Alfa Romeo 159 2010 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2010, Model line: 159, Model: Alfa Romeo 159 2010Pages: 331, PDF Size: 5.37 MB
Page 131 of 331

103
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
BAGAGERUIMTE SLUITEN
Zet de achterklep omlaag en druk op het
slot totdat de achterklep is vergrendeld.
WAARSCHUWING Als de functie
“Bagageruimte onafhankelijk” is inge-
schakeld, controleer dan voordat de ba-
gageruimte wordt gesloten of de sleu-
tel niet in de auto aanwezig is; de ba-
gageruimte wordt automatisch ver-
grendeld.
Als er accessoires op de
hoedenplank of achter-
klep worden gemon-
teerd (luidsprekers, spoiler
enz.), met uitzondering van
door de fabrikant goedgekeur-
de accessoires, dan kan dit de
juiste werking van de gasdem-
pers negatief beïnvloeden.
Als de bagageruimte
wordt gebruikt, mag
het maximale laadvermogen
van de auto nooit worden
overschreden (zie het hoofd-
stuk “Technische gegevens”).
Controleer bovendien of de ba-
gageruimte goed is geladen
om te voorkomen dat een
voorwerp bij bruusk remmen
naar voren schiet en letsel ver-
oorzaakt.
OPGELET
Rijd niet met losse
voorwerpen op de hoe-
denplank: bij een ongeval of
bruusk remmen kunnen ze de
passagiers verwonden.
OPGELET
❒zet de borghendel A-fig. 96 van
de rugleuning omhoog en klap de
rugleuning naar voren. Als de hen-
del omhoog is geplaatst, is er een
“rode band” Bzichtbaar.
WAARSCHUWING Controleer voor-
dat de rugleuning op de zitting wordt
geklapt of de gordelriemen in de hou-
ders zijn opgeborgen.
A0E0085mfig. 96
BAGAGERUIMTE
VERGROTEN
(voor bepaalde uitvoeringen/
markten, waar voorzien)
Ga als volgt te werk om de bagage-
ruimte te vergroten:
❒verwijder de hoofdsteunen van de
achterbank;
❒doe de veiligheidsgordel opzij en
controleer of de gordel niet gespan-
nen is of gedraaid zit;
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 103
Page 132 of 331

104
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDENBAGAGE VASTZETTEN
In de bagageruimte bevinden zich 4 ha-
kenA-fig. 97voor het vastzetten van
de kabels, zodat de lading stevig in de
auto kan worden vastgezet.
A0E0131mfig. 97
Bagage die niet goed is
vastgezet, kan bij een
ongeluk de passagiers ernstig
verwonden.
OPGELET
Als u in een gebied rijdt
waar brandstof moei-
lijk verkrijgbaar is en u daar-
om reservebrandstof in een
jerrycan wilt vervoeren, dan
moet u zich aan de geldende
wetgeving houden. Gebruik al-
leen een goedgekeurde jerry-
can en bevestig deze op de
juiste wijze. Toch is de kans op
brand bij een ongeval groter.
OPGELET
Controleer of de rugleu-
ning aan beide zijden
goed is vergrendeld (“rode
band” B-fig. 96 niet zichtbaar)
om te voorkomen de rugleuning
bij bruusk remmen naar voren
klapt en de passagiers gewond
raken.
OPGELET
ACHTERBANK
TERUGPLAATSEN
Doe de veiligheidsgordels opzij en con-
troleer of de gordels niet gespannen zijn
of gedraaid zitten.
Zet de rugleuning omhoog door deze
naar achteren te drukken totdat u merkt
dat beide borgmechanismen worden ver-
grendeld, controleer visueel of de “rode
band”Bop de zijkant van de hendel
Aniet meer zichtbaar is. Als de “rode
band”Bzichtbaar is, is de rugleuning
niet goed vergrendeld.
WAARSCHUWING Controleer al-
tijd of de hoofdsteun juist is geplaatst.
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 104
Page 133 of 331

