YAMAHA XT1200Z 2010 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2010, Model line: XT1200Z, Model: YAMAHA XT1200Z 2010Pages: 106, PDF Size: 2.96 MB
Page 81 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-26
6
DAUM1651
Achterbrugscharnierpunten
smeren De achterbrugscharnierpunten moeten
worden gesmeerd door een Yamaha dealer
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
DAU23272
Voorvork controleren De conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werking te controleren1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
U23PD0D0.book Page 26 Thursday, March 4, 2010 1:00 PM
Page 82 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
LET OP
DCA10590
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer te repareren of te contro- leren.
DAU45511
Stuursysteem controleren Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursys-
teem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema. 1. Zet de machine op de middenbok.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Houd de voorvorkpoten aan het onder-ste uiteinde beet en probeer ze naar
voren en achteren te bewegen. Als
speling wordt gevoeld, vraag dan een
Yamaha dealer het stuursysteem te in-
specteren of repareren.
DAU23291
Controleren van wiellagers De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
U23PD0D0.book Page 27 Thursday, March 4, 2010 1:00 PM
Page 83 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
6
DAU34224
Accu De accu bevindt zich achter stroomlijnpa-
neel A. (Zie pagina 6-8.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden bij-
gevuld. Het is echter wel nodig om de accu-
kabelverbindingen te controleren en, indien
nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10760
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uwogen altijd bij werkzaamheden nabij
accu
’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt. UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
Accu ’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’ S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16520
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een spe-
ciale acculader (met constante span-
ning) vereist. Bij gebruik van een
conventionele acculader raakt de accu
beschadigd. Als u niet beschikt over een
acculader met constante spanning, laat
de accu dan opladen door uw Yamaha
dealer.Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan- ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Draai voordat u de accu verwij-
dert de sleutel naar “OFF ” en haal
dan eerst de negatieve kabel en
daarna de positieve kabel los.
[DCA16302]
2. Als de accu langer dan twee maanden wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
1. Positieve accukabel (rood)
2. Negatieve accukabel (zwart)
3. Accu1
3
2
U23PD0D0.book Page 28 Thursday, March 4, 2010 1:00 PM
Page 84 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
6
4. Controleer na installatie of de accuka-bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen.LET OP
DCA16530
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden tot
permanente accuschade.
DAU49581
Zekeringen vervangen De zekeringenkastjes en de zekering van
de ABS-motor bevinden zich achter stroom-
lijnpaneel A en de hoofdzekering bevindt
zich achter stroomlijnpaneel B. (Zie pagina
6-8.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.1. Draai de contactsleutel naar “OFF ” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.1. Zekering ABS-motor
2. Reservezekering ABS-pompmotor
3. Hoofdzekering
4. Zekeringenkastje
1 2
3
4
1. Koplampzekering
2. Zekering van de ABS-solenoï deklep
3. Zekering elektronische smoorklep
4. Zekering brandstofinjectiesysteem
5. Backup-zekering (voor klok en startblokkeer- systeem)
6. Zekering radiatorkoelvin
7. Zekering ontstekingssysteem
8. Zekering signaleringssysteem
9. Zekering ABS-regeleenheid
10.Circuitzekering aansluitcontact voor acces- soires
11.Zekering achterlichtcircuit
12.O/P (optie) zekering
13.Reservezekering
78912
13
13
1110
124563
U23PD0D0.book Page 29 Thursday, March 4, 2010 1:00 PM
Page 85 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
6
2. Verwijder de doorgebrande zekeringen breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven amp èrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15131]
3. Draai de contactsleutel naar “ ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering: 20.0 A
Zekering achterlichtcircuit: 7.5 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem: 20.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 20.0 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 10.0 A
Zekering van de ABS-soleno ïde-
klep: 20.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
7.5 A
Circuitzekering aansluitcontact voor
accessoires:
3.0 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
O/P (optie) zekering: 20.0 A
U23PD0D0.book Page 30 Thursday, March 4, 2010 1:00 PM
Page 86 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
DAU39012
Koplampgloeilamp vervangen De koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Vervang een koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
1. Verwijder de gloeilampkap door deze
linksom te draaien.
