YAMAHA XMAX 125 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2017, Model line: XMAX 125, Model: YAMAHA XMAX 125 2017Pages: 94, PDF Size: 8.12 MB
Page 41 of 94
Gebruik en belangrijke rij-informatie
5-2
5
DAUM3850
De motor starten
LET OP
DCA10251
Zie pagina 5-5 voor instructies over het
inrijden van de motor alvorens de machi-
ne in gebruik wordt genomen.
Het startblokkeringssysteem staat starten
alleen toe als de zijstandaard is opgetrok-
ken.
Zie pagina 3-22 voor meer informatie.
1. Draai de sleutel naar “ON”.
Het volgende waarschuwingslampje,
controlelampje en de volgende indica-
toren moeten enkele seconden op-
lichten en dan uitgaan.
Waarschuwingslampje motor-
storing
Controlelampje startblokkering
Indicator V-snaarvervanging
Olieverversingsindicator
Waarschuwingslampje brand-
stofniveau
LET OP
DCA11834
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet gaat branden wanneer de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid, of
wanneer een waarschuwings- of contro-
lelampje niet dooft, zie dan pagina 3-3
voor een controle van het circuit van het
betreffende waarschuwings- of contro-
lelampje.
Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden als het contactslot op
“ON” wordt gezet en weer uitgaan zo-
dra met een snelheid van 10 km/h
(6 mi/h) of hoger wordt gereden.
LET OP
DCA17682
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
gaat branden en weer uitgaat zoals hier-
boven beschreven, zie dan pagina 3-3
voor een controle van het circuit van het
waarschuwingslampje.
2. Sluit de gasklep volledig.
3. Start de motor door de startknop in te
drukken terwijl de voor- of achterrem
wordt bekrachtigd.
Als de motor niet wil starten, laat dan
de startknop los, wacht een paar se-
conden en probeer het dan opnieuw.
Iedere startpoging moet zo kort mo-
gelijk duren om de accu te sparen.
Laat de startmotor nooit langer dan 10
seconden achtereen draaien.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van de
motor!
1. Achterremhendel
2. Voorremhendel
3. Startknop
U2DMD3D0.book Page 2 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Page 42 of 94
Gebruik en belangrijke rij-informatie
5-3
5
DAU45093
Wegrijden
1. Houd met uw linkerhand de achter-
remhendel ingedrukt, houd met uw
rechterhand de rechterhandgreep
vast en duw de scooter van de mid-
denbok af.
2. Ga schrijlings op het zadel zitten en
stel de achteruitkijkspiegels af.
3. Zet de richtingaanwijzers aan.
4. Controleer op tegemoetkomend ver-
keer en draai voorzichtig aan de gas-
greep (rechts) om weg te rijden.
5. Schakel de richtingaanwijzers uit.
DAU16782
Sneller en langzamer rijden
De rijsnelheid wordt geregeld door de gas-
greep open of dicht te draaien. Draai de
gasgreep richting (a) om sneller te gaan rij-
den. Draai de gasgreep richting (b) om
langzamer te gaan rijden.
1. Handgreep
(a)(b)
U2DMD3D0.book Page 3 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Page 43 of 94
Gebruik en belangrijke rij-informatie
5-4
5
DAU16794
Remmen
WAARSCHUWING
DWA10301
Vermijd hard en abrupt remmen
(met name wanneer u naar één kant
overhelt). De scooter zou namelijk
kunnen slippen of omvallen.
Spoorwegovergangen, tramrails,
ijzeren platen gebruikt in de wegen-
bouw en putdeksels worden in nat-
te toestand zeer glad. U dient deze
obstakels daarom met aangepaste
snelheid te naderen en voorzichtig
te passeren.
Onthoud dat remmen op een nat
wegdek veel moeilijker is.
Rijd langzaam heuvelafwaarts,
remmen kan tijdens afdalingen
soms lastig zijn.
1. Sluit de gasklep volledig.
2. Bekrachtig de voor- en achterrem ge-
lijktijdig en oefen daarbij geleidelijk
meer druk uit.Voor
Achter
U2DMD3D0.book Page 4 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Page 44 of 94
Gebruik en belangrijke rij-informatie
5-5
5
DAU16821
Tips voor een zuinig brandstof-
verbruik
Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:
Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
Voer het toerental niet te hoog op ter-
wijl de motor onbelast draait.
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
DAU16831
Inrijperiode
De belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1000 km (600 mi). Lees daarom de volgen-
de informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit gedurende de eerste 1000 km (600 mi)
niet te zwaar worden belast. De verschillen-
de onderdelen van de motor slijten op el-
kaar in totdat de juiste bedrijfsspelingen zijn
bereikt. Rijd tijdens deze periode nooit
langdurig volgas en vermijd ook andere
manoeuvres die tot oververhitting van de
motor kunnen leiden.