105
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Als de bagageruimte niet goed is geslo-
ten, gaat er bij sommige uitvoeringen een
lampje
(voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten, waar voorzien) op het in-
strumentenpaneel branden of wordt het
symbool
Ssamen met een bericht op
het display (zie het hoofdstuk “Lampjes
en berichten”) weergegeven.
WAARSCHUWINGControleer altijd
of de motorkap goed is gesloten om te
voorkomen dat deze tijdens het rijden
opengaat.
MOTORKAP
OPENEN
Ga als volgt te werk:
❒trek de hendel A-fig. 98omhoog
totdat u merkt dat de motorkap
wordt ontgrendeld;
❒druk het hendeltje B-fig. 99van
het beveiligingsmechanisme om-
hoog en til de motorkap op.
WAARSCHUWING Het optillen van
de motorkap wordt makkelijk gemaakt
door de twee gasdempers aan de zij-
kant. Deze gasdempers mogen niet wor-
den gerepareerd of gewijzigd; begeleid
de motorkap tijdens het openen.
WAARSCHUWING Controleer voor
het optillen van de motorkap of de rui-
tenwisserarmen op de voorruit liggen en
of de ruitenwissers zijn uitgeschakeld.
A0E0122mfig. 98
A0E0470mfig. 99
SLUITEN
Laat de motorkap tot op ongeveer 20
centimeter van de motorruimte zakken
en laat de motorkap vallen; controleer
vervolgens door de motorkap op te til-
len of de motorkap goed is gesloten en
niet alleen vastzit aan de veiligheids-
vergrendeling. Druk in dit laatste geval
de motorkap niet dicht, maar til hem op-
nieuw op en herhaal de handeling.
Voer deze handelingen
uit terwijl de auto stil-
staat.
OPGELET
Om veiligheidsredenen
moet de motorkap tij-
dens de rit altijd goed zijn ge-
sloten. Controleer daarom al-
tijd of de motorkap goed is
vergrendeld. Als u tijdens het
rijden merkt dat de motorkap
niet goed is vergrendeld, stop
dan onmiddellijk en sluit de
motorkap op de juiste wijze.
OPGELET
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 105
Page 134 of 331

106
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
IMPERIAAL/
SKIDRAGER
De auto is voorzien van een inbouw-
voorbereiding voor een imperi-
aal/skidrager.
De voorste bevestigingen van de in-
bouwvoorbereiding bevinden zich op de
puntenA-fig. 100.
De achterste bevestigingspunten van de
inbouwvoorbereiding bevinden zich op
de punten B.
A0E0097mfig. 100
KOPLAMPEN
KOPLAMPEN AFSTELLEN
Goed afgestelde koplampen zijn be-
langrijk voor het comfort en de veilig-
heid van uzelf en de overige wegge-
bruikers. Voor optimaal zicht en zicht-
baarheid moeten de koplampen goed
zijn afgesteld. Wendt u voor de contro-
le en de eventuele instelling tot het Al-
fa Romeo Servicenetwerk.
KOPLAMPVERSTELLING
Deze werkt als de sleutel in het start-
systeem is geplaatst en de dimlichten
branden.
Als de auto is beladen en achterover
helt, schijnt de lichtbundel meer om-
hoog. De koplampen moeten dan juist
worden afgesteld.
Verdeel de lading gelijk-
matig en houd tijdens de
rit rekening met een ver-
hoogde zijwindgevoeligheid.
WAARSCHUWINGControleer of de
bevestigingen goed vastzitten nadat u
enkele kilometers met de auto hebt ge-
reden.
WAARSCHUWING Overschrijd nooit
het maximale draagvermogen (zie het
hoofdstuk “Technische gegevens”).
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 106
Page 135 of 331

107
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDENU kunt de stand van de koplampen met
behulp van de knop A-fig. 101op het
paneel naast het stuur afstellen.
Als de auto is voorzien van bi-xenon kop-
lampen, worden de koplampen elek-
tronisch afgesteld en is knop Aniet aan-
wezig.De knop kan in vier standen worden ge-
zet; de standen komen overeen met de
hieronder aangegeven belastingen:
❒positie0: een of twee inzittenden
op de voorstoelen, volle brandstof-
tank, auto in rijklare staat;
❒positie1: vijf inzittenden;
❒positie2: vijf inzittenden en volle ba-
gageruimte (ongeveer 50 kg);
❒positie3: bestuurder en 300 kg la-
ding in de bagageruimte.
WAARSCHUWING Controleer altijd
de stand van de koplampen als het ge-
wicht van de vervoerde lading wijzigt.
MISTLAMPEN VOOR
AFSTELLEN
Wendt u voor de controle en de even-
tuele instelling tot het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk.
A0E0226mfig. 101
KOPLAMPAFSTELLING IN
HET BUITENLAND
De dimlichten zijn afgesteld voor gebruik
in het land waarin de auto is verkocht.
In landen waar op de andere weghelft
wordt gereden, moet om tegenliggers
niet te verblinden als volgt te werk wor-
den gegaan:
❒verwijder de beschermdop van de
koplamp (zie de paragraaf “Dim-
licht” in het hoofdstuk “In noodge-
vallen”);
❒zet de hendel A-fig. 102opzij;
A0E0050mfig. 102
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 107
Page 136 of 331

