display YAMAHA YZF-R1M 2017 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2017, Model line: YZF-R1M, Model: YAMAHA YZF-R1M 2017Pages: 130, PDF Size: 10.05 MB
Page 30 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-8
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
LET OP
DCA22441
Als het waarschuwingslampje oliedruk
en koelvloeistoftemperatuur niet uitgaat
nadat de motor is gestart of gaat bran-
den terwijl de motor draait, moet u on-
middellijk de motor afzetten en de
machine stoppen.
Als de motor oververhit raakt, wordt
het waarschuwingspictogram koel-
vloeistoftemperatuur weergegeven.
Laat de motor afkoelen. Controleer
het koelvloeistofniveau (zie pagina
7-39).
Als de motoroliedruk laag is, wordt
het waarschuwingspictogram olie-
druk weergegeven. Controleer het
olieniveau (zie pagina 7-13).
Als het waarschuwingslampje blijft
branden nadat de motor is afge-
koeld en het olieniveau in orde is
bevonden, laat dan een Yamaha
dealer de machine controleren. Rijdniet verder met de machine!
DAU78423
Waarschuwingslampje stuurdemper en
vering “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
een storing wordt gedetecteerd in het elek-
tronische veersysteem of de stuurdemper.
OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Als het lampje niet gaat bran-
den of blijft branden, vraag dan uw Yamahadealer om de machine te controleren.
DAU79281
WeergaveDe weergave heeft twee verschillende
weergavemodi voor het hoofdscherm:
STREET MODE en TRACK MODE. De
meeste functies zijn zichtbaar in beide mo-
di, maar er is een klein verschil in indeling.
De volgende items kunnen op de weergave
worden gevonden.
Snelheidsmeter
Toerenteller
Informatieweergave
Aanduiding ingeschakelde versnelling
Drukindicator voorrem
Acceleratie-indicator
YRC-instellingsweergave MODE/
PWR/TCS/SCS
YRC-instellingsweergave LCS/QS/LIF
ERS-indicator (modellen met ERS)
GPS-indicator (modellen met CCU)
Klok
Hold-indicator voor toerenpiek
Rondetimer
Diverse waarschuwingspictogrammen
Waarschuwing foutmodus “Err”
OPMERKINGDit model is voorzien van een TFT-LCD
(thin film transistor liquid crystal display)
voor een goede contrastwerking en lees-
baarheid onder uiteenlopende omstandig-
heden. Door de aard van deze technologie
Page 34 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-12
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
ge geselecteerde YR C-modus, wordt het
respectievelijke pictogram weergegeven.
Wanneer LCS wordt geregistreerd voor de
huidige geselecteerde YRC-modus, is het
pictogram grijs. Houd de middelste knop in-
gedrukt tot het LCS-pictogram stopt met
knipperen en wit gaat branden om het
launch control-systeem te activeren.OPMERKINGLCS-, QSS- en LIF-systeeminstellingsni-
veaus kunnen alleen worden aangepast ophet scherm MENU.
ERS-indicator “ ” (YZF-R1M)
Dit pictogram toont de huidige ERS-modus.
(Zie “YRC Setting” op pagina 4-16 en “ERS”
op pagina 4-19 om de geregistreerde
ERS-modus te wijzigen of de ERS-instel-
lingsniveaus aan te passen.)OPMERKINGDe ERS-indicator gaat knipperen als de
SCU moet worden gereset, maar dit wijst
niet op een storing.
De vering wordt op de huidige instellin-
gen gehouden totdat de SCU is gere-
set.
Zet om de SCU te resetten de motor
uit en draai de sleutel naar “OFF” endan naar “ON”. GPS-indicator “ ”
(modellen met CCU)
Dit pictogram wordt weergegeven wanneer
er een GPS-eenheid wordt gesynchroni-
seerd met uw machine.