DAUS1841
0–500 km (0–300 mi)
Laat de motor niet langer dan 5000 tpm
achtereen draaien.
500–1000 km (300–600 mi)
Laat de motor niet langer dan 7500 tpm
achtereen draaien. LET OP: Na 1000 km
(600 mi) moeten de motorolie, eindover-
brengingsolie en het oliefilterelement
worden vervangen.
[DCA12932]
1000 km (600 mi) en verder
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.
LET OP
DCA10311
Voer het toerental niet zover op dat
de toerenteller in de rode zone
wijst.
Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
U2DMD3D0.book Page 5 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Page 45 of 94
Gebruik en belangrijke rij-informatie
5-6
5
DAU17214
Parkeren
Zet om te parkeren de motor af en neem
dan de sleutel uit het contactslot.
WAARSCHUWING
DWA10312
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen en brandwonden kun-
nen oplopen.
Parkeer nooit op een helling of een
zachte ondergrond, hierdoor kan
de machine kantelen met mogelijk
brandstoflekkage en brand tot ge-
volg.
Parkeer niet nabij gras of andere
brandbare materialen die vlam zou-
den kunnen vatten.
U2DMD3D0.book Page 6 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Page 46 of 94
Periodiek onderhoud en afstelling
6-1
6
DAUS1824
Door periodiek inspecties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u
ervoor dat uw machine in zo veilig en effi-
ciënt mogelijke conditie blijft. De eige-
naar/bestuurder van de machine is
verplicht de optimale veiligheid te waarbor-
gen. Op de volgende pagina’s wordt de be-
langrijkste informatie met betrekking tot
inspecties, afstellingen en smeerbeurten
gegeven.
De intervalperioden vermeld in de periodie-
ke onderhoudsschema’s moeten worden
beschouwd als een algemene richtlijn on-
der normale rijcondities. Het is echter mo-
gelijk dat de intervalperioden voor
onderhoud moeten worden verkort afhan-
kelijk van het weer, het terrein, de geografi-
sche locatie en individueel gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10322
Het niet of onjuist uitvoeren van onder-
houd aan de machine vergroot het risico
op letsel of overlijden tijdens het uitvoe-
ren van onderhoud of het rijden met de
machine. Als u niet bekend bent met
voertuigonderhoud, laat het onderhoud
dan uitvoeren door uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA15123
Zet voor het uitvoeren van onderhoud de
motor af tenzij anders aangegeven.
Een draaiende motor heeft bewe-
gende delen die lichaamsdelen of
kleding kunnen grijpen en elektri-
sche onderdelen die schokken of
brand kunnen veroorzaken.
Het laten draaien van de motor tij-
dens het uitvoeren van onderhoud
kan leiden tot oogletsel, brandwon-
den, brand of koolmonoxidevergif-tiging, mogelijk met de dood tot
gevolg. Zie pagina 1-2 voor meer in-
formatie over koolmonoxid
e.
WAARSCHUWING
DWA10331
Deze scooter is uitsluitend ontworpen
voor gebruik op verharde wegen. Wan-
neer deze scooter wordt gebruikt in een
abnormaal stoffige, modderige of voch-
tige omgeving, dient het luchtfilterele-
ment vaker te worden gereinigd of te
worden vervangen om snelle slijtage van
de motor te voorkomen. Raadpleeg een
Yamaha dealer voor de juiste onder-
houdsperiodes.
WAARSCHUWING
DWA15461
Remschijven, -klauwen, -trommels en
-voeringen kunnen tijdens het gebruik
zeer heet worden. Laat onderdelen van
het remsysteem afkoelen alvorens deze
aan te raken.
U2DMD3D0.book Page 1 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Page 47 of 94
Periodiek onderhoud en afstelling
6-2
6
DAU17303
Emissiecontroles zorgen niet alleen voor
een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook zeer
belangrijk voor een juiste werking van de
motor en om maximale prestaties te beha-
len. In de volgende periodieke onderhouds-
schema’s is het emissiecontrole-
onderhoud apart gegroepeerd. Dit onder-
houd vereist gespecialiseerde gegevens,
kennis en gereedschap. Onderhoud, ver-
vanging, of reparatie van emissiecontrole-
apparatuur en -systemen kan door elke
gecertificeerde reparateur worden uitge-
voerd (indien van toepassing). Yamaha
dealers beschikken over de training en het
gereedschap om dit onderhoud uit te voe-
ren.
DAU17382
Boordgereedschapsset
De boordgereedschapsset is te vinden on-
der het zadel. (Zie pagina 3-18.)
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Voor
de correcte uitvoering van bepaalde onder-
houdswerkzaamheden kan echter het ge-
bruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel vereist zijn.
