Alfa Romeo 147 2006 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2006, Model line: 147, Model: Alfa Romeo 147 2006Pages: 283, PDF Size: 5.86 MB
Page 11 of 283
Als tijdens het opslaan
van een nieuwe sleutelco-
de de reeds opgeslagen
sleutelcodes niet opnieuw wor-
den ingevoerd, worden ze uit het
geheugen gewist, zodat eventu-
eel verloren of gestolen sleutels
niet meer gebruikt kunnen wor-
den voor het starten van de
motor.
WEGWIJS IN UW AUTO
9
WERKING
Iedere keer als u de contactsleutel in
stand STOP zet, dan schakelt de Alfa
Romeo CODE de functies van de elektroni-
sche regeleenheid van de motor uit.
Als u bij het starten van de motor de
sleutel in stand MARdraait, dan stuurt
het Alfa Romeo CODE-systeem een code
naar de regeleenheid van de motor die,
als de code wordt herkend, de blokkering
van de functies opheft. De geheime, ver-
sleutelde en variabele code wordt door de
sleutel verzonden en heeft meer dan 4
miljard combinaties. De code wordt alleen
verzonden als de regeleenheid van het
systeem de code heeft herkend via een in
het start-/contactslot ingebouwde anten-
ne. BELANGRIJK Het Alfa Romeo CODE-con-
trolelampje (
Y) kan gaan branden als de
contactsleutel in stand MAR staat:
1) Als het lampje gaat branden, dan con-
troleert het systeem zichzelf (bijv. bij een
vermindering van de spanning). Zodra de
auto stilstaat kan de systeemtest worden
uitgevoerd: zet de motor uit, draai de con-
tactsleutel in stand STOP en vervolgens
weer in stand MAR: het lampje gaat bran-
den en moet na ongeveer 1 seconde doven.
Als het controlelampje blijft branden, dan
moet de gehele procedure herhaald worden,
waarbij de contactsleutel ten minste 30 se-
conden in stand STOP moet blijven. Als de
storing blijft bestaan, dan moet u zich tot
de Alfa Romeo-dealer wenden.
Als bij het starten de code niet wordt her-
kend, gaat op het instrumentenpaneel het
Alfa Romeo CODE-lampje (
Y) branden.
In dit geval raden wij u aan de sleutel in
stand STOP en vervolgens weer in stand
MAR te draaien; als het lampje nog steeds
blijft branden, probeer het dan met de an-
dere geleverde sleutel. Als de motor nog niet
aanslaat, voer dan zelf een noodstart uit
(zie “Noodstart” in het hoofdstuk “Nood-
gevallen”) en wendt u tot de Alfa Romeo-
dealer.
BELANGRIJK Elke sleutel heeft een ei-
gen code die in de regeleenheid van het sys-
teem moet worden opgeslagen. Voor het
opslaan van nieuwe sleutels (maximaal
acht) moet u zich tot de Alfa Romeo-dealer
wenden. Hierbij moeten alle in uw bezit zijn-
de sleutels, de CODE-card, een identiteits-
bewijs en het kentekenbewijs worden mee-
genomen.
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 9
Page 12 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
10
2) Als bij uitvoeringen zonder instelbaar
multifunctioneel display, het lampje knip-
pert, dan wordt de auto niet beveiligd door
het startblokkeringssysteem. Deze situatie
wordt bij auto’s met instelbaar multifunc-
tioneel display aangegeven door een bran-
dend lampje in combinatie met de bood-
schap: “codesysteem niet geprogram-
meerd”. Wendt u direct tot de Alfa Romeo-
dealer om alle sleutels in het geheugen te
laten opslaan.
Als de sleutel circa 2 se-
conden in stand MAR staat
en het CODE-controlelamp-
je (
Y) gaat knipperen bij uitvoe-
ringen zonder instelbaar multi-
functioneel display of dit contro-
lelampje gaat knipperen in combi-
natie met de boodschap “codesys-
teem niet geprogrammeerd” bij
uitvoeringen met instelbaar mul-
tifunctioneel display, dan zijn de
sleutelcodes niet opgeslagen en
wordt de auto niet door de Alfa
Romeo CODE tegen diefstal be-
schermd. Wendt u direct tot een Al-
fa Romeo-dealer om de sleutelco-
des te laten opslaan.
