Alfa Romeo 147 2006 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2006, Model line: 147, Model: Alfa Romeo 147 2006Pages: 283, PDF Size: 5.86 MB
Page 41 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
39
De airbag bestaat uit een opblaasbaar
luchtkussen dat in een daarvoor bestemde
ruimte is geplaatst:
– in het midden van het stuurwiel aan
bestuurderszijde;
– een luchtkussen met een groter volume
in het dashboard aan de passagierszijde.
De frontairbag (bestuurder en passagier)
is een veiligheidsvoorziening die onmiddel-
lijk in werking treedt bij middelzware en
zware frontale botsingen, door het opblazen
van een luchtkussen tussen de inzittende en
het stuurwiel of het dashboard.
Bij een ongeval verwerkt een regeleenheid
de gegevens van een vertragingssensor en
zorgt ervoor, indien nodig, dat het kussen
wordt opgeblazen.
Het kussen blaast onmiddellijk op, waar-
door het lichaam wordt opgevangen en de
kans op letsel beperkt wordt. Direct daarna
loopt het kussen weer leeg.
De frontairbag (bestuurder en passagier)
is geen vervanging voor de veiligheidsgor-
dels, maar een aanvulling. Draag dus altijd
veiligheidsgordels. Bovendien is het dragen
van veiligheidsgordels wettelijk verplicht in
Europa (en in de meeste landen daarbui-
ten).
Bij een ongeval kan een inzittende die
geen veiligheidsgordel heeft omgelegd, in
contact komen met een airbag die nog niet
volledig opgeblazen is. Hierdoor wordt de
inzittende minder door de airbag
beschermd.
Bij frontale botsingen worden de inzitten-
den beschermd door de frontairbags. Als de airbags niet worden geactiveerd bij andere
soorten botsingen (zijdelingse aanrijdingen,
botsingen van achter, over de kop slaan
enz), betekent dit niet dat het systeem niet
goed functioneert.
Bij botsingen tegen makkelijk vervormba-
re objecten (verkeerspalen, sneeuw- of ijs-
ophopingen enz), of met een ander deel
van de auto dan het front (bijv. als het voor-
spatbord tegen de vangrail komt) of als de
auto onder andere auto’s of veiligheidsvoor-
zieningen schuift (bijvoorbeeld onder een
vrachtwagen of de vangrail), wordt de air-
bag niet geactiveerd omdat geen enkele
aanvullende bescherming wordt geboden op
de veiligheidsgordels.
Als de airbag in deze gevallen niet geacti-
veerd wordt, betekent dit niet dat het sys-
teem niet goed functioneert.FRONTAIRBAGS
Beschrijving en werking
De frontairbag (bestuurder en passagier)
is een veiligheidsvoorziening die onmid-
dellijk in werking treedt bij een frontale
botsing.
fig. 54
A0A1010m
fig. 55
A0A1011mPlaats geen stickers of andere objecten op het
stuurwiel, op het deksel van de air- bagmodule aan de passagierszijdeof op de zijranden van de hemelbe-kleding. Plaats geen voorwerpenop het dashboard aan de passa-gierszijde (bijv. een mobiele tele-foon), omdat deze het correct ope-nen van de airbag aan passagiers-zijde kunnen hinderen en de inzit-tenden ernstig kunnen verwonden.
ATTENTIE
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 39
Page 42 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
40
FRONTAIRBAG AAN
PASSAGIERSZIJDE
De frontairbag aan passagierszijde is ont-
wikkeld om de bescherming te verbeteren
van een inzittende voor met omgelegde vei-
ligheidsgordel. Als de airbag volledig opge-
blazen is, vult deze het grootste deel van de
ruimte tussen het dashboard en de passagier.
fig. 56
A0A0061m
FRONTAIRBAG AAN PASSA-
GIERSZIJDE HANDMATIG
UITSCHAKELEN
(optional voor bepaalde uitvoe-
ringen/markten)
Als het absoluut noodzakelijk is een kind
op de passagiersstoel voor te vervoeren, kan
de frontairbag aan passagierszijde worden
uitgeschakeld.
U schakelt de airbag uit door de contact-
sleutel, met het contactslot in stand STOP,
in de daarvoor bestemde sleutelschakelaar,
rechts van het dashboard, te steken (fig.
