Abarth 500 2020 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ABARTH, Model Year: 2020, Model line: 500, Model: Abarth 500 2020Pages: 204, PDF Size: 3.53 MB
Page 31 of 204

AUTOMATISCHE KLIMAATREGELING.
(waar aanwezig).
BEDIENINGSELEMENTEN
29AB0A0224C
29
Page 32 of 204

3)
De automatische klimaatregeling regelt
automatisch de temperatuur,
luchtstroom en -verdeling in het
interieur, evenals de recirculatiefunctie,
naargelang de door de gebruiker
ingestelde temperatuur. De gebruiker
kan deze instellingen wijzigen door
de klimaatregeling in de handmatige
stand (de led op de AUTO-knop 1 fig.
29 gaat uit).
1. AUTO-knop: functie automatische
klimaatregeling aan
2.
-knop: compressor van de
klimaatregeling aan of uit. De led op
de knop brandt wanneer de
compressor ingeschakeld is.
3. OFF-knop: voor het uitschakelen
van de klimaatregeling
4. Knop
: luchtrecirculatie aan of
uit Het wordt afgeraden de
luchtrecirculatie in te schakelen bij
lage buitentemperaturen, aangezien
de ruiten sneller kunnen beslaan.
5. Knoppen
:
temperatuurinstellingen. Druk op de
knop
om de temperatuur in het
interieur te verhogen en druk op
de knop
om die te verlagen.6. Knoppen
: voor het instellen
van de ventilatorsnelheid. Druk
op de knop
om de luchtstroom in
het interieur te verhogen en druk
op de knop
om die te verlagen.
7. Knop
: om de luchtstroom naar
de luchtroosters van de voorruit
en de voorste zijruiten te geleiden,
om deze te ontwasemen/ontdooien.
8. Knop
: om de luchtstroom naar
de luchtroosters in het midden
en aan de zijkant van het dashboard
te geleiden, om het lichaam en het
gelaat tijdens het warme seizoen
te verkoelen.
9. Knop
: om de luchtstroom naar
de luchtroosters in de beenruimten
voor te geleiden. Wegens de
natuurlijke neiging van warmte om
zich naar boven toe te verspreiden,
warmt dit type verdeling het interieur
zo snel mogelijk op, waardoor
onmiddellijk een behaaglijk gevoel
wordt verkregen.
10. Knop
: om de verwarmde
achterruit te ontwasemen/
ontdooien.11. Knop
: om de voorruit snel te
ontwasemen/ontdooien. De functie
blijft gedurende ongeveer 3 minuten
actief nadat de
koelmiddeltemperatuur de 50°C
heeft overschreden.
BELANGRIJK In warm en vochtig weer
kan als koude lucht op de voorruit
wordt geblazen aan de buitenzijde
condensatie ontstaan, waardoor het
zicht wordt beperkt.
BELANGRIJK
3)Het systeem gebruikt een koelmiddel
dat compatibel is met de wetten die van
kracht zijn in de landen waar het voertuig
wordt verkocht, R134a of R1234yf.
Gebruik tijdens het laden alleen het gas dat
is aangeduid op het plaatje in de
motorruimte. Het gebruik andere
koelmiddelen heeft invloed op de efficiency
en conditie van het systeem. Het
smeermiddel dat voor de compressor
wordt gebruikt, is ook strict gekoppeld aan
het type koelgas; raadpleeg het Abarth
Servicepunt.
30
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 33 of 204

ELEKTRISCHE
RUITBEDIENING
20) 21)
Draai de contactsleutel in de stand
MAR en druk op de volgende knoppen:
1. Openen/sluiten linkerruit.
2. Openen/sluiten rechterruit.
BELANGRIJK
20)Oneigenlijk gebruik van de elektrische
ruitbediening kan gevaarlijk zijn. Controleer
voor en tijdens het bedienen altijd of de
passagiers niet kunnen worden verwond
door de bewegende ruiten of door
voorwerpen die door de ruit worden
meegesleept of geraakt.21)Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als het voertuig wordt verlaten
om te voorkomen dat onverwachtse
bediening van de elektrische ruitbediening
gevaar oplevert voor de achtergebleven
passagiers.
ELEKTRISCH
SCHUIFDAK
(waar aanwezig)
Zonneklep
Druk op de pal 1 fig. 31 en schuif het
zonnescherm volledig open. Pak om
het te sluiten de hendel vast en breng
het zonnescherm terug in de gesloten
stand totdat pal 1 op zijn plaats klikt.
Het dak openen en sluiten
30AB0A0225C
31AB0A0039C
32AB0A0287C
31
Page 34 of 204