108
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
ABS
Het ABS-systeem dat in het remsysteem
is geïntegreerd, voorkomt dat de wielen
tijdens het remmen blokkeren, ongeacht
de toestand van het wegdek en de druk
op het pedaal, en verhindert daarmee
dat een of meerdere wielen slippen.
Hierdoor blijft de auto bestuurbaar, zelfs
bij noodstops.
Het systeem wordt aangevuld met het
EBD-systeem (Electronic Braking Force
Distribution, elektronische remdrukver-
deling), dat de remdruk tussen de voor-
en achterwielen verdeelt.
WAARSCHUWING Voor een maxi-
male werking van het remsysteem is
een inrijperiode van circa 500 km no-
dig: tijdens deze periode moet bruusk,
herhaaldelijk of langdurig remmen wor-
den voorkomen.
ACTIVERING VAN HET
SYSTEEM
Als het ABS-systeem in werking treedt,
merkt de bestuurder dit aan een trilling
in het rempedaal, die gepaard gaat met
enig geluid: dit geeft aan dat u uw snel-
heid moet aanpassen aan de grip op het
wegdek.
Als het ABS-systeem in
werking treedt, is de
grip van de banden op het
wegdek beperkt: minder snel-
heid om deze aan te passen
aan de beschikbare grip.
OPGELET
Het ABS-systeem maakt
zo goed mogelijk ge-
bruik van de beschikbare grip,
maar kan niet de grip verhogen.
Rijd dus altijd voorzichtig op
een glad wegdek, zodat u geen
onnodige risico’s loopt.
OPGELET
Als het ABS-systeem in
werking treedt en u de
pulsaties op het rempedaal
voelt, moet de druk op het pe-
daal niet worden verminderd,
maar moet het pedaal goed in-
gedrukt worden gehouden. Zo
komt men binnen een zo kort
mogelijke afstand tot stil-
stand, afhankelijk van de toe-
stand van het wegdek.
OPGELET
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 108
Page 137 of 331

109
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Storing in EBD
Dit wordt aangegeven door de bran-
dende lampjes
>+xop het instru-
mentenpaneel (bij sommige uitvoerin-
gen wordt er ook een bericht op het dis-
play weergegeven) (zie het hoofdstuk
“Lampjes en berichten”).
In dit geval kunnen bij krachtig remmen
de achterwielen vroegtijdig blokkeren
waardoor de auto kan slippen. Rijd ui-
terst voorzichtig verder naar het dichtst-
bijzijnde bedrijf in het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk om het systeem te laten
controleren.
BRAKE ASSIST
(regeling bij noodstops)
Het systeem, dat niet uitgeschakeld kan
worden, herkent noodstops (afhanke-
lijk van de snelheid waarmee het rem-
pedaal wordt ingetrapt) waardoor het
sneller op het remsysteem kan ingrijpen.
Brake Assist wordt bij een auto met VDC
uitgeschakeld als er een storing wordt
gesignaleerd (als er een storing is, gaat
het lampje
áop het instrumentenpa-
neel branden (bij sommige uitvoeringen
wordt er ook een bericht op het display
weergegeven).
STORINGSMELDINGEN
Storing in ABS
Dit wordt aangegeven door een bran-
dend lampje
>op het instrumenten-
paneel (bij sommige uitvoeringen wordt
er ook een bericht op het display weer-
gegeven) (zie het hoofdstuk “Lampjes
en berichten”). In dat geval blijft het
remsysteem normaal werken, maar zon-
der de mogelijkheden van het ABS.
Rijd voorzichtig verder naar het dichtst-
bijzijnde bedrijf in het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk om het systeem te laten
controleren.
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 109
Page 138 of 331