BATTERIJ VAN DE SLEUTEL
VERVANGEN
Als u het knopje ( B, Cof D-fig. 4)
indrukt en het commando wordt gewei-
gerd of niet uitgevoerd, dan moet de bat-
terij door een nieuwe batterij van hetzelf-
de type worden vervangen. Deze batterij
is normaal in de handel verkrijgbaar. Batterij vervangen:
– druk op knop (
A-fig. 5) en klap de
metalen baard ( B) uit;
– draai het sluitmechanisme ( C) m.b.v.
een kleine schroevendraaier en verwijder
de batterijhouder ( D);
– vervang de batterij ( E) en let daarbij
op de juiste polariteit;
– plaats de batterijhouder in de sleutel
en draai de sluiting ( C) vast.
Lege batterijen zijn
schadelijk voor het milieu.
Ze moeten in daarvoor
bestemde containers worden
gedeponeerd. Vermijd blootstel-
ling aan open vuur en hoge tem-
peraturen. Houd ze buiten het
bereik van kinderen.
fig. 5
A0A0006m
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 10
Page 13 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
11
DIEFSTALALARM
BESCHRIJVING
Het systeem bestaat uit: een zender,
een ontvanger, een regeleenheid met sire-
ne en bewegingssensoren. Het diefstal-
alarm wordt bediend door een ontvanger
in de auto en wordt in- en uitgeschakeld
met de in de sleutel ingebouwde afstands-
bediening die een versleutelde, variabele
code verzendt. Het diefstalalarm contro-
leert: het onbevoegd openen van de por-
tieren, de achterklep en de motorkap
(omtrekbeveiliging), de bediening van het
start-/contactslot, het onderbreken van
de accukabels, het doorknippen van de
accukabels, de aanwezigheid van bewe-
gende objecten in het interieur (volumetri-
sche beveiliging) en het eventueel optil-
len/kantelen van de auto (bepaalde uit-
voeringen/markten). Het systeem be-
dient ook de centrale portiervergrendeling.
Bovendien kan de volumetrische beveili-
ging worden uitgeschakeld.
BELANGRIJK De startblokkering
wordt uitgevoerd door de Alfa Romeo
CODE en wordt automatisch ingeschakeld als de contactsleutel uit het start-/con-
tactslot wordt genomen.
EXTRA SLEUTELS MET
AFSTANDSBEDIENING BESTEL-
LEN
De ontvanger kan in totaal 5 sleutels
met ingebouwde afstandsbediening her-
kennen. Als u om welke reden dan ook
een nieuwe sleutel met afstandsbediening
nodig hebt, moet u zich tot de Alfa
Romeo-dealer wenden. Hierbij moeten de
CODE-card, een identiteitsbewijs en het
kentekenbewijs worden meegenomen.
ALARM INSCHAKELEN
Richt bij gesloten portieren, achterklep en
motorkap en de contactsleutel in stand
STOP of PARK (uitgenomen sleutel), de
sleutel met afstandsbediening in de rich-
ting van de auto. Druk vervolgens op het
knopje (C-fig. 6).
Bij de meeste uitvoeringen geeft het sys-
teem een akoestisch signaal (“BIEP”) en
wordt de portiervergrendeling ingescha-
keld.
Het inschakelen van het alarm wordt
voorafgegaan door een zelfdiagnose
waarin het lampje ( A-fig. 7) op het
dashboard met een afwijkende frequentie
knippert. Als het systeem een storing
vindt, dan klinkt nogmaals een akoestisch
waarschuwingssignaal.
fig. 6
A0A0010m
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 11
Page 14 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
12
BewakingAls na het inschakelen het lampje ( A-
fig. 7) op het dashboard gaat knipperen,
dan geeft dit aan dat het systeem de auto
bewaakt. Het lampje knippert zolang als
het systeem de auto bewaakt.
BELANGRIJK De werking van het
diefstalalarm verschilt per land. Zelfdiagnose en controlefuncties
van portieren, motorkap en ach-
terklep
Als u na het inschakelen van het alarm
een tweede “BIEP” hoort, moet u het sys-
teem uitschakelen door op knop ( B-fig.
6) te drukken en controleren of de portie-
ren, de motorkap en de achterklep geslo-
ten zijn en vervolgens het systeem weer
inschakelen door knop ( C) in te drukken.
Als de portieren, de motorkap en de ach-
terklep niet goed gesloten zijn, worden ze
niet door het diefstalalarm gecontroleerd.
Als bij goed gesloten portieren, motor-
kap en achterklep het geluidssignaal
wordt herhaald, dan is door de zelfdiag-
nose van het systeem een storing gesig-
naleerd in de werking van het systeem.
Wendt u tot de Alfa Romeo-dealer.DIEFSTALALARM UITSCHAKE-
LEN
U schakelt het alarm uit door knopje ( B-
fig. 6) van de afstandsbediening in te
drukken. Het systeem voert de volgende
handelingen uit (met uitzondering van
bepaalde landen):
– de richtingaanwijzers knipperen twee
keer kort
– de sirene zendt twee korte geluidssig-
nalen (“BIEP”) uit
– de portieren worden ontgrendeld.
BELANGRIJK Als na uitschakeling van
het systeem het lampje ( A-fig. 7) in de
auto blijft branden (maximaal 2 minuten
of totdat de sleutel in stand MARwordt
gezet), moet het volgende onthouden
worden:
fig. 7
A0A0005m
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 12
Page 15 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
13
– als het lampje blijft knipperen, maar
met een andere interval dan die bij een
normale signalering, dan is geprobeerd de
auto open te breken, waarbij het aantal
keren knipperen de reden van het alarm
aangeeft:
1 x knipperen: één of meer portieren
2 x knipperen: achterklep
3 x knipperen: motorkap
4 x knipperen: bewegingssensoren
5 x knipperen: optillen/kantelen van
de auto (bepaalde uit-
voeringen/markten)
6 x knipperen: losmaken kabels voor
het starten van de
auto
7 x knipperen: losmaken accukabels
of doorknippen kabels
van de sleutelschake-
laar
8 x knipperen: verbindingscircuit naar
sensoren en sirene
9 x knipperen: ten minste drie alarm
oorzaken.WANNEER GAAT HET ALARM
AF
Bij ingeschakeld systeem wordt het
alarm in de volgende gevallen geacti-
veerd:
– als een van de portieren, de motorkap
of de achterklep wordt geopend;
– als de accu wordt losgekoppeld of de
elektrische bedrading wordt doorgesne-
den;
– als iets in het interieur komt, bijv. bij
het breken van de ruiten (volumetrische
beveiliging);
– bij een startpoging (contactsleutel in
stand MAR);
– optillen/kantelen van de auto
(bepaalde uitvoeringen/markten).
Als het alarm in werking treedt, wordt,
afhankelijk van het land, de sirene geacti-
veerd en gaan de richtingaanwijzers knip-
peren (ongeveer 26 seconden). De wijze
waarop het systeem werkt en het aantal
cycli kunnen per land verschillen.
Toch is een maximum aantal cycli voor-
zien voor de akoestische en zichtbare sig-
nalen.
Na een alarmsignalering schakelt het sys-
teem over naar de normale bewakings-
functie.
VOLUMETRISCHE BEVEILIGING
Voor een correcte werking van de bevei-
liging moeten de ruiten en het eventuele
opendak geheel gesloten zijn.
De volumetrische beveiliging kan wor-
den uitgeschakeld (als er bijvoorbeeld die-
ren aan boord blijven) door de volgende
handelingen snel achter elkaar uit te voe-
ren: draai de contactsleutel van stand
MAR in stand STOP en direct daarna
weer in stand MAR en vervolgens
opnieuw in stand STOP. Neem vervol-
gens de sleutel uit het slot.
Het lampje (A-fig. 7) in de auto gaat
ongeveer 2 seconden branden om de uit-
schakeling van de functie te bevestigen.
U schakelt de volumetrische beveiliging
weer in door de sleutel in stand MARte
draaien en de sleutel langer dan 30 secon-
den in deze stand te houden.
Als u bij uitgeschakelde volumetrische
bewaking een elektrische installatie wilt
gebruiken die werkt met de contactsleutel
in stand MAR (bijv. de elektrische ruitbe-
diening), dan moet u de contactsleutel in
stand MAR draaien, de installatie bedie-
nen en de contactsleutel binnen 30 secon-
den weer in stand STOPdraaien. Op
deze manier wordt de volumetrische
beveiliging niet opnieuw ingeschakeld.
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 13
Page 16 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
14
ALARM BUITEN
WERKING STELLEN
Om het elektronische diefstalalarm bui-
ten werking te stellen (bijvoorbeeld als de
auto lange tijd wordt gestald), sluit dan de
auto volledig af door enkel de sleutel in
het slot te draaien.
MINISTERIËLE GOEDKEURING
In overeenstemming met de wetgeving
in ieder land ten aanzien van radiozend-
apparatuur staat, voor de landen waar
een zendmachtiging verplicht is, het toe-
latingsnummer op de component vermeld.
Afhankelijk van de uitvoering/markt kan
de code ook zijn aangebracht op de zen-
der en/of ontvanger.
START-/CONTACTSLOT
CONTACTSLOT (fig. 8)
De sleutel kan in de volgende vier stan-
den worden gezet:
– STOP: motor uit, sleutel uitneem-
baar, startblokkering ingeschakeld, stuur-
slot vergrendeld en alle verbruikers, behal-
ve die met voeding niet via het contactslot
(bijv. waarschuwingsknipperlichten), uit-
geschakeld.
– MAR: contact aan. Startblokkering
uitgeschakeld en alle elektrische systemen
worden van voedingsspanning voorzien.
BELANGRIJK Laat het slot niet in
deze stand staan als de motor is uitge-
schakeld. –
AV V : stand zonder vergrendeling
voor het starten van de motor.
BELANGRIJK Als de motor niet aan-
slaat, dan moet de sleutel eerst in stand
STOP worden gezet en vervolgens
opnieuw een startpoging worden onderno-
men.
Het start-/contactslot is voorzien van
een beveiligingsmechanisme, waardoor
het slot niet in stand AV Vkan worden
gezet bij een draaiende motor.
– PARK: motor uit, sleutel uitneem-
baar, startblokkering ingeschakeld, stuur-
slot vergrendeld en buitenverlichting auto-
matisch ingeschakeld.
BELANGRIJK Om de sleutel in stand
PARK te zetten, moet de knop (A ) op
het contactslot worden ingedrukt.
fig. 8
A0A0016m
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 14
Page 17 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
15
Als het start-/contact-
slot is geforceerd (bijv. bij
een poging tot diefstal)
moet u, voordat u weer met de
auto gaat rijden, de werking van
het slot laten controleren bij een
Alfa Romeo-dealer.
STUURSLOT
Inschakelen:
– zet de sleutel in stand STOPof
PARK, trek de sleutel uit het start-/con-
tactslot en draai het stuur totdat het ver-
grendelt.
Uitschakelen:
– draai het stuur iets heen en weer, terwijl
u de sleutel in stand MAR draait.
PORTIEREN
VAN BUITENAF ONT-/VER-
GRENDELEN
Bestuurdersportier
– Draai, om het portier te ontgrendelen,
de sleutel rechtsom, verwijder de sleutel
en trek aan de handgreep ( A-fig. 9).
– Draai, om het portier te vergrendelen,
het slot linksom.
fig. 9
A0A0017m
Neem altijd de sleutel uit het contactslot als de auto
wordt verlaten, om onvoorzichtig gebruik van de bedieningsknoppendoor andere inzittenden te voorko-men. Laat kinderen nooit alleenachter in de auto. Vergeet niet dehandrem aan te trekken en schakelde eerste versnelling in bij een hel-ling omhoog of de achteruit bij eenhelling omlaag.
Verwijder de sleutel nooituit het contactslot als de
auto nog in beweging is. Bij de eerste stuuruitslag blokkeert hetstuur automatisch. Dit geldt inalle gevallen, ook als de autogesleept wordt.
ATTENTIE
ATTENTIE
Het is streng verboden omde-/montagewerkzaam-
heden uit te voeren, waarvoor wij- zigingen in de stuurinrichting of destuurkolom vereist zijn (bijv. bijmontage van een diefstal beveili-ging). Hierdoor kunnen de presta-ties van het systeem, de garantieen de veiligheid in gevaar wordengebracht en voldoet de auto nietmeer aan de type goedkeuring.
ATTENTIE
Controleer voordat u een
portier opent of u dit op
een veilige manier kunt doen.
