YAMAHA YZF-R1 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2020, Model line: YZF-R1, Model: YAMAHA YZF-R1 2020Pages: 134, PDF Size: 16.21 MB
Page 91 of 134

Periodiek on derhoud en afstelling
7-11
7
Aanbrengen van een stroomlijnpaneel1. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
flensbus, de bout en de drukclips aan. 2. Monteer het paneel.
DAU66984
Panelen A en B
Verwijderen van een paneelVerwijder de drukclip en de bout en trek
dan het paneel los.
Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de drukclip en de bout
aan.
Panelen C en D
Verwijderen van een paneelVerwijder de bouten en onderlegringen en
trek dan het paneel los.
1. Stroomlijnpaneel B
2. Drukclip
3. Bout en flensbus
4. Paneel D
1. Stroomlijnpaneel B
1
2
2
3
4
1
1. Paneel A
2. Bout
3. Drukclip
2
1
3
1. Drukclip
2. Bout
3. Paneel B
1
2
3
UB3LD0D0.book Page 11 Monday, August 5, 2019 11:49 AM
Page 92 of 134

Periodiek on derhou d en afstelling
7-12
7
Om het paneel aan te brengen1. Steek de uitsteeksels in de houders
zoals afgebeeld en plaats het paneel
dan in de oorspronkelijke positie. 2. Breng de onderlegringen en bouten
aan.
DAU67110
Controleren van de bou giesBougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door ver- hitting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema. De conditie van de bougies kan
daarnaast veel duidelijk maken over de
conditie van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin
verkleurd zijn (de ideale kleur als normaal
met het voertuig wordt gereden), en alle
bougies in de motor horen dezelfde ver-
kleuring te hebben. Wanneer een bougie
een heel andere kleur vertoont, werkt de
motor mogelijk niet naar behoren. Probeer
dergelijke problemen niet zelf vast te stel-
len. Laat in plaats daarvan uw machine na-
kijken door een Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt.
1. Paneel C
2. Bout en ring
1. Paneel D
2. Bout en ring
2 2
1
2 2 1
1. Uitsteeksel
2. Paneel C
1. Uitsteeksel
2. Paneel D
21 1
2
1 1
Voor
geschreven bou gie:
NGK/LMAR9E-J
UB3LD0D0.book Page 12 Monday, August 5, 2019 11:49 AM
Page 93 of 134

Periodiek on derhoud en afstelling
7-13
7
Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie.
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
LET OP
DCA10841
Gebruik geen gereed schap om de bou-
g ie dop te verwijd eren of aan te b rengen,
om de bobineka bel niet te b eschadig en.
De bou gie dop is mog elijk lastig te ver-
wij deren om dat de ru bber af dichtin g aan
het uitein de stevi g vastzit. Haal d e bou-
g ie dop los door hem heen en weer te
d raaien en teg elijkertijd los te trekken;
b ren g d e bou gie dop aan door heen en
weer te draaien en teg elijkertijd aa
n te
d rukken.
DAU36112
Filter busDit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsinrichting
van de filterbus op verstopping en rei-
nig deze indien nodig.
1. ElektrodenafstandElektro denafstan d:
0.6–0.7 mm (0.024–0.028 in)
Aanhaalmoment: Bougie (nieuw):18 N·m (1.8 kgf·m, 13 lb·ft)
Bougie (na controle): 13 N·m (1.3 kgf·m, 9.6 lb·ft)
1
1
1. Filterbus
2. Tankbeluchtingssysteem
1
2
UB3LD0D0.book Page 13 Monday, August 5, 2019 11:49 AM
Page 94 of 134

Periodiek on derhou d en afstelling
7-14
7
DAU66536
Motorolie en oliefilterpatroonVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan
het niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot rust is gekomen voor een correcte af-
lezing en controleer dan het olieniveau
via het kijkglas linksonder in het carter.OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
4. Als de motorolie bij of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, vul dan voldoende olie, van de
aanbevolen soort, bij tot het correcte
niveau.OPMERKINGControleer de O-ring van de olievuldop op
beschadiging en vervang deze indien no-
dig.Verversen van d e motorolie
1. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
2. Zet een olieopvangbak onder de mo- tor om de gebruikte olie op te vangen. 3. Verwijder de olievuldop en de olieaf-
tapplug met de pakking om de olie uit
het carter te laten stromen.
4. Monteer de olieaftapplug met een nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.1. Kijkglas olieniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
2
3
1
1. Olievuldop
1. Olieaftapplug
2. Pakking
12
UB3LD0D0.book Page 14 Monday, August 5, 2019 11:49 AM
Page 95 of 134

