YAMAHA XT660R 2007 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2007, Model line: XT660R, Model: YAMAHA XT660R 2007Pages: 92, PDF Size: 3.43 MB
Page 41 of 92
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-3
6
8*RemslangenControleer op scheurtjes en beschadigingen.√√√√ √
Vervangen. Elke 4 jaar
9*WielenControleer de speling en de spaakspanning en controleer
op beschadigingen.
Trek indien nodig de spaken aan.√√√√√
10*BandenControleer op slijtage en beschadigingen.
Vervang indien nodig.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.√√√√ √
11*WiellagersControleer op speling of beschadigingen.√√√√
12*AchterbrugControleer op een correcte werking en overmatige spe-
ling.√√√√
13 AandrijfkettingControleer de spanning, uitlijning en conditie van de aan-
drijfketting.
Stel de ketting af en smeer deze grondig met een speciale
smering voor o-ringkettingen.Elke 500 km en na elke wasbeurt of rit in de regen
14*BalhoofdlagersControleer de lagers op speling en oppervlakteruwheid.√√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km
15*FramebevestigingenControleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn
vastgezet.√√√√ √
16 ZijstandaardControleer de werking.
Smeren.√√√√ √
17*ZijstandaardschakelaarControleer de werking.√√√√√ √
18*Vo o r v o r kControleer op een correcte werking en olielekkage.√√√√
19*SchokdemperunitControleer op een correcte werking en olielekkage.√√√√ NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (× 1000 km) JAAR-
LIJKSE
CON-
TROLE 1 10203040
U5VKD1D0.book Page 3 Friday, July 21, 2006 9:15 AM
Page 42 of 92
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-4
6
20*Relaisarm achterwie-
lophanging en schar-
nierpunten
verbindingsarmControleer de werking.√√√√
21*BrandstofinjectieStel het stationair toerental af.√√√√√ √
22 MotorolieVerversen.
Controleer het olieniveau en controleer de machine op
olielekkage.√√√√√ √
23 OliefilterelementVervangen.√√√
24*KoelsysteemControleer het koelvloeistofniveau en controleer de ma-
chine op vloeistoflekkage.√√√√ √
Verversen. Elke 3 jaar
25*Voor- en achterrem-
schakelaarControleer de werking.√√√√√ √
26Bewegende delen en
kabelsSmeren.√√√√ √
27*Gaskabelhuis en gas-
kabelControleer de werking en speling.
Stel indien nodig de speling af.
Smeer het gaskabelhuis en de gaskabel.√√√√ √
28*LuchtinlaatsysteemControleer de luchtafsluitklep, de membraanklep en de
slang op beschadiging.
Vervang indien nodig het volledige luchtinlaatsysteem.√√√√ √
29*Uitlaatdempers en uit-
laatpijpenControleer of de schroefklemmen goed vastzitten.√√√√√ √
30*Lampen, richtingaan-
wijzers en schakelaarsControleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.√√√√√ √ NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (× 1000 km) JAAR-
LIJKSE
CON-
TROLE 1 10203040U5VKD1D0.book Page 4 Friday, July 21, 2006 9:15 AM
Page 43 of 92
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-5
6
DAUM1890
OPMERKING:
Vervang het luchtfilterelement vaker als u in zeer stoffige of vochtige gebieden rijdt.
Hydraulisch remsysteem
Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinder worden vervangen en de remvloeistof worden ververst.De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
U5VKD1D0.book Page 5 Friday, July 21, 2006 9:15 AM
Page 44 of 92
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-6
6
DAU18712
Stroomlijn- en framepanelen ver-
wijderen en aanbrengen Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden beschreven in dit
hoofdstuk moeten de afgebeelde stroom-
lijn- en framepanelen worden verwijderd.
Neem deze paragraaf door wanneer een
stroomlijn- of framepaneel moet worden
verwijderd of aangebracht.