Datalogger-indicator “ ”
(modellen met CCU)
Dit pictogram wordt weergegeven wanneer
voertuiggegevens worden opgenomen met
de registratiefunctie.
Klok
De klok maakt gebrui
k van een 12-uursy-
steem.
Rondetimer
Deze stopwatchfunctie meet en registreert
tot maximaal veertig ronden. Op het hoofd-
scherm geeft de rondetimer de huidige ron-
detijd en het rondenummer weer
(aangegeven door het LAP-symbool). Ge-
bruik de Pass/LAP-sc hakelaar om rondetij-
den te markeren. Wanneer een ronde is
voltooid, geeft de rondetimer gedurende vijf
seconden de laatste rondetijd weer (gemar-
keeerd door de LATEST-indicator). De rondetimer gebruiken
1. Druk kort op de
wielschakelaar. Het
item op de informatieweergave zal ge-
durende vijf seconden knipperen.
2. Draai terwijl het item op de informatie-
weergave knippert de wielschakelaar
omhoog. De rondetimer knippert ge-
durende vijf seconden.
3. Druk terwijl de rondetimer knippert lang op de wielschakelaar om de ron-
detimer te activeren of te stoppen.
4. Druk terwijl de r ondetimer is geacti-
veerd op de schakelaar Pass/LAP om
de rondetimer te starten.
GPS
1. Rondetijd
2. Indicator voor laatste rondetijd “LATEST”
3. Item van informatiedisplay
4. Rondenummer
MODE -
A
PWR
1
TCS
3
SCS
2
km/h
123
ODO
km
7890
GEARN
LAP 03
LATEST40
03 06
·1000 r/min
A-
2
QS
LIF
GPS
12 :
00
AVERAGE
4 1
2
3
Page 36 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-14
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
LET OP
DCA21210
Als het waarschuwingslampje gaat bran-
den terwijl de motor draait, zet de motor
dan onmiddellijk uit en controleer het
olieniveau. Als het olieniveau beneden
het minimumniveau staat, vul dan vol-
doende olie van de aanbevolen soort bij
tot het correcte niveau. Als het waar-
schuwingslampje oliedruk blijft branden
terwijl het olieniveau in orde is, zet dan
onmiddellijk de motor af en laat het voer-
tuig controleren door een Yamaha-dea-ler.
Waarschuwing foutmodus “Err”
Als zich een interne fout voordoet (bijv. uit-
val van de communicatie met een systeem-
regelaar), verschijnt de waarschuwing
foutmodus als volgt.
“Err” en “ ” duiden op een ECU-fout.
“Err” en “ ” duiden op een SCU-fout.
“Err” duidt alleen op een HCU-fout (hydrau-
lische regeleenheid).OPMERKING
Afhankelijk van de aard van de fout
werkt het display mogelijk niet goed,
waardoor het onmogelijk kan zijn om
de YRC-instellingen te wijzigen. Daar-
naast werken het ABS- en UBS-sy- steem mogelijk niet goed. Wees extra
voorzichtig bij het remmen en vraag
onmiddellijk een Yamaha-dealer om
de machine na te kijken.
DAU79291
Scherm MENU Het scherm MENU bevat de volgende in-
stellingsmodules. Selecteer een module om
gerelateerde instellingswijzigingen aan te
brengen. Alhoewel sommige instellingen
kunnen worden gewijzigd of teruggesteld
via het hoofdscherm, biedt het scherm
MENU toegang tot alle weergave- en bedie-
ningsinstellingen.
Weergave
Beschrijving
Schakel de weergave van
het hoofdscherm tussen
street mode en track
mode.
YRC-instellingen (alle
modellen) en
ERS-instellingen
(YZF-R1M) aanpassen.
Rondetijden weergeven en
terugstellen.Display ModeYRC SettingLap Time
Page 37 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-15
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
Toegang en gebruik van MENU
De volgende bedieningen van de wielscha-
kelaar zijn algemene bedieningen voor toe-
gang, selectie en verplaatsing binnen het
scherm MENU en de bijbehorende modu-
les.
