Alfa Romeo 159 2010 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2010, Model line: 159, Model: Alfa Romeo 159 2010Pages: 331, PDF Size: 5.37 MB
Page 101 of 331

73
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
RUITEN REINIGEN
HENDEL RECHTS
De rechterhendel fig. 54bedient de
ruitenwisser en de ruitensproeier.
Als de buitenverlichting brandt, worden
bij het inschakelen van de ruitensproei-
ers ook de koplampsproeiers ingescha-
keld.
Ruitenwissers/-sproeiers
De rechterhendel kan in vijf verschillen-
de standen worden gezet:
0: ruitenwissers uitgeschakeld;
1: wissen met interval.
Verdraai, als de hendel in stand 1staat,
draaiknop op A, waarbij u uit vier in-
tervalstanden kunt kiezen:
■= lang interval
■= gemiddeld interval
■= gemiddeld - snel interval
■= snel interval2: continu langzaam wissen
3: continu snel wissen
4: tijdelijk snel wissen (onvergrendelde
stand)
De functie in stand 4blijft ingeschakeld
zolang de hendel in deze stand wordt
gehouden. Als de hendel wordt losge-
laten, keert deze terug naar de begin-
stand0en stoppen de ruitenwissers au-
tomatisch.
A0E0066mfig. 54
Gebruik de ruitenwissers
niet om opgehoopte
sneeuw of ijs van de
voorruit te verwijderen. In die
omstandigheden grijpt, als de rui-
tenwissers te zwaar worden be-
last, de beveiliging in, die ervoor
zorgt dat de ruitenwissers enke-
le seconden worden uitgescha-
keld. Wendt u tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk als de werking
niet wordt hersteld.
046-082 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:19 Pagina 73
Page 102 of 331

74
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Als u de draaiknop A-fig. 54draait,
wordt de gevoeligheid van de regen-
sensor verhoogd, waardoor het systeem
sneller overschakelt van stilstaande rui-
tenwissers bij een droge ruit naar de eer-
ste snelheid (langzaam continu wissen).
De handeling wordt bevestigd met een
enkele slag van de ruitenwissers.
Als de ruitensproeiers worden bediend
bij ingeschakelde regensensor (hendel
in stand 1-fig. 54) werkt het norma-
le reinigingsprogramma. Daarna hervat
de regensensor zijn normale automati-
sche werking.
Als de elektronische sleutel uit het start-
systeem wordt verwijderd, wordt de re-
gensensor uitgeschakeld en als opnieuw
wordt gestart niet opnieuw ingeschakeld
als de hendel in stand 1-fig. 54blijft
staan. In dat geval moet, om de re-
gensensor in te schakelen, de hendel in
stand0of2en vervolgens opnieuw in
stand1worden gezet.
Als de regensensor opnieuw wordt in-
geschakeld wordt, ook op een droge
ruit, een slag van de ruitenwissers uit-
gevoerd. “Intelligente
wis-/wasregeling”
Als u de hendel naar het stuur trekt (on-
vergrendelde stand), schakelen de rui-
tensproeiers in.
Als u de hendel langer dan een halve se-
conde aangetrokken houdt, dan worden
in één beweging de ruitenwissers/-
sproeiers ingeschakeld.
Als u de hendel loslaat, stoppen de rui-
tensproeiers onmiddellijk terwijl de rui-
tenwissers nog 3 slagen maken. Na on-
geveer 6 seconden volgt nog een ex-
tra reinigingsslag.
REGENSENSOR
(voor bepaalde uitvoeringen/
markten, waar voorzien)
De regensensor A-fig. 55bevindt zich
achter de binnenspiegel en is een elek-
tronisch systeem dat wordt gebruikt door
het ruitenwissersysteem dat automatisch
de slagfrequentie van de ruitwissers aan-
past aan de intensiteit van de regen. Alle
andere met de rechterhendel bediende
functies blijven ongewijzigd.
De regensensor wordt ingeschakeld als de
rechterhendel in stand 1-fig. 54wordt
gezet en heeft een traploos bereik van stil-
staande ruitenwissers (geen enkele slag)
bij een droge ruit tot werking met de twee-
de snelheid (continu met gemiddelde snel-
heid) bij hevige regen.
A0E0227mfig. 55
046-082 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:19 Pagina 74
Page 103 of 331

