Alfa Romeo 159 2010 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2010, Model line: 159, Model: Alfa Romeo 159 2010Pages: 331, PDF Size: 5.37 MB
Page 91 of 331

63
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
REGELING
AANJAGERSNELHEID
Druk op de knoppen +/–om de aan-
jagersnelheid te verhogen/verlagen.
De aanjagersnelheden wordt weergege-
ven door verlichte staafjes op het display:
❒minimumsnelheid = één staafje ver-
licht;
❒maximumsnelheid = 6 staafjes ver-
licht;
In de startfase, als de klimaatregeling
automatisch werkt, wordt de aanjager-
snelheid teruggebracht tot de minima-
le waarde, totdat de motor is gestart.
Als de compressor is ingeschakeld en de
motor gestart, kan de aanjagersnelheid
niet meer lager worden dan de mini-
mum snelheid.
De aanjager kan worden uitgeschakeld
(geen enkel staafje verlicht), maar al-
leen als u de aircocompressor hebt uit-
geschakeld met de knop
√.
Voor het hervatten van de automatische
werking van de aanjager na een hand-
matige instelling, moeten de knoppen
AUTO worden ingedrukt. Het verdwijnt ook als het systeem (voor-
al als de compressor handmatig is uit-
geschakeld) niet meer in staat is om de
gewenste temperatuur te bereiken.
Bij lage buitentempera-
turen raden wij u aan
om de recirculatiefunctie niet
te gebruiken, omdat hierdoor
de ruiten sneller kunnen be-
slaan.
OPGELET
AUTOMATISCHE WERKING
VAN DE KLIMAATREGELING
Als op de knop AUTO (bedieningsorga-
nen voor en achter) wordt gedrukt,
wordt AUTO op het display weergege-
ven; het systeem regelt automatisch:
❒de aanjagersnelheid;
❒de luchtverdeling in het interieur;
❒de interne recirculatie;
❒de aircocompressor;
waarbij alle voorafgaande handmatige
instellingen worden opgeheven.
AUTO verdwijnt van het display in de be-
treffende zone (bestuurders- of passa-
gierszijde of achter) als een handeling
wordt uitgevoerd, behalve als de ge-
wenste temperatuur wordt gewijzigd.
046-082 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:19 Pagina 63
Page 92 of 331

64
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
De handelingen die het systeem uitvoert
bij ingeschakelde MAX-DEF-functie zijn:
❒uitschakeling van het paneel achter
(voor bepaalde uitvoeringen/ mark-
ten, waar voorzien);
❒verhogen luchtopbrengst;
❒luchtverdeling in stand DEF;
❒toevoer van buitenlucht;
❒inschakelen aircocompressor;
❒uitschakelen AQS-functie (waar voor-
zien)
❒inschakelen achterruitverwarming.
Als de MAX-DEF-functie is ingeschakeld,
dan kan alleen de aanjagersnelheid
handmatig worden aangepast en de
achterruitverwarming worden uitge-
schakeld..WAARSCHUWINGAls de motor
nog niet voldoende warm is, wordt niet
onmiddellijk de ingestelde aanjager-
snelheid ingeschakeld, zodat de stroom
onvoldoende verwarmde lucht naar het
interieur voor het ontwasemen van de
ruiten wordt beperkt.
Als opnieuw op een van de volgende
knoppen wordt gedrukt:
v,√, AU-
TO of
-: het systeem schakelt de MAX-
DEF-functie uit, waarbij de voorwaarden
vóór het inschakelen van de functie wor-
den gereset én eventueel de laatst ge-
vraagde functie wordt ingeschakeld.
WAARSCHUWINGhet verdient
aanbeveling om de MAX-DEF-functie niet
in te schakelen als de motor is uitge-
schakeld, om te voorkomen dat de ac-
cu wordt ontladen.
SNEL ONTWASEMEN/
ONTDOOIEN VOORRUIT EN
ZIJRUITEN VOOR
(MAX-DEF-functie)
Druk op de knop -om alle functies
die nodig zijn voor het snel ontwase-
men/ontdooien van de voorruit, de zij-
ruiten voor en, bij sommige uitvoerin-
gen, de voorruitverwarming die zich in
het gebied van de ruitenwisserbladen
bevindt, automatisch en tijdgeregeld in
te schakelen.
De MAX-DEF-functie kan ook bij uitge-
schakelde motor worden uitgevoerd. Als
de functie is ingeschakeld, gaat de ron-
de LED van de knop branden.
046-082 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:19 Pagina 64
Page 93 of 331