2. Maak de koplampstekker los. 3. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
5. Sluit de koplampstekker aan.1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Gloeilampkap
1
1. Koplampstekker
1. Koplampgloeilamp
2. Gloeilamphouder
1
1
2
U23PD0D0.book Page 31 Thursday, March 4, 2010 1:00 PM
Page 87 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
6. Monteer de gloeilampkap door dezerechtsom te draaien.
7. Vraag indien nodig een Yamaha dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
DAU24181
Achterlicht/remlichtunit Dit model is uitgerust met een LED-type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
DAU24204
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen 1. Verwijder de lamplens van de richtin-gaanwijzer door de schroeven te ver-
wijderen.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te
draaien.1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Schroef
1
2
U23PD0D0.book Page 32 Thursday, March 4, 2010 1:00 PM
Page 88 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef aan te brengen. LET OP: Draai de
schroef niet te vast, hierdoor kan de
lens breken.
[DCA11191] DAU49720
Gloeilamp kentekenverlichting
vervangen 1. Verwijder de bouten van kentekenver-
lichtingunit.
2. Verwijder de gloeilampfitting van de kentekenverlichting (samen met de
gloeilamp) door deze eerst linksom te
draaien en daarna eruit te trekken. 3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting.
5. Breng de fitting (samen met de gloei- lamp) aan door deze eerst in te druk-
ken en daarna rechtsom te draaien
totdat hij stuit.
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
1
1. Kentekenverlichtingsunit
2. Bout
2
1
1. Gloeilampfitting kentekenverlichting
1. Gloeilamp kentekenverlichting
1
1
U23PD0D0.book Page 33 Thursday, March 4, 2010 1:00 PM
Page 89 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
6
6. Plaats de kentekenverlichtingunit in deoorspronkelijke positie en breng dan
de bouten aan.
DAU49622
Parkeerlichtgloeilamp vervangen Dit model is voorzien van twee parkeerlich-
ten. Vervang een parkeerlichtgloeilamp als
volgt als deze is doorgebrand.1. Verwijder de kuipruit door de schroe- ven los te halen.
2. Verwijder het paneel door de drukclips los te halen. 3. Verwijder de kap van de koplampunit
door de bouten los te halen.
4. Verwijder de bouten van de koplampu- nit en trek de koplampunit iets naar
buiten, waarbij u ervoor zorgt dat deze1. Kuipruit
2. Schroef
1
2
2
1. Paneel
2. Drukclip
1. Kap van koplampunit
2. Bout
2
1
2
2 1
U23PD0D0.book Page 34 Thursday, March 4, 2010 1:00 PM
Page 90 of 106
![YAMAHA XT1200Z 2010 Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
6
ondersteund blijft. LET OP: Let erop
dat niet aan de koplampbedrading
wordt getrokken.
[DCA16810]
5. Verwijder de fitting van de parkeer- lichtgloeilamp (sa YAMAHA XT1200Z 2010 Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
6
ondersteund blijft. LET OP: Let erop
dat niet aan de koplampbedrading
wordt getrokken.
[DCA16810]
5. Verwijder de fitting van de parkeer- lichtgloeilamp (sa](/img/51/53159/w960_53159-89.png)
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
6
ondersteund blijft. LET OP: Let erop
dat niet aan de koplampbedrading
wordt getrokken.
[DCA16810]
5. Verwijder de fitting van de parkeer- lichtgloeilamp (samen met de gloei-
lamp) door deze linksom te draaien. 6. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
7. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting.
8. Monteer de fitting van de parkeerlicht- gloeilamp (samen met de gloeilamp)
door deze in te drukken en rechtsom te
draaien. 9. Monteer de koplampunit door de bou-
ten aan te brengen en zet deze dan
vast met het voorgeschreven aanhaal-
moment.
10. Monteer de kap van de koplampunit door de bouten aan te brengen.
11. Monteer het paneel door de drukclips aan te brengen.
12. Monteer de kuipruit door de schroeven aan te brengen en zet deze dan vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment. WAARSCHUWING! Een los-
zittende kuipruit kan een ongeluk
veroorzaken. Draai de schroeven
vast met het voorgeschreven aan-
haalmoment.
[DWA15510]
1. Koplampunit
2. Bout
1. Koplampdraad
1
2
2
1
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
1. Parkeerlichtgloeilamp
1
1
Aanhaalmoment:Bout koplampunit:7 Nm (0.7 m ·kgf, 5.1 ft ·lbf)
Aanhaalmoment: Kuipruitschroef:0.5 Nm (0.05 m ·kgf, 0.36 ft· lbf)
U23PD0D0.book Page 35 Thursday, March 4, 2010 1:00 PM