75
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDENKOPLAMPSPROEIERS
(waar voorzien) fig. 56
Deze zijn voorzien van een sproeier voor
elke functie van de buitenverlichting. Ze
gaan automatisch werken als de rui-
tensproeiers bij brandende buitenver-
lichting worden ingeschakeld.
WAARSCHUWINGContoleer regel-
matig of de koplampsproeiers schoon
en in goede staat zijn. WAARSCHUWINGAls de regen-
sensor defect is, werken de ruitenwis-
sers als de rechterhendel in stand 1-
fig. 54staat in de intervalstand. Als
de storing van de regensensor optreedt
tijdens de automatische werking, blijft
het systeem werken volgens de laatst
ingestelde werking van de ruitenwissers.
Als de hendel in de andere standen
wordt gezet, blijven de ruitenwissers
werken.
De regensensor is in staat om de vol-
gende omstandigheden te herkennen en
zijn gevoeligheid hieraan aan te passen:
❒vuil op het controle-oppervlak (zou-
taanslag, vuil enz.);
❒verschil tussen dag en nacht.
Storingsmeldingen
Bij een storing in de regensensor gaat
bij sommige uitvoeringen het lampje
uop het instrumentenpaneel bran-
den, terwijl er bij andere uitvoeringen
een bericht op het display wordt weer-
gegeven (zie het hoofdstuk “Lampjes
en berichten”).
Schakel de regensensor
niet in als de auto in een
automatische wasstraat
wordt gewassen.
Schakel het systeem bij
ijsvorming op de voor-
ruit uit.
Controleer als de voor-
ruit moet worden
schoongemaakt altijd of het
systeem is uitgeschakeld.
OPGELET
A0E0046mfig. 56
Als er waterresten ach-
terblijven, kunnen de rui-
tenwissers ongewenste
bewegingen maken.
046-082 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:19 Pagina 75
Page 104 of 331

76
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
CRUISE CONTROL
(snelheidsregelaar)
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
ALGEMENE INFORMATIE
De snelheidsregeling (CRUISE CON-
TROL) is een elektronisch systeem
waarmee de auto met de gewenste
snelheid blijft rijden, zonder dat het gas-
pedaal ingetrapt hoeft te worden. Hier-
door neemt de vermoeidheid af tijdens
een rit op de snelweg, vooral bij lange
ritten, omdat de opgeslagen snelheid
automatisch in stand wordt gehouden.
WAARSCHUWINGDe cruise control
kan worden ingeschakeld als er in de
vierde, vijfde of zesde versnelling met
een snelheid tussen 45 en 180 km/h
wordt gereden.A0E0095mfig. 57
SYSTEEM INSCHAKELEN
Draai draaiknop A-fig. 57opÜ.
Het systeem kan niet worden ingescha-
keld als de 1e versnelling of de achter-
uit is ingeschakeld; het verdient aanbe-
veling om het systeem in te gebruiken in
de 4e versnelling of hoger. Bij afdalingen
kan de snelheid bij een ingeschakelde
cruise control iets hoger dan de opgesla-
gen snelheid liggen.
Als de cruise- controle wordt ingescha-
keld, gaat het lampje
Üop het instru-
mentenpaneel branden (bij sommige
uitvoeringen wordt er ook een bericht
op het display weergegeven) (zie het
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
SNELHEID OPSLAAN
Ga als volgt te werk:
❒draai de draaiknop A-fig. 57in
stand
Üen trap het gaspedaal in tot
de auto met de gewenste snelheid
rijdt;
❒druk de hendel omhoog (+) of om-
laag (–) en laat de hendel los: de
snelheid van de auto wordt opgesla-
gen en het gaspedaal kan nu worden
losgelaten.
Indien nodig (bijvoorbeeld bij inhalen)
kan de snelheid simpel verhoogd wor-
den door het intrappen van het gaspe-
daal: als u daarna het gaspedaal loslaat,
wordt teruggekeerd naar de opgeslagen
snelheid.
OPGESLAGEN SNELHEID
OPROEPEN
Als het systeem is uitgeschakeld door
bijvoorbeeld het intrappen van het rem-
of koppelingspedaal, kan de opgeslagen
snelheid op de volgende manier worden
opgeroepen:
❒geef geleidelijk gas, totdat de snel-
heid ongeveer gelijk is aan de op-
geslagen snelheid;
046-082 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:19 Pagina 76
Page 105 of 331

77
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
❒intrappen van het gaspedaal: in dit
geval wordt het systeem slechts tij-
delijk uitgeschakeld; als het pedaal
wordt losgelaten, schakelt het sys-
teem automatisch opnieuw in;
❒als de voertuigsnelheid lager wordt
dan de limiet (in dat geval blijft de
laatst opgeslagen snelheid bewaard
en kan worden opgeroepen door de
knopRESin te drukken);
Automatische uitschakeling
van de cruise control
De cruise control wordt tijdelijk uitge-
schakeld als het ABS of VDC ingrijpt (na
een maximaal toegestane tijd): in dit
geval blijft de laatste opgeslagen snel-
heid bewaard en kan worden opgeroe-
pen door knop RESin te drukken.
Bij een storing van de cruise control of
het motormanagementsysteem wordt
het systeem uitgeschakeld totdat de
elektronische sleutel uit het startsysteem
wordt verwijderd. Wendt u zich in dit ge-
val tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
❒schakel de versnelling in die inge-
schakeld was op het moment van
het opslaan van de snelheid (vier-
de of vijfde versnelling);
❒druk op de knop RES(op het uit-
einde van de hendel).
OPGESLAGEN SNELHEID
VERHOGEN
Dit kan op twee manieren:
❒trap het gaspedaal in sla vervolgens
de nieuwe snelheid op;
of
❒plaats de hendel omhoog (+).
Telkens als de hendel wordt bediend,
wordt de snelheid met ongeveer 1,5
km/h verhoogd; als de hendel omhoog
wordt gehouden, wordt de snelheid trap-
loos gewijzigd.
OPGESLAGEN SNELHEID
VERLAGEN
Dit kan op twee manieren:
❒schakel het systeem uit en sla ver-
volgens de nieuwe snelheid op;
of
❒zet de hendel omlaag (–) totdat de
nieuwe snelheid is bereikt die auto-
matisch wordt opgeslagen.
Telkens als de hendel wordt bediend,
wordt de snelheid ongeveer 1,5 km/h
verlaagd. Als de hendel omlaag wordt
gehouden, wordt de snelheid traploos
gewijzigd.
SYSTEEM UITSCHAKELEN
Het systeem wordt in de volgende ge-
vallen uitgeschakeld:
❒door knop A-fig. 57in stand Ote
zetten;
❒schakel de motor uit of haal de elek-
tronische sleutel uit het startsysteem;
❒intrappen van het rempedaal, in-
trappen van het koppelingspedaal
(in deze gevallen blijft de snelheid
opgeslagen en kan deze worden op-
geroepen met de knop RES);
046-082 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:19 Pagina 77
Page 106 of 331

