service Alfa Romeo Giulietta 2013 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2013, Model line: Giulietta, Model: Alfa Romeo Giulietta 2013Pages: 288, PDF Size: 12.99 MB
Page 1 of 288
INSTRUCTIEBOEKJE
NEDERLANDS
Alfa Services
Cop Alfa Giulietta NL:Alfa 159 cop. LUM ITA 10-01-2012 14:06 Pagina 1
Page 2 of 288
Wij hebben uw auto ontworpen en gebouwd en kennen er dan ook werkelijk elk detail en onderdeel van.
In de erkende Alfa Romeo Service garagesbieden rechtstreeks door ons opgeleide technici u kwaliteit
en professionaliteit voor alle onderhoudswerken.
De Alfa Romeo garages staan altijd tot uw beschikking voor het periodieke onderhoud, de seizoenscontroles
en voor praktische adviezen door onze deskundigen.
Met de Originele Alfa Romeo-onderdelen behoudt u steeds de betrouwbaarheid,
het comfort en de prestaties van uw nieuwe wagen: daarvoor heeft u ook voor deze wagen gekozen.
Vraag altijd om Originele Onderdelen voor de componenten in onze auto's; wij bevelen u deze aan omdat ze het resultaat
zijn van ons engagement bij de research en de ontwikkeling van uiterst innovatieve technologieën.
Vertrouw daarom op Originele Onderdelen omdat zij alleen specifiek door Alfa Romeo
voor uw auto ontworpen zijn.
VEILIGHEID:
REMSYSTEEMECOLOGIE: ROETFILTERS,
ONDERHOUD AIRCONDITIONINGCOMFORT: WIELOPHANGING
EN RUITENWISSERS PERFORMANCE: BOUGIES,
INSPUITVENTIELEN EN ACCU'SLINEACCESSORI:
STANGEN IMPERIAAL, VELGEN
WAAROM KIEZEN VOOR
ORIGINELE ONDERDELEN
Cop Alfa Giulietta NL:Alfa 159 cop. LUM ITA 10-01-2012 14:06 Pagina 2
Page 5 of 288
Beste klant,
Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Alfa Romeo hebt gekozen.
Wij hebben dit boekje opgesteld om u de kwaliteiten van deze auto volledig te laten waarderen. Wij raden aan het meteen door te lezen voordat u
voor de eerste keer gaat rijden.
Dit boekje bevat informatie, tips en belangrijke waarschuwingen voor een juist gebruik van de auto, zodat u het maximum uit de technologische
eigenschappen van uw Alfa Romeo kunt halen. Dit boekje geeft tevens een beschrijving van de speciale kenmerken, essentiële informatie over het
correcte onderhoud van uw Alfa Romeo, alsmede tips voor veilig rijden.
Lees aandachtig de waarschuwingen en aanwijzingen voorafgegaan door de volgende symbolen:
veiligheid van de inzittenden;
conditie van de auto;
milieubescherming.
Het bijgevoegde garantieboekje geeft een opsomming van de diensten die Alfa Romeo aan haar klanten biedt:
❒het garantiecertificaat met termen en voorwaarden om de geldigheid ervan te behouden;
❒een serie aanvullende diensten die voor Alfa Romeo klanten beschikbaar zijn.
Wij zijn ervan overtuigd dat u met behulp van deze middelen spoedig vertrouwd zult raken met uw nieuwe auto en de service van de mensen bij Alfa
Romeo zult waarderen.
Veel leesplezier gewenst. .. en goede reis!
Dit instructieboek beschrijft alle versies van de Alfa Giulietta. Derhalve dient uitsluitend de informatie
in beschouwing te worden genomen die betrekking heeft op het uitrustingsniveau, de motor en de
versie die u gekocht hebt. De gegevens in deze publicatie zijn slechts indicatief. Fiat Group Automobiles
kan op elk moment de in deze publicatie beschreven specificaties van het automodel om technische of
commerciële redenen wijzigen. Neem voor meer informatie contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Page 6 of 288
VERPLICHT LEZEN!TANKEN
Benzinemotoren: tank uitsluitend loodvrije benzine met
een minimum octaangetal van 95 RON die aan de Europese
norm EN228 voldoet.
Dieselmotoren: tank uitsluitend dieselolie die aan de
Europese norm EN590 voldoet. Het gebruik van andere
producten of mengsels kan de motor onherstelbaar
beschadigen en derhalve de garantie voor de veroorzaakte
schade ongeldig maken.