Openen: druk op knop 1 fig. 32 en
houd deze ingedrukt: het dak schuift
naar de "spoilerstand". Druk nogmaals
langer op knop 1 om het schuifdak
volledig te openen: het zal stoppen in
de stand die bereikt wordt wanneer de
knop wordt losgelaten.
Sluiten: Druk op knop 2 fig. 32 en
houd deze ingedrukt: het dak schuift
richting de spoiler. Het dak stopt in de
stand die is bereikt wanneer de knop
wordt losgelaten. Houd knop 2
ingedrukt en wacht tot het schuifdak
helemaal gesloten is.
9) 10)
22)
KNELBEVEILIGING
Het schuifdak is uitgerust met een
knelbeveiliging die tijdens het sluiten
van het dak een eventueel obstakel kan
herkennen. Wanneer dit gebeurt, stopt
het systeem de beweging van het
dak en keert de beweging onmiddellijk
om.
INITIALISATIEPROCEDURE
Als de accu werd losgekoppeld of als
de zekering is doorgebrand, moet
het schuifdak opnieuw worden
geïnitialiseerd.
Ga als volgt te werk:
druk op knop 2 fig. 32 en houd deze
ingedrukt om het schuifdak,
stapsgewijs, volledig te sluiten.
wacht, nadat het dak volledig
gesloten is, tot de motor van
het schuifdak gestopt is.
NOODBEDIENING
Als het elektrisch systeem voor de
bediening van het schuifdak niet
werken, kan het schuifdak handmatig
bediend worden zoals hieronder is
beschreven:
verwijder, voor handmatige
bediening, de beschermdop 1 fig. 33
uit de behuizing op de binnenste hoes
achter het zonnescherm
neem de inbussleutel uit de
gereedschapshouder in de
bagageruimte
steek de bijgeleverde sleutel in de
behuizing 2 en draai hem rechtsom om
het schuifdak te openen of linksom
om het schuifdak te sluiten.
BELANGRIJK
9)Open het schuifdak niet als er sneeuw of
ijs op ligt: risico op beschadiging.
10)Open het schuifdak alleen in
“spoilerstand” als er een imperiaal
gemonteerd is.
BELANGRIJK
22)Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als het voertuig wordt verlaten
om te voorkomen dat onverwachtse
bediening van het schuifdak gevaar
oplevert voor de achtergebleven
passagiers. Oneigenlijk gebruik van het
schuifdak kan gevaarlijk zijn. Controleer
voor en tijdens het bedienen altijd of
iemand kan worden verwond door het
bewegende schuifdak of door voorwerpen
die door het mechanisme worden
meegesleept of geraakt.
33AB0A0040C
32
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 35 of 204

CABRIODAK
(waar aanwezig)
Het cabriodak kan vanuit de gesloten
stand automatisch naar de spoilerstand
worden geopend en van daaruit
volledig worden geopend.
Tips
Het wordt geadviseerd het vouwdak
te sluiten terwijl de auto geparkeerd
is. Het gesloten cabriodak beschermt
de auto tegen weersinvloeden en
diefstal.
Ook bij gesloten dak wordt
geadviseerd waardevolle spullen in de
bagageruimte op te bergen en het
deksel af te sluiten.
BEDIENING CABRIODAK
23) 24) 25)
11) 12) 13)
BELANGRIJK Als het dak in korte tijd
vaak wordt bediend, kan de motor
oververhit raken, waardoor de
thermische beveiliging het systeem kan
blokkeren. Wacht een minuut en
probeer opnieuw.
BEDIENING MET DE KNOPPEN IN
DE AUTO
Openen van het cabriodak:
Gedeeltelijk openen (spoilerstand):
druk een keer op de knop 1 fig. 34.
Het openen stoppen: druk op de
knop 1 terwijl het cabriodak opengaat.
Druk er nogmaals op om het openen
voort te zetten.
Volledig openen: vanaf de
spoilerstand, nogmaals op de knop 1
drukken. Als er op een van beide
knoppen, 1 of 2, wordt gedrukt voordat
de eindstand is bereikt, stopt het
cabriodak en keert het terug naar de
beginstand (spoilerstand).Sluiten van het cabriodak:
Sluiten vanuit de volledig geopende
stand: druk een keer op de knop 2
fig. 34. Als er op een van beide
knoppen wordt gedrukt voordat de
spoilerstand is bereikt, stopt het dak en
wordt de beweging in de richting van
de aanvankelijke stand (volledig open)
omgekeerd.
Sluiten vanuit de spoilerstand: druk
op de knop 2 om het dak automatisch
in de veilige stand te plaatsen (circa
25 cm van de volledig gesloten stand).
Als er op een van beide knoppen wordt
gedrukt voordat de stopstand is
bereikt, kan het cabriodak stoppen in
een horizontale open tussenstand.
Druk op de knop 2 en houd deze
ingedrukt terwijl het dak in de veilige
stand staat. Het dak stopt meteen als
de knop wordt losgelaten voordat
de volledig gesloten stand wordt
bereikt.
BEDIENING MET DE
AFSTANDSBEDIENING
De afstandsbediening kan alleen
worden gebruikt met de motor uit en de
portieren gesloten.
OPMERKING De afstandsbediening
kan worden gebruikt om het dak te
openen tot de horizontale open stand
(spoilerstand).
34AB0A0287C
33
Page 36 of 204

