YAMAHA YZF-R1 2014 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2014, Model line: YZF-R1, Model: YAMAHA YZF-R1 2014Pages: 112, PDF Size: 2.76 MB
Page 101 of 112

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-2
7
Gebruik geen bijten de chemische
reini gin gsmi ddelen op kunststof
d elen of op de uitlaat dempers. Ver-
mij d het g eb ruik van d oeken of
sponzen die in contact zijn geweest
met bijten de of schuren de reini-
g in gsmi ddelen, oplosmi ddelen of
thinner, bran dstof ( benzine), roest-
verwij derin gsmi ddelen of corro-
sieremmers, remvloeistof, antivries
of elektrolyt.
Gebruik geen ho ged rukreini gers of
stoomreini gers, om dat dan op de
vol gen de plaatsen water kan door-
d rin gen en zo scha de kan ontstaan:
af dic
htin gen (van wiel- en achter-
b ru gla gers, voorvork en remmen),
opb ergcompartimenten, elektri-
sche componenten (ka belstekkers,
messtekkers, instrumenten, scha-
kelaars en verlichtin g), beluchting s-
en ontluchtin gsslan gen.
Bij motorfietsen met een kuipruit:
Gebruik geen bijten de reini gin gs-
mi ddelen of har de sponzen, deze
veroorzaken dofhei d en laten kras-
jes achter. Sommi ge reini gin gsmi d-
d elen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op de
kuipruit. Test het pro duct op een
klein, niet-zicht baar ged eelte van d
e kuipruit om zeker te zijn dat
g een sporen achter blijven op d e
kuipruit. Als de kuipruit krasjes ver-
toont, bren g d an
na wassen een
hoo gwaar dig e polish voor g eb ruik
op kunststof aan.
Na normaal gebruikVerwijder vuil met warm water, een mild rei-
nigingsmiddel en een zachte, schone
spons en spoel dan grondig met schoon
water. Gebruik een tandenborstel of fles-
senborstel voor moeilijk bereikbare plek-
ken. Hardnekkig vastzittend vuil en
insectenresten laten gemakkelijker los als
de bewuste plek alvorens te reinigen een
paar minuten met een vochtige doek wordt
bedekt.
Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-kelde wegenZeelucht en wegenzout waarmee wegen in
de winter worden bestrooid hebben in
combinatie met water een zeer corrosieve
werking; handel daarom als volgt na een rit
in een regenbui, nabij de kust of op bepe-
kelde wegen.
OPMERKINGIn de winter gestrooid wegenzout kan nog
tot in de lente aanwezig blijven.1. Reinig de motorfiets met koud water en een mild reinigingsmiddel nadat de
motor is afgekoeld. LET OP: Gebruik
g een warm water, dit versnelt de
corrosieve werkin g van het zout.
[DCA10792]
2. Laat de motorfiets drogen en breng
dan met een spuitbus een corrosiewe-
rend middel aan op alle metalen de-
len, ook op de verchroomde en
vernikkelde onderdelen (niet op de ti-
tanium uitlaatdempers) om zo roest-
vorming tegen te gaan.
De kuipruit reinigenVermijd alkalische of zuurhoudende reini-
gingsmiddelen, benzine, remvloeistof of
enig ander oplosmiddel. Reinig de kuipruit
met een doek of spons die is bevochtigd
met een mild reinigingsmiddel en was de
ruit vervolgens grondig af met water. Ge-
bruik voor extra reiniging Yamaha reini-
gingsmiddel voor kuipruiten of een ander
hoogwaardig reinigingsmiddel voor kuip-
ruiten. Sommige reinigingsmiddelen voor
kunststoffen laten eveneens krasjes achter
op de kuipruit. Voer voordat u dergelijk rei-
U2SGD0D0.book Page 2 Monday, June 17, 2013 2:19 PM
Page 102 of 112

