Abarth Punto Evo 2012 Instructieboek (in Dutch)

Lampen Figuur Type Vermogen
Grootlicht/Dimlicht
Dagverlichting
Buitenverlichting voor
Mistlampen (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Richtingaanwijzers voor
Flankrichtingaanwijzers
Richtingaanwijzers achter
Achterlichten
Remlichten
Derde remlicht
Achteruitrijverlichting
Mistachterlichten
Kentekenplaatverlichting
Plafondverlichting voor met spotjes
Bagageruimteverlichting
ZonneklepverlichtingH4
W21W
W5W
H11
PY21W
WY5W
PY21W
LED
P21W
W2,3W
W16W
W16W
W5W
C10W
W5W
C5W D
A
A
–
B
A
B
–
B
B
–
–
A
C
A
C55 W/60 W
21 W
5 W
55 W
21 W
5 W
21 W
–
21 W
2,3 W
16 W
16 W
5 W
10 W
5 W
5 W
160
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

F0U138Abfig. 136F0U139Abfig. 137
BELANGRIJK Voor de vervanging van de lampen van de
richtingaanwijzers voor, het grootlicht en het dimlicht
kan het daarvoor bestemde toegangsklepje worden
gebruikt (zie de paragraaf „Richtingaanwijzers” in dit
hoofdstuk).
BUITENVERLICHTING fig. 137
Gloeilamp vervangen:
❒trek aan de lip voor het verwijderen van de rubber
dop;
❒druk de lippen B naar elkaar en neem de lamphouder
uit;
❒trek de lamp C uit de houder en vervang hem;
❒plaats de lamphouder, monteer de rubber dop en
controleer of de dop goed vastzit (geborgd).
GLOEILAMP BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
Zie voor het type lamp en het bijbehorende vermogen
de vorige paragraaf „Gloeilamp vervangen”.
KOPLAMPUNITS fig. 136
In de koplampunits zijn de gloeilampen voor de
buitenverlichting, het dimlicht, het grootlicht en de
richtingaanwijzer opgenomen.
De lampen zijn op de volgende wijze in de lichtunit
geplaatst:
A parkeerlicht
B dagverlichting
C richtingaanwijzers (pijlen)
D grootlicht/dimlicht.
161
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

162
F0U140Abfig. 138
DAGVERLICHTING (D.R.L.)
Gloeilamp vervangen:
❒draai de lamphouder A-fig. 138 aan het betreffende
lipje linksom en verwijder hem;
❒verwijder de lamp B door hem iets in te drukken en
linksom te draaien;
❒monteer de lamphouder in de zitting en draai hem
rechtsom tot hij vastklikt.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0U141Abfig. 139
GROOTLICHT/DIMLICHT
Gloeilamp vervangen:
❒verwijder de rubber dop;
❒trek de middelste stekker B-fig. 139 los en haak de
borgveer van de lamp los;
❒trek de lamp A los en vervang de lamp;
❒monteer de nieuwe lamp, waarbij de nokken van het
metalen deel in de uitsparingen in de reflector
moeten vallen;
❒haak de borgveer van de lamp vast en sluit
vervolgens de stekker aan;
❒monteer de dop en controleer of de dop goed
vastzit.

163
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0U143Abfig. 141
A
A
B
F0U142Abfig. 140
RICHTINGAANWIJZERS
Voor fig. 140
Gloeilamp vervangen:
❒draai het stuur naar rechts of links;
D
F0U144Abfig. 142
❒draai de blokkeringen A-fig. 140 los en open het
toegangsklepje B;
❒verwijder deksel/lamphouder C-fig. 141 door deze
linksom te draaien;
❒verwijder de te vervangen lamp (met bajonetfitting)
D-fig. 142 door hem iets in te drukken en linksom te
draaien en vervang de lamp;
❒monteer deksel/lamphouder C-fig. 141 door deze
rechtsom te draaien en controleer of deze goed
vastzit (geborgd);
❒monteer het toegangsklepje B-fig. 140 en draai de
blokkeringen A vast.