Door continu op de "ontgrendelknop" 1
fig. 35 te drukken, gaat het cabriodak
open; de beweging stopt wanneer
de knop wordt losgelaten.
BELANGRIJKE
OPMERKINGEN
De horizontale en verticale delen van
het cabriodak kunnen bediend worden
bij elke snelheid lager dan
respectievelijk 100 km/h en 80 km/h.
Het cabriodak kan bediend worden
bij elke temperatuur tussen -18 en
+80 .
Het wordt aanbevolen de motor
altijd te laten lopen tijdens het openen
of sluiten van het vouwdak.
Indien nodig de accu verwijderen als
het vouwdak geopend of gesloten is,
maar NIET als het dak in beweging is.
Bevestig geen
bagagetransportmiddelen op het
cabriodak en rij niet met voorwerpen
die op het geopende dak liggen.
Op verzoek van de gebruiker wordt
de achterruitverwarming alleen
ingeschakeld als het cabriodak volledig
is gesloten. Als het cabriodak verkeerd
gesloten is, werkt de
achterruitverwarming niet en gaat het
bijbehorende waarschuwingslampje niet
branden.
Verwijder geen ijs van het vouwdak
met een scherp voorwerp.
Gebruik geen krabbers of
spuitbussen om ijs van de verwarmde
achterruit te verwijderen om
beschadiging te voorkomen.
Plaats geen voorwerpen op het
cabriodak: deze kunnen van het dak
vallen als het bediend wordt en kunnen
leiden tot beschadiging en letsel.
Het wordt aanbevolen het vouwdak
af te dekken met een beschermend
zeil als de auto langdurig buiten
geparkeerd wordt.
Laat het cabriodak niet gedurende
lange perioden in opgevouwen
toestand: dit kan vouwen en kreuken in
de stof veroorzaken.
Voordat u het cabriodak in beweging
zet, controleren of er genoeg ruimte is
om dit te doen en of er geen
belemmeringen of mensen vlakbij de
bewegende delen van het cabriodak
zijn.
De gekoelde luchtstroom binnenin
de auto kan afnemen als de
automatische klimaatregeling is
ingeschakeld en het cabriodak niet
volledig is gesloten.
Bij geopend cabriodak en rijdende
auto kan het
spraakherkenningssysteem mogelijk
geen spraakopdrachten herkennen
vanwege het achtergrondlawaai: bij
gesloten cabriodak en rijdend op hoge
snelheid kan de spraakfunctie voor
het kiezen van telefoonnummers
mogelijk niet worden herkend.
NOODBEDIENING
Als de knoppen niet werken, kan het
cabriodak handmatig worden verplaatst
zoals hieronder is beschreven:
neem de bijgeleverde sleutel 1 fig.
36 uit de gereedschapshouder in de
bagageruimte of uit de Fix&Go-kit;
breng de sleutel op zijn plaats aan,
zichtbaar vanaf de binnenkant van
de bagageruimte onder de
hoedenplank, op punt 1 getoond in fig.
37;
35AB0A0332C
34
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 37 of 204