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-3
7
nigingsmiddel gebruikt eerst een test uit op
een gedeelte van de kuipruit dat het zicht
niet beïnvloedt en dat niet opvalt.
Reinigen van de titanium uitlaatdempersDit model is uitgerust met titanium uitlaat-
dempers die de volgende speciale verzor-
ging nodig hebben. Gebruik alleen een zachte, schone
doek of een spons met milde zeep en
water om de titanium uitlaatdempers
te reinigen. Als de uitlaatdempers met
gebruik van zachte zeep niet echt
schoon worden, kan een zachte bor-
stel met een basisch product worden
gebruikt.
Gebruik nooit chemische stoffen of
andere speciale reinigingsmiddelen
om de uitlaatdempers schoon te ma-
ken, deze zullen de buitenste deklaag
van de dempers aantasten.
Al heel geringe hoeveelheden olie, zo-
als afkomstig van vingerafdrukken of
van met olie besmeurde poetsdoeken,
zullen vlekken achterlaten op de titani-
um dempers, maar deze vlekken kun-
nen met een zachte zeep worden
verwijderd.
De door hitte veroorzaakte verkleurin-
gen op het gedeelte van de uitlaatpijp
naar de titanium uitlaatdempers zijn
normaal en kunnen niet worden ver-
wijderd.
Na reini gin g
1. Droog de motorfiets met een zeemle- ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Laat de aandrijfketting direct drogen en smeer hem om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver- chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te laten glanzen.
4. Het is aan te bevelen om met een spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
5. Gebruik oliespray als universeel schoonmaakmiddel om nog achter-
gebleven vuil te verwijderen.
6. Werk kleine lakbeschadigingen door steenslag e.d. bij.
7. Zet alle gelakte oppervlakken in de was.
8. Laat de motorfiets volledig drogen al-
vorens deze te stallen of af te dekken.
WAARSCHUWING
DWA11132
Verontreini gin g van d e remmen of ban-
d en kan lei den tot verlies van d e controle
over de machine.
Controleer of er g een olie of was op
d e remmen of ban den zit.
Reini g d e remschijven en remvoe-
rin gen in dien no dig met een norma-
le remschijfreini ger of aceton en
spoel de ban den schoon met lauw
water en een mil d reini gin gsmi ddel.
Test de remwerkin g en het we gge-
d ra g van d e machine in bochten
voor dat u met hog e snelheden gaat
rij den.LET OP
DCA10801
Bren g een g eringe hoeveelhei d
oliespray en was aan en verwijd er
overtolli ge hoeveelhe den.
Bren g oliespray of was nooit aan op
ru bber of kunststof delen, behan del
d eze met een daartoe bestem d ver-
zor gin gsmi ddel.
Vermij d het g eb ruik van schuren de
poetsmi ddelen, deze tasten d e lak
aan.
U2SGD0D0.book Page 3 Monday, June 17, 2013 2:19 PM
Page 103 of 112

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-4
7
OPMERKINGVraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
Door wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan de koplamplens
beslagen raken. Inschakelen van de
koplamp gedurende een korte periode
zal helpen bij de verwijdering van het
vocht.
DAU26204
Stallin gKorte termijn
Stal uw motorfiets steeds op een koele en
droge plek en bescherm indien nodig tegen
stof met een luchtdoorlatende stallinghoes.
Zorg ervoor dat de motor en het uitlaatsy-
steem zijn afgekoeld alvorens de motorfiets
af te dekken.LET OP
DCA10811
Als de motorfiets wor dt gestal d in
een slecht geventileer de ruimte of
in vochti ge toestan d wor dt af ge-
d ekt met een hoes of een dekzeil,
zal water en vocht kunnen binnen-
d rin gen en roestvormin g veroorza-
ken.
Voorkom corrosie door de machine
niet te stallen in een vochti ge kel-
d er, een stal (i.v.m. de aanwezi g-
hei d van ammoniakd amp) en in een
opsla gruimte voor sterke chemica-
liën.Lang e termijn
Alvorens uw motorfiets gedurende meer-
dere maanden aaneen te stallen: 1. Volg alle instructies op in de paragraaf “Verzorging” in dit hoofdstuk. 2. Vul de brandstoftank en voeg een sta-
bilisatoradditief (indien verkrijgbaar)
toe om roestvorming in de tank en
achteruitgang van de brandstof te
voorkomen.
3. Voer de volgende stappen uit om de cilinders, de zuigerveren etc. te be-
schermen tegen corrosie.a. Verwijder de bougiedoppen en de bougies.
b. Giet een theelepel motorolie in elk
bougiegat.
c. Breng de bougiedoppen aan op de bougies en leg dan de bougies
zodanig op de cilinderkop dat de
elektroden aan massa liggen. (Dit
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer rond- draaien op de startmotor. (De cilin-
derwanden worden zo geolied.)
WAARSCHUWING! Ver bin d de
b ou gie-elektro des met de mas-
sa bij het ron ddraaien van d e
motor om scha de of letsel door
vonkvormin g te voorkomen.
[DWA10952]
e. Haal de bougiedoppen los van de
bougies en breng dan de bougies
en de bougiedoppen weer aan.
U2SGD0D0.book Page 4 Monday, June 17, 2013 2:19 PM
Page 104 of 112

