YAMAHA YZF-R1 2014 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2014, Model line: YZF-R1, Model: YAMAHA YZF-R1 2014Pages: 112, PDF Size: 2.76 MB
Page 91 of 112

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
WAARSCHUWING
DWA16091
Verwijder de accukap door de bouten en
d e snelsluitschroeven los te halen alvo-
rens on derhou d uit te voeren aan de ac-
cu. Het materiaal van d e accukap is
stroom gelei den d. Als d e kap niet wor dt
verwij der d, zal het gelijktij dig aanraken
van de kap en de pluspool van de accu
met een g ereedschap resulteren in een
kortsluitin g en vonken.Om de accu op te la den
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.LET OP
DCA16522
Voor het opla den van een VRLA (Valve
Re gulate d Lea d Aci d)-accu is een speci-
ale acculad er (met constante spannin g)
vereist. Bij geb ruik van een conventione-
le accula der raakt de accu b eschadigd.Om de accu op te b ergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan weg op een koele en droge plek.
LET
OP: Draai voor dat u de accu verwij-
d ert de sleutel naar “OFF” en haal
d an eerst d e negatieve ka bel en
d aarna de positieve ka bel los.
[DCA16303]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te installeren. LET OP: Draai voor dat u
d e accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervol gens eerst de
positieve ka bel en d aarna de ne ga-
tieve ka bel aan.
[DCA16841]
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.LET OP
DCA16531
Hou d d e accu steed s opgelad en. Stallen
van een ontlad en accu kan lei den tot
permanente accuscha de.
DAU49824
Zekerin gen vervan genDe hoofdzekering, de zekering voor het
elektronisch brandstofinjectiesysteem en
de kastjes met zekeringen voor de afzon-
derlijke circuits bevinden zich onder het be-
stuurderszadel. (Zie pagina 3-26.)1. Zekering brandstofinjectiesysteem
2. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
3. Zekeringenkastje
4. Hoofdzekering
1
2 3
4
U2SGD0D0.book Page 33 Monday, June 17, 2013 2:19 PM
Page 92 of 112

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
6
OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de zekering van
het brandstofinjectiesysteem verwijdert u
de kap van het startmotorrelais door deze
omhoog te trekken.
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Ge bruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering signaleringssysteem
3. Zekering elektronische smoorklep
4. Backup-zekering (voor klok en startblok-keersysteem)
5. Zekering rechter radiatorkoelvin
6. Zekering linker radiatorkoelvin
7. Reservezekering
8. Zekering richtingaanwijzers
9. Zekering stuurdemper
10.Koplampzekering
6
5
4
3
2
1
9
10
8
7
7
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
1
2
3
Voor geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering: 20.0 A
Zekering signaleringssysteem: 7.5 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 10.0 A × 2
Zekering richtingaanwijzers: 7.5 A
Zekering stuurdemper:
7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering elektronische smoorklep:
7.5 A
U2SGD0D0.book Page 34 Monday, June 17, 2013 2:19 PM
Page 93 of 112

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
6
DAU39014
Koplampgloeilamp vervan genDe koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Vervang een koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is
doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zor g d at de vol gen de on der-
d elen niet wor den bescha digd:
Koplampg loeilamp
Raak het glas van d e koplamp gloei-
lamp niet aan zo dat dit vetvrij blijft,
an ders kan d e doorzichti ghei d van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vens duur na deli g wor den beïn-
vloe d. Wrijf eventuele
verontreini gin gen en vin geraf druk-
ken op het g loeilampglas we g met
een doekje ged renkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
d e kopl
amplens.
Ge bruik geen koplamp gloeilamp
met een ho ger watta ge dan is voor-
g eschreven.
1. Verwijder de gloeilampkap door deze
linksom te draaien.
2. Maak de koplampstekker los. 3. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
5. Sluit de koplampstekker aan.1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Gloeilampkap
1
1. Koplampstekker
1. Koplampgloeilamp
2. Gloeilamphouder
1
12
U2SGD0D0.book Page 35 Monday, June 17, 2013 2:19 PM
Page 94 of 112

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-36
6
6. Monteer de gloeilampkap door dezerechtsom te draaien.
7. Vraag indien nodig een Yamaha dea- ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.
DAU24182
Achterlicht/remlichtunitDit model is uitgerust met een LED-type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
DAU24205
Gloeilamp in richtin gaanwijzer
vervan gen1. Verwijder de lamplens van de richting-
aanwijzer door de schroeven te verwij-
deren.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en.1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Schroef
1
2
U2SGD0D0.book Page 36 Monday, June 17, 2013 2:19 PM
Page 95 of 112

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-37
6
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef aan te brengen. LET OP: Draai d e
schroef niet te vast, hier door kan de
lens breken.
[DCA11192] DAU24314
Gloeilamp in kentekenverlichtin
g
vervan gen1. Verwijder de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de gloeilampfitting van de kentekenverlichting (samen met de
gloeilamp) door deze uit te trekken. 3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Monteer de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroeven aan
te brengen.
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
1
1. Kentekenverlichtingsunit
2. Schroef
1
2
1. Gloeilamp kentekenverlichting
2. Gloeilampfitting kentekenverlichting
12
U2SGD0D0.book Page 37 Monday, June 17, 2013 2:19 PM
Page 96 of 112

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-38
6
DAU54501
ParkeerlichtDit model heeft parkeerlichten van het LED-
type.
Als een parkeerlicht niet werkt, laat dan een
controle uitvoeren door een Yamaha-dea-
ler.
DAU24351
Ondersteunen van de motorfietsDit model is niet voorzien van een midden-
bok, neem daarom de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de mo-
torfiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
On derhou d aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-
torfiets met een motorstandaard of,
als geen andere standaard voorhan-
den is, door een krik te plaatsen onder
het frame aan de voorzijde van het
achterwiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.
Verwij deren van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen
onder beide zijden van het frame aan de
voorzijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de achterbrug.
DAU25872
Pro blemen oplossenYamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de motorfiets correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
1. Parkeerlicht
1
U2SGD0D0.book Page 38 Monday, June 17, 2013 2:19 PM
Page 97 of 112

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-39
6
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tijdens het controleren van het
b ran dstofsysteem en let erop dat er
g een open vuur of vonken in d e omge-
vin g zijn, inclusief waakvlammen van
g eisers of ovens. Benzine en benzine-
d ampen kunnen vlam vatten of explo de-
ren, met ernsti g letsel of scha de aan
ei gen dommen tot g evolg.
U2SGD0D0.book Page 39 Monday, June 17, 2013 2:19 PM
Page 98 of 112

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-40
6
DAU42505
Storingzoekschema’sStartpro blemen of slechte werkin g van de motor
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de accu.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.4. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Verwijder de bougies en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Schoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougies af of vervang de bougies. Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de ontsteking.
Bedien de elektrische
startknop.2. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.Controleer de aansluitingen van de
accukabels en vraag indien nodig een
Yamaha dealer om de accu te laden.
DroogNat
Bedien de elektrische startknop.
U2SGD0D0.book Page 40 Monday, June 17, 2013 2:19 PM
Page 99 of 112

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-41
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWAT1041
Verwij der de rad iatorvuld op niet terwijl de motor en de koelvloeistofra diator no g heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen
naar buiten spuiten en zo ernsti ge bran dwon den veroorzaken. Wacht tot de motor is af gekoel d.
Bren g een dikke doek, bijvoor beel d een handdoek, aan over de ra diatorvul dop en d raai deze dan lan gzaam linksom te gen
d e aanslag zodat de no g aanwezi ge druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaa g zo dra het sisg eluid stopt en d raai deze links-
om en verwij der de dop.OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde.
Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
U2SGD0D0.book Page 41 Monday, June 17, 2013 2:19 PM
Page 100 of 112

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-1
7
DAU37834
Matkleur, let opLET OP
DCA15193
Sommige mo dellen zijn uit gerust met
matkleuri ge on der delen. Raa dplee g een
Yamaha dealer voor a dvies over wat
voor prod ucten geb ruikt moeten wor den
om het voertui g te reini gen. Het g eb ruik
van een b orsteltje, chemische pro duc-
ten of reini gin gsmi ddelen tij dens het rei-
ni gen van d eze onder delen kan het
oppervlak bekrassen of beschad ig en.
Ook was moet niet word en aangeb racht
op een van de matkleuri ge on der delen.
DAU58090
Verzor gin gDe open constructie van een motorfiets
maakt de fraaie techniek beter zichtbaar,
maar de machine is hierdoor ook kwets-
baarder. Er kan roestvorming en corrosie
optreden, ook al zijn hoogwaardige com-
ponenten gebruikt. Een roestige uitlaatpijp
valt bij een auto niet zo op, maar doet bij
een motorfiets afbreuk aan het algehele ui-
terlijk. Regelmatige en correcte verzorging
is niet alleen vereist volgens de garantiebe-
palingen, maar zorgt ook dat de motorfiets
er langer mooi uit blijft zien, verlengt de le-
vensduur en verbetert de prestaties.
Alvorens te reini gen
1. Dek de uitlaatdemperopeningen af
met een plastic zak nadat de motor is
afgekoeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek-
pluggen, ook de bougiedoppen, en
alle elektrische stekkers en aansluitin-
gen stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zo- als verbrande olie op het carter, met
een ontvetter en een borstel, maar ge-
bruik dergelijke producten nooit op af-
dichtingen, pakkingen, tandwielen, de
aandrijfketting en de wielassen. Spoel
vuil en ontvetter altijd af met water. Reini
gen
LET OP
DCA15093
Vermij d het g eb ruik van sterke en
b ijten de wielreini gin gsmi ddelen,
vooral bij spaakwielen. Als der gelij-
ke pro ducten toch wor den geb ruikt
om har dnekki g vuil los te maken,
laat het reini gin gsmi ddel dan niet
lan ger inwerken dan is vermel d in
d e geb ruiksinstructies. Spoel ver-
vol gens gron dig na met water, laat
d irect dro gen en bren g d aarna een
corrosieweren de spray aan.
Bij verkeer d reini gen kunnen kunst-
stof delen (zoals stroomlijnpanelen,
framepanelen, kuipruiten, kop-
lamplenzen, lenzen van d e instru-
mentenverlichtin g enz.) en de
ui
tlaatd empers bescha digd raken.
Ge bruik alleen een zachte, schone
d oek of een spons met water om
kunststof delen te reini gen. Als d e
kunststof delen met water niet af-
d oen de kunnen wor den gereini gd,
kan een mil d reini gin gsmi ddel met
water wor den geb ruikt. Spoel reini-
g in gsmi ddelresten zor gvul dig af
met grote hoeveelhed en water,
aan gezien ze de kunststof delen
kunnen beschad ig en.
U2SGD0D0.book Page 1 Monday, June 17, 2013 2:19 PM