164
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
C
AC
B
C
F0U147Abfig. 144
❒draai de bevestigingsbouten C en verwijder de
verlichtingsunit;
❒draai de gloeilamp A-fig.145 linksom, trek de
gloeilamp los en maak vervolgens de stekker los.
F0U145Abfig. 143
Op de flanken fig. 143
Gloeilamp vervangen:
❒duw het lampenglas A naar de voorkant van de auto
zodat de interne borgveer B wordt ingedrukt en trek
de unit naar buiten;
❒draai de lamphouder C linksom,
verwijder de geklemde lamp D en vervang hem;
❒plaats de lamphouder C in het lampenglas door hem
rechtsom te draaien;
❒monteer de unit en controleer of de interne
borgveer B goed vastzit (geborgd).
MISTLAMPEN
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Gloeilamp vervangen:
❒draai de bout A-fig 144 en trek de beschermlijst B
los;
A
F0U146Abfig. 145

165
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ACHTERLICHTUNITS
In de achterlichtunits zijn de lampen voor de
achterlichten (led’s), de remlichten en de
richtingaanwijzers opgenomen.
De lampen zijn op de volgende wijze in de lichtunit fig.
146 geplaatst:
D richtingaanwijzers (pijlen)
E remlichten.
F0U148Abfig. 146F0U149Abfig. 147
Gloeilamp vervangen:
❒draai de schroeven A-fig. 146 los;
❒trek de stekker B los en trek de lichtunit naar buiten;
❒maak de lamphouder los uit de bevestigingen
C-fig. 147;
❒verwijder de te vervangen lamp (met bajonetfitting)
door hem iets in te drukken en linksom te draaien
en vervang de lamp;

166
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
❒monteer de lamphouder;
❒sluit de stekker aan, plaats de lichtunit op de juiste
wijze op de carrosserie van de auto en draai de
schroeven A vast.
BELANGRIJK Wendt u voor het vervangen van de
ledverlichting tot het Abarth Servicenetwerk.
MISTACHTERLICHTEN fig. 148
Wendt u voor het vervangen van het mistachterlicht
A tot het Abarth Servicenetwerk.
ACHTERUITRIJLICHTEN fig. 148
Wendt u voor het vervangen van het achteruitrijlicht B
tot het Abarth Servicenetwerk.
F0U150Abfig. 148F0U151Abfig. 149
DERDE REMLICHT fig. 149
Gloeilamp vervangen:
❒open de achterklep;
❒verwijder de rubber doppen;
❒druk op de borglippen en verwijder het lampenglas C;
❒maak de stekker los;
❒druk de lippen D naar elkaar en verwijder de
lamphouder;
❒verwijder de geklemde lamp en vervang hem.

167
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KENTEKENPLAATVERLICHTING
Gloeilamp vervangen:
❒verwijder het lampenglas A-fig. 150 op het door de
pijl aangegeven punt;
❒maak de lamp fig. 151 los uit de veercontacten aan
de zijkant en vervang hem; controleer of de nieuwe
lamp goed vastzit in de veercontacten;
❒monteer het geklemde lampenglas.
F0U152Abfig. 150F0U153Abfig. 151

168
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0U154Abfig. 152
GLOEILAMP
INTERIEURVERLICHTING
VERVANGEN
Zie voor het type lamp en het bijbehorende vermogen
de paragraaf „Gloeilamp vervangen”.PLAFONDVERLICHTING VOOR
Gloeilampen vervangen:
❒maak het plafondlampje A-fig. 152 op de door de
pijlen aangegeven punten los;
❒open het beschermdeksel B-fig. 153;
❒maak de lampen C-fig. 153 los uit de veercontacten
aan de zijkant en vervang ze; controleer of de
nieuwe lampen goed vastzitten in de veercontacten;
❒sluit het beschermdeksel B-fig. 153 en plaats het
plafondlampje A-fig. 152 in de zitting; controleer of
het goed geborgd is.
F0U155Abfig. 153

169
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0U156Abfig. 154
BAGAGERUIMTEVERLICHTING fig. 154
Gloeilamp vervangen:
❒open de achterklep;
❒maak de lichtunit A op het door de pijl aangegeven
punt los;
❒open het beschermdeksel B en vervang de geklemde
lamp;
❒sluit het beschermdeksel B op het lampenglas;
❒monteer de lichtunit A door het eerst aan een zijde
in de juiste stand te plaatsen en vervolgens de andere
zijde aan te drukken, totdat de borging inklikt.
F0U159Abfig. 155
ZEKERINGEN VERVANGEN
ALGEMENE INFORMATIE
Het elektrische systeem wordt door zekeringen
beveiligd: de zekering brandt door bij een storing of bij
oneigenlijk gebruik van het systeem.
Als een elektrisch onderdeel niet werkt, controleer
dan eerst of de zekering niet is doorgebrand: de
verbindingsstrip A-fig. 155 mag niet onderbroken zijn.
Is dit wel het geval, dan moet u de zekering vervangen
door een exemplaar met dezelfde stroomsterkte
(zelfde kleur).
B zekering in goede staat;
C zekering met doorgebrande strip.