DE MOTOR STARTEN
Benzinemotoren: controleer of de handrem is
aangetrokken, zet de versnellingspook in de vrijstand, trap
het koppelingspedaal volledig in zonder het gaspedaal in te
trappen, draai de contactsleutel naar de stand AVV en laat
hem los zodra de motor start.
Dieselmotoren: draai de contactsleutel naar de stand MAR
en wacht tot de controlelampjes
en
doven; draai
vervolgens de contactsleutel naar de stand AVV en laat
hem los zodra de motor start.
PARKEREN BOVEN BRANDBAAR
MATERIAAL
De katalysator ontwikkelt tijdens zijn werking zeer hoge
temperaturen. Parkeer de auto dus niet boven gras,
dennennaalden of ander ontvlambaar materiaal:
brandgevaar.
MILIEUBESCHERMING
Het voertuig is uitgerust met een diagnosesysteem dat continu
controles uitvoert op de componenten die verband houden
met de uitlaatgasemissie, om een betere bescherming van het
milieu te garanderen.
ELEKTRISCHE ACCESSOIRES
Als na aanschaf van de auto besloten mocht worden om
elektrische accessoires toe te voegen (met het risico dat de
accu langzaam ontlaadt), neem dan contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk. Zij kunnen het totale stroomverbruik
berekenen en controleren of de elektrische installatie van
de auto geschikt is voor het extra stroomverbruik.
CODE-card(voor bepaalde versies/markten)
Bewaar deze op een veilige plaats, maar niet in de auto. Het
is raadzaam de elektronische code van de CODE-card altijd
bij u te hebben; deze code is nodig bij een noodstart.
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
Een correct onderhoud van de auto is van essentieel belang
om de prestaties en de veiligheid van de auto, zijn
milieuvriendelijkheid en lage bedrijfskosten gedurende
langere tijd te garanderen.
HET INSTRUCTIEBOEKJE BEVAT...
...belangrijke informatie, tips en waarschuwingen voor het
juiste gebruik, veilig rijden en onderhoud van uw auto.
Besteed speciale aandacht aan de symbolen
(veiligheid
van de inzittenden)
(milieubescherming)
(toestand van
de auto).
Page 10 of 288
SNELHEIDSMETERGeeft de snelheid van het voertuig weer.TOERENTELLERGeeft het motortoerental aan.BRANDSTOFMETERGeeft de hoeveelheid brandstof in de tank aan.
0 - tank leeg.
1 - tank vol
Het reservelampje gaat branden wanneer er nog circa8à10liter
brandstof in de tank is; tank in dat geval brandstof bij zodra dit
mogelijk is.KOELVLOEISTOFTEMPERATUURMETERDeze meter geeft de koelvloeistoftemperatuur aan. Het
waarschuwingslampje gaat branden wanneer de
koelvloeistoftemperatuur te hoog is; zet in dat geval onmiddellijk de
motor uit en raadpleeg het Alfa Romeo Servicenetwerk.LAMPJES OP INSTRUMENTENPANEELAlgemene waarschuwingen
Behalve het branden van de controlelampjes, verschijnt er een
specifieke melding en/of klinkt er een geluidssignaal.
Deze meldingen zijn korte waarschuwingen en mogen door hun
beknopt karakter niet worden beschouwd als volledig en/of een
alternatief voor de informatie die is opgenomen in het Instructieboek.
Het is daarom raadzaam het instructieboek altijd aandachtig te lezen.
Zie de informatie in dit hoofdstuk in de gevallen dat een storing wordt
gemeld.
Remvloeistofniveau te laag
(rood)
Door de contactsleutel in de stand MAR te draaien, gaat het lampje op
het instrumentenpaneel branden. Enkele seconden na het starten van
de motor moet dit lampje doven.
Het lampje (of symbool op de display) gaat branden wanneer het
remvloeistofniveau in het reservoir zich onder het minimumpeil
bevindt, bijvoorbeeld door een lek in het remcircuit.
De display toont een speciale melding.Aangetrokken handrem (rood)Door de contactsleutel in de stand MAR te draaien, gaat het lampje op
het instrumentenpaneel branden. Enkele seconden na het starten van
de motor moet dit lampje doven.
