YAMAHA YZF-R3 2019 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2019, Model line: YZF-R3, Model: YAMAHA YZF-R3 2019Pages: 96, PDF Size: 6.17 MB
Page 31 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-17
3
DAU13434
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaatkataly-
sator.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Let op het volgende
om brandgevaar of brandwonden te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanraking kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onderhouds-
werkzaamheden uit te voeren.
Laat de motor niet langer dan enke-
le minuten stationair draaien. Lang
stationair draaien kan leiden tot
oververhitting.
LET OP
DCA10702
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bij
gebruik van loodhoudende benzine zal
onherstelbare schade worden toege-
bracht aan de uitlaatkatalysator.
DAU62622
Zadels
Duozadel
Verwijderen van het duozadel
1. Steek de sleutel in het zadelslot en
draai rechtsom.
2. Houd de sleutel in deze stand vast, til
de achterzijde van het duozadel om-
hoog en trek het duozadel naar achte-
ren.
Aanbrengen van het duozadel
1. Steek de uitsteeksels aan de voorzijde
van het duozadel in de zadelbevesti-
gingen zoals getoond en druk dan de
achterzijde van het duozadel omlaag
om het zadel te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit.
1. Vergrendeling duozadel
2. Ontgrendelen.
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
21
1
2
2
UB7PD0D0.book Page 17 Friday, September 14, 2018 2:05 PM
Page 32 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-18
3
Bestuurderszadel
Verwijderen van het bestuurderszadel
1. Verwijder het duozadel.
2. Verwijder de middenkap door de
schroeven te verwijderen.
3. Verwijder het bestuurderszadel door
de bouten los te halen. Til de achterzij-
de van het bestuurderszadel omhoog
en trek het zadel naar achteren.
Aanbrengen van het bestuurderszadel
1. Steek de uitsteeksels aan de voorzijde
van het bestuurderszadel in de zadel-
bevestiging zoals afgebeeld en plaats
het zadel in de oorspronkelijke positie.2. Breng de bouten van het bestuurders-
zadel aan.
3. Monteer de middenkap door de
schroeven aan te brengen.
4. Installeer het duozadel.
OPMERKING
Controleer of de zadels stevig zijn vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
1. Middenkap
2. Schroef
1. Bestuurderszadel
2. Bout
12
12
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1
2
UB7PD0D0.book Page 18 Friday, September 14, 2018 2:05 PM
Page 33 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-19
3
DAU62930
Helmbevestiging
De helmbevestigingen bevinden zich aan
de onderzijde van het duozadel.
Om een helm aan een helmbevestiging
te bevestigen
1. Verwijder het duozadel. (Zie pagina
3-17.)
2. Maak een helm vast aan een helmbe-
vestiging en breng dan het duozadel
stevig aan. WAARSCHUWING! Ga
nooit rijden met een helm vastge-
maakt aan de helmbevestiging,
aangezien de helm objecten kan ra-
ken met mogelijk verlies van de
controle over de machine en een
ongeval tot gevolg.
[DWA10162]
Om een helm los te maken van de helm-
bevestiging
Verwijder het duozadel, neem de helm los
van de helmbevestiging en breng het zadel
weer aan.
1. Helmbevestiging
1. Helm
2. Duozadel
1
1 2
UB7PD0D0.book Page 19 Friday, September 14, 2018 2:05 PM
Page 34 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-20
3
DAU62550
Opbergcompartiment
Het opbergcompartiment bevindt zich on-
der het duozadel. (Zie pagina 3-17.)
Als documenten of andere voorwerpen in
het opbergcompartiment worden opgebor-
gen, doe ze dan in een plastic zak om nat
worden te voorkomen. Zorg bij het wassen
van de machine dat geen water het opberg-
compartiment kan binnendringen.
WAARSCHUWING
DWA15401
Overschrijd het maximumlaadgewicht
van 160 kg (353 lb) voor de machine niet.
DAU39672
Achteruitkijkspiegels
De achteruitkijkspiegels van dit voertuig
kunnen naar voren of naar achteren worden
ingeklapt om het parkeren in smalle ruimten
te vergemakkelijken. Klap de spiegels terug
in hun oorspronkelijke stand voordat u gaat
rijden.
WAARSCHUWING
DWA14372
Vergeet niet de achteruitkijkspiegels in
hun oorspronkelijk stand terug te klap-
pen alvorens weg te rijden.
1. Opbergcompartiment
1
1. Rijstand
2. Parkeerstand
2 1221 2
UB7PD0D0.book Page 20 Friday, September 14, 2018 2:05 PM
Page 35 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-21
3
DAU68142
Afstellen van de schokdem-
perunit
Deze schokdemper is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.
LET OP
DCA10102
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-
men.
Stel de veervoorspanning als volgt af.
OPMERKING
Verwijder bij ABS-modellen de kettingbe-
schermer door de bouten en flensbussen
los te halen.
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
r i n g i n d e r i ch t i n g (a ). D r a ai o m d e v ee r v o o r -
spanning te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelring in de richting
(b).
Zet de gewenste inkeping in de stel-
ring tegenover de positie-indicator op
de schokdemper.
Verricht de afstelling met de speciale
sleutel met het verlengstuk in de
boordgereedschapsset.
OPMERKING
Monteer bij ABS-modellen de kettingbe-
schermer door de flensbussen en bouten
aan te brengen, en zet dan de bouten vast
met het voorgeschreven aanhaalmoment.
1. Kettingbeschermer
2. Bout en flensbus
2
1
1. Verlengstuk
2. Speciale sleutel
3. Stelring veervoorspanning
4. Positie-indicator
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
1
Standaard:
4
Maximum (hard):
7
Aanhaalmoment:
Bout kettingbeschermer:
10 N·m (1.0 kgf·m, 7.4 lb·ft)
7654321
4
(b)
(a)
32
1
UB7PD0D0.book Page 21 Friday, September 14, 2018 2:05 PM
Page 36 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-22
3
DAU84680
Bagagebandhouders
Gebruik de aangegeven bevestigingspun-
ten om bagagebanden aan de machine
vast te maken.
DAU15306
Zijstandaard
De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.
OPMERKING
De ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de
bestuurder afleiden, waardoor de ma-
chine mogelijk onbestuurbaar wordt.
Het Yamaha startspersysteem is ont-
worpen om de bestuurder te helpen bij
zijn verantwoordelijkheid de zijstan-
daard op te trekken alvorens weg te rij-
den. Controleer dit systeem daarom
regelmatig en laat het repareren d
oor
een Yamaha dealer als de werking niet
naar behoren is.
1. Bagageriembevestiging
1
UB7PD0D0.book Page 22 Friday, September 14, 2018 2:05 PM
Page 37 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-23
3
DAU64051
Startspersysteem
Dit systeem voorkomt dat de motor wordt
gestart terwijl een versnelling is ingescha-
keld, tenzij de koppelingshendel is inge-
trokken en de zijstandaard is opgeklapt.
Het schakelt ook de motor uit als de zijstan-
daard omlaag wordt gezet terwijl een ver-
snelling is ingeschakeld.
Controleer het systeem regelmatig door de
onderstaande procedure te volgen.
OPMERKING
Deze controle is vooral betrouwbaar
als hij wordt uitgevoerd met een war-
me motor.
Zie pagina’s 3-1 voor informatie over
de bediening van de schakelaar.
UB7PD0D0.book Page 23 Friday, September 14, 2018 2:05 PM
Page 38 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-24
3
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Zet de noodstopschakelaar in de
stand “run”.
3. Zet het contactslot aan.
4. Zet de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Trek de koppelingshendel in.
8. Zet de versnellingsbak in een
versnelling.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Trek de koppelingshendel in.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde.
De motorfiets mag worden gebruikt.
De vrijstandschakelaar werkt mogelijk
niet.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt
mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De sperschakelaar van de
koppelingshendel werkt mogelijk niet.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
WAARSCHUWING
Laat als een storing wordt
aangetroffen de machine nakijken
alvorens te gaan rijden.
JA NEE
JA NEE
JA NEE
UB7PD0D0.book Page 24 Friday, September 14, 2018 2:05 PM
Page 39 of 96

Voor uw veiligheid – controles voor het rijden
4-1
4
DAU63441
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werken-
de staat is. Volg altijd de schema’s en procedures voor inspectie en onderhoud in de ge-
bruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval
of schade. Rijd niet met de machine als u een probleem hebt gevonden. Als een pro-
bleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de ma-
chine dan nazien door een Yamaha dealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Brandstof• Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
• Vul indien nodig brandstof bij.
• Controleer de brandstofleiding op lekkage.
• Controleer de tankbeluchtingsslang en overloopslang
op obstakels, scheuren of beschadiging en controleer
de slangaansluitingen.3-15,
3-16
Motorolie• Controleer het olieniveau in de motor.
• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het
voorgeschreven niveau.
• Controleer de machine op olielekkage.6-9
Koelvloeistof• Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan
het voorgeschreven niveau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage.6-12
Voorrem• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan
een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluch-
ten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof
bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-22,
6-23
Achterrem• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan
een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluch-
ten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof
bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-22,
6-23
UB7PD0D0.book Page 1 Friday, September 14, 2018 2:05 PM
Page 40 of 96

Voor uw veiligheid – controles voor het rijden
4-2
4
Koppeling• Controleer de werking.
• Smeer indien nodig de kabel.
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel indien nodig bij.6-20
Gasgreep• Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag
van de gasgreep af te stellen en de kabel en het kabel-
huis te smeren.6-16,
6-27
Bedieningskabels• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig.6-27
Aandrijfketting• Controleer of de ketting correct is aangespannen.
• Stel indien nodig bij.
• Controleer de conditie van de ketting.
• Smeer indien nodig.6-25,
6-26
Wielen en banden• Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.6-17,
6-19
Rem- en schakelpeda-
len• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten.6-28
Rem- en koppelings-
hendels• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.6-28
Zijstandaard• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig het scharnierpunt.6-29
Framebevestigingen• Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig
zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast.—
Instrumenten, verlich-
ting, signaleringssy-
steem en schakelaars• Controleer de werking.
• Corrigeer indien nodig.—
Zijstandaardschake-
laar • Controleer de werking van het startspersysteem.
• Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een
Yamaha dealer de machine te controleren.3-22 ITEM CONTROLES PAGINA
UB7PD0D0.book Page 2 Friday, September 14, 2018 2:05 PM