YAMAHA XSR 900 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2017, Model line: XSR 900, Model: YAMAHA XSR 900 2017Pages: 102, PDF Size: 7.37 MB
Page 51 of 102

6-1
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
Periodiek onderhoud en afstelling
DAU17246
Door periodiek inspecties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u er-
voor dat uw machine in zo veilig en efficiënt
mogelijke conditie blijft. De eigenaar/be-
stuurder van de machine is verplicht de op-
timale veiligheid te waarborgen. Op de
volgende pagina’s wordt de belangrijkste in-
formatie met betrekking tot inspecties, af-
stellingen en smeerbeurten gegeven.
De intervalperioden vermeld in de periodie-
ke onderhoudsschema’s moeten worden
beschouwd als een algemene richtlijn onder
normale rijcondities. Het is echter mogelijk
dat de intervalperioden voor onderhoud
moeten worden verkor t afhankelijk van het
weer, het terrein, de geografische locatie en
individueel gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10322
Het niet of onjuist uitvoeren van onder-
houd aan de machine vergroot het risico
op letsel of overlijden tijdens het uitvoe-
ren van onderhoud of het rijden met de
machine. Als u niet bekend bent met
voertuigonderhoud, laat het onderhouddan uitvoeren door uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA15123
Zet voor het uitvoeren van onderhoud de motor af tenzij anders aangegeven.
Een draaiende motor heeft bewe-
gende delen die lichaamsdelen of
kleding kunnen grijpen en elektri-
sche onderdelen die schokken of
brand kunnen veroorzaken.
Het laten draaien van de motor tij-
dens het uitvoeren van onderhoud
kan leiden tot oogletsel, brandwon-
den, brand of koolmonoxidevergif-
tiging, mogelijk met de dood tot
gevolg. Zie pagina 1-2 voor meer in-formatie over koolmonoxide.WAARSCHUWING
DWA15461
Remschijven, -klauwen, -trommels en
-voeringen kunnen tijdens het gebruik
zeer heet worden. Laat onderdelen van
het remsysteem afkoelen alvorens dezeaan te raken.
DAU17303
Emissiecontroles zorgen niet alleen voor
een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook zeer
belangrijk voor een juiste werking van de
motor en om maximale prestaties te beha-
len. In de volgende periodieke onderhouds-
schema’s is het emissiecontrole-onderhoud
apart gegroepeerd. Dit onderhoud vereist
gespecialiseerde gegevens, kennis en ge-
reedschap. Onderhoud, vervanging, of re-
paratie van emissiecontroleapparatuur en
-systemen kan door elke
gecertificeerde re-
parateur worden uitgev oerd (indien van toe-
passing). Yamaha dealers beschikken over
de training en het gereedschap om dit on-
derhoud uit te voeren.
Page 52 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-2
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
DAU39692
BoordgereedschapssetDe boordgereedschapsset bevindt zich aan
de onderkant van het zadel. (Zie
pagina 3-21.)
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Voor
de correcte uitvoering van bepaalde onder-
houdswerkzaamheden kan echter het ge-
bruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel vereist zijn.OPMERKINGLaat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaalde
werkzaamheden vereist zijn.
1. Boordgereedschapsset
1
Page 53 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-3
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
DAU71031
OPMERKING
De jaarlijkse controles moeten elk jaar worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onderhoudsbeurt op af-
standsbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uit gevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereed-schap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
DAU71051
Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteemNR. ITEM CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km (600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
1 * Brandstofleiding Controleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigingen.
Vervang indien nodig. √√√√√
2*Bougies Controleer de conditie.
Reinig en stel elektrodenafstand
af. √√
Vervangen. √√
3 * Klepspeling Controleren en afstellen. Elke 40000 km (24000 mi)
4 * Brandstofinjectie Controleer het stationaire
toerental van de motor. √√√√√√
Controleer de synchronisatie en stel deze af. √√√√√
5 * Uitlaatsysteem Controleer op lekkage.
Zet indien nodig vast.
Vervang pakkingen indien nodig. √√√√√
Page 54 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-4
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
6* Uitstootcontrolesy-
steem voor benzine-
dampen Controleer het controlesysteem
op beschadiging.
Vervang indien nodig. √√
7 * Luchtinlaatsysteem Controleer de luchtafsluitklep, de
membraanklep en de slang op
beschadiging.
Vervang beschadigde onderdelen indien nodig. √√√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km (600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
Page 55 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-5
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
DAU71351
Algemeen smeer- en onderhoudsschemaNR. ITEM CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km (600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
1* Diagnostische
systeemcontrole Voer dynamische inspectie uit met
Yamaha diagnosegereedschap.
Controleer de storingscodes. √√√√√√
2 * Luchtfilterelement Vervangen. Elke 40000 km (24000 mi)
3 Koppeling Controleer de werking.
Afstellen. √√√√√
4 * Voorrem Controleer de werking, het
vloeistofniveau en op
vloeistoflekkage.
Vervang de remblokken indien nodig. √√√√√√
5*Achterrem Controleer de werking, het
vloeistofniveau en op
vloeistoflekkage.
Vervang de remblokken indien nodig. √√√√√√
6*Remslangen Controleer op scheurtjes en
beschadigingen. √√√√√
Vervangen. Elke 4 jaar
7 * Remvloeistof Verversen. Elke 2 jaar
8 * Wielen Controleer de speling en
controleer op beschadigingen.