56). De schakelaar is alleen bereikbaar bij
geopend portier. De sleutelschakelaar (
fig. 56) heeft
twee standen:
1) Frontairbag aan passagierszijde inge-
schakeld (stand ON
P): lampje op het in-
strumentenpaneel is gedoofd; het is abso-
luut verboden kinderen op de passagiers-
stoel voor te vervoeren.
2) Frontairbag aan passagierszijde uitge-
schakeld (stand OFF
F): lampje op het
instrumentenpaneel brandt; het is mogelijk
kinderen op de passagiersstoel voor te ver-
voeren, waarbij ze beschermd moeten wor-
den door passende universele systemen.
Het waarschuwingslampje
Fop het
dashboard blijft continu branden, totdat de
airbag aan passagierszijde opnieuw wordt
ingeschakeld.
De uitschakeling van de frontairbag aan
passagierszijde heeft geen invloed op de
werking van de zij-airbag.
De sleutel kan bij geopend portier in bei-
de standen in de schakelaar worden gesto-
ken of worden uitgenomen.
Bedien de schakelaar alleen
als de motor uit staat en de
contactsleutel is uitgenomen.
ATTENTIE
ZEER GEVAARLIJK: De auto is uitgerust
met een airbag aan de passagierszij- de. Monteer absoluut geen kinder-zitje achterstevoren op de passa-giersstoel voor als de airbag aanpassagierszijde is ingeschakeld. Alsbij een ongeval de airbag in werkingtreedt (opblaast), kan dit ernstigletsel en zelfs de dood tot gevolghebben. Als er geen andere moge-lijkheid is, moet in ieder geval de air-bag aan passagierszijde uitgescha-keld worden (optional voor bepaal-de uitvoeringen/markten) als hetkinderzitje op de passagiersstoelvoor wordt geplaatst. Bovendienmoet de stoel zo ver mogelijk naarachteren zijn geschoven om te voor-komen dat het kinderzitje eventueelin aanraking komt met het dash-board. Ook als het niet wettelijkverplicht is, raden wij u aan, vooreen optimale bescherming van devolwassenen, de airbag onmiddellijkweer in te schakelen zodra geen kin-deren meer vervoerd worden.
ATTENTIE
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 40
Page 43 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
41
BELANGRIJKDe frontairbags en/of
zij-airbags kunnen worden geactiveerd bij
zware botsingen of als de auto aan de
onderzijde wordt geraakt, bijvoorbeeld bij
zware botsingen tegen treden of stoepran-
den of obstakels op het wegdek of als de
auto terecht komt in grote gaten of verzak-
kingen in het wegdek.
BELANGRIJK Als de airbag in werking
treedt, ontsnapt een beetje rook. Deze rook
is niet schadelijk en duidt niet op brand;
bovendien kan het oppervlak van het opge-
blazen kussen en het interieur van de auto
bedekt zijn met een laagje poeder: dit poe-
der kan de huid en de ogen irriteren. Als u
hiermee in aanraking bent gekomen, moet
u zich met neutrale zeep en water wassen.
ZIJ-AIRBAGS
(SIDEBAGS - HEADBAGS)
De zij-airbags beschermen de inzitten-
den bij middelzware en zware zijdelingse
aanrijdingen.
Ze bestaan uit twee verschillende, zich
snel opblazende kussens:
– de sidebag is in de rugleuning van de
stoelen voor geplaatst, waardoor het kus-
sen ten opzichte van de inzittende altijd
de optimale positie inneemt, ongeacht de
stand van de stoel;
– de headbag is een “gordijn”-systeem
en bevindt zich in de hemelbekleding aan
de zijkant; de headbag is afgedekt met
een afwerklijst, waardoor het kussen naar
beneden wordt opgeblazen. Deze uitvoe-
ring is ontwikkeld om bescherming te bie-
den aan het hoofd en zorgt ervoor dat de
inzittenden voor en achter tijdens een zij-
delingse botsing maximaal zijn
beschermd, dankzij het grote effectieve
oppervlak.
Bij een zijdelingse aanrijding verwerkt
de centrale regeleenheid de informatie
van een vertragingssensor, en zorgt
ervoor, indien nodig, dat het kussen
opblaast. Het kussen blaast onmiddellijk op en vult
de ruimte tussen het portier van de auto
en het lichaam van de inzittenden voor.
Direct daarna loopt het kussen weer leeg.
Bij lichte zijdelingse botsingen (waarbij
de veiligheidsgordel de inzittende op zijn
plaats houdt), wordt de airbag niet geac-
tiveerd. Ook daarom is het gebruik van de
veiligheidsgordels absoluut noodzakelijk,
want de gordel houdt de inzittende bij een
zijdelingse botsing in de juiste positie en
voorkomt dat de inzittende uit de auto
wordt geslingerd bij zware botsingen.
De zij-airbags zijn geen vervanging voor
de veiligheidsgordels, maar een aanvul-
ling. Draag dus altijd veiligheidsgordels.
Bovendien is het dragen van veiligheids-
gordels wettelijk verplicht in Europa (en in
de meeste landen daarbuiten).
De werking van de sidebags en de head-
bags wordt niet uitgeschakeld als de fron-
tairbag aan passagierszijde wordt uitge-
schakeld, zoals beschreven in de vorige
paragraaf.
BELANGRIJK De inzittende wordt bij
een botsing optimaal door het systeem
beschermd als hij/zij in de juiste positie in
de stoel zit. Hierdoor kan de headbag op
de juiste wijze worden opgeblazen.
Steun niet met het hoofd,
de armen of de ellebogen
tegen het portier, de ruiten of in het gebied van de headbag omverwondingen tijdens het opbla-zen te voorkomen.
ATTENTIE
Steek nooit het hoofd, dearmen of de ellebogen uit
het raam.
ATTENTIE
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 41
Page 44 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
42
Rijd altijd met beide han-den op de stuurwielrand,
zodat bij het in werking treden van de airbag, het systeem niet wordtgehinderd door obstakels die ern-stig letsel kunnen veroorzaken.Rijd niet met voorover gebogenlichaam, maar ga goed rechtop zit-ten en steun tegen de rugleuning.
ATTENTIE
Laat bij diefstal of eenpoging tot diefstal, bij
beschadiging of als de auto bij een overstroming onder water isgeweest, het airbagsysteem dooreen Alfa Romeo-dealer controleren.
ATTENTIE
Plaats geen stickers ofandere objecten op het
stuurwiel, op het deksel van de air- bagmodule aan de passagierszijdeof op de zijranden van de hemelbe-kleding. Plaats geen voorwerpen ophet dashboard aan de passagierszij-de (bijv. een mobiele telefoon),omdat deze het correct openen vande airbag aan passagierszijde kun-nen hinderen en de inzittenden ern-stig kunnen verwonden.
ATTENTIE
De levensduur en de vervangingstermijn
van de pyrotechnische lading en van het
spiraalmechanisme zijn vermeld op het
betreffende plaatje op de voorportieren
(bij het slot). Laat aan het einde van deze
termijn het systeem door de Alfa Romeo-
dealer vervangen.
BELANGRIJK Na een ongeval waarbij
een of meerdere veiligheidssystemen zijn
geactiveerd, dient u contact op te nemen
met de Alfa Romeo-dealer om de geacti-
veerde systemen te laten vervangen en de
werking van het systeem te laten contro-
leren.
Alle controlewerkzaamheden, reparaties
en vervanging van de airbag moeten door
de Alfa Romeo-dealer worden uitgevoerd.
Aan het einde van de lange levensduur van
uw auto, moet u contact opnemen met de
Alfa Romeo-dealer om het systeem buiten
werking te laten stellen.
Bij verkoop van de auto moet de nieuwe
eigenaar op de hoogte gesteld worden
van het gebruik en de instructies. Ook
moet de nieuwe eigenaar het instructie-
boekje ontvangen.
BELANGRIJK Het in werking treden
van de gordelspanners, de frontairbags en
de zij-airbags wordt door de elektronische
regeleenheid bepaald, afhankelijk van het
type ongeval. Als een van deze onderde-
len niet in werking treedt, dan duidt dat
niet op een storing in het systeem.ALGEMENE OPMERKINGEN
Als u de contactsleutel in stand MAR draait en het
lampje
¬gaat niet branden of blijft
branden tijdens het rijden, dan is er mogelijk een storing in de veilig-heidssystemen; in dat geval kunnende airbags of gordelspanners nietgeactiveerd worden bij een ongevalof, in een zeer beperkt aantalgevallen, niet op de juiste wijzegeactiveerd worden. Voordat u ver-der rijdt, dient u contact op tenemen met de Alfa Romeo-dealerom het systeem direct te laten con-troleren.
ATTENTIE
Bedek de rugleuning van de
voorstoelen niet met hoe-
zen of kleden die niet zijn voorbe- reid op het gebruik met sidebags.