65
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
IN-/UITSCHAKELEN
AIRCOCOMPRESSOR
Druk op de knop √om de compressor
in te schakelen: de ronde LED op de
knop gaat branden als deze functie
wordt ingeschakeld.
Druk nog een keer op de knop
√om
de compressor uit te schakelen.
Als de compressor is uitgeschakeld, con-
troleert het systeem of de buitentem-
peratuur hoger of lager/gelijk is aan de
gewenste temperatuur:
❒als de buitentemperatuur lager is dan
de gewenste temperatuur, werkt het
systeem normaal en kan het sys-
teem ook de gewenste temperatuur
instellen als de compressor niet is in-
geschakeld;
❒als de buitentemperatuur hoger is
dan de gewenste temperatuur, kan
het systeem niet aan het verzoek
voldoen: in dat geval knipperen op
het display de ingestelde tempera-
turen.
ONTWASEMEN/ONTDOOIEN
ACHTERRUIT
EN BUITENSPIEGELS
Druk op de knop (om deze functie in
te schakelen: de ronde LED op de knop
gaat branden als deze functie wordt in-
geschakeld.
Als deze functie wordt ingeschakeld,
wordt bij sommige uitvoeringen ook de
vooruit ontdooid in het gebied van de
ruitenwisserbladen.
De functie schakelt automatisch uit na
enige minuten of als nogmaals op de
knop wordt gedrukt; de functie wordt
ook uitgeschakeld als de motor wordt
uitgeschakeld en niet opnieuw inge-
schakeld als de motor weer wordt ge-
start.
WAARSCHUWINGPlak geen sti-
ckers of andere plaatjes op de elektri-
sche weerstandsdraden aan de binnen-
zijde van de achterruit, om beschadiging
van de achterruitverwarming te voor-
komen.De controle (compressor uitgeschakeld
en buitentemperatuur hoger dan de ge-
wenste temperatuur) wordt uitgevoerd
telkens als de elektronische sleutel in
het startsysteem wordt geplaatst.
De compressor moet
werken om de lucht te
koelen en te drogen; het ver-
dient daarom aanbeveling om
deze functie altijd ingeschakeld
te houden, om problemen met
het beslaan van de ruiten te
voorkomen.
OPGELET
046-082 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:19 Pagina 65
Page 94 of 331

66
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
LUCHTVERDELING
INSTELLEN
Samenstelling voor bij de
links/rechts en
linksvoor/rechtsvoor/achter
gescheiden klimaatregeling
Als de knoppen (voor)
A/S/Dwor-
den ingedrukt, kan handmatig een van
de 7 mogelijke luchtverdelingen in het
interieur worden gekozen:
DLuchtstroom naar de middelste uit-
stroomopeningen en de uitstroom-
openingen aan de zijkant van het
dashboard (lichaam passagier).
SDVerdeling van de luchtstroom tus-
sen de uitstroomopeningen in de
voetenruimte (warmere lucht), de
uitstroomopeningen in het midden
en aan de zijkant van het dash-
board en de uitstroomopeningen
achter (koelere lucht).
SLuchtstroom naar de uitstroomope-
ningen in de voetenruimte/achter.
Met deze luchtverdeling kan in een
zo kort mogelijke tijd de lucht in het
interieur worden verwarmd door de
juiste temperatuur in te stellen.
AVerdeling van de luchtstroom tussen
Suitstroomopeningen in de voeten-
ruimte en onder de voorruit en de zij-
ruiten voor. Deze luchtverdeling zorgt
voor een goede verwarming van het
interieur en voorkomt het eventuele
beslaan van de ruiten.
ALuchtstroom uit de uitstroomopenin-
gen voor ontwasemen/ontdooien
van de voorruit en de zijruiten voor.
A
DVerdeling van de luchtstroom tus-
sen de uitstroomopeningen in het
midden en aan de zijkant van het
dashboard, uitstroomopeningen
achter en de uitstroomopeningen
voor ontwasemen/ontdooien van
de voorruit en zijruiten voor. Deze
luchtverdeling zorgt voor een goede
ventilatie van het interieur en voor-
komt het eventuele beslaan van de
ruiten.
A
DVerdeling van de luchtstroom tus-
sen alle uitstroomopeningen.
S
Samenstelling
bedieningsorganen achter bij
linksvoor/rechtsvoor/achter
gescheiden klimaatregeling
Met de bedieningsorganen achter
A/S
kunnen handmatig een van de 3 mo-
gelijke luchtverdelingen in de achterzij-
de van het interieur worden gekozen:
ALuchtstroom naar de uitstroomope-
ningen van de tunnel (lichaam pas-
sagiers).
SVoetenruimte achter: hiermee kan,
als de juiste temperatuur is ingesteld,
het interieur snel worden verwarmd.
ALuchterdeling tussen de uitstroom-
Sopeningen in de voetenruimte (war-
mere lucht) en achter (koelere
lucht).
Druk, om de automatische regeling van
de luchtverdeling te herstellen na een
handmatige wijziging, op de knoppen
AUTO (voor) of AUTO (achter).
046-082 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:19 Pagina 66
Page 95 of 331

