YAMAHA XENTER 150 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: XENTER 150, Model: YAMAHA XENTER 150 2016Pages: 84, PDF Size: 1.99 MB
Page 41 of 84

Periodiek onderhoud en afstelling
6-6
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
10 * Balhoofdlagers Controleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid.
Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)
11 *Framebevestiginge
n Controleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn
vastgezet.
12 *Scharnieras van
voorremhendel Smeren met lithiumvet.
13 *Scharnierpunten
van
achterremhendel Smeren met siliconenvet.
14 Middenbok Controleer de werking.
Smeren.
15 * Voorvork Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
16 * Schokdemperunit Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
17 Motorolie Verversen. (Zie pagina 3-2.)
Wanneer het controlelampje olieverversingstermijn gaat branden
[5000 km (3000 mi) na de eerste 1000 km (600 mi) en daarna elke 6000 km (3500 mi)]
Controleer het olieniveau en controleer de machine op
olielekkage. Elke 3000 km (1800 mi)
18 Olie-aanzuigzeef Reinigen. 5000 km (3000 mi) na de eerste 1000 km (600 mi) en daarna elke
6000 km (3500 mi)
19 * Koelsysteem Controleer het koelvloeistofniveau
en controleer de machine op
vloeistoflekkage.
Vervang koelvloeistof. Elke 3 jaar
NR. ITEM
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK
SE
CONTROL E
1000 km
(600 mi) 6000 km
(3500 mi) 12000 km
(7000 mi) 18000 km
(10500 mi) 24000 km
(14000 mi)
U52SD1D0 6 ページ 2015年9月24日 木曜日 午前10時17分
Page 42 of 84

Periodiek onderhoud en afstelling
6-7
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
DAUT2711
OPMERKING
Motorluchtfilter en luch tfilter van V-snaarbehuizing
Het motorluchtfilter van dit model is vo orzien van een geolied papieren filterelement. Reinig het filterelement niet met persl ucht om
beschadiging te voorkomen.
Het luchtfilterelement en het luchtfilter van de V-snaarbehuizing moeten vaker wor den onderhouden bij het rijden in zeer natte of
stoffige gebieden.
Hydraulisch remsysteem
Ververs na het demonteren v an de remhoofdcilinder en remklauw altijd de remvloei stof. Controleer regelmatig het remvloeistofni-
veau en vul het reservoir indien nodig bij.
20 Versnellingsbakolie Controleer de machine op
olielekkage.
21 * V-snaar Vervangen. Wanneer de indicator V-snaarvervanging oplicht
22 *Vo o r - e n
achterremschakelaa
r Controleer de werking.
23 Bewegende delen
en kabels Smeren.
24 * Gasgreep Controleer de werking.
Controleer de vrije slag van de
gasgreep en stel deze indien
nodig af.
Smeer de kabel en het kabelhuis.
25 *Lampen,
richtingaanwijzers
en schakelaars Controleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.
NR. ITEM
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK
SE
CONTROL E
1000 km
(600 mi) 6000 km
(3500 mi) 12000 km
(7000 mi) 18000 km
(10500 mi) 24000 km
(14000 mi)U52SD1D0 7 ページ 2015年9月24日 木曜日 午前10時17分
Page 43 of 84

Periodiek onderhoud en afstelling
6-8
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de remhoofdcilinder en de remklauw worden vervangen en de remvloeistof worden ververst. De remslang dient elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze is gescheurd of beschadigd.
U52SD1D0 8 ページ 2015年9月24日 木曜日 午前10時17分
Page 44 of 84

Periodiek onderhoud en afstelling
6-9
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
DAU18724
Verwijderen en aanbrengen van
de stroomlijn- en framepanelenBij het uitvoeren van sommige in dit hoofd-
stuk beschreven onde rhoudswerkzaamhe-
den moeten het afgebeelde
stroomlijnpaneel en de framepanelen wor-
den verwijderd. Neem deze paragraaf door
wanneer een stroomlijn- of framepaneel
moet worden verwijderd of aangebracht.
DAUT3561
Stroomlijnpaneel A
Verwijderen van stroomlijnpaneel1. Verwijder de schroeven en bouten van het stroomlijnpaneel.
2. Ontkoppel de getoonde stekker, en haal daarna het stroomlijnpaneel los. Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Sluit de stekker aan.
2. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor-
spronkelijke positie.
3. Breng de schroeven en bouten van het stroomlijnpaneel aan.
1. Stroomlijnpaneel A
2. Paneel A
3. Paneel B
4. Paneel C
1
2
3
4
1. Stroomlijnpaneel A
1
1. Kabelaansluiting
1
U52SD1D0 9 ページ 2015年9月24日 木曜日 午前10時17分
Page 45 of 84