XT660RXT660X
XT660RXT660X
XT660R1. Stroomlijnpaneel A
1. Stroomlijnpaneel A
1. Paneel A
1
1. Paneel A
1. Stroomlijnpaneel B
2. Paneel B
1
U5VKD1D0.book Page 6 Friday, July 21, 2006 9:15 AM
Page 45 of 92
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-7
6
XT660X
DAUM1682
Stroomlijnpaneel A
Verwijderen van stroomlijnpaneelVerwijder de bouten en afstandsringen en
trek dan het stroomlijnpaneel omhoog om
dit te verwijderen.XT660R
XT660X
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Plaats de lip van de bevestigingssteun
van het stroomlijnpaneel tussen de be-
schermer en de bevestigingssteun
aan beide zijden.2. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
bouten en afstandsringen aan.
DAUM1692
Stroomlijnpaneel B (XT660R)
Verwijderen van stroomlijnpaneel1. Verwijder het zadel en het paneel B.
(Zie pagina’s 3-11 en 6-6.)
2. Verwijder de bouten en verwijder dan
de snelsluitschroeven door ze een
kwartslag linksom te draaien.
3. Trek het stroomlijnpaneel los bij het
aangegeven gedeelte.
1. Stroomlijnpaneel B
2. Paneel B
2
1
1. Bout
1. Bout
1
1. Bescherming
2. Lip stroomlijnpaneel
3. Steun
U5VKD1D0.book Page 7 Friday, July 21, 2006 9:15 AM
Page 46 of 92
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-8
6
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel1. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
snelsluitschroeven en de bouten aan.
2. Monteer het paneel.
3. Breng het zadel aan.
DAUM2130
Stroomlijnpaneel B (XT660X)
Verwijderen van stroomlijnpaneel1. Verwijder het zadel en het paneel B.
(Zie pagina’s 3-11 en 6-6.)
2. Verwijder de bouten en verwijder dan
de snelsluitschroef door deze een
kwartslag linksom te draaien.
3. Trek het stroomlijnpaneel los bij het
aangegeven gedeelte.
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel1. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
snelsluitschroef en de bouten aan.2. Monteer het paneel.
3. Breng het zadel aan.
DAUM1701
Paneel A
Verwijderen van het paneel1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-11.)
2. Verwijder de bouten en de afstands-
ring en trek dan het paneel los bij het
aangegeven gedeelte.
1. Bout
2. Snelsluitschroef
1. Bout
2. Snelsluitschroef1
2
U5VKD1D0.book Page 8 Friday, July 21, 2006 9:15 AM
Page 47 of 92
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-9
6
Aanbrengen van het paneel1. Plaats het paneel in de oorspronkelijke
positie, monteer de afstandsring en
breng dan de bouten aan.
2. Breng het zadel aan.
DAUM1710
Paneel B
Verwijderen van het paneel1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-11.)
2. Verwijder de bout en trek het paneel
dan los bij de aangegeven gedeelten.
Aanbrengen van het paneel1. Plaats het paneel in de oorspronkelijke
positie en breng dan de bout aan.2. Breng het zadel aan.
1. Bout
2. Afstandsring
1. Bout
U5VKD1D0.book Page 9 Friday, July 21, 2006 9:15 AM
Page 48 of 92
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-10
6
DAU19603
Controleren van de bougie De bougie is een belangrijk motoronderdeel
dat gemakkelijk te controleren is. Door hitte
en aanslag slijten bougies op de lange duur.
Daarom moeten bougies worden verwijderd
en gecontroleerd volgens het periodieke
onderhouds- en smeerschema. Bovendien
kan aan het uiterlijk van de bougie de con-
ditie van de motor worden afgelezen.
De bougie verwijderen
1. Verwijder de bougiedop.
2. Verwijder de bougie zoals getoond
met behulp van de bougiesleutel in de
boordgereedschapsset.Controleren van de bougie
1. Controleer of de porseleinen isolator
rondom de centrale elektrode van de
bougie een middeldonkere tot lichte
kleur vertoont (de ideale kleur bij nor-
maal gebruik van de machine).
OPMERKIN
G:
Wanneer de bougie een heel andere kleur
vertoont, werkt de motor mogelijk niet naar
behoren. Probeer dergelijke problemen niet
zelf vast te stellen. Laat in plaats daarvan
uw machine nakijken door een Yamahadealer.
2. Controleer de bougie op afslijting van
de elektroden en op overmatige kool-
stof- of andere aanslag. Vervang in-
dien nodig de bougie.De bougie monteren
1. Meet de elektrodenafstand met een
draadvoelmaat. Stel de afstand indien
nodig af volgens de specificatie.
2. Reinig het oppervlak van de bougie-
pakking en het pasvlak en verwijder
eventueel vuil uit de schroefdraad van
de bougie.
3. Breng de bougie aan met behulp van
de bougiesleutel en zet vast met het
correcte aanhaalmoment.
1. Bougiedop
1. Bougiesleutel
Voorgeschreven bougie:
NGK/CR7E1. ElektrodenafstandElektrodenafstand:
0.7–0.8 mm (0.028–0.031 in)
U5VKD1D0.book Page 10 Friday, July 21, 2006 9:15 AM
Page 49 of 92
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-11
6
OPMERKING:Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter zo
snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-ment worden aangedraaid.
4. Installeer de bougiedop.
DAUM1841
Motorolie en oliefilterelement Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en het oliefilterelement
worden vervangen volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.OPMERKIN
G:
Zorg dat de machine rechtop staat bij het
controleren van het motorolieniveau. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan hetniveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze 10–15 minu-
ten warmdraaien en zet hem dan uit.
3. Wacht een paar minuten om de olie tot
rust te laten komen, verwijder de olie-
vuldop, veeg de peilstok schoon, steek
deze weer in de vulopening (zonder
vast te draaien) en neem dan weer uit
om het olieniveau te controleren.OPMERKING:
Het motoroliereservoir bevindt zich
binnen het frame.
Het motorolieniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maxi-mumniveau staan.
LET OP:
DCA10010
Gebruik de machine alleen als u weet dathet motorolieniveau voldoende hoog is.
WAARSCHUWING
DWA10360
Draai de oliereservoirdop nooit los di-
rect nadat op hoge snelheid is gereden,
de hete motorolie kan dan naar buiten
spuiten en schade of brandwonden ver-
oorzaken. Geef de motorolie steeds de Aanhaalmoment:
Bougie:
12.5 Nm (1.25 m·kgf, 9.0 ft·lbf)1. Olievuldop
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
U5VKD1D0.book Page 11 Friday, July 21, 2006 9:15 AM
Page 50 of 92
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-12
6
gelegenheid voldoende af te koelen
voordat de oliereservoirdop wordt ver-wijderd.
4. Als de motorolie beneden de merk-
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie, van de aanbevo-
len soort, bij tot het correcte niveau.
5. Breng de olievuldop aan.
Om de motorolie te verversen (met of
zonder vervanging oliefilterelement)
1. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan
uit.
2. Bevestig het hulpstuk voor motorolie
aftappen (in de boordgereedschaps-
set) onder de aftapplug van het carter.3. Zet een oliecarter onder de motor om
de gebruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de olievuldop en de aftap-
plug om de olie uit het carter te laten
stromen.
5. Verwijder de aftapplug om de olie uit
het oliereservoir te laten stromen.
6. Verwijder de aftapbout van het oliefil-
terelement om de olie uit het oliefiltere-
lement te laten stromen.
OPMERKING:Sla de stappen 7–9 over als het oliefilterele-ment niet wordt vervangen.
7. Verwijder het oliefilterdeksel door de
bouten te verwijderen.8. Verwijder en vervang het oliefilterele-
ment en de o-ringen.
9. Monteer het oliefilterdeksel door de
bouten en de aftapbout aan te bren-
gen en deze dan vast te zetten met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
1. Olieaftapplug (carter)
2. Hulpstuk voor motorolie aftappen
1. Olieaftapplug (oliereservoir)
1. Bevestigingsbout oliefilterdeksel
2. Aftapbout oliefilterelement
1. Oliefilterelement
2. O-ring
U5VKD1D0.book Page 12 Friday, July 21, 2006 9:15 AM