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-5
7
4. Smeer alle bedieningskabels enscharnierpunten van alle hendels en
pedalen en van de zijstandaard/mid-
denbok.
5. Controleer de bandenspanning, corri-
geer deze indien nodig en breng dan
de motorfiets omhoog, zodat beide
wielen los van de grond zijn. Een an-
dere mogelijkheid is de wielen elke
maand iets te draaien, zodat de ban-
den niet op één gedeelte sterker ach-
teruitgaan.
6. Dek de uitlaatdemperopeningen af met een plastic zak om te voorkomen
dat vocht kan binnendringen.
7. Verwijder de accu en laad deze volle- dig bij. Berg de accu op een koele en
droge plek op en laad deze eens per
maand bij. Berg de accu niet op een
overmatig koude of warme plek op
[onder 0 °C (30 °F) of boven 30 °C (90
°F)]. Zie pagina 6-32 voor meer infor-
matie over het opbergen van de accu.OPMERKINGVoer eventueel benodigde reparaties uit
voordat u uw motorfiets stalt.U2SGD0D0.book Page 5 Monday, June 17, 2013 2:19 PM
Page 105 of 112

SPECIFICATIES
8-1
8
Afmetingen:Totale lengte:
2070 mm (81.5 in)
Totale breedte:
715 mm (28.1 in)
Totale hoogte: 1130 mm (44.5 in)
Zadelhoogte: 835 mm (32.9 in)
Wielbasis:
1415 mm (55.7 in)
Grondspeling: 135 mm (5.31 in)
Kleinste draaicirkel: 3500 mm (137.8 in)Gewicht:Rijklaar gewicht:206 kg (454 lb)Motor:Type motor:
Vloeistofgekoeld, 4-takt, DOHC
Cilinderopstelling: 4-cilinder lijnmotor
Slagvolume: 998 cm³
Boring × slag:
78.0 × 52.2 mm (3.07 × 2.06 in)
Compressieverhouding: 12.70 : 1
Startsysteem: Elektrische startmotor
Smeersysteem:
Wet sump
Motorolie:Aanbevolen merk:YAMALUBE
Type:
SAE 10W-40, 10W-50, 15W-40, 20W-40 of
20W-50
Aanbevolen kwaliteit motorolie: Type API service SG of hoger, JASO MA
norm
Hoeveelheid motorolie:
Zonder vervanging van oliefilterpatroon:3.73 L (3.94 US qt, 3.28 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon:
3.93 L (4.15 US qt, 3.46 Imp.qt)Koelsysteem:Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau):0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Inhoud radiator (inclusief alle leidingen): 2.73 L (2.89 US qt, 2.40 Imp.qt)Luchtfilter:Luchtfilterelement:Papieren element met oliecoating
Bran dstof:Aanbevolen brandstof:
Loodvrije superbenzine (Gasohol (E10)
acceptabel)
Inhoud brandstoftank: 18.0 L (4.76 US gal, 3.96 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof:
3.1 L (0.82 US gal, 0.68 Imp.gal)Bran dstofinjectie:Gasklephuis:
Het teken van identificatie:1KB8 00Bou gie(s):Fabrikant/model:
NGK/LMAR9E-J
Elektrodenafstand: 0.6–0.7 mm (0.024–0.028 in)Koppelin g:Type koppeling:
Nat, meervoudige plaatVersnellin gsb ak:Primaire reductieverhouding:
1.512 (65/43)
Eindoverbrenging:
Ketting
Secundaire reductieverhouding: 2.765 (47/17)
Type versnellingbak: Constant mesh, 6 versnellingen
Bediening:
Bediening met linkervoet
Overbrengingsverhoudingen: 1e:
2.533 (38/15)
–20 –10 0 1020 30 40 50 C
10 30 50 70 90 110
0 130 F
SAE 20W-50SAE 20W-40SAE 15W-40SAE 10W-40SAE 10W-50
U2SGD0D0.book Page 1 Monday, June 17, 2013 2:19 PM
Page 106 of 112