Lang indrukken - houd de wielschakelaar
gedurende een seconde ingedrukt om toe-
gang te krijgen tot het scherm MENU of om het scherm MENU volledig af te sluiten.
Selecteren
- draai de wielschakelaar om-
hoog of omlaag om de gewenste module of
het gewenste instellingsitem te markeren
en druk vervolgens kort op de wielschake-
laar (druk de wielschakelaar kort in) om de
selectie te bevestigen.
Driehoekssymbool - bepaalde instellings-
schermen bevatten een item met een naar
boven of naar beneden wijzend driehoeks-
symbool. Selecteer het driehoekssymbool
om dat scherm af te sluiten en een scherm
terug te gaan (of druk langer op de wiel-
schakelaar om MENU volledig af te sluiten).
OPMERKINGAls er machinebeweging wordt gedetec-
teerd, zal het scherm automatisch MENUafsluiten en naar het hoofdscherm gaan.
“Display Mode”
Er zijn twee weergavemodi voor het hoofd-
scherm, STREET MODE en TRACK MO-
DE.
Instellen van de weergavemodus voor hethoofdscherm1. Druk lang op de wielschakelaar om het scherm MENU weer te geven. 2. Selecteer “Display Mode”.
3. Selecteer STREET MODE of TRACK
MODE (of selecteer het driehoeksym-
bool om af te sluiten).
Schakel de
registratiefunctie voor
machine-informatie in/uit
(modellen met CCU).
Geef drie intervallen voor
het onderhoudsitem weer
en stel deze terug.
Stel brandstofverbruik en
afstandseenheden in.
Stel achtergrondkleuren in.
Schakel de
schakelindicator in/uit en
pas de instellingen van de
toerenteller aan.
Stel de items in voor het
multifunctionele
weergavevenster.
Pas de helderheid van het
scherm aan.
Pas de klok aan.
Zet alle instellingen terug
naar fabrieksinstellingen.
LoggingMaintenance
Unit
WallpaperShift IndicatorDisplay SettingBrightnessClockAll Reset
Page 42 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-20
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
tussen ( ) aan hoeveel niveaus zijn ge-
wijzigd op basis van de vooringestelde
waarde.
Wannneer een instellingsitem voor de
vering in A-1 of A-2 een verschuiving
laat zien, is hetzelfde instellingsitem
voor de vering op dezelfde manier ver-
schoven in de andere automatische
modus (de verschuivingswaarden
voor hetzelfde item zijn automatisch
gekoppeld).
M-1, M-2 en M-3 zijn niet gekoppeld en
kunnen onafhankelijk worden inge-steld.
4. Herhaal de procedure vanaf stap 2 om veringsinstellingen voor andere
ERS-modi aan te passen. Selecteer
na voltooiing het symbool “ ” links
om terug te keren naar het hoofdmenu
“YRC Setting”. “Lap Time”
Met deze module kunt u de vastgelegde
rondetijdrecord weergeven en verwijderen.
De snelste rondetijd en de gemiddelde ron-
detijd die zijn opgeslagen in het rondetijden-
overzicht worden boven aan het scherm
weergegeven. Gebruik de wielschakelaar
om te schuiven en alle rondetijden te zien.
De drie snelste ronden worden in zilverkleur
gemarkeerd. Er kunnen maximaal 40 ron-
den worden opgeslagen in het geheugen.
Als er meer dan 40 ronden zijn geregi-
streerd, zullen de oudste ronden (vanaf ron-
de 1) worden overschreven.
Deze module heeft twee opties.
“Display” geeft de rondetijdrecord weer. “Reset” verwijdert de rondetijdrecord.
Gebruik de wielschakelaar om “Display” te
selecteren en de ronderecord weer te ge-
ven.