ATTENTIE
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 15
Page 18 of 283
VAN BINNENUIT
OPENEN/SLUITEN
Voorportieren– Trek, voor het openen van het portier,
aan de handgreep ( A-fig. 11).
fig. 11
A0A0324m
fig. 12
A0A1002m
WEGWIJS IN UW AUTO
16
Voorportier aan passagierszijde
– Ontgrendel het portier m.b.v. de cen-
trale portiervergrendeling en trek aan de
handgreep.
– Duw het portier dicht.
Achterportieren (5-deurs uitvoe-
ringen) – Ontgrendel het portier m.b.v. de cen-
trale portiervergrendeling en trek aan de
handgreep (A-fig. 10).
– Duw het portier dicht. – Trek het portier dicht; druk vervolgens,
om te voorkomen dat het portier van bui-
tenaf wordt geopend, de knop (A-
fig. 12) op het dashboard in; het bewa-
kingslampje (B) op de knop gaat geel
branden om aan te geven dat de vergren-
deling is uitgevoerd.
Achterportieren (5-deurs uitvoe-
ringen)
fig. 10
A0A1001m
De achterportieren kun-
nen alleen van binnenuit
worden geopend, als het
“kinderveiligheidsslot” is uitge-
schakeld.
fig. 13
A0A0324m
– Trek, voor het openen van het portier,
aan de handgreep ( A-fig. 13).
– Trek, voor het sluiten van het portier,
het portier dicht.
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 16
Page 19 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
17
CENTRALE PORTIERVERGREN-
DELING
Met de portiervergrendeling kunnen de
portieren gelijktijdig worden ver- en ont-
grendeld.
De centrale portiervergrendeling werkt
alleen als de portieren volledig zijn geslo-
ten. Als dat niet het geval is, dan wordt de
vergrendeling niet uitgevoerd.
BELANGRIJK Als de portieren centraal
zijn vergrendeld en een van de voorportie-
ren wordt van binnenuit geopend met de
handgreep, dan worden alle portieren ont-
grendeld.
Bij een onderbreking in de elektrische
voeding (doorgebrande zekering, losge-
koppelde accu enz.), kunnen de sloten
altijd met de hand worden vergrendeld.
KINDERVEILIGHEIDSSLOT (5-
deurs uitvoeringen
)
De achterportieren zijn voorzien van een
kinderveiligheidsslot ( fig. 14), waardoor
het portier niet van binnenuit geopend
kan worden.
BELANGRIJK Het systeem werkt
alleen bij het betreffende portier.
Het systeem kan alleen bij een geopend
portier worden ingeschakeld:
stand 1 – systeem ingeschakeld (por-
tier geblokkeerd);
stand 2 – systeem uitgeschakeld (por-
tier kan van binnenuit worden geopend).
fig. 14
A0A0325m
Schakel dit systeem altijd
in als u kinderen ver-
voert.
ATTENTIE
Schakel het kinderveilig- heidsslot op beide achter-
portieren in en controleer of het systeem is ingeschakeld door aande handgreep aan de binnenzijdevan het portier te trekken.
ATTENTIE
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 17
Page 20 of 283
VERSTELLEN IN LENGTERICH-
TING
(fig. 15)
Trek de hendel (A) omhoog en schuif de
stoel naar voren of naar achteren: als u
rijdt, moeten de armen licht gebogen zijn
en de handen op het stuurwiel steunen.
Laat de hendel los en con-
troleer of de stoel goed
geblokkeerd is door deze naar voren en naar achteren te schui-ven. Als de stoel niet goedgeblokkeerd is, kan deze onver-wachts verschuiven, waardoor ude controle over de auto kuntverliezen.
ATTENTIEWEGWIJS IN UW AUTO
18
ZITPLAATSEN VOOR
fig. 15
A0A0020m
Alle afstellingen mogen uit-sluitend bij een stilstaande
auto worden uitgevoerd.
ATTENTIE
De stoffen bekleding van
uw auto is langdurig
bestand tegen slijtage die
ontstaat bij een normaal gebruik
van de auto. Hevig en/of langdu-
rig wrijven met kledingaccessoi-
res zoals metalen gespen, sier-
knopen en klittenbandsluitingen,
moet echter absoluut worden
vermeden omdat hierdoor grote
druk ontstaat op een bepaalde
plek op de bekleding, waardoor
deze plek kan slijten en de bekle-
ding beschadigd wordt.
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 18