SPECIFICATIES
8-2
8
2e:2.063 (33/16)
3e: 1.762 (37/21)
4e:
1.522 (35/23)
5e: 1.364 (30/22)
6e: 1.269 (33/26)
Chassis:Type frame:Diamantframe
Spoorhoek: 24.00 graad
Naspoor:
102 mm (4.0 in)Voor ban d:Type:
Tubeless
Maat:
120/70 ZR17M/C (58W)
Fabrikant/model: MICHELIN/POWER PURE A
Fabrikant/model: DUNLOP/Qualifier II (BEL)(NLD)Achter ban d:Type:
Tubeless
Maat: 190/55 ZR17M/C (75W)
Fabrikant/model:
MICHELIN/POWER PURE Fabrikant/model:
DUNLOP/Qualifier II (BEL)(NLD)
Bela din g:Maximale belasting:
189 kg (417 lb)
(Totaal gewicht van bestuurder, passagier,
bagage en accessoires)Ban denspannin g (g emeten aan kou de
b an den):Gewichtsverdeling:
0–90 kg (0–198 lb)
Voor: 250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)
Achter:
290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)
Gewichtsverdeling: 90–189 kg (198–417 lb)
Voor: 250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)
Achter:
290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)
Rijden met hoge snelheid: Voor:
250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)
Achter: 290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)Voorwiel:Type wiel:
Gietwiel
Velgmaat: 17M/C x MT3.50Achterwiel:Type wiel:
Gietwiel Velgmaat:
17M/C x MT6.00
Voorrem:Type:
Dubbele schijfrem
Bediening: Bediening met rechterhand
Aanbevolen remvloeistof: DOT 4Achterrem:Type:Enkele schijfrem
Bediening: Bediening met rechtervoet
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4Voorwielophan gin g:Type:
Telescoopvork
Veer/schokdempertype:
Schroefveer/oliedemper
Veerweg: 120.0 mm (4.72 in)Achterwielophan gin g:Type:
Achterbrug (link-ophanging)
Veer/schokdempertype: Schroefveer/gas-oliedemper
Veerweg: 120.0 mm (4.72 in)Elektrische installatie:Ontstekingssysteem:Transistorontsteking
U2SGD0D0.book Page 2 Monday, June 17, 2013 2:19 PM
Page 107 of 112

SPECIFICATIES
8-3
8
Laadsysteem:Wisselstroomdynamo met permanente
magnetenAccu:Model:YTZ10S
Voltage, capaciteit:
12 V, 8.6 AhKoplamp:Type gloeilamp:HalogeenlampGloeilampen volta ge, watta ge × aantal:Koplamp:
12 V, 55.0 W × 2
Achterlicht/remlicht unit: LED
Voorste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W × 2
Achterste richtingaanwijzer: 12 V, 10.0 W × 2
Parkeerlicht: LED
Kentekenverlichting:
12 V, 5.0 W × 1
Instrumentenverlichting: LED
Controlelampje vrijstand: LED
Controlelampje grootlicht:
LED
Waarschuwingslampje olieniveau: LED
Controlelampje richtingaanwijzers: LED Controlelampje brandstofniveau:
LED
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur: LED
Waarschuwingslampje motorstoring: LED
Controlelampje startblokkering:
LED
Shift timing indicator light: LED
Controlelampje tractieregeling: LED
Zekerin gen:Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering: 20.0 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 10.0 A × 2
Zekering richtingaanwijzers:
7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Zekering stuurdemper: 7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
U2SGD0D0.book Page 3 Monday, June 17, 2013 2:19 PM
Page 108 of 112

GEBRUIKERSINFORMATIE
9-1
9
DAU48613
Id entificatienummersNoteer het voertuigidentificatienummer en
de gegevens op de modelinformatiesticker
in onderstaande ruimtes. Deze gegevens
heeft u nodig om reserveonderdelen bij een
Yamaha dealer te bestellen of wanneer uw voertuig is gestolen.
VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER:
MODELINFORMATIESTICKER:
DAU26401
Voertui gid entificatienummer
Het voertuigidentificatienummer is ingesla-
gen op de balhoofdbuis. Noteer dit num-
mer in het daartoe bestemde vakje.OPMERKINGHet voertuigidentificatienummer is bedoeld
voor identificatie van uw motorfiets en kan
worden gebruikt om uw motor in uw land
aan te melden voor kentekenregistratie.
DAU26521
Mo delinformatiesticker
De modelinformatiesticker is onder het
duozadel bevestigd aan het frame. (Zie pa-
gina 3-26.) Noteer de informatie op deze
sticker in het daartoe bestemde vakje.
Deze informatie is nodig om reserve-onder-
delen te bestellen bij een Yamaha dealer.
1. Voertuigidentificatienummer
1
1. Modelinformatiesticker
1
U2SGD0D0.book Page 1 Monday, June 17, 2013 2:19 PM
Page 109 of 112