Periodiek onderhoud en afstelling
6-10
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
DAUT4881
Paneel A
Om het paneel te verwijderen1. Verwijder de bagagehouder door de bouten los te halen.
2. Verwijder de schroeven en trek dan het paneel naar buiten.
Om het paneel aan te brengen1. Plaats het paneel in de oorspronkelijke positie en breng dan de schroeven
aan.
2. Monteer de bagagehouder door de bouten aan te brengen, en zet de bou-
ten dan vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment. Paneel B
Om het paneel te verwijderen
Verwijder de schroeven en de drukclip en
haal dan het paneel los.
Om het paneel aan te brengenPlaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de drukclip en de schroe-
ven aan. Paneel C
Om het paneel te verwijderen
1. Open het zadel. (Zie pagina 3-11.)
2. Verwijder de schroef en trek het pa-
neel dan los zoals getoond.
1. Bagagehouder
2. Paneel A
2
1
Aanhaalmoment:Bouten bagagehouder:7 Nm (0.7 m·kgf, 5.1 ft·lbf)1. Paneel B
2. Drukclip
1
2
1. Paneel C
1
U52SD1D0 10 ページ 2015年9月24日 木曜日 午前10時17分
Page 46 of 84

Periodiek onderhoud en afstelling
6-11
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
Om het paneel aan te brengen1. Steek de uitsteeksels aan het paneel in de sleuven zoals getoond in de af-
beelding en breng dan de schroeven
aan.
2. Sluit het zadel.
DAUT1837
Bougie controlerenDe bougie is een belangrijk motoronderdeel
dat gemakkelijk te controleren is. Door hitte
en aanslag slijten bougies op de lange duur.
Daarom moeten bougies worden verwijderd
en gecontroleerd volgens het periodieke
onderhouds- en smeerschema. Bovendien
kan aan het uiterlijk van de bougie de con-
ditie van de motor worden afgelezen.
De bougie verwijderen 1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder paneel C. (Zie pagina 6-9.)
3. Verwijder de bougiedop.
4. Verwijder de bougie zoals getoond met behulp van de bougiesleutel in de
boordgereedschapsset. Controleren van de bougie
1. Controleer of de porseleinen isolator
rondom de centrale elektrode van de
bougie een middeldonkere tot lichte
kleur vertoont (de ideale kleur als nor-
maal met het voertuig wordt gereden).
OPMERKINGWanneer de bougie een heel andere kleur
vertoont, werkt de motor mogelijk niet naar
behoren. Probeer dergelijke problemen niet
zelf vast te stellen. Laat in plaats daarvan
uw machine nakijken door een Yamahadealer.
2. Controleer de bougie op afslijting van de elektroden en op overmatige kool-
stof- of andere aanslag. Vervang in-
dien nodig de bougie.
3. Meet de elektrodenafstand met een draadvoelmaat. Stel de afstand indien
nodig af volgens de specificatie.
De bougie monteren 1. Reinig het oppervlak van de bougie-
1. Uitsteeksel
1
1. Bougiesleutel
1
Voorgeschreven bougie: NGK / CPR9EA-9
Elektrodenafstand: 0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)
U52SD1D0 11 ページ 2015年9月24日 木曜日 午前10時17分
Page 47 of 84