Het lampje (of symbool op de display) gaat branden wanneer de
handrem wordt ingeschakeld. Als de auto in beweging is, wordt ook
een geluidssignaal voortgebracht.
BELANGRIJK Controleer of de handrem toevallig is ingeschakeld als
het lampje tijdens het rijden gaat branden.
6
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 11 of 288
Storing EBD
Wanneer bij draaiende motor de lampjes
(rood),
(amber)
gelijktijdig branden, dan is er een storing in het EBD-systeem of is het
systeem niet beschikbaar. In dergelijke gevallen kunnen de
achterwielen bij hard remmen vroegtijdig blokkeren waardoor de auto
kan beginnen slippen.
Rijd zeer voorzichtig naar het dichtstbijzijnde Alfa Romeo
Servicenetwerk om het systeem onmiddellijk te laten controleren.
De display toont een speciale melding.
STORING ABS (geel)
Door de contactsleutel in de stand MAR te draaien, gaat het lampje op
het instrumentenpaneel branden. Enkele seconden na het starten van
de motor moet dit lampje doven.
Het lampje (of symbool op de display) gaat branden wanneer er een
storing in het systeem is. In dergelijke gevallen blijft het remsysteem
normaal werken, maar met uitsluiting van het ABS systeem.
Rijd voorzichtig veder en laat het systeem onmiddellijk door het
dichtstbijzijnde Alfa Romeo Servicenetwerk controleren.
De display toont een speciale melding.
Remblokslijtage (geel)(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje (of symbool op de display) gaat branden wanneer de
remblokken voor en achter versleten zijn. Laat ze in dat geval zo snel
mogelijk vervangen.
De display toont een speciale melding.Storing airbag (rood)
Door de contactsleutel in de stand MAR te draaien, gaat het lampje op
het instrumentenpaneel branden. Enkele seconden na het starten van
de motor moet dit lampje doven.
Het lampje blijft vast branden als er een storing in het airbagsysteem
aanwezig is.
De display toont een speciale melding.
Als de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid en het
lampje
gaat niet branden of blijft branden tijdens
het rijden (en er verschijnt een melding op de display),
dan is er mogelijk een storing in de veiligheidssystemen; in dat
geval kunnen de airbags of gordelspanners niet geactiveerd
worden bij een ongeval of, in een zeer beperkt aantal gevallen,
op verkeerde wijze geactiveerd worden. Laat het systeem
controleren door het Alfa Romeo Servicenetwerk alvorens verder
te rijden.
7WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 12 of 288
De storing van het
waarschuwingslampje wordt
aangegeven door het knipperen, gedurende meer dan
de normale 4 seconden, van het waarschuwingslampje
airbag passagier voor uitgeschakeld
. Ook zorgt het
airbagsysteem voor de automatische uitschakeling van de
airbags aan passagierszijde (frontairbag en zijairbags voor
bepaalde versies/markten). In dat geval kan het lampje
mogelijk geen storingen in de veiligheidssystemen aangeven.
Laat het systeem controleren door het Alfa Romeo
Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
Passagiersairbag/zijairbag
uitgeschakeld (geel)
Het lampje
gaat branden wanneer de frontairbag en de zijairbag
aan passagierszijde worden uitgeschakeld.
Wanneer bij ingeschakelde frontairbag aan passagierszijde de
contactsleutel in de stand MAR wordt gedraaid, gaat het lampje
eerst enkele seconden continu branden en vervolgens enkele
seconden knipperen. Hierna zou het lampje moeten doven.
Wanneer het lampje
defect is, gaat het lampje
branden. Ook zorgt het airbagsysteem voor de
automatische uitschakeling van de airbags aan
passagierszijde (frontairbag en passagiersairbag, voor bepaalde
versies/markten). Laat het systeem controleren door het Alfa
Romeo Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
Veiligheidsgordels niet
vastgemaakt (rood)(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat continu branden wanneer bij stilstaande auto de
veiligheidsgordel aan bestuurderszijde niet is omgelegd.
Wanneer met de auto wordt gereden met niet goed omgelegde
veiligheidsgordels, dan gaat het lampje knipperen en klinkt er een
geluidssignaal.
Raadpleeg het Alfa Romeo Servicenetwerk om het geluidssignaal van
het SBR-systeem (Seat Belt Reminder) permanent te laten uitschakelen.