draai rechtsom om het vouwdak te
openen, linksom om het te sluiten.
Als de achterklep niet open wil
vanwege een lege accu of een storing
in het elektrische achterklepslot, open
de achterklep dan via de
noodprocedure die beschreven wordt
in de paragraaf "bagageruimte" in
het hoofdstuk "Kennismaking met de
auto" om het cabriodak handmatig
te verplaatsen zoals hiervoor is
beschreven.Neem contact op met het Abarth
Servicenetwerk om de automatische
bediening te laten herstellen.
INITIALISATIEPROCEDURE
Als de accu werd losgekoppeld of als
de zekering is doorgebrand, moet
het vouwdak opnieuw worden
geïnitialiseerd.
Ga als volgt te werk:
alvorens enige handeling te
verrichten, controleren of de motor
tijdens de gehele initialisatieprocedure
loopt;
houd de openingsknop ingedrukt tot
het vouwdak volledig geopend is;
als het vouwdak volledig geopend is,
de knop gedurende ten minste 2
seconden ingedrukt houden;
houd de sluitingsknop ingedrukt tot
het vouwdak volledig gesloten is;
als het vouwdak volledig gesloten is,
de knop gedurende ten minste 2
seconden ingedrukt houden;
Als de procedure voltooid is, zal het
vouwdak automatisch een volledige
cyclus openen en sluiten uitvoeren (tot
25 cm voor de volledig gesloten stand)
om de bestuurder te laten weten dat
de correcte werking hersteld is.Als het cabriodak al is geïnitialiseerd, ga
dan als volgt te werk:
alvorens enige handeling te
verrichten, controleren of de motor
tijdens de gehele initialisatieprocedure
loopt;
houd de openingsknop ingedrukt tot
het vouwdak volledig geopend is;
als het vouwdak volledig geopend is,
de knop gedurende ten minste 10
seconden ingedrukt houden;
houd de sluitingsknop ingedrukt tot
het vouwdak volledig gesloten is;
als het vouwdak volledig gesloten is,
de knop gedurende ten minste 2
seconden ingedrukt houden;
Als de procedure voltooid is, zal het
vouwdak automatisch een volledige
cyclus openen en sluiten uitvoeren (tot
25 cm voor de volledig gesloten stand)
om de bestuurder te laten weten dat
de correcte werking hersteld is.
WINDSTOPPER
De windstopper fig. 38 is ontworpen
om het rijcomfort te verbeteren door bij
open dak de turbulentie in het interieur
te verminderen.
Gebruik:
Ontgrendel de rugleuning van de
achterbank (één geheel of in delen).
36AB0A0327C
37AB0A0295C
35
Page 38 of 204

Bevestig de windstopper door het
centrale deel in de achterruitgeleiding te
schuiven met het holle deel in de
richting van de passagier, zoals
aangegeven op de afbeelding fig. 38.
Breng de rugleuning terug op zijn
plaats; de windstopper wordt geborgd
tussen de stoel en de hoedenplank.
VOORSPOILER
De auto is voorzien van een voorspoiler
die omhoog kan worden gebracht om
het aerodynamische comfort in het
interieur te verbeteren.
U brengt de spoiler omhoog door de
klem los te maken door schuif 1 in
stand B te schuiven zoals wordt
aangegeven in fig. 39.
Breng schuif 1 niet van stand B naar
stand A wanneer de spoiler omhoog
staat.Plaats de spoiler omlaag door op de
schuif te drukken en deze in stand
A fig. 39 te schuiven om hem te
vergrendelen als de klem van de schuif
in zijn behuizing fig. 40 zit.
Het is aan te bevelen de spoiler
omhoog te brengen wanneer het
horizontale segment van het dak open
is en harder wordt gereden dan 50
km/h.Bij volledig geopend dak is het aan te
bevelen de spoiler laag te houden
om het windgeruis in het interieur
beperkt te houden.
Als de spoiler omhoog staat, wordt de
luchtstroming naar de achterpassagiers
verminderd.
BELANGRIJK
23)Houd tijdens het openen en sluiten van
het dak of wanneer het dak stopt in een
bepaalde stand voordat de cyclus is
voltooid, de handen uit de buurt van het
dakmechanisme om schade en letsel
te voorkomen.
24)Houd kinderen uit de buurt van de
bewegingszone van het cabriodak tijdens
het openen en sluiten.
25)Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als het voertuig wordt verlaten
om het risico op letsel te voorkomen als het
schuifdak per ongeluk wordt bediend:
onjuist gebruik van het dak kan gevaarlijk
zijn. Controleer voor en tijdens het
bedienen altijd of de passagiers niet
kunnen worden verwond door het
bewegende vouwdak of door voorwerpen
die hierdoor worden geraakt of
meegesleept.
38AB0A0328C
39AB0A0329C
40AB0A0330C
36
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 39 of 204