Periodiek onderhoud en afstelling
6-12
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
pakking en het pasvlak en verwijder
eventueel vuil uit de schroefdraad van
de bougie.
2. Breng de bougie aan met behulp van de bougiesleutel en zet vast met het
correcte aanhaalmoment.
OPMERKINGAls geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter zo
snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-ment worden aangedraaid.
3. Installeer de bougiedop.
4. Monteer het paneel.
DAUT3703
Motorolie en olie-aanzuigzeefVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de olie-aanzuigzeef
worden gereinigd volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieni veau te controleren
1. Zet de scooter op de middenbok.
Wanneer de machine iets schuin
staat, kan het niveau al foutief worden
afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten om de olie tot
rust te laten komen, verwijder de olie-
vuldop, veeg de peilstok schoon, steek
deze weer in de vulopening (zonder
vast te draaien) en neem dan weer uit
om het olieniveau te controleren.OPMERKINGHet motorolieniveau mo et tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveaustaan. 4. Als de motorolie beneden de merk-
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie van de aanbevolen
soort bij tot het correcte niveau.
5. Steek de peilstok in de vulopening en draai dan de olievuldop vast.
Motorolie verversen en olie-aanzuig-
zeef reinigen 1. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
2. Zet een olieopvangbak onder de motor om de gebruikte olie op te vangen.
3. Verwijder de olievuldop en de aftap-
pluggen A en B om de olie uit het car-
ter te laten stromen. LET OP: Bij het
verwijderen van de olieaftapplug B
Aanhaalmoment:
Bougie:13 Nm (1.3 m·kgf, 9.4 ft·lbf)
1. Olievuldop
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
231
U52SD1D0 12 ページ 2015年9月24日 木曜日 午前10時17分
Page 48 of 84
![YAMAHA XENTER 150 2016 Instructieboekje (in Dutch) Periodiek onderhoud en afstelling
6-13
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
vallen de O-ring, compressieveer
en oliezeef naar buiten. Zorg ervoor
dat u deze onderdelen niet kwijt-
raakt.
[DCAT1022]
4. Reinig de YAMAHA XENTER 150 2016 Instructieboekje (in Dutch) Periodiek onderhoud en afstelling
6-13
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
vallen de O-ring, compressieveer
en oliezeef naar buiten. Zorg ervoor
dat u deze onderdelen niet kwijt-
raakt.
[DCAT1022]
4. Reinig de](/img/51/52555/w960_52555-47.png)
Periodiek onderhoud en afstelling
6-13
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
vallen de O-ring, compressieveer
en oliezeef naar buiten. Zorg ervoor
dat u deze onderdelen niet kwijt-
raakt.
[DCAT1022]
4. Reinig de olie-aanzuigzeef in oplos- middel, controleer hem op schade en
vervang indien nodig.
5. Controleer de o-ring op beschadiging en vervang hem indien nodig.
6. Bevestig de olie-aanzuigzeef, com-
pressieveer, o-ring en aftapplug B.OPMERKINGZorg dat de O-ring correct aanligt.
7. Bevestig de aftapplug A, en draai bei- de aftappluggen daarna vast met hun
juiste aanhaalmoment. 8. Vul bij met de voorgeschreven hoe-
veelheid van de aanbevolen motorolie,
breng dan de olievuldop aan en zet
deze vast.
LET OP
DCA11671
Gebruik geen olie met een
“CD”-dieselspecificatie of een ho-
gere kwaliteit dan gespecificeerd.
Gebruik ook geen olie met een
“ENERGY CONSERVING II” of ho-
gere aanduiding.
Zorg dat er geen verontreinigingenin het carter terecht komen.
9. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
10. Zet de motor af, controleer dan het olieniveau en corrigeer indien nodig.
1. Olievuldop
1. Olieaftapplug A
1
1
1. Olieaftapplug BAanhaalmoment:Olieaftapplug A:
20 Nm (2.0 m·kgf, 14.5 ft·lbf)
Olieaftapplug B: 32 Nm (3.2 m·kgf, 23.1 ft·lbf)
1
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid bij verversing: 1.10 L (1.16 US qt, 0.97 Imp.qt)
U52SD1D0 13 ページ 2015年9月24日 木曜日 午前10時17分
Page 49 of 84