INDEX
AAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 6-27
Accu ..................................................... 6-32
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-30
Achterlicht/remlichtunit ........................ 6-36
Achteruitkijkspiegels............................. 3-29BBagageriembevestiging ........................ 3-34
Banden ................................................. 6-19
Bougies, controleren ............................ 6-11
Brandstof .............................................. 3-24
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig .................................................... 5-3CClaxonschakelaar ................................. 3-18
Contactslot/stuurslot .............................. 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ..... 3-3
Controlelampje grootlicht ....................... 3-4
Controlelampje schakelmoment............. 3-7
Controlelampjes richtingaanwijzers........ 3-4
Controlelampje startblokkeersysteem .... 3-7
Controlelampje tractieregeling ............... 3-7DDimlichtschakelaar ............................... 3-18
D-mode (rijmodus) ................................ 3-17GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren ............................................... 6-28
Gereedschapsset ................................... 6-2
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ........................................... 6-37
Gloeilamp richtingaanwijzer, vervangen ........................................... 6-36
HHelmbevestiging .................................. 3-27IIdentificatienummers.............................. 9-1
Inrijperiode ............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren ............ 6-28
Klepspeling .......................................... 6-19
Koelvloeistof......................................... 6-15
Koplampgloeilamp, vervangen ............ 6-35
Koppelingshendel ................................ 3-19
Koppelingshendel, vrije slag afstellen.............................................. 6-22LLichtsignaalschakelaar ......................... 3-18
Luchtfilterelement ................................ 6-18MMatkleur, let op ...................................... 7-1
Modelinformatiesticker........................... 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ............... 6-12
Multifunctionele meter ........................... 3-8NNoodstopschakelaar ............................ 3-19OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem .... 6-3
Ondersteunen van de motorfiets ......... 6-38
Opbergcompartiment........................... 3-28PParkeerlicht .......................................... 6-38
Parkeren ................................................. 5-4
Plaats van de onderdelen ...................... 2-1
Positie van bestuurdersvoetsteunen, afstellen.............................................. 3-28
Problemen oplossen ............................ 6-38
RRem- en koppelingshendels, controleren en smeren ....................... 6-29
Rem- en schakelpedalen controleren
en smeren ........................................... 6-29
Remhendel............................................ 3-20
Remlichtschakelaars............................. 6-23
Rempedaal............................................ 3-20
Remvloeistofniveau, controleren .......... 6-24
Remvloeistof, verversen ....................... 6-26
Richtingaanwijzerschakelaar ................ 3-18SSchakelaar alarmverlichting.................. 3-19
Schakelaar tractieregeling .................... 3-18
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal ...................................... 3-20
Schokdemperunit, afstellen .................. 3-31
Smering en onderhoud, periodiek .......... 6-5
Spanning aandrijfketting ....................... 6-26
Specificaties ........................................... 8-1
Stalling .................................................... 7-4
Startblokkeersysteem ............................. 3-1
Starten van de motor .............................. 5-1
Startknop .............................................. 3-19
Startspersysteem.................................. 3-35
Stationair toerental, co ntroleren ........... 6-18
Storingzoekschema’s ........................... 6-40
Stroomlijnpanelen, verwijderen en aanbrengen .......................................... 6-9
Stuurschakelaars .................................. 3-18
Stuursysteem, controleren ................... 6-31TTankbeluchtingsslang en overloopslang ..................................... 3-25
U2SGD0D0.book Page 1 Monday, June 17, 2013 2:19 PM
Page 110 of 112

INDEXTankdop ................................................ 3-23
Tractieregeling ...................................... 3-21UUitlaatkatalysator .................................. 3-25VVeiligheidsinformatie............................... 1-1
Verzorging ............................................... 7-1
Voertuigidentificatienummer ................... 9-1
Voor- en achterremblokken controleren ......................................... 6-24
Voorvork, afstellen ................................ 3-29
Voorvork, controleren ........................... 6-31
Vrije slag van gasgreep, controleren .... 6-19
Vrije slag van remhendel, controleren ......................................... 6-23
Vrijstandcontrolelampje .......................... 3-4WWaarschuwingslampje brandstofniveau .................................... 3-4
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur ...................... 3-4
Waarschuwingslampje motorstoring ...... 3-7
Waarschuwingslampje olieniveau ........... 3-4
Wielen ................................................... 6-22
Wiellagers controleren .......................... 6-32ZZadels ................................................... 3-26
Zekeringen, vervangen ......................... 6-33
Zijstandaard .......................................... 3-34
Zijstandaard, controleren en smeren .... 6-30
U2SGD0D0.book Page 2 Monday, June 17, 2013 2:19 PM