Vervang indien nodig. √√√√
9*Banden Controleer op slijtage en
beschadigingen.
Vervang indien nodig.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig. √√√√√
Page 56 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-6
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
10 * Wiellagers Controleer op speling of
beschadigingen. √√√√
11 * Lagers
scharnierpunt
achterbrug Controleer op een correcte
werking en overmatige speling. √√√√
12 Aandrijfketting Controleer de spanning, uitlijning
en conditie van de aandrijfketting.
Stel de ketting af en smeer deze grondig met een speciale smering
voor o-ringkettingen. Elke 1000 km (600 mi) en nadat de motorfiets is gewassen of ermee in de regen
of vochtige gebieden is gereden
13 * Balhoofdlagers Controleer of de lagers loszitten.
√√ √
Smeren met gematigde hoeveelheid lithiumvet. √√
14 * Framebevestigin-
gen Controleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn
vastgezet. √√√√√
15 Scharnieras van
remhendel Smeren met siliconenvet.
√√√√√
16 Scharnieras van
rempedaal Smeren met lithiumvet.
√√√√√
17 Scharnieras van
koppelingshendel Smeren met lithiumvet.
√√√√√
18 Scharnieras van
schakelpedaal Smeren met lithiumvet.
√√√√√
19 Zijstandaard Controleer de werking.
Smeren met lithiumvet. √√√√√
20 * Zijstandaardscha-
kelaar Controleer de werking en vervang
indien nodig. √√√√√√
21 * Voorvork Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
Vervang indien nodig. √√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km (600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
Page 57 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-7
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
22 * Schokdemperunit Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
Vervang indien nodig. √√√√
23 * Relaisarm achter-
wielophanging en
scharnierpunten
verbindingsarm Controleer de werking.
√√√√
24 Motorolie Verversen (warm de motor op
alvorens olie af te tappen).
Controleer het olieniveau en controleer de machine op
olielekkage. √√√√√√
25 Oliefilterpatroon Vervangen. √√√
26 * Koelsysteem Controleer het koelvloeistofniveau
en controleer de machine op
vloeistoflekkage. √√√√√
Verversen. Elke 3 jaar
27 * Voor- en achterrem-
schakelaar Controleer de werking.
√√√√√√
28 * Bewegende delen
en kabels Smeren.
√√√√√
29 * Gasgreephuis en
gaskabel Controleer werking en vrije slag.
Stel de vrije slag van de gaskabel
af indien nodig.
Smeer het gasgreephuis en de gaskabel. √√√√√
30 * Lampen,
richtingaanwijzers
en schakelaars Controleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.
√√√√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km (600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
Page 58 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-8
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
DAU72800
OPMERKING
Luchtfilter
Het luchtfilter op dit model is voorzien v an een geolied papieren filterelement. Reinig dit niet met perslucht om beschadiging te
voorkomen.
Het luchtfilterelement moet u vaker vervangen als u vaak in extreem vochtige of stoffige gebieden rijdt.
Hydraulisch remsysteem
Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdr emcilinders en de remklauwen worden vervangen en de remvloei-
stof worden ververst. De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
Page 59 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-9
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
DAU19653
Controleren van de bougiesBougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door verhit-
ting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. De conditie van de bougies kan daar-
naast veel duidelijk maken over de conditie
van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin ver-
kleurd zijn (de ideale kleur als normaal met
het voertuig wordt gereden), en alle bougies
in de motor horen dezelfde verkleuring te
hebben. Wanneer een bougie een heel an-
dere kleur vertoont, werkt de motor mogelijk
niet naar behoren. Probeer dergelijke pro-
blemen niet zelf vast te stellen. Laat in
plaats daarvan uw machine nakijken door
een Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt. Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie.
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
OPMERKINGAls geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slagverder te draaien. De bougie moet echter zo
snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.LET OP
DCA10841
Gebruik geen gereedschap om de bou-
giedop te verwijderen
of aan te brengen,
om de bobinekabel niet te beschadigen.
De bougiedop is mogelijk lastig te ver-
wijderen omdat de rubber afdichting aan
het uiteinde stevig vastzit. Haal de bou-
giedop los door hem heen en weer te
draaien en tegelijkertijd los te trekken;
breng de bougiedop aan door heen en
weer te draaien en tegelijkertijd aan tedrukken.
Voorgeschreven bougie: NGK/CPR9EA9
1. ElektrodenafstandElektrodenafstand:0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)
Aanhaalmoment: Bougie:
13 N·m (1.3 kgf·m, 9.4 lb·ft)
Page 60 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-10
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
DAU36112
FilterbusDit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsinrichting
van de filterbus op verstopping en rei-
nig deze indien nodig.
DAU1990C
Motorolie en oliefilterpatroonVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon wor-
den vervangen volgens de intervalperioden
vermeld in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
Om het motorolieniveau te controleren 1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop. Wanneer
de machine iets schuin staat, kan het
niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot
rust is gekomen en controleer dan het
olieniveau via het kijkglas rechts onder
in het carter.OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveaustaan. 4. Als de motorolie beneden de merk-
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie van de aanbevolen
soort bij tot het correcte niveau.
OPMERKINGControleer de O-ring op beschadiging envervang deze indien nodig.
1. Filterbus
2. Ontluchtingsslang filterbus
1
2
1. Olievuldop
2. Kijkglas olieniveau
3. Merkstreep maximumniveau
4. Merkstreep minimumniveau
1
2
34