ATTENTIE
Reis niet met voorwerpenop schoot of voor de borst
en houd vooral geen pijp, potlood enz in de mond. Bij een ongevalwaarbij de airbag in werkingtreedt, kan dit ernstig letsel veroor-zaken.
ATTENTIE
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 42
Page 45 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
43
Bedenk dat als de con-tactsleutel in stand MAR
staat, ook bij uitgezette motor de airbags geactiveerd kunnen wor-den als de auto wordt aangere-den door een andere auto.Daarom mogen, ook als de autostilstaat, absoluut geen kinderenop de passagiersstoel voor wor-den geplaatst. Als de contactsleu-tel echter in stand STOP staat,wordt bij een ongeval geen enkelveiligheidssysteem (airbag ofgordelspanners) geactiveerd; alseen systeem niet in werkingtreedt, betekent dit niet dat hetsysteem niet goed werkt.
ATTENTIE
Als u de contactsleutel instand MAR draait, gaat het
lampje
F(met de schakelaar voor
uitschakeling van de frontairbag aan passagierszijde in stand ON, indienaanwezig) ongeveer 4 secondenbranden en vervolgens 4 secondenknipperen, om aan te geven datfrontairbag aan passagierszijde ende zij-airbags bij een ongeval wor-den geactiveerd. Hierna moet hetlampje doven.
ATTENTIE
De stoelen mogen niet met
water of met stoom wor-
den gereinigd (met de hand of in een automatisch wasapparaat).
ATTENTIE
De airbag treedt in wer-king als de botsing zwaar-
der is dan een botsing waarbij alleen de gordelspanners wordengeactiveerd. Bij aanrijdingen dietussen die twee drempelwaardenin liggen, treden alleen de gordel-spanners in werking.
ATTENTIE
Haak geen harde voorwer-pen aan de kledinghaakjes
en aan de steunhandgrepen.
ATTENTIE
De airbag is geen vervan- ging voor de veiligheids-
gordels, maar een aanvulling. Omdat de frontairbags niet wor-den geactiveerd bij frontale bot-singen bij lage snelheid, bij zijde-lingse aanrijdingen en als de autoover de kop slaat, worden indeze gevallen de inzittenden uit-sluitend door de veiligheidsgor-dels beschermd. De gordels moe-ten dus altijd gedragen worden.
ATTENTIE
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 43
Page 46 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
44
Grootlicht (fig. 60)
Als de draaiknop in stand
2staat, dan
kan worden overgeschakeld tussen dim-
en grootlicht door de hendel naar het
dashboard te drukken (vergrendelde
stand). Op het instrumentenpaneel gaat
het controlelampje
1branden.
Trek de hendel naar het stuurwiel om het
dimlicht weer in te schakelen.
fig. 59
A0A0065m
fig. 60
A0A0066m
HENDELS AAN HET
STUUR
De systemen die met de hendels aan het
stuur worden bediend, kunt u alleen
bedienen als de contactsleutel in de stand
MAR staat.
HENDEL LINKS
Met de linker hendel bedient u de bui-
tenverlichting, behalve de mistlampen en
mistachterlichten.
Als u de buitenverlichting inschakelt,
gaan ook de verlichting van het instru-
mentenpaneel en de bedieningsknoppen
op het dashboard branden.
Alleen als het contactslot in stand PARK
staat, blijven de buitenverlichting en de ken-
tekenverlichting branden, ongeacht de stand
van de draaiknop.
Als de hendel in stand (1 of 2-fig. 62)
staat, dan blijft alleen de buitenverlichting
(voor en achter) resp. rechts of links branden.
Verlichting uit (fig. 57)
Als het symbool Oop de draaiknop
tegenover het merkstreepje staat, dan is
de buitenverlichting uitgeschakeld. Buitenverlichting
(fig. 58)
De buitenverlichting wordt ingeschakeld als
u de draaiknop van stand O in stand
6zet.
Tegelijkertijd gaat op het instrumentenpa-
neel lampje
3branden.
Dimlichten (fig. 59)
De dimlichten worden ingeschakeld als u
de draaiknop van stand
6in stand 2zet.
fig. 57
A0A0063m
fig. 58
A0A0064m
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 44
Page 47 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
45
Grootlichtsignaal (fig. 61)
Het grootlichtsignaal kan worden gegeven
door de hendel naar het stuurwiel te trek-
ken (onvergrendelde stand) ongeacht de
stand van de draaiknop. Tegelijkertijd gaat
op het instrumentenpaneel lampje
1bran-
den.