OPMERKING
Laat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaalde
werkzaamheden vereist zijn.
1. Boordgereedschapsset
ZAUM1020
U2DMD3D0.book Page 2 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Page 48 of 94
Periodiek onderhoud en afstelling
6-3
6
DAU71020
OPMERKING
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve
wanneer in plaats daarvan een onderhoudsbeurt op kilometerbasis of, voor
Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 30000 km (17500 mi), beginnend vanaf
6000 km (3500 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een
Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereedschap, technische gegevens en vak-
manschap vereist zijn.
DAU71060
Periodiek onderhoudsschema van het uitstootcontrolesysteem
NR. ITEM
1*Brandstofleiding• Controleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigin-
gen.
• Vervang indien nodig.√√√√√
2*Bougie• Controleer de conditie.
• Reinig en stel elektrodenaf-
stand af.√√
• Vervangen.√√
3*Klepspeling• Controleren en afstellen.√√√√
4*Brandstofinjectie• Controleer het stationaire toe-
rental van de motor.√√√√√√
5*Uitlaatsysteem• Controleer op lekkage.
• Zet indien nodig vast.
• Vervang pakking indien nodig.√√√√√X 1000 km CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 miKILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 6 12 18 24
0.63.5710.514
U2DMD3D0.book Page 3 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Page 49 of 94
Periodiek onderhoud en afstelling
6-4
6
DAU71361
Algemeen smeer- en onderhoudsschema
NR. ITEM
1*Diagnostische sy-
steemcontrole• Voer dynamische inspectie uit
met Yamaha diagnosegereed-
schap.
• Controleer de storingscodes.√√√√√√
2*Luchtfilterelement• Vervangen.√√
3Aftapslang luchtfil-
terhuis• Reinigen.√√√√√
4*Luchtfilterelement
in v-snaarbehui-
zing• Reinigen.
• Vervang indien nodig.√√√√√
5*Vo or re m• Controleer de werking, het vloei-
stofniveau en op vloeistoflekka-
ge.
• Vervang de remblokken indien
nodig.√√√√√√
6*Achterrem• Controleer de werking, het vloei-
stofniveau en op vloeistoflekka-
ge.
• Vervang de remblokken indien
nodig.√√√√√√
7*Remslangen• Controleer op scheurtjes en be-
schadigingen.√√√√√
• Vervangen. Elke 4 jaar
8*Remvloeistof• Verversen. Elke 2 jaar
9*Wielen• Controleer de speling en contro-
leer op beschadigingen.
• Vervang indien nodig.√√√√
10*Banden• Controleer op slijtage en be-
schadigingen.
• Vervang indien nodig.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.√√√√√
11*Wiellagers• Controleer op speling of be-
schadigingen.√√√√X 1000 km CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
16121824
0.63.5710.514
U2DMD3D0.book Page 4 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Page 50 of 94
Periodiek onderhoud en afstelling
6-5
6
12*Balhoofdlagers• Controleer of de lagers loszitten.√√√√
• Smeren met gematigde hoeveel-
heid lithiumvet.√
13*Framebevestigin-
gen• Controleer of alle moeren, bou-
ten en schroeven stevig zijn
vastgezet.√√√√√
14Scharnieras van
voorremhendel• Smeren met siliconenvet.√√√√√
15Scharnieras van
achterremhendel• Smeren met siliconenvet.√√√√√
16Zijstandaard, mid-
denbok• Controleer de werking.
• Smeren met lithiumvet.√√√√√
17*Zijstandaardscha-
kelaar• Controleer de werking en ver-
vang indien nodig.√√√√√√
18*Vo or v o rk• Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage.
• Vervang indien nodig.√√√√
19*Schokdemperunits• Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage.
• Vervang indien nodig.√√√√
20 Motorolie• Verversen (warm de motor op al-
vorens olie af te tappen).Bij het eerste interval en wan-
neer de indicator olieverver-
sing gaat knipperen of branden
• Controleer het olieniveau en
controleer de machine op olie-
lekkage.Elke 3000 km (1800 mi)
21 Oliefilterelement• Vervangen.√√√
22*Eindoverbren-
gin
gsolie• Controleer de machine op olie-
lekkage.√√√√√
• Verversen.√√√
23*Koelsysteem• Controleer het koelvloeistofni-
veau en controleer de machine
op vloeistoflekkage.√√√√√
• Verversen. Elke 3 jaar
24*V- s n a a r• Vervangen.Wanneer de indicator V-snaar-
vervanging knippert [elke
18000 km (10500 mi)] NR. ITEM
X 1000 km CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 miKILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
16121824
0.6 3.5 7 10.5 14
U2DMD3D0.book Page 5 Friday, May 27, 2016 8:44 AM