Periodiek onderhoud en afstelling
6-14
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
Het controlelampje olieverversingster-
mijn en de olieverv ersingskilometertel-
ler resettenOPMERKINGHet controlelampje olieverversingstermijn
en de olieverversingskilometerteller kunnen
worden gereset, wanneer “OIL CHANGE”
en “OIL TRIP” op het multifunctionele dis-play verschijnen. (Zie pagina 3-3.)
DAU20067
EindoverbrengingsolieHet eindoverbrengingshuis moet voor elke
rit worden gecontroleerd op olielekkage. In
geval van lekkage dient u de scooter door
een Yamaha dealer te laten nakijken en re-
pareren. Bovendien dient de eindoverbren-
gingsolie als volgt te worden ververst op de
tijdstippen vermeld in het periodieke onder-
houds- en smeerschema. 1. Start de motor, warm de eindoverbren- gingsolie op door enkele minuten te rij-
den en zet dan de motor af.
2. Zet de scooter op de middenbok.
3. Plaats een olieopvangbak onder het eindoverbrengingshuis om de gebruik-
te olie op te vangen.
4. Verwijder de vuldop van de eindover- brengingsolie met de o-ring uit het
eindoverbrengingshuis. 5. Verwijder de aftapplug van de eind-
overbrengingsolie met de pakking om
de olie uit het eindoverbrengingshuis
te laten stromen.
6. Monteer de aftapplug van de eindover- brengingsolie met de nieuwe pakking
en zet de bout vast met het voorge-
schreven aanhaalmoment.
7. Vul met de aangegeven hoeveelheid van de aanbevolen eindoverbren-
gingsolie. WAARSCHUWING! Zorg
ervoor dat geen vreemde materia-
len in het eindoverbrengingshuis
terechtkomen. Zorg ervoor dat1. Vuldop versnellingsbakolie
1
1. Aftapplug versnellingsbakolieAanhaalmoment: Aftapplug eindoverbrengingsolie: 20 Nm (2.0 m·kgf, 14.5 ft·lbf)
1
U52SD1D0 14 ページ 2015年9月24日 木曜日 午前10時17分
Page 50 of 84
![YAMAHA XENTER 150 2016 Instructieboekje (in Dutch) Periodiek onderhoud en afstelling
6-15
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
geen olie op de band of het wiel te-
rechtkomt.
[DWA11312]
8. Plaats de vuldop van de eindoverbren- gingsolie met de nieuwe o-ring en
d YAMAHA XENTER 150 2016 Instructieboekje (in Dutch) Periodiek onderhoud en afstelling
6-15
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
geen olie op de band of het wiel te-
rechtkomt.
[DWA11312]
8. Plaats de vuldop van de eindoverbren- gingsolie met de nieuwe o-ring en
d](/img/51/52555/w960_52555-49.png)
Periodiek onderhoud en afstelling
6-15
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
geen olie op de band of het wiel te-
rechtkomt.
[DWA11312]
8. Plaats de vuldop van de eindoverbren- gingsolie met de nieuwe o-ring en
draai de vuldop vast.
9. Controleer het eindoverbrengingshuis op olielekkage. Zoek in geval van lek-
kage naar de oorzaak.
DAU20071
KoelvloeistofVoor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAUT3693
Controleren van het koelvloeistofniveau
Voor iedere rit moet als volgt het koelvloei-
stofniveau worden gecontroleerd. Ook
moet de koelvloeistof worden ververst vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.1. Zet de machine op de middenbok.OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud is,
temperatuurverschillen zijn namelijk
van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistofni-
veau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutiefworden afgelezen.
2. Open het zadel. (Zie pagina 3-11.)
3. Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-niveau staan.
4. Als het koelvloeistofniveau zich op of onder de merkstreep voor minimumni-
veau bevindt, open dan de reser-
voirdop. (Zie pagina 3-11.)
WAARSCHUWING! Verwijder alleen
de dop van het koelvloeistofreser-
voir. Probeer nooit om de radiator-
vuldop te verwijderen als de motor
koud is.
[DWA15162]
5. Vul koelvloeistof of gedestilleerd waterbij tot aan de merkstreep voor maxi-
mumniveau en bevestig de reser-
voirdop en het paneel. LET OP: Als er
Aanbevolen eindoverbrengingsolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid: 0.20 L (0.21 US qt, 0.18 Imp.qt)1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau
12
U52SD1D0 15 ページ 2015年9月24日 木曜日 午前10時17分