BELANGRIJK
11)Open het dak nooit als er sneeuw of ijs
op ligt, om beschadiging te voorkomen.
12)Leg geen voorwerpen op de
hoedenplank om beschadiging te
voorkomen als het dak gesloten wordt.
13)Er mogen geen ladingen op het dak
worden geplaatst.
MOTORKAP
OPENEN
Ga als volgt te werk:
trek hendel 1 fig. 41 in de richting
van de pijl;
verplaats het hendeltje 2 fig. 42 naar
rechts zoals aangegeven in de figuur
til de motorkap op en trek
tegelijkertijd de steunstang 3 fig. 43 uit
de klem 4; steek vervolgens het
uiteinde van de stang in de opening 5 in
de motorkap (grote opening) en druk
de stang in de veiligheidsstand (kleine
opening), zoals aangegeven in de
figuur.
26) 27) 28) 30)
SLUITEN
Ga als volgt te werk:
houd de motorkap met één hand
omhoog, verwijder met de andere hand
stang 3 fig. 43 uit de zitting 5 en zet
hem terug in de vergrendeling 4;
41AB0A0051C
42AB0A0052C
43AB0A0053C
37
Page 40 of 204

laat de motorkap tot ongeveer 20
cm boven de motorruimte zakken
en laat hem dan vallen. Controleer of de
motorkap volledig gesloten is en niet
alleen vergrendeld met de beveiliging.
Als de motorkap niet perfect gesloten
is, probeer dan niet erop te drukken
maar open hem opnieuw en herhaal de
handeling.
29)
BELANGRIJK
26)De motorkap kan plotseling omlaag
vallen als de steunstang niet correct
geplaatst is. Verricht deze handelingen
uitsluitend bij stilstaande auto.
27)Wees voorzichtig bij het uitvoeren van
werkzaamheden in de motorruimte
wanneer de motor heet is om
brandwonden te voorkomen. Plaats de
handen niet in de buurt van de ventilator,
omdat deze ook ingeschakeld kan worden
als de sleutel niet in het contactslot zit.
Wacht tot de motor is afgekoeld.
28)Pas op dat er geen sjaals, stropdassen
of andere losse delen van kledingstukken
- ook per ongeluk - in aanraking komen
met bewegende delen. Dit kan tot gevolg
hebben dat het kledingstuk het onderdeel
in wordt getrokken, met ernstig letsel
voor de drager als resultaat.29)Om veiligheidsredenen moet de
achterklep tijdens het rijden altijd goed
gesloten zijn. Controleer dus altijd of hij
goed gesloten en vergrendeld is. Mocht u
tijdens het rijden merken dat de motorkap
niet goed vergrendeld is, stop dan
onmiddellijk en sluit de motorkap op de
correcte manier.
30)Gebruik beide handen om de motorkap
op te tillen. Controleer voordat de
motorkap wordt opgetild, of de armen van
de ruitenwissers tegen de ruit liggen, het
voertuig stilstaat en de handrem is
aangetrokken.
BAGAGERUIMTE
31) 32)
ACHTERKLEP OPENEN
MET DE
AFSTANDSBEDIENING
Druk op de knopop de sleutel
met afstandsbediening.
De richtingaanwijzers knipperen twee
keer wanneer de achterklep wordt
geopend.
Bij sommige versies gaat de verlichting
in de bagageruimte branden als de
achterklep geopend wordt: de
verlichting gaat automatisch uit als de
achterklep wordt gesloten.
14)
33)
ELEKTRISCH BEDIENDE
HANDGREEP (SOFT
TOUCH)
De achterklep kan (indien ontgrendeld)
van buiten het voertuig geopend
worden met de elektrische hendel 1 fig.
44 die zich onder de handgreep
bevindt.
Het oplichtende symbool
op het
display geeft aan dat de achterklep
niet goed is gesloten.
38
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG