YAMAHA XMAX 125 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2022, Model line: XMAX 125, Model: YAMAHA XMAX 125 2022Pages: 116, PDF Size: 13.56 MB
Page 61 of 116

Voor uw veilighei d – controles voor het rij den
6-1
6
DAU1559B
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en p roce-
dures voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvol doen de inspectie of on derhou d van de machine ver groot het risico op on geval of scha de. Rij d niet met d e machine als u
een pro bleem heb t g evon den. Als een pro bleem niet kan wor den op gelost via de proce dures in d eze handleid ing, laat de machi-
ne dan nazien door een Yamaha dealer.Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Bran dstof • Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
• Vul indien nodig brandstof bij.
• Controleer de brandstofleiding op lekkage.
• Controleer de tankoverloopslang op obstakels, scheuren of beschadiging en
controleer de slangaansluiting. 5-18, 5-19
Motorolie • Controleer het olieniveau in de motor.
• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer de machine op olielekkage. 8-10
Versnellin gsb akolie • Controleer de machine op olielekkage. 8-12
Koelvloeistof • Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om koelvloeistof bij te vullen.
• Controleer het koelsysteem op lekkage. 8-13
Vo or re m • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge- schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 8-20, 8-20, 8-21
UB9YD1D0.book Page 1 Monday, October 11, 2021 1:38 PM
Page 62 of 116

Voor uw veilighei d – controles voor het rij den
6-2
6
Achterrem • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge- schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 8-20, 8-20, 8-21
Gas greep • Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te stel-
len en de kabel en het kabelhuis te smeren. 8-17, 8-23
Be dienin gska bels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig. 8-23
Wielen en ban den • Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig. 8-18, 8-19
Remhen dels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.
8-24
Mi dd enbok, zijstan daar d • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de scharnierpunten.
8-24
Frame bevesti gin gen • Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast. —
Instrumenten, verlichtin g,
si gnalering ssysteem en
schakelaars • Controleer de werking.
• Corrigeer indien nodig.
—
Zijstan daar dschakelaar • Controleer de werking van het startspersysteem.
• Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een Yamaha dealer de machine te
controleren. 5-26
ITEM CONTROLES PAGINA
UB9YD1D0.book Page 2 Monday, October 11, 2021 1:38 PM
Page 63 of 116

Gebruik en belan grijke rij-informatie7-1
7
DAU15952
Lees de gebruikersha ndleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvol doen de vertrouw dhei d met de
b ed ienin gselementen kan lei den tot ver-
lies van d e controle, met mo gelijk een
on geval of letsel tot g evolg.
DAU16831
Inrijperiod eDe belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1000 km (600 mi). Lees daarom de volgen-
de informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit gedurende de eerste 1000 km (600 mi)
niet te zwaar worden belast. De verschillen-
de onderdelen van de motor slijten op el-
kaar in totdat de juiste bedrijfsspelingen zijn
bereikt. Rijd tijdens deze periode nooit
langdurig volgas en vermijd ook andere
manoeuvres die tot oververhitting van de
motor kunnen leiden.
DAUM4310
0–500 km (0–300 mi)
Laat de motor niet langer dan 5000 tpm
achtereen draaien.
500–1000 km (300–600 mi)
Laat de motor niet langer dan 6000 tpm
achtereen draaien. LET OP: Na 1000 km
(600 mi) moet de motorolie wor den ver-
van gen en d e oliezeef wor den gereini gd,
en moet de ein dover bren gin gsolie wor-
d en vervan gen.
[DCA23650]
1000 km (600 mi) en meer
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.
LET OP
DCA10311
Voer het toerental niet zover op dat
d e toerenteller in d e rode zone
wijst.
Als tij dens de inrijperio de motor-
scha de optree dt, vraa g d an direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
UB9YD1D0.book Page 1 Monday, October 11, 2021 1:38 PM
Page 64 of 116

Gebruik en belan grijke rij-informatie
7-2
7
DAUM4460
De motor startenHet startspersysteem staat starten toe
wanneer de zijstandaard omhoog is gezet.
Om de motor te starten1. Zet het contact aan.
2. Controleer of de indicator en het/de
waarschuwingslampje(s) enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan. (Zie
pagina 5-1.)OPMERKINGStart de motor niet als het waarschu-
wingslampje motorstoring blijft bran-
den.
Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden en aan blijven totdat de
machine een snelheid van 10 km/h
(6 mi/h) bereikt.LET OP
DCA24110
Als een waarschuwin gs- of controle-
lampje niet werkt zoals hier boven be-
schreven, vraa g d an uw Yamaha dealer
om de machine te controleren.3. Draai het gas volledig dicht.
4. Druk op de startknop terwijl de voor-
of achterrem wordt bediend. 5. Laat de startkno
p los als de motor
start, of na 5 seconden. Wacht 10 se-
conden voordat u opnieuw op de
knop drukt om de accuspanning weer
te laten opbouwen.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor no g
kou d is, d it verkort de levens duur van d e
motor!
DAUM4280
OPMERKINGDit model is uitgerust met een hellings-
hoeksensor, waarbij de motor afslaat bij
kanteling. In dat geval gaat ook het contro-
lelampje voor storing branden, maar dit
duidt niet op een storing. Schakel de ma-
chinevoeding uit en vervolgens weer in om
het controlelampje uit te zetten. Wanneer u
dit niet, doet zal de motor niet aanslaan,
ook al probeert de startmotor de motor op
gang te brengen na het indrukken van de
startknop.
UB9YD1D0.book Page 2 Monday, October 11, 2021 1:38 PM
Page 65 of 116

Gebruik en belan grijke rij-informatie7-3
7
DAU45093
We grij den1. Houd met uw linkerhand de achter-
remhendel ingedrukt, houd met uw
rechterhand de rechterhandgreep
vast en duw de scooter van de mid-
denbok af.
2. Ga schrijlings op het zadel zitten en stel de achteruitkijkspiegels af.
3. Zet de richtingaanwijzers aan.
4. Controleer op tegemoetkomend ver- keer en draai voorzichtig aan de gas-
greep (rechts) om weg te rijden.
5. Schakel de richtingaanwijzers uit.
DAU16782
Sneller en lan gzamer rij denDe rijsnelheid wordt geregeld door de gas-
greep open of dicht te draaien. Draai de
gasgreep richting (a) om sneller te gaan rij-
den. Draai de gasgreep richting (b) om
langzamer te gaan rijden.
DAU60650
Remmen
WAARSCHUWING
DWA17790
Vermij d har d en a brupt remmen
(met name wanneer u naar één kant
overhelt). Hier door zou de machine
kunnen slippen of kantelen.
Spoorweg overgan gen, tramrails,
ijzeren platen geb ruikt in de weg en-
b ouw en put deksels wor den in nat-
te toestan d zeer g lad. U d ient deze
o bstakels daarom met aan gepaste
snelhei d te na deren en voorzichti g
te passeren.
Onthou d d at remmen op een nat
we gdek veel moeilijker is.
Rijd lan gzaam heuvelafwaarts,
remmen kan tij dens af dalin gen
soms lasti g zijn.1. Sluit de gasklep volledig.
2. Bekrachtig de voor- en achterrem ge-
lijktijdig en oefen daarbij geleidelijk
meer druk uit.
1. HandgreepZAUM1933
1
ZAUM1934
(a)(b)
UB9YD1D0.book Page 3 Monday, October 11, 2021 1:38 PM
Page 66 of 116

Gebruik en belan grijke rij-informatie
7-4
7
Voor
Achter
DAU16821
Tips voor een zuini g b ran dstof-
ver bruikHet brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:
Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
Voer het toerental niet te hoog op ter-
wijl de motor onbelast draait.
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
DAUW4891
Parkeren Schakel als u wilt parkeren het stop-start-
systeem uit en stop vervolgens de motor.
Zet na het uitschakelen van het contactslot
de Smart-sleutel uit en neem deze mee.
WAARSCHUWING
DWA18840
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet wor den, parkeer
d us op een plek waar voet gan gers
of kin deren niet g emakkelijk met
d eze on der delen in aanrakin g kun-
nen komen en bran dwon den kun-
nen oplopen.
Parkeer nooit op een hellin g of een
zachte on der gron d, hier door kan
d e machine kantelen met mo gelijk
b ran dstoflekka ge en b rand tot g e-
vol g.
Parkeer niet na bij gras of an dere
b ran dbare materialen die vlam zou-
d en kunnen vatten.
Als het stop-startsysteem in ge-
schakel d b lijft, kan de accu ontla-
d en raken en kan d e motor mogelijk
niet meer wor den gestart vanwe ge
onvol doe
n d e accuspannin g.
ZAUM1935ZAUM1936
UB9YD1D0.book Page 4 Monday, October 11, 2021 1:38 PM
Page 67 of 116

Gebruik en belan grijke rij-informatie7-5
7
OPMERKINGZelfs als de machine is geparkeerd op een
locatie die wordt afgescheiden door een
hek of een glazen ruit, kunnen andere per-
sonen de motor starten en de machine be-
dienen als de Smart-sleutel zich binnen het
bereik bevindt. Schakel de Smart-sleutel uit
wanneer u de machine achterlaat. (Zie pa-
gina 3-9.)
UB9YD1D0.book Page 5 Monday, October 11, 2021 1:38 PM
Page 68 of 116

Periodiek on derhou d en afstelling
8-1
8
DAUS1824
Door periodiek inspecties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u
ervoor dat uw machine in zo veilig en effi-
ciënt mogelijke conditie blijft. De eige-
naar/bestuurder van de machine is
verplicht de optimale veiligheid te waarbor-
gen. Op de volgende pagina’s wordt de be-
langrijkste informatie met betrekking tot
inspecties, afstellingen en smeerbeurten
gegeven.
De intervalperioden vermeld in de periodie-
ke onderhoudsschema’s moeten worden
beschouwd als een algemene richtlijn on-
der normale rijcondities. Het is echter mo-
gelijk dat de intervalperioden voor
onderhoud moeten worden verkort afhan-
kelijk van het weer, het terrein, de geografi-
sche locatie en individueel gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10322
Het niet of onjuist uitvoeren van on der-
hou d aan d e machine ver groot het risico
op letsel of overlij den tij dens het uitvoe-
ren van on derhou d of het rij den met de
machine. Als u niet beken d b ent met
voertui gon derhou d, laat het on derhou d
d an uitvoeren d oor uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA15123
Zet voor het uitvoeren van on derhou d d e
motor af tenzij an ders aan geg even.
Een draaien de motor heeft bewe-
g en de delen die lichaamsd elen of
kled ing kunnen grijpen en elektri-
sche on der delen die schokken of
b ran d kunnen veroorzaken.
Het laten d raaien van d e motor tij-
d ens het uitvoeren van on derhou d
kan lei den tot oo gletsel, bran dwon-
d en, bran d of koolmonoxi dever gif-
ti g in g, mo gelijk met de dood tot
g evol g. Zie pa gina 1-2 voor meer in-
formatie over koolmonoxi de.
WAARSCHUWING
DWA10331
Deze scooter is uitsluiten d ontworpen
voor geb ruik op verhar de we gen. Wan-
neer deze scooter wor dt geb ruikt in een
a b normaal stoffi ge, mo dderige of voch-
ti g e omg eving, dient het luchtfilterele-
ment vaker te wor den gereini gd of te
wor den vervan gen om snelle slijta ge van
d e motor te voorkomen. Raa dplee g een
Yamaha dealer voor de juiste on der-
hou dsperio des.
WAARSCHUWING
DWA15461
Remschijven, -klauwen, -trommels en
-voerin gen kunnen tij dens het geb ruik
zeer heet wor den. Laat on der delen van
het remsysteem afkoelen alvorens deze
aan te raken.
UB9YD1D0.book Page 1 Monday, October 11, 2021 1:38 PM
Page 69 of 116

Periodiek on derhoud en afstelling
8-2
8
DAU17303
Emissiecontroles zorgen niet alleen voor
een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook zeer
belangrijk voor een juiste werking van de
motor en om maximale prestaties te beha-
len. In de volgende periodieke onderhouds-
schema’s is het emissiecontrole-
onderhoud apart gegroepeerd. Dit onder-
houd vereist gespecialiseerde gegevens,
kennis en gereedschap. Onderhoud, ver-
vanging, of reparatie van emissiecontrole-
apparatuur en -systemen kan door elke
gecertificeerde reparateur worden uitge-
voerd (indien van toepassing). Yamaha
dealers beschikken over de training en het
gereedschap om dit onderhoud uit te voe-
ren.
DAU85230
GereedschapssetDe gereedschapsset bevindt zich op de
aangegeven plaats.
De informatie in deze handleiding en het
gereedschap in de gereedschapsset zijn
bedoeld om u te ondersteunen bij het uit-
voeren van preventief onderhoud en kleine-
re reparaties. Voor de correcte uitvoering
van bepaalde onderhoudswerkzaamheden
is echter het gebruik van een momentsleu-
tel en ander gereedschap vereist.OPMERKINGLaat werkzaamheden uitvoeren door een
Yamaha dealer als u niet beschikt over de
daarvoor vereiste gereedschappen of erva-
ring.1. GereedschapssetZAUM1937
1
UB9YD1D0.book Page 2 Monday, October 11, 2021 1:38 PM
Page 70 of 116

Periodiek on derhou d en afstelling
8-3
8
DAU71021
OPMERKING De jaarlijkse controles moeten elk jaar wor den uit gevoer d, b ehalve wanneer in plaats daarvan een on derhou dsb eurt op af-
stan dsb asis wor dt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 30000 km (17500 mi), beginnend vanaf 6000 km (3500 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal ge-
reedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
DAU71041
Perio diek on derhou dsschema voor het uitstootcontrolesysteemNR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 6000 km
(3500 mi) 12000 km
(7000 mi) 18000 km
(10500 mi) 24000 km
(14000 mi)
1 *Bran dstoflei din g • Controleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigingen.
• Vervang indien nodig.
2 *Bou gie • Controleer de conditie.
• Reinig en stel elektrodenafstand
af.
• Vervangen.
3 *Klepspelin g • Controleren en afstellen.
4 *Bran dstofinjectie • Controleer het stationaire toeren-
tal van de motor.
5 *Uitlaatsysteem • Controleer op lekkage.
• Zet indien nodig vast.
• Vervang pakking indien nodig.
6 *Uitstootcontrolesy-
steem voor
benzi-
ne dampen • Controleer het controlesysteem
op beschadiging.
• Vervang indien nodig.
UB9YD1D0.book Page 3 Monday, October 11, 2021 1:38 PM