Recordgegevens van rondetijd terugstellen
1. Wanneer “Lap Time” is geselecteerd,
1. Naar menu YRC Setting
2. Door de fabriek ingesteld niveau
3. Huidige niveau-instelling
16
16 27
13
(+0)
(+3)
(+2)
(+1)
Fr COM Rr COM
Fr REB Rr REB
SETTINGkm/h
12:00
M-
1
M -
2
M -
3
YRC Setting
A -
2
A -
3
2 3
1
1. Snelste ronde
2. Gemiddelde rondetijd
3. Ronderecord123
Page 43 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-21
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
worden zowel “Display” als “Reset”
weergegeven.
2. Selecteer “Reset”.
3. Selecteer YES om alle rondetijdgege- vens te verwijderen. (Selecteer NO om
af te sluiten en terug te gaan naar het
vorige scherm zonder de ronderecord
terug te stellen.) “Logging” (voor modellen met CCU)
Voertuig en rij-informatie kunnen worden
opgenomen (geregistreerd) en deze gege-
vens kunnen worden bekeken met een slim
apparaat (zie “CCU” op pagina 4-38).
Starten en stoppen met registratie
1. Selecteer “Logging” op het scherm
MENU.
OPMERKINGAls er geen CCU is geïnstalleerd of als de
CCU niet goed is aangesloten, kan de mo-dule “Logging” niet worden geselecteerd.
2. Selecteer START om te beginnen met registratie.
3. Als u de “Logging”-functie wilt stoppen, selecteert u STOP of zet u de machine
uit.
NO
Reset ?Lap Time
YES
km/h
GPGPS
12:
00
GPS
1. Registratie-indicator
GPS
1
Page 49 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-27
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
7. Stel de oranje kleur in voor het begin van de tpm door de wielschakelaar te
draaien en vervolgens kort in te druk-
ken. Alle tpm boven dit getal tot de
rode zone van 14000 tpm worden
oranje weergegeven.OPMERKINGBegin instellingsbereik oranje balk:8000–14000 tpm.
8. Selecteer het driehoekssymbool om af te sluiten. “Peak Rev IND Setting”
Met deze module kunt u de hold-indicator
voor de toerenpiek in- of uitschakelen.
1. Selecteer “Peak Rev IND Setting”.
2. Selecteer “IND Mode” en selecteer vervolgens ON (om de indicator in te
schakelen) of OFF (om de indicator uit
te schakelen). 3. Selecteer het driehoekssymbool om af
te sluiten.
“Weergave-instelling”
Met deze module kunt u de items (zoals
TRIP-1, ODO, C. TEMP, enz.) voor infor-
matieweergave op het hoofdscherm groe-
peren. Er zijn vi er weergavegroepen.
Shift Indicator
km/h
x 1000 r/min
GPS
12:
00
Tach IND Setting
IND Mode ON
8000
r/min
11000
r/min
Tach IND 1st
Tach IND 2nd
Shift Indicator
km/h
x 1000 r/min
GPS
12 :
00
Tach IND Setting
IND Mode ON
8000
r/min
11000
r/min
Tach IND 1st
Tach IND 2nd
1. Item van informatiedisplay (STREET MODE)
ODO
12345
km
TRIP-2
1234.5
km
1
Ny2 km/h
·1000 r/minMODE -
A
TCS
1
SCS
1
A
-
1
LCS
QS
LIF
GPS
12 :
00
PWR
1
1
Page 50 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-28
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
De weergavegroepen instellen1. Selecteer “Display Setting”. 2. DISPLAY-1, DISPLAY-2, DISPLAY-3
en DISPLAY-4 worden weergegeven.
3. Als we bijvoorbeeld DISPLAY-1 selec- teren, worden STREET MODE 1-1,
STREET MODE 1-2 en TRACK
MODE weergegeven.
4. Selecteer STREET MODE 1-1. 5. Selecteer het gewenste item voor de
informatieweergave met de wielscha-
kelaar.