BELANGRIJK Het grootlichtsignaal
wordt gegeven met het grootlicht. Om
bekeuringen te vermijden, dient u zich aan
de geldende verkeerswetgeving te houden.
Richtingaanwijzers
( fig. 62)
Plaats de hendel, ongeacht de stand van
de draaiknop, in de (vergrendelde) stand:
omhoog, stand (1 ) - de rechter richting-
aanwijzers worden ingeschakeld.
omlaag, stand (2 ) - de linker richtingaan-
wijzers worden ingeschakeld.
Als het dimlicht en de mistlampen zijn
ingeschakeld, dan volgt de regeleenheid
voor de buitenverlichting (geïntegreerd in
de Body Computer) één van de volgende
strategieën:
– bij inschakeling van het grootlicht,
schakelt het dimlicht uit, waarbij de mist-
lampen blijven branden, en wordt terug-
gekeerd naar de oorspronkelijke stand als
het dimlicht opnieuw wordt ingeschakeld;
of
– bij inschakeling van het grootlicht
doven de mistlampen, die automatisch
weer worden ingeschakeld zodra het
grootlicht wordt uitgeschakeld.
Daarom kan na vervanging van de Body
Computer de regelstrategie van de verlich-
ting afwijken van de eerdere regeling.
fig. 61
A0A0067m
fig. 62
A0A0068m
Tegelijkertijd gaat op het instrumenten-
paneel een van de controlelampjes (
Rof
E) branden.
Als het stuurwiel weer in de rechtuit-
stand komt, dan schakelen de richting-
aanwijzers automatisch uit en komt de
hendel weer in de middelste stand.
BELANGRIJK Als u kort richting aan
wilt geven, voor het uitvoeren van een
handeling waarvoor het stuurwiel slechts
weinig hoeft te worden verdraaid, dan
drukt u de hendel iets omhoog of omlaag
zonder dat de hendel vergrendelt. Zodra u
de hendel loslaat, gaat deze automatisch
terug.
fig. 63
A0A0067m
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 45
Page 48 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
46
Draai als de hendel in stand (B) staat,
de draaiknop ( F) op een van de vier inter-
valstanden:
■ = lang interval.
■■ = gemiddeld interval.
■■■ = gemiddeld-kort interval.
■■■■ = kort interval.
C- Langzaam continu wissen.
D - Snel continu wissen.
E - Tussenslag (onvergrendelde stand).
In stand (E) werken de ruitenwissers,
zolang u de hendel met de hand in deze
stand houdt. Als u de hendel loslaat,
springt deze direct weer in stand ( A) en
schakelen de ruitenwissers automatisch
uit.
BELANGRIJK Als u bij ingeschakelde
ruitenwissers de achteruit inschakelt, gaat
automatisch ook de achterruitwisser
werken.
“Follow me home” (fig. 63)
Met deze functie kan voor een bepaalde
tijdsperiode de ruimte voor de auto ver-
licht worden. U schakelt deze functie in
door de contactsleutel in stand STOPte
draaien of uit te nemen en de linker hen-
del naar het stuur te trekken.
Deze functie wordt ingeschakeld als de
hendel binnen 2 minuten na het uitzetten
van de motor, wordt bediend. Telkens als
u de hendel bedient, blijft de verlichting
30 seconden langer branden, tot een
maximum van 3,5 minuut; hierna scha-
kelt de verlichting automatisch uit.
Telkens als de hendel wordt bediend
gaat ook het controlelampje
1op het
instrumentenpaneel branden.
Het is mogelijk de functie te onderbre-
ken door de hendel langer dan 2 secon-
den naar het stuur te trekken.
HENDEL RECHTS
Met de rechter hendel kunt u de ruiten-
wissers/-sproeiers voor en achter bedie-
nen. Als de ruitensproeiers worden inge-
schakeld, dan worden ook de koplamp-
sproeiers ingeschakeld (indien aanwezig). Ruitenwissers - Ruitensproeiers
(fig. 64-65)
De hendel kan in vijf verschillende stan-
den worden gezet:
A - Ruitenwissers uitgeschakeld.