Periodiek on derhoud en afstelling
7-15
7
5. Vul met de aangegeven hoeveelheid
van de aanbevolen motorolie.OPMERKINGVeeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppelin g te
voorkomen ( de motorolie smeert
immers ook de koppelin g) mo gen
g een chemische a dditieven worden
toe gevoe gd. Ge bruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een ho gere kwaliteit dan g
especificeer d. Ge bruik ook g een
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of ho gere aan dui din g.
Zor g d at er g een verontreini gin gen
in het carter terecht komen.
6. Controleer de O-ring van de olie-
vuldop op beschadiging en vervang
deze indien nodig.
7. Breng de olievuldop aan en draai deze vast.
8. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
OPMERKINGAls het olieniveau correct is, gaan de waar-
schuwingslampjes voor oliedruk en koel-
vloeistoftemperatuur na het starten van de
motor weer uit.LET OP
DCA22490
Zet de motor direct af als het waarschu-
win gslampje olie druk en koelvloeistof-
temperatuur knippert of blijft bran den en
laat de machine controleren door een
Yamaha dealer, zelfs als het olieniveau
in or de is.9. Zet de motor af en wacht een paar mi-
nuten om de olie tot rust te laten ko-
men voor een correcte aflezing.
Controleer dan het olieniveau en corri-
geer indien nodig.
De motorolie verversen en de oliefilter-
patroon vervan gen
1. Verwijder stroomlijnpaneel A en pa- neel C. (Zie pagina 7-9.)
2. Volg stappen 1–3 in het gedeelte “Ver- versen van de motorolie” om de olie af
te tappen.
3. Verwijder de oliefilterpatroon met een oliefiltersleutel.
Aanhaalmoment:
Olieaftapplug:
23 N·m (2.3 kgf·m, 17 lb·ft)
Aan bevolen motorolie:
Geheel synthetisch
10W-40, 15W-50
Oliehoeveelhei d:
Olieverversing: 3.90 L (4.12 US qt, 3.43 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterele-
ment: 4.10 L (4.33 US qt, 3.61 Imp.qt)
1. Olievuldop
2. O-ring
12
UB3LD0D0.book Page 15 Monday, August 5, 2019 11:49 AM
Page 96 of 134

Periodiek on derhou d en afstelling
7-16
7
OPMERKINGDe Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel
leveren.4. Smeer een dun laagje schone motor-
olie op de O-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.
OPMERKINGZorg dat de o-ring correct aanligt.5. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon meteen oliefiltersleutel en zet hem dan
met een momentsleutel vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment. 6. Volg stappen 4–9 in het gedeelte “Ver-
versen van de motorolie” om olie bij te
vullen.
7. Monteer het stroomlijnpaneel en het paneel.
1. Oliefilterpatroon
2. Oliefiltersleutel
1
2
1. O-ring
1. Momentsleutel
1
1
Aanhaalmoment:Oliefilterpatroon:
17 N·m (1.7 kgf·m, 13 lb·ft)
UB3LD0D0.book Page 16 Monday, August 5, 2019 11:49 AM
Page 97 of 134

Periodiek on derhoud en afstelling
7-17
7
DAU85450
Waarom Yamalu beYAMALUBE olie is een origineel YAMAHA
onderdeel dat is ontwikkeld vanuit de over-
tuiging dat motorolie een belangrijke vloei-
bare component van de motor is. Wij
stellen teams samen van specialisten op
technisch, chemisch, elektronisch en race-
testgebied die samen de motor en de daar-
in te gebruiken olie ontwikkelen. Yamalube
oliën bestaan uit hoogwaardige basisoliën
die zijn aangevuld met specifieke additie-
ven die verzekeren dat het eindproduct aan
onze prestatienormen voldoet. Hierdoor
hebben de minerale, semisynthetische en
synthetische oliën van Yamalube hun eigen
karakter en toepassingsgebied. Dankzij de
enorme ervaring die Yamaha sinds de jaren
zestig met de ontwikkeling van oliën heeft
opgedaan, is Yamalube de beste keus voor
uw Yamaha motor.
DAUS1203
KoelvloeistofHet koelvloeistofniveau moet regelmatig
worden gecontroleerd. Verder moet de
koelvloeistof worden ververst volgens de
intervalperioden vermeld in het periodieke
onderhoudsschema.OPMERKINGAls er geen originele Yamaha koelvloeistof
beschikbaar is, gebruik dan een ethyleen-
glycol antivries met corrosieremmers voor
aluminium motoren en meng deze met ge-
destilleerd water in een verhouding van 1:1.
DAU66512
Controleren van het koelvloeistofniveau
Aangezien het koelvloeistofniveau varieert
met de motortemperatuur, moet het wor-
den gecontroleerd met een koude motor. 1. Zet de machine op een vlakke onder- grond. 2. Houd de machine rechtop en contro-
leer het koelvloeistofniveau in het re-
servoir.
3. Als het koelvloeistofniveau zich op of onder de merkstreep voor minimum-
niveau bevindt, verwijder dan stroom-
lijnpaneel B om bij het
koelvloeistofreservoir te komen. (Zie
pagina 7-9.)
4. Verwijder de dop van het koelvloei- stofreservoir. WAARSCHUWING!
Verwij der alleen d e dop van het
koelvloeistofreservoir. Pro beer
nooit om de ra diatorvul dop te ver-
wij deren als de motor warm is.
[DWA15162]
Aan bevolen koelvloeistof:
YAMALUBE-koelvloeistof
Hoeveelhei d koelvloeistof:
Koelvloeistofreservoir (merkstreep
voor maximumniveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen): 2.25 L (2.38 US qt, 1.98 Imp.qt)
1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau
FULL
LOW
1
2
UB3LD0D0.book Page 17 Monday, August 5, 2019 11:49 AM
Page 98 of 134