78
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Het systeem wordt ook automatisch uit-
geschakeld als de knop AofRESon-
juist of per ongeluk wordt bediend: in
dat geval kan het systeem weer worden
ingeschakeld door de auto met de ge-
wenste snelheid te laten rijden en de
hendel omhoog (+) of omlaag (–) te
plaatsen.PLAFONDVERLICHTING
PLAFONDLAMPJE VOOR
fig. 58
Druk op de volgende knoppen:
A: om de instapverlichting bestuur-
derszijde in/uit te schakelen;
B: om de verlichting in het midden
in/uit te schakelen;
C: om de instapverlichting passagiers-
zijde in/uit te schakelen;
Als u langer op de knop Bdrukt, gaan
alle lampjes van de plafondverlichting
voor en achter uit. De uitschakeling
wordt ook aangegeven via een geluids-
signaal. Druk om de verlichting opnieuw
in te schakelen kort op de knop B.
Bij een storing of defect
van de cruise control
moet de draaiknop A-fig. 57 in
stand O worden gezet. Con-
troleer de zekering en laat het
systeem door het Alfa Romeo
Servicenetwerk controleren.
OPGELET
Als de cruise control tij-
dens het rijden is inge-
schakeld, mag u de versnel-
lingspook nooit in de vrijstand
zetten.
OPGELET
A0E0481mfig. 58
WAARSCHUWING Als één van de
portieren per ongeluk geopend blijft
staan, gaan de plafondverlichting voor
en de instapverlichting automatisch na
een paar minuten uit. Als u de verlich-
ting opnieuw wilt inschakelen, moet er
een ander portier worden geopend of
moet hetzelfde portier worden gesloten
en weer worden geopend.
046-082 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:19 Pagina 78
Page 107 of 331

79
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
In de tabel wordt het in- en uitschakelen van de plafondverlichting voor/achter en de bediening samengevat:
Gebeurtenis
Voor-/achterportier openen
Sluiten van alle portieren
Verwijderen van de elektronische sleutel uit het startsysteem
Portiervergrendeling
Portieren ontgrendelen
Ingrijpen brandstofnoodschakelaar
Stand in-/uitschakelen van plafondverlichting voor
en achter
Inschakeling plafondlampje voor en achter gedurende enige minu-
ten. De tijdregeling wordt opnieuw gestart als een willekeurig por-
tier wordt geopend
Elektronische sleutel verwijderd uit startsysteem:
de verlichting blijven gedurende nog 10 seconden branden.
Deze tijdregeling wordt onderbroken als de elektronische
sleutel in de opening wordt gestoken
Motor starten: uitschakelen plafondlampje middenvoor en achter
Inschakeling plafondlampje voor en achter gedurende enige
ongeveer 10 seconden.
Uitschakelen plafondlampje middenvoor en achter
Inschakeling plafondlampje voor en achter gedurende enige
ongeveer 10 seconden.
Inschakeling plafondlampje voor en achter gedurende enige mi-
nuten. Als de brandstofnoodschakelaar opnieuw wordt geacti-
veerd, gaat de verlichting uit
In alle gevallen die in de tabel worden beschreven, wordt de verlichting voor en achter progressief in-/uitgeschakeld, met een duur van
ongeveer 2 seconden.
046-082 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:19 Pagina 79
Page 108 of 331

80
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHUWINGAls een portier
per ongeluk geopend blijft, dooft de ver-
lichting automatisch na enige minuten.
Open een ander portier of sluit en open
hetzelfde portier om de verlichting op-
nieuw in te schakelen.
Uitvoeringen met
open dak, fig. 60
(voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten, waar voorzien)
De uitvoeringen met open dak zijn voor-
zien van twee plafondlampjes achter bo-
ven de achterportieren.
Druk op het lampenglas A-fig. 60om
de verlichting in/uit te schakelen.PLAFONDVERLICHTING
ACHTER
Uitvoeringen zonder open dak
fig. 59
Druk op de volgende knoppen:
A:om de instapverlichting bestuur-
derszijde in/uit te schakelen;
B:om de instapverlichting passagiers-
zijde in/uit te schakelen;
Als de portieren worden gesloten, blijft
de verlichting enige seconden branden
en dooft vervolgens automatisch. De
verlichting dooft als de elektronische
sleutel in het startsysteem wordt ge-
plaatst.
A0E0094mfig. 59A0E0037mfig. 60
DORPELVERLICHTING
De verlichting in de portieren gaat bran-
den als het portier wordt geopend, on-
geacht de stand van de elektronische
sleutel. Als het portier gedurende onge-
veer 3 minuten geopend blijft, dooft de
verlichting automatisch.
046-082 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:19 Pagina 80
Page 109 of 331