67
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
IN-/UITSCHAKELEN
RECIRCULATIE
EN INSCHAKELEN AQS
(Air Quality System)
(voor bepaalde uitvoeringen/
markten, waar voorzien)
De luchtrecirculatie wordt als volgt ge-
regeld:
❒automatische regeling; LED “A” op
de knop gaat dan branden;
❒geforceerd ingeschakeld (recircula-
tie altijd ingeschakeld); de ronde LED
om de knop gaat branden;
❒geforceerd uitgeschakeld (recircula-
tie altijd uitgeschakeld met toevoer
van buitenlucht); de LED om de
knop gaat uit.
Met AQS (luchtkwaliteitsensor - waar
voorzien) wijkt de volgorde van de wer-
king af als knop
vwordt ingedrukt.WAARSCHUWINGMet de recircu-
latiefunctie kan, zowel bij verwarmen
als koelen, veel sneller de gewenste si-
tuatie worden bereikt. Het is echter niet
raadzaam deze functie in te schakelen
op regenachtige of koude dagen, om-
dat dan de ruiten aan de binnenzijde
aanzienlijk sneller kunnen beslaan, voor-
al als de airconditioning niet is inge-
schakeld. Het verdient aanbeveling om
de luchtrecirculatie in te schakelen in de
file of in tunnels. Hiermee wordt voor-
komen dat vervuilde lucht het interieur
bereikt. Het is niet raadzaam dit sys-
teem langdurig te laten werken, omdat
anders, vooral als u met meerdere per-
sonen in de auto zit, de kans aanzien-
lijk toeneemt dat de ruiten beslaan en
de noodzakelijke luchtverversing niet
kan plaatsvinden.
De ruiten kunnen onder
bepaalde klimaatom-
standigheden beslaan,
bijvoorbeeld bij een buitentem-
peratuur rond 0 °C, terwijl de
recirculatie automatisch wordt
geregeld. Druk in dat geval op
de knop
vom de recircula-
tie geforceerd uit te schakelen
en druk eventueel op de knop +
om de luchtstroom naar de
voorruit te vergroten.
Bij een buitentempera-
tuur lager dan -1 °C kan
de aircocompressor niet
werken. Bij lage buitentempe-
raturen raden wij u aan om de
recirculatiefunctie niet te ge-
bruiken, omdat hierdoor de rui-
ten sneller kunnen beslaan.
046-082 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:19 Pagina 67
Page 96 of 331

68
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
POLLENFILTER/POLLENFILTER
MET ACTIEF KOOLSTOF
Afhankelijk van de uitvoering van de au-
to kan deze voorzien van een pollenfil-
ter of een pollenfilter met actieve kool-
stof (waar voorzien). Dit filter heeft als
taak om de lucht naar het interieur te zui-
veren en stofdeeltjes, pollen enz. te ver-
wijderen. Het filter ongeacht de lucht-
toevoer en heeft het beste resultaat bij
gesloten ruiten.
Laat de conditie van het filter minstens
één keer per jaar bij het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk controleren; bij voorkeur
aan het begin van de zomer.
Als de auto voornamelijk in een ver-
vuilde of stoffige omgeving wordt ge-
bruikt, verdient het aanbeveling om de
controle en vervanging vaker dan voor-
geschreven in het Geprogrammeerd On-
derhoudsschema te laten uitvoeren (zie
het hoofdstuk “Voorzorgsmaatregelen
en onderhoud”). Inschakeling AQS
(Air Quality System)
(voor bepaalde uitvoeringen/
markten, waar voorzien)
De functie AQS schakelt de recirculatie
automatisch in als vervuilde lucht wordt
gesignaleerd, bijvoorbeeld tijdens het rij-
den in de stad, in een file en in tunnels.
WAARSCHUWINGAls AQS is inge-
schakeld en de recirculatiefunctie is een
bepaalde tijd ingeschakeld, staat de kli-
maatregeling gedurende ongeveer 1 mi-
nuut de toevoer van buitenlucht toe om
de lucht in het interieur te verversen;
hierbij wordt geen rekening gehouden
met de vervuiling van de buitenlucht.
WAARSCHUWINGHet AQS wordt
uitgeschakeld bij een lage buitentem-
peratuur om te voorkomen dat de rui-
ten beslaan. De functie kan opnieuw
worden ingeschakeld door op de knop
vte drukken; hierdoor gaat LED
“A” op de knop vbranden.
Als het filter niet tijdig
wordt vervangen, ver-
mindert de werking van
de klimaatregeling aanzienlijk,
totdat er geen lucht meer uit de
uitstroomopeningen stroomt.
046-082 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:19 Pagina 68
Page 97 of 331

69
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
KLIMAATREGELING
UITSCHAKELEN
Druk op de knop OFF. De ronde LED om
de knop gaat branden om aan te geven
dat het systeem is uitgeschakeld.
Met uitgeschakelde klimaatregeling:
❒slaat het systeem de uitgevoerde
handelingen op;
❒wordt het display uitgeschakeld;
❒wordt de recirculatie ingeschakeld
(LED op de knop brandt);
❒wordt de compressor uitgeschakeld;
❒wordt de ventilatie uitgeschakeld.
Druk op de knop AUTO of een andere
knop (behalve
(env) om de kli-
maatregeling opnieuw in te schakelen.
Als de klimaatregeling opnieuw wordt
ingeschakeld, wordt de recirculatie weer
automatisch geregeld.Als u op de knop OFF achter drukt,
wordt OFF op het display achter weer-
gegeven en wordt de luchtstroom naar
de achterste zitplaatsen onderbroken.
EXTRA
VERWARMING
(alleen
dieseluitvoeringen)
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
De auto is voorzien van een extra ver-
warming, waarmee de motor, bij koude
of in de winter, sneller een comforta-
bele temperatuur in het interieur kan be-
reiken.
De extra verwarming werkt bij draaien-
de motor als de buitentemperatuur la-
ger is dan 20°C en de motor nog niet
de bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
Als de accu wordt los-
gekoppeld/aangesloten,
moet u ten minste 3 mi-
nuten wachten voordat u de
elektronische sleutel in het
startsysteem steekt, zodat de
klimaatregeleenheid de elektri-
sche actuatoren voor de tempe-
ratuurregeling en de luchtver-
deling in de beginstand kan zet-
ten.
046-082 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:19 Pagina 69
Page 98 of 331

70
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
BUITENVERLICHTING
LINKERHENDELfig. 51
Met de linkerhendel bedient u de bui-
tenverlichting.
De buitenverlichting werkt alleen als de
elektronische sleutel in het startsysteem
is geplaatst.
Verlichting uitgeschakeld
Draaiknop in stand O.
Buitenverlichting
Draai de draaiknop Ain stand
6. Op
het instrumentenpaneel gaat het con-
trolelampje
3branden.
Dimlicht
Draai de draaiknop Ain stand
2. Op
het instrumentenpaneel gaat het con-
trolelampje
2branden.Grootlicht
Trek de hendel met draaiknop Ain stand
2naar het stuur (2eonvergrendelde
stand). Op het instrumentenpaneel gaat
het lampje
1branden.
Trek, om het grootlicht uit te schakelen,
de hendel opnieuw naar het stuur (2
e
niet vergrendelde stand).
Grootlichtsignaal
Trek, onafhankelijk van de stand van de
draaiknopA, de hendel naar het stuur
(1
eniet vergrendelde stand). Op het in-
strumentenpaneel gaat het controle-
lampje
1branden.Richtingaanwijzers
Zet de hendel in de vergrendelde stand:
❒omhoog: inschakeling richtingaan-
wijzer rechts;
❒omlaag: inschakeling richtingaan-
wijzer links.
Op het instrumentenpaneel gaat het
controlelampje
Îof¥knipperen.
De richtingaanwijzers schakelen auto-
matisch uit als de auto weer rechtuit
rijdt.
Als u van rijstrook wilt veranderen, kunt
u dit aangeven door de linkerhendel in
de niet-vergrendelde stand te zetten. De
richtingaanwijzers aan de gekozen zij-
de knipperen 3 keer en gaan vervolgens
automatisch uit.
A0E0064mfig. 51
046-082 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:19 Pagina 70
Page 99 of 331

71
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
“FOLLOW ME HOME”
SYSTEEM
Met dit systeem kan de ruimte voor de
auto een bepaalde tijd worden verlicht.
Inschakelen
Trek de hendel binnen 2 minuten na het
uitschakelen van de motor naar het
stuur.
Bij iedere afzonderlijke bediening van
de hendel wordt de ingeschakelde tijd
van de verlichting met 30 seconden ver-
lengd tot een maximum van 3,5 mi-
nuut. Na het verstrijken van deze tijd
gaan de lichten automatisch uit.
Telkens als de hendel wordt bediend,
gaat het lampje
3op het instru-
mentenpaneel branden en wordt er een
bericht op het display weergegeven (zie
het hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Uitschakelen
Houd de hendel langer dan 2 seconden
naar het stuur getrokken.
SENSOR AUTOMATISCHE
KOPLAMPEN
(schemersensor)
(voor bepaalde uitvoeringen/
markten, waar voorzien)
Deze sensor is in staat om de verschil-
len in sterkte van het omgevingslicht
waar te nemen op basis van de inge-
stelde gevoeligheid: hoe hoger de ge-
voeligheid, hoe minder buitenlicht er no-
dig is om de verlichting in te schakelen.
Bij sommige uitvoeringen is de gevoelig-
heid van de schemersensor instelbaar met
behulp van het “Setup-menu” van het dis-
play (zie de paragraaf “Instelbaar multi-
functioneel display” in dit hoofdstuk).
Inschakelen
Draai de draaiknop A-fig. 51in stand
2A: op deze manier gaan, afhankelijk
van de sterkte van het buitenlicht, de
buitenverlichting en de dimlichten au-
tomatisch branden.
Als de lichten automatisch zijn inge-
schakeld en de sensor geeft een uit-
schakelcommando, wordt eerst het dim-
licht uitgeschakeld en na enkele secon-
den de buitenverlichting.Uitschakelen
Als de sensor het systeem uitschakelt,
worden eerst de dimlichten en, na eni-
ge seconden, de buitenverlichting uit-
geschakeld. De schemersensor is niet in
staat om mist te signaleren. Daarom
moet bij mist de verlichting handmatig
worden ingeschakeld.
Storingsmeldingen
Bij een storing in de schemersensor gaat
bij sommige uitvoeringen het lampje
1
op het instrumentenpaneel branden, ter-
wijl er bij andere uitvoeringen een be-
richt op het display wordt weergegeven
(zie het hoofdstuk “Lampjes en berich-
ten”).
046-082 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:19 Pagina 71
Page 100 of 331

72
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Parkeerlichten
Dit gaat bij een uitgeschakeld instru-
mentenpaneel branden als er op de
knopCwordt gedrukt. Als de knop
wordt ingedrukt, klinkt er een geluids-
signaal en gaat het lampje
3op het
instrumentenpaneel branden.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de
knop.
Als de linkerhendel van de buitenver-
lichting omhoog of omlaag wordt gezet
terwijl de parkeerverlichting is inge-
schakeld, kan de zijde (links of rechts)
worden gekozen waar de verlichting
moet blijven branden. In dit geval gaat
het controlelampje
3op het instru-
mentenpaneel uit.
Als de linkerhendel in de middelste stand
staat, gaan de vier lampen van de par-
keerverlichting en de kentekenverlich-
ting branden.
KNOPPEN OP HET
DASHBOARD fig. 52
Mistlampen voor
(waar voorzien)
Druk op de knop Aom de mistlampen in
te schakelen terwijl de buitenverlichting
is ingeschakeld. Op het instrumentenpa-
neel gaat het lampje
5branden. Het
gaat uit als er nog een keer op de knop
wordt gedrukt of als de buitenverlichting
wordt uitgeschakeld.
Mistachterlichten
Druk op de knop B. De mistachterlich-
ten werken alleen als het dimlicht is in-
geschakeld. Op het instrumentenpaneel
gaat het controlelampje
4branden. Het
gaat uit als opnieuw op de knop wordt
gedrukt, als het dimlicht of de mist-
lampen worden uitgeschakeld of als de
motor wordt uitgeschakeld.
A0E0061mfig. 52
Waarschuwingsknipperlichten
Deze gaan branden als knop A-fig. 53
wordt ingedrukt.
Als de verlichting brandt, gaat de knop
knipperen en gaan de lampjes
Îen¥
tegelijkertijd op het instrumentenpaneel
knipperen.
Druk nog een keer op de knop Aom
het systeem uit te schakelen.
Het gebruik van de
waarschuwingsknip-
perlichten is afhankelijk van de
wetgeving van het land waar-
in u zich bevindt. Houdt u aan
de voorschriften.
OPGELET
A0E0100mfig. 53
046-082 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:19 Pagina 72