B - Ruitenwissers wissen met interval.
fig. 64
A0A0070m
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 46
Page 49 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
47
Regensensor (fig. 66)
De regensensor (A) (indien aanwezig)
is een elektronische voorziening voor de
ruitenwissers en zorgt ervoor dat de fre-
quentie van de slagen van de ruitenwis-
sers, tijdens het wissen met interval, auto-
matisch wordt aangepast aan de hoeveel-
heid regen op de ruit.
Alle andere door de rechter hendel gere-
gelde functies worden hier niet door beïn-
vloed.
De regensensor wordt automatisch inge-
schakeld als u de rechter hendel in stand
(B-fig. 64) zet en heeft een regelbereik
dat geleidelijk varieert van stilstaande rui-
tenwissers bij een droge ruit, tot de eerste
snelheid (langzaam continu wissen) bij
veel regenval.
INTELLIGENTE WIS/WASREGELING
Als u de hendel naar het stuur trekt
(onvergrendelde stand), schakelen de rui-
tensproeiers in.
Als u de hendel aangetrokken houdt,
dan worden in een beweging de ruiten-
wissers/-sproeiers ingeschakeld; de rui-
tenwissers schakelen automatisch in als u
de hendel langer dan een halve seconde
aangetrokken houdt.
De ruitenwissers blijven nog enkele sla-
gen werken, nadat u de hendel loslaat; na
enige seconden volgt nog een “reinigings-
slag”.
fig. 65
A0A0071m
fig. 66
A0A1012m
Als u de draaiknop ( F-fig. 64) ver-
draait, dan wordt de gevoeligheid van de
regensensor verhoogd, waardoor de over-
gang van stilstaande ruitenwissers bij een
droge ruit, naar de eerste snelheid (lang-
zaam continu wissen) sneller plaatsvindt.
Als de ruitensproeiers worden bediend bij
ingeschakelde regensensor (hendel in
stand B), werkt het normale reinigings-
programma. Daarna hervat de regensen-
sor zijn normale automatische werking.
Draai de contactsleutel in stand STOP
om de regensensor uit te schakelen. Als
de motor daarna wordt gestart (sleutel in
stand MAR), schakelt de regensensor
niet opnieuw in als de hendel in stand ( B)
is blijven staan. Om de regensensor
opnieuw in te schakelen moet u de hendel
in stand ( A) of (C) zetten en vervolgens
opnieuw in stand (B).
Als de regensensor op deze wijze
opnieuw wordt ingeschakeld, wordt ten
minste een wisslag uitgevoerd, ook bij
een droge ruit. Hiermee wordt aangege-
ven dat het systeem weer is ingeschakeld.
De regensensor bevindt zich achter de
binnenspiegel in het gebied dat bestreken
wordt door de ruitenwissers en staat in
contact met de voorruit. De sensor levert
een signaal aan een elektronische regel-
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 47
Page 50 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
48
Koplampsproeiers (fig. 69)Deze functie werkt als u, bij ingescha-
keld dim-/grootlicht, de ruitensproeiers
inschakelt.
BELANGRIJK Bij sommige uitvoerin-
gen schakelt de klimaatregeling automa-
tisch de recirculatiestand in als de kop-
lampsproeiers inschakelen. Hierdoor
wordt voorkomen dat de geur van de rei-
nigingsvloeistof het interieur bereikt.
fig. 69
A0A1013m
eenheid, die vervolgens de ruitenwisser-
motor bedient.
Telkens als de motor wordt gestart,
wordt de regensensor automatisch ver-
warmd tot ongeveer 40°C, zodat eventu-
eel condens van het meetoppervlak wordt
verwijderd en ijsvorming wordt voorko-
men.
De regensensor is in staat om de vol-
gende omstandigheden te herkennen en
zijn gevoeligheid hieraan aan te passen:
– vuil op het controle-oppervlak (zout-
aanslag, vuil enz.);
– waterstrepen veroorzaakt door versle-
ten wisserrubbers;
– verschil tussen dag en nacht (het zicht
wordt ‘s nachts sterker gehinderd door
vocht op de ruit). Achterruitwisser/-sproeier
(fig. 67-68)
Als u de hendel naar het dashboard drukt
(onvergrendelde stand), wordt de ruiten-
sproeier ingeschakeld en gaat de ruiten-
wisser continu werken. De werking stopt
als de hendel wordt losgelaten.
Als u draaiknop ( A) van stand O in
stand
'zet, dan werkt de achterruitwis-
ser in de intervalstand.
fig. 67
A0A0073m
fig. 68
A0A0075m
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 48