81
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
BEDIENINGSKNOPPEN
BRANDSTOFNOODSCHAKEL
AAR EN ELEKTRISCHE
VOEDING
De auto is voorzien van een beveili-
gingsschakelaar, die bij een botsing in
werking treedt en de brandstoftoevoer
onderbreekt, waardoor de motor afslaat.
Bij enige uitvoeringen is bovendien een
extra beveiligingsschakelaar aanwezig,
die bij een botsing de elektrische voe-
ding onderbreekt.
Op deze wijze wordt het lekken van
brandstof als gevolg van gebroken lei-
dingen voorkomen; ook worden vonken
en elektrische ontladingen voorkomen
als gevolg van beschadigde elektrische
componenten van de auto.
WAARSCHUWINGVerwijder na
een botsing de elektronische sleutel uit
het startsysteem om het ontladen van
de accu te voorkomen.
Als u na een ongeval
een brandstoflucht
ruikt of merkt dat het brand-
stofsysteem lekt, schakel het
systeem dan niet in om brand
te voorkomen.
OPGELET
Als de portieren vanuit
het interieur centraal
zijn vergrendeld en de brand-
stofnoodschakelaar na een
botsing niet in staat was om
de portieren automatisch te
ontgrendelen, kan de auto niet
van buitenaf worden geopend.
Het van buitenaf openen van
de portieren hangt bovendien
af van de staat van de portie-
ren na een ongeval: als een
portier beschadigd is, kan het
mogelijk niet worden geopend.
Probeer in dat geval de ande-
re portieren van de auto te
openen.
OPGELET
Portierontgrendeling bij een
ongeval
Bij een botsing waarbij de brandstof-
noodschakelaar wordt ingeschakeld,
worden de portieren automatisch ont-
grendeld, zodat het interieur van bui-
tenaf kan worden bereikt en wordt te-
gelijkertijd de interieurverlichting inge-
schakeld. U kunt de portieren echter al-
tijd van binnenuit openen met behulp
van de daarvoor bestemde bedienings-
hendels. Als er na een botsing geen
brandstoflekkage of beschadigingen aan
de elektrische systemen van de auto
(bijvoorbeeld de koplampen) worden
gesignaleerd en er kan met de auto wor-
den gereden, schakel de brandstof-
noodschakelaar en de voedingsonder-
breekschakelaar (voor bepaalde uit-
voeringen/markten, waar voorzien)
dan weer in door de hierna aangegeven
procedure uit te voeren.
046-082 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:19 Pagina 81
Page 110 of 331

Inschakeling van de
elektrische
brandstofnoodschakelaar
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten, waar
voorzien)De schakelaar bevindt zich in de zeke-
ringenkast op de pluspool van de accu.
Ga voor het opheffen van de werking
van de voedingsonderbreekschakelaar
als volgt te werk:
❒druk op de knop A-fig. 61om de
brandstofnoodschakelaar opnieuw in
te schakelen;
❒open de motorkap;
❒maak de borgveren A-fig. 62los
en verwijder het beschermdeksel B;
❒druk op de knopC-fig. 63om de
voedingsonderbreekschakelaar op-
nieuw in te schakelen.
82
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
A0E0126mfig. 62
Controleer voordat de
voedingsonderbreek-
schakelaar weer wordt inge-
schakeld zorgvuldig of er geen
brandstof lekt en of de elek-
trische systemen (bijvoorbeeld
de koplampen) niet zijn be-
schadigd.
OPGELET
A0E0071mfig. 63
Brandstofnoodschakelaar
opnieuw inschakelen
Controleer voordat de
brandstofnoodschake-
laar opnieuw wordt ingescha-
keld zorgvuldig of er geen
brandstof lekt en of de elek-
trische systemen (bijvoorbeeld
dat van de koplampen) niet
zijn beschadigd.
OPGELET
Druk om de brandstofnoodschakelaar
weer in te schakelen op de knop A-
fig. 61.
A0E0221mfig. 61
046-082 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:19 Pagina 82