Periodiek on derhou d en afstelling
7-18
7
5. Vul koelvloeistof bij tot de merkstreep
voor maximumniveau. LET OP: Als er
g een koelvloeistof aanwezi g is, ge-
b ruik dan in plaats daarvan ged istil-
leer d water of onthar d lei din gwater.
Ge bruik geen har d water of zout
water, dit is scha delijk voor de mo-
tor. Als er in plaats van koelvloeistof
water is geb ruikt, vervan g d it dan
zo snel mo gelijk door koelvloeistof,
an ders is het systeem niet be-
scherm d te gen vorst en corrosie.
Als er water aan d e koelvloeistof is
toe gevoe gd, laat d an een Yamaha
d ealer zo snel mo gelijk het anti-
vries gehalte van de koelvloeistof
controleren om te voorkomen dat
d e effectiviteit van de koelvloeistof
afneemt.
[DCA10473]
6. Breng de dop van het koelvloeistofre- servoir aan.
7. Breng het stroomlijnpaneel aan.
DAU33032
De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
b eer nooit om de rad iatorvuld op te ver-
wij deren als de motor warm is.
[DWA10382] DAU36765
LuchtfilterelementHet luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Vraag een Yamaha dealer het luchtfil-
terelement te vervangen.
1. Dop koelvloeistofreservoir
1
UB3LD0D0.book Page 18 Monday, August 5, 2019 11:49 AM
Page 99 of 134

Periodiek on derhoud en afstelling
7-19
7
DAU44735
Stationair toerental controlerenControleer het stationair toerental en laat
het indien nodig door een Yamaha dealer
bijstellen.
DAU21403
Klepspelin gDe kleppen zijn een belangrijke motorcom-
ponent, en aangezien de klepspeling bij ge-
bruik verandert moeten ze worden
gecontroleerd en afgesteld volgens de in-
tervalperioden vermeld in het periodieke
onderhoudsschema. Niet-afgestelde klep-
pen kunnen resulteren in een onjuist lucht-
brandstofmengsel, motorgeluid en uitein-
delijk motorschade. Laat om dit te voorko-
men de klepspeling regelmatig controleren
en afstellen door uw Yamaha dealer.OPMERKINGDit onderhoud moet worden uitgevoerd bij
een koude motor.
DAU64412
BandenBanden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Ban denspannin g
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rij den met deze machine met een on-
juiste ban denspannin g kan lei den tot
verlies van de controle met mo gelijk ern-
sti g letsel of overlij den tot gevol g.
De ban dspanning moet wor den ge-
controleer d en af gestel d terwijl d e
b an den kou d zijn (wanneer de tem-
peratuur van de ban den gelijk is aan
d e om gevin gstemperatuur).
De ban dspannin g moet wor den
aan gepast aan de rijsnelhei d en het
totale gewicht van rij der, passag ier,
b ag ag e en accessoires d at
voor dit
mo del is vast gestel d.
Stationair toerental:
1200–1400 tpm
UB3LD0D0.book Page 19 Monday, August 5, 2019 11:49 AM
Page 100 of 134

Periodiek on derhou d en afstelling
7-20
7
WAARSCHUWING
DWA10512
Belaa d uw machine nooit te zwaar. Rij-
d en met een te zwaar belaste machine
kan lei den tot een on geval.
Inspectie van ban den
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen.
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk versleten b anden door
een Yamaha d ealer vervangen. Rij-
d en op een machine met versleten
b an den is niet alleen ver boden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijsta biliteit, waar door
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervan gin g van on der delen van
wielen en remmen, inclusief b an-
d en, dient te wor den over gelaten
aan een Yamaha d ealer, die over d e
no dig e vakkun dig e kennis en erva-
rin g b eschikt om d it te doen.
Rijd niet te snel d irect na het ver-
wisselen van een ban d. Het b and-
oppervlak dient eerst te zijn
in ger
ed en voordat het zijn optimale
ei genschappen verkrijg t.
Bandenspannin g b ij kou de ban den:
1 persoon:
Voor:250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)
Achter:
290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)
2 personen: Voor:
250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)
Achter: 290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)
Maximale belastin g:
Vo e r t u i g : 185 kg (408 lb)
De maximale belasting van het
voertuig is het gecombineerde ge-
wicht van de bestuurder, de passa-
gier, de bagage en eventuele
accessoires.
1. Wang van band
2. BandprofieldiepteMinimale ban dprofiel diepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
UB3LD0D0.book Page 20 Monday, August 5, 2019 11:49 AM