110
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
VDC-SYSTEEM
(Vehicle Dynamics
Control)
(voor bepaalde uitvoeringen/
markten, waar voorzien)
Dit systeem bewaakt de stabiliteit van
de auto als de wielen hun grip verliezen,
waardoor de auto beter op koers blijft.
De werking van het VDC-systeem is ui-
termate nuttig als de grip op het weg-
dek wisselt.
ACTIVERING VAN HET
SYSTEEM
Als het systeem in werking treedt, gaat
het lampje
áop het instrumentenpa-
neel knipperen, om de bestuurder er op
te wijzen dat de auto de stabiliteit en de
grip dreigt te verliezen.
SYSTEEM IN-/
UITSCHAKELEN
Het VDC-systeem wordt automatisch in-
geschakeld als de motor wordt gestart.
Tijdens de rit kan het VDC worden uit-
geschakeld door gedurende 2 seconden
de ASR/VDC-knop op de middenconso-
le in te drukken fig. 103. Als het VDC-
systeem wordt uitgeschakeld, wordt ook
de ASR uitgeschakeld. Beide functies
kunnen opnieuw worden ingeschakeld
door de ASR/VDC-knop in te drukken.
Als het systeem wordt uitgeschakeld,
gaat het lampje
áop het instrumen-
tenpaneel branden (bij sommige uit-
voeringen wordt er een symbool op het
display weergegeven) en gaat de LED
om de ASR/VDC-knop branden.
Als het VDC-systeem tijdens de rit wordt
uitgeschakeld, wordt het na de volgen-
de keer starten opnieuw ingeschakeld.
STORINGSMELDINGEN
Bij een eventuele storing van het VDC
wordt het systeem automatisch uitge-
schakeld en gaat het lampje
áop het
instrumentenpaneel continu branden (bij
sommige uitvoeringen wordt er ook een
bericht op het display weergegeven)
(zie het hoofdstuk “Lampjes en berich-
ten”). Wendt u zich in dat geval zo snel
mogelijk tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
A0E0026mfig. 103
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 110
Page 139 of 331

111
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
De prestaties van het
VDC-systeem mogen
de bestuurder er niet toe ver-
leiden onnodige en onverant-
woorde risico’s te nemen. Het
rijgedrag moet altijd worden
aangepast aan de toestand
van het wegdek, het zicht en
het verkeer. De verantwoor-
delijkheid voor de verkeers-
veiligheid ligt altijd en overal
bij de bestuurder.
OPGELET
Bij eventueel gebruik
van het noodreserve-
wiel (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten, waar voorzien)
blijft het VDC-systeem wel
werken. Het noodreservewiel
is kleiner dan de normale band
en biedt daarom minder grip
dan bij de andere banden van
de auto.
OPGELET
Voor een juiste wer-
king van het VDC-sys-
teem moeten de banden op al-
le wielen van hetzelfde merk
en type zijn. Ze moeten in goe-
de toestand en van het voor-
geschreven type, merk en
maat zijn.
OPGELET
HILL HOLDER-SYSTEEM
(voor bepaalde uitvoeringen/
markten, waar voorzien)
Dit systeem is in het VDC geïntegreerd
en helpt bij het wegrijden op een helling
omhoog. Het systeem wordt automa-
tisch ingeschakeld bij:
❒helling omhoog: stilstaande auto op
een helling van meer dan 6% met
draaiende motor, ingetrapt rem- en
koppelingspedaal en versnellingsbak
in vrij of als een andere versnelling
dan de achteruit is ingeschakeld;
❒helling omlaag: stilstaande auto op
een afdaling van meer dan 6% met
draaiende motor, ingetrapt rem- en
koppelingspedaal en ingeschakelde
achteruit.
Tijdens het wegrijden zorgt de rege-
leenheid van het VDC-systeem ervoor
dat er op de wielen wordt geremd tot-
dat het noodzakelijke motorkoppel
wordt bereikt om weg te rijden (of in ie-
der geval 1 seconde, zodat de rechter-
voet van het rempedaal naar het gas-
pedaal kan worden verplaatst).
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 111
Page 140 of 331

ASR-SYSTEEM
(AntiSlip Regulation)
Dit is een onderdeel van het VDC-sys-
teem; dit systeem controleert de auto
en grijpt in als één of beide aangedre-
ven wielen slippen.
Afhankelijk van de oorzaak van het
doorslippen worden er twee verschil-
lende regelsystemen geactiveerd:
❒als beide aangedreven wielen door-
slippen, vermindert het ASR-systeem
het motorvermogen;
❒als slechts één van de aangedreven
wielen slipt, remt het ASR automa-
tisch het slippende wiel. Als de auto na het verstrijken van deze
tijd niet is vertrokken, wordt het systeem
automatisch uitgeschakeld en wordt de
remdruk geleidelijk verlaagd.
Tijdens deze fase kunt u een geluid ho-
ren. Dit geluid betekent dat de auto ie-
der moment in beweging kan komen.
112
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Storingsmeldingen
Bij een eventuele storing gaat het lamp-
je
*(voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten, waar voorzien) op het in-
strumentenpaneel branden (bij sommi-
ge uitvoeringen wordt er een bericht op
het display weergegeven) (zie het
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
WAARSCHUWING Het Hill Holder-
systeem is geen handrem; verlaat dus
nooit de auto zonder de handrem aan
te trekken, de motor uit te zetten en de
eerste versnelling in te schakelen.
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 112