OPMERKINGDe selecteerbare items van de informatie-
weergave zijn:
A.TEMP: luchttemperatuur
C.TEMP: koelvloeistoftemperatuur
TRIP-1: ritteller 1
TRIP-2: ritteller 2
ODO: kilometerteller
FUEL CON: de hoeveelheid verbruikte
brandstof
FUEL AVG: gemiddeld brandstofverbruikCRNT FUEL: huidige brandstofverbruik
6. Selecteer STREET MODE 1-2 of TRACK MODE om de resterende
groepsitems voor DISPLAY-1 in te
stellen.
1. Item voor informatieweergave (TRACK MODE)
MODE -
A
PWR
1
TCS
1
SCS
1
km/h
123
ODO
km
7890
GEARN
LAP 09
LATEST12
12 34
·1000 r/min
A
-
1
LC LCS
QS
LIF
GPS
12 :
00
1
Page 117 of 130

8-1
1
2
3
4
5
6
789
10
11
12
Verzorging en stalling van de motorfiets
DAU37834
Matkleur, let opLET OP
DCA15193
Sommige modellen zijn uitgerust met
matkleurige onderdelen. Raadpleeg een
Yamaha dealer voor advies over wat
voor producten gebrui kt moeten worden
om het voertuig te reinigen. Het gebruik
van een borsteltje, chemische produc-
ten of reinigingsmiddelen tijdens het rei-
nigen van deze onderdelen kan het
oppervlak bekrassen of beschadigen.
Ook was moet niet worden aangebrachtop een van de matkleurige onderdelen.
DAU67140
VerzorgingDe open constructie van een motorfiets
maakt de fraaie techniek beter zichtbaar,
maar de machine is hierdoor ook kwets-
baarder. Er kan roestvorming en corrosie
optreden, ook al zijn hoogwaardige compo-
nenten gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valt
bij een auto niet zo op, maar doet bij een
motorfiets afbreuk aan het algehele uiterlijk.
Regelmatige en correcte verzorging is niet
alleen vereist volgens de garantiebepalin-
gen, maar zorgt ook dat de motorfiets er
langer mooi uit blijft zien, verlengt de le-
vensduur en verbet ert de prestaties.
Alvorens te reinigen 1. Dek de uitlaatdemperopening af met een plastic zak nadat de motor is afge-
koeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek- pluggen, ook de bougiedoppen, en
alle elektrische stekkers en aansluitin-
gen stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zo-
als verbrande olie op het carter, met
een ontvetter en een borstel, maar ge-
bruik dergelijke producten nooit op af-
dichtingen, pakkingen, tandwielen, de
aandrijfketting en de wielassen. Spoel
vuil en ontvetter altijd af met water. Reinigen
LET OP
DCA22530
Vermijd het gebruik van sterke en
bijtende wielreinigingsmiddelen,
vooral bij spaakwielen of magnesi-
um wielen. Als dergelijke producten
toch worden gebruikt om hardnek-
kig vuil los te maken, laat het reini-
gingsmiddel dan niet langer
inwerken dan is vermeld in de ge-
bruiksinstructies. Spoel vervolgens
grondig na met water, laat direct
drogen en breng daarna een corro-
siewerende spray aan.
Onjuiste reinigingsmethoden kun-
nen resulteren in schade aan
stroomlijnpanelen en panelen, de
kuipruit, het instrumentenpaneel en
het display, de wielen, koplamplen-
zen, onderdelen van kunststof of
carbon etc. en de dempers. Gebruik
alleen een zachte, schone doek of
spons om dergelijke onderdelen te
reinigen. Als de onderdelen niet af-
doende kunnen worden gereinigd,
kan water met een mild reinigings-
middel worden gebruikt. Spoel rei-
nigingsmiddelresten zorgvuldig af
met grote hoeveelheden water, aan-
gezien ze de kunststof delen kun-