzine op uw huid1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
1
2
U52SD1D0 9 ページ 2015年9月24日 木曜日 午前10時17分
Page 25 of 84

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-10
1
234
5
6
7
8
9
10
11
12
terechtkomt, was deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kledingmorst, trek dan andere kleding aan.
DAU33524
LET OP
DCA11401
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt ern-
stige schade aan inwendige motoron-
derdelen als kleppen en zuigerveren enook aan het uitlaatsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 95 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskosten
beperkt.
DAU13434
UitlaatkatalysatorDit model is uitgerust met een uitlaatkataly-
sator.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Let op het volgende
om brandgevaar of brandwonden te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanraking kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onderhouds-
werkzaamheden uit te voeren.
Laat de motor niet langer dan enke-
le minuten stationair draaien. Lang
stationair draaien kan leiden totoververhitting.
LET OP
DCA10702
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bij
gebruik van loodhoudende benzine zal
onherstelbare schade worden toege-
bracht aan de uitlaatkatalysator.
Voorgeschreven brandstof: Uitsluitend normale loodvrije benzine
Inhoud brandstoftank: 8.0 L (2.1 US gal, 1.8 Imp.gal)
U52SD1D0 10 ページ 2015年9月24日 木曜日 午前10時17分
Page 26 of 84

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-11
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU13933
ZadelOpenen van het zadel 1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Steek de sleutel in het contactslot en draai deze dan linksom naar “OPEN”.OPMERKINGDruk de sleutel niet in terwijl u deze draait.
3. Klap het zadel omhoog.
Sluiten van het zadel 1. Klap het zadel omlaag en druk dan aan om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit het contactslot als
de scooter onbeheerd wordt achterge-
laten.
OPMERKINGControleer of het zadel stevig is vergrendeldalvorens te gaan rijden.
DAUT3711
Voetsteun passagierOm de voetsteun voor passagiers te gebrui-
ken, kunt u hem als volgt uittrekken.
Om de voetsteun voor passagiers in te klap-
pen, kunt u hem terugduwen in de oor-
spronkelijke positie.
1. Draaien.
1
1. Voetsteun voor passagiers
1
U52SD1D0 11 ページ 2015年9月24日 木曜日 午前10時17分
Page 27 of 84

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-12
1
234
5
6
7
8
9
10
11
12
DAUT4870
OpbergcompartimentenLET OP
DCA17841
Let op het volgende bij het gebruik van
de opbergcompartimenten.
De opbergcompartimenten worden
warm bij blootstelling aan zon en/of
warmte van de motor, dus bewaar
er geen etenswaren of voorwerpen
in die slecht tegen warmte kunnen
of die ontvlambaar zijn.
Stop natte voorwerpen in een plas-
tic zak alvorens deze in de opberg-
compartimenten op te bergen en
mee te nemen, om te voorkomen
dat het vocht zich door de opberg-
compartimenten verspreidt.
De opbergcompartimenten kunnen
nat worden als de machine wordt
gereinigd, dus stop voorwerpen die
u daar wilt opbergen en wilt meene-
men ter bescherming in een plastic
zak.
Bewaar geen waardevolle of breek-
bare voorwerpen in de opbergcom-partimenten. Opbergcompartiment voorzijde
Om het opbergcompartiment te openen
Druk op de knop om het deksel van het op-
bergcompartiment te openen.
Om het opbergcompartiment te sluitenDuw het deksel van het opbergcomparti-
ment terug in de oorspronkelijke positie.
WAARSCHUWING
DWA11192
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 0.3 kg (0.7 lb) voor het
voorste opbergcompartiment niet.
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 179 kg (395 lb) voor demachine niet.Achterste opbergcompartiment
Het achterste opbergc
ompartiment bevindt
zich onder het zadel. (Zie pagina 3-11.)
WAARSCHUWING
DWAT1052
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 3 kg (7 lb) voor het achter-
ste opbergcompartiment niet.
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 179 kg (395 lb) voor demachine niet.
OPMERKING
Sommige helmen kunnen vanwege
hun grootte of vorm niet worden weg-
geborgen in het opbergcompartiment.
Laat uw scooter niet onbeheerd achtermet het zadel open.
1. Voorste opbergcompartiment
2. Knop
1
2
1. Achterste opbergcompartiment
1
U52SD1D0 12 ページ 2015年9月24日 木曜日 午前10時17分
Page 28 of 84

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-13
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU46023
Schokdemperunit
WAARSCHUWING
DWA10222
Deze schokdemperunit is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunit.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdemperunit niet bloot
aan open vuur of een andere hitte-
bron. Hierdoor kan de gasdruk zo
hoog oplopen dat de unit explo-
deert.
Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinder. Schade aan de
cilinder zal resulteren in slechte dempingsprestaties.
Werp een beschadigde of versleten
schokdemperunit niet zelf weg.
Breng de schokdemperunit voor elk
onderhoud naar een Yamaha-dea-ler.
DAU15113
Bagagedrager
WAARSCHUWING
DWA10172
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 5 kg (11 lb) van de baga-
gedrager niet.
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 179 kg (395 lb) voor demachine niet.
1. Schokdemperunit
1
1. Bagagedrager
1
U52SD1D0 13 ページ 2015年9月24日 木曜日 午前10時17分
Page 29 of 84

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-14
1
234
5
6
7
8
9
10
11
12
DAUT3482
BagagehouderTrek de bagagehouder naar buiten en be-
weeg het bovenste gedeelte van de baga-
gehouder zoals afgebeeld om er
voorwerpen op te kunnen vastklemmen.
WAARSCHUWING
DWAT1091
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 3 kg (7 lb) voor de baga-
gehouder niet.
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 179 kg (395 lb) voor demachine niet.
1. Bagagehouder
1
U52SD1D0 14 ページ 2015年9月24日 木曜日 午前10時17分
Page 30 of 84

4-1
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
Voor uw veiligheid – c ontroles voor het rijden
DAU15599
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en procedures
voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als u
een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de machi-ne dan nazien door een Yamaha dealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Brandstof Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul indien nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage. 3-9
Motorolie Controleer het olieniveau in de motor.
Vul indien nodig het aanbevolen type olie
bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage. 6-12
Versnellingsbakolie Controleer de machine op olielekkage. 6-14
Koelvloeistof Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig de aanbevolen koelvloei
stof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
Controleer het koelsysteem op lekkage. 6-15
Voorrem Controleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
Stel indien nodig bij.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer het hydraulis ch systeem op lekkage. 6-20, 6-21, 6-22
U52SD1D0 1 ページ 2015年9月24日 木曜日 午前10時17分