Het systeem kan weer worden ingeschakeld in het Setup-menu.Laadstroom accu onvoldoende
(rood)(voor bepaalde versies/markten)
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR wordt gedraaid, gaat het
lampje branden. Het moet doven nadat de motor is gestart (als de
motor stationair draait, is het normaal dat het lampje iets later dooft).
Raadpleeg het Alfa Romeo Servicenetwerk als het lampje (of het
symbool op de display) continu of knipperend gaat branden.
8
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 13 of 288
Storing dual pinion
stuurbekrachtiging (rood)(voor bepaalde versies/markten)
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR wordt gedraaid, gaat dit
lampje branden. Het moet doven kort nadat de motor is gestart.
Als het lampje (of het symbool op de display) blijft/blijven branden,
zou de elektrische stuurbekrachtiging niet meer kunnen werken
waardoor aanzienlijk meer inspanning nodig is om de auto te
besturen. Het sturen blijft echter wel mogelijk.
Raapleeg in zo'n geval het Alfa Romeo Servicenetwerk.
De display toont een speciale melding.
BELANGRIJK Als de accu werd losgekoppeld moet de
stuurbekrachtiging worden geïnitialiseerd. Het lampje gaat branden
om dit aan te geven. Ga hiervoor als volgt te werk: draai het stuurwiel
van het ene uiteinde naar het andere terwijl op een rechtlijnig traject
van ongeveer honderd meter wordt gereden.CONTINU BRANDEND:
Motoroliedruk te laag (rood)
KNIPPEREND: Motorolie verslechterd
(voor bepaalde versies/markten - rood)
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, gaat het lampje
branden maar moet het doven zodra de motor is gestart.1. Onvoldoende motoroliedruk
Het lampje gaat continu branden en (voor bepaalde versies/markten)
verschijnt een melding op de display wanneer het systeem een
onvoldoende motoroliedruk waarneemt.
Wanneer het
lampje tijdens het rijden gaat
branden (bij sommige versies verschijnt ook een melding
op de display), zet dan de motor onmiddellijk af en neem
contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
2. Motorolie verslechterd
(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje knippert en er verschijnt een melding op de display (voor
bepaalde versies/markten).
Afhankelijk van de versie kan het lampje kan op verschillende
manieren knipperen:
❒elke twee uur 1 minuut;
❒cycli van 3 minuten met intervallen van 5 seconden waarin het
lampje niet brandt totdat de olie wordt ververst.
Na de eerste melding zal, bij elke start van de motor, het lampje
blijven knipperen zoals voorheen beschreven totdat de olie wordt
ververst. Op de display verschijnt een speciale melding (voor bepaalde
versies/markten) en gaat het betreffende lampje branden. Het
knipperen van het lampje moet niet als een storing worden
beschouwd, maar wil de bestuurder erop wijzen dat de motorolie moet
worden ververst na een normaal gebruik van de auto. Vergeet niet
dat verslechtering van de motorolie wordt versneld door:
❒overwegend stadsgebruik van de auto, waardoor het DPF-
regeneratieproces vaker moet worden uitgevoerd;
9WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 14 of 288
❒gebruik van de auto voor korte ritten, waardoor de motor niet
helemaal op bedrijfstemperatuur kan komen;
❒herhaald onderbreken van het regeneratieproces, hetgeen wordt
aangegeven door het branden van het DPF-lampje.
Wanneer het lampje gaat branden, moet de
afgewerkte motorolie zo spoedig mogelijk, en elk
geval binnen 500 km nadat het lampje voor het eerst
gaat branden, worden ververst. Het niet naleven van deze
instructie kan de motor ernstig beschadigen en derhalve de
garantie voor de veroorzaakte schade ongeldig maken. Vergeet
niet dat het branden van dit lampje niets te maken heeft met
het oliepeil in de motor. Voeg dus absoluut geen motorolie toe als
het lampje begint te knipperen.Koelvloeistoftemperatuur te
hoog (rood)
Door de contactsleutel in de stand MAR te draaien, gaat het lampje op
het instrumentenpaneel branden. Enkele seconden na het starten van
de motor moet dit lampje doven.
Het lampje gaat branden wanneer de motor oververhit is.
De display toont een speciale melding.
Ga als volgt te werk wanneer het lampje tijdens het rijden gaat
branden:
❒tijdens een normale rit: breng de auto tot stilstand, zet de motor af
en controleer of het koelvloeistofniveau in het reservoir zich onder
het MIN-teken bevindt. Als dit het geval is, wacht dan enkele
minuten tot de motor is afgekoeld, draai vervolgens langzaam envoorzichtig de dop open, vul koelvloeistof bij en controleer of het
peil zich tussen het MIN- en MAX-teken op het reservoir bevindt.
Controleer ook op de aanwezigheid van vloeistoflekken. Als het
lampje bij de volgende start gaat branden, neem dan contact op
met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
❒Wanneer het voertuig onder veeleisende omstandigheden wordt
gebruikt (bijvoorbeeld bij het bergop trekken van een aanhanger
of wanneer de auto volgeladen is): minder snelheid en breng het
voertuig tot stilstand als het lampje blijft branden. Wacht 2 of 3
minuten met draaiende motor en geef ietwat gas om de
koelvloeistofcirculatie te bevorderen. Zet vervolgens de motor af.
Controleer het vloeistofpeil zoals hiervoor beschreven.
BELANGRIJK Het is raadzaam om onder zware
bedrijfsomstandigheden de motor vóór het afzetten enkele minuten te
laten draaien met het gaspedaal iets ingetrapt.
Portieren niet goed gesloten
(rood)(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje (of symbool op de display) gaat branden wanneer een of
meer portieren of de achterklep niet goed gesloten zijn. Bij geopende
portieren en als de auto rijdt wordt een geluidssignaal voortgebracht.
Bij sommige versies gaat ook het lampje (of symbool op de display)
branden wanneer de motorkap niet goed gesloten is.
10
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 15 of 288
Storing EOBD/inspuitsysteem
(geel)
Onder normale omstandigheden, wanneer de contactsleutel naar
MAR-ON wordt gedraaid, gaat het lampje branden maar moet doven
zodra de motor is gestart.
Wanneer het lampje blijft branden of tijdens het rijden gaat branden,
wijst dit op een onjuiste werking van het inspuitsysteem; met name
duidt een vast brandend lampje op een storing in het
brandstoftoevoer-/inspuitsysteem die overmatige uitlaatgasemissies,
mogelijk prestatieverlies, slechte rijeigenschappen en een hoog
brandstofverbruik kan veroorzaken.
Bij sommige versies verschijnt een speciale melding op de display.
Onder deze omstandigheden kan men met gematigde snelheid verder
rijden zonder te veel eisen aan de motor te stellen. Het langdurig
rijden met brandend lampje kan schade aan de motor veroorzaken.
Raadpleeg zo snel mogelijk het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Het lampje dooft nadat de storing is verdwenen, maar de storing
wordt door het systeem in het geheugen bewaard.
OPMERKING (alleen voor benzinemotoren)
Als het lampje knippert, kan dit op een mogelijk defect van de
katalysator wijzen.
Als het lampje knippert, moet het gaspedaal worden losgelaten om het
motortoerental te verlagen, totdat het lampje niet meer knippert. Rijd
verder met gematigde snelheid en voorkom rijomstandigheden die
kunnen leiden tot het opnieuw gaan knipperen van het lampje. Neem
zo snel mogelijk contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Wanneer, als de sleutel in de stand MAR wordt gedraaid,
het
lampje niet gaat branden of wanneer tijdens het
rijden het lampje continu of knipperend gaat branden (bij
sommige versies verschijnen ook een melding op de display), ga dan
onmiddellijk naar een dealer van het Alfa Romeo Servicenetwerk.
De verkeerspolitie beschikt over speciale apparatuur waarmee
de werking van het lampje
kan worden gecontroleerd. Neem in
elk geval de wettelijke voorschriften in acht van het land waarin
wordt gereden.
ESC systeem (geel)(voor bepaalde versies/markten)
Door de contactsleutel in de stand MAR te draaien, gaat het lampje op
het instrumentenpaneel branden. Enkele seconden na het starten van
de motor moet dit lampje doven.
Als het lampje (of het symbool op de display) continu blijft branden en
niet dooft, neem dan contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Bij sommige versies verschijnt een speciale melding op de display.
Het lampje gaat tijdens het rijden knipperen om aan te geven dat et
ESC systeem werkt.
Storing ASRDoor de contactsleutel in de stand MAR te draaien, gaat het lampje op
het instrumentenpaneel branden. Enkele seconden na het starten van
de motor moet dit lampje doven.
11WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER