Alfa Romeo MiTo 2008 Instructieboek (in Dutch)
Page 121 of 250
120WEGWIJS IN UW AUTO
BANDENSPANNING-
CONTROLESYSTEEM TPMS
(Tyre Pressure Monitoring System)
(waar voorzien)
De auto kan zijn uitgerust met een controlesysteem voor het me-
ten van de bandenspanning TPMS (Tyre Pressure Monitoring Sys-
tem) dat de bestuurder van de auto informeert over de banden-
spanning door de waarschuwingen “bandenspanning controleren”
en “Onvoldoende bandenspanning”.
Dit systeem bestaat uit een sensor die op radiogolven werkt, op de
velg van elk wiel. Deze sensor stuurt informatie over de spanning
van iedere band naar de regeleenheid.
AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK
VAN HET TPMS
Storingsmeldingen worden niet opgeslagen en worden dus niet
aangegeven als de motor wordt uitgezet en vervolgens weer wordt
gestart. Als de storingen blijven bestaan, stuurt de regeleenheid de
betreffende meldingen pas naar het instrumentenpaneel als de au-
to een korte tijd rijdt.
Let zeer goed op wanneer u de bandenspanning
controleert of herstelt. Een te hoge spanning brengt
de wegligging in gevaar, verhoogt de druk op de
wielophanging en bevordert slijtage van de banden.
De bandenspanning dient gecontroleerd te worden
bij koude en niet net gebruikte banden; als de ban-
den, om wat voor reden dan ook, worden gecon-
troleerd als ze warm zijn, verlaag dan niet de spanning,
ook niet als deze boven de voorgeschreven waarde ligt,
en herhaal de controle als de banden koud zijn.
De aanwezigheid van het TPMS-systeem stelt de
bestuurder van de auto niet vrij van regelmatige
controle van de bandenspanning en de spanning
van het reservewiel.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 120
Page 122 of 250
WEGWIJS IN UW AUTO121
1In het geval er één of meer wielen zonder sensor
worden gemonteerd, is het systeem niet meer be-
schikbaar en zal het betreffende bericht op het dis-
play verschijnen, totdat op 4 wielen weer een sensor ge-
monteerd is.
Het TPMS kan geen onverwacht spanningsverlies
van de banden signaleren (bijvoorbeeld bij het
klappen van een band). Breng in dit geval de au-
to tot stilstand door voorzichtig te remmen en geen bruus-
ke stuurbewegingen te maken.
Het vervangen van de normale banden door win-
terbanden en andersom, vraagt ook om een aan-
passing van de afstelling van het TPMS. Dit mag
alleen uitgevoerd worden door het Alfa Romeo Service-
netwerk.
Voor het TPMS moet speciaal gereedschap worden
gebruikt. Raadpleeg het Alfa Romeo Servicenet-
werk voor de accessoires die geschikt zijn voor het
systeem (wielen, wieldeksels enz.). Het gebruik van an-
dere accessoires zou de normale werking van het systeem
kunnen belemmeren.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 121
Page 123 of 250
122WEGWIJS IN UW AUTO
Als een band verwijderd wordt, is het aan te be-
velen ook de rubberen ventieldop te vervangen:
wendt u zich hiervoor tot het Alfa Romeo Servi-
cenetwerk. Bij het monteren/verwijderen van banden
en/of velgen moeten speciale voorzorgsmaatregelen in
acht worden genomen; om beschadiging of verkeerde
montage van de sensoren te voorkomen, mogen de ban-
den en/of de velgen alleen door gespecialiseerd perso-
neel worden vervangen. Wendt u zich tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
Storingen door een zeer intense radiofrequentie
kunnen de juiste werking van het TPMS belem-
meren. De bestuurder van de auto wordt over de-
ze omstandigheden geïnformeerd m.b.v. een bericht op
het display. Deze melding verdwijnt automatisch zodra de
storing het systeem niet meer hindert.De bandenspanning kan afhankelijk van de bui-
tentemperatuur variëren. Het TPMS kan tijdelijk
een te lage bandenspanning aangeven. Controleer
in dit geval de banden als ze koud zijn, en herstel zono-
dig de spanning.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 122
Page 124 of 250
WEGWIJS IN UW AUTO123
1
–
NEE
NEE
JA
JA
JAJA
JA
JA
NEE
NEE
NEEWendt u zich tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
Het repareren van een
beschadigd wiel
Wendt u zich tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
–
–
–
(*) Als alternatief vermeld in het instructieboekje en die zijn gekozen uit Lineaccessori Alfa Romeo.
(**) Niet kruiselings (de banden dienen aan dezelfde kant van de auto te blijven).
Zie voor het verwisselen van de velgen/banden de volgende tabel voor het juiste gebruik van het systeem:
Handeling Aanwezigheid sensor Signaal storing Optreden door
Alfa Romeo
Servicenetwerk
–
Het vervangen van een wiel
door het reservewiel
Wielen vervangen door wielen
met winterbanden
Wielen vervangen door wielen
met winterbanden
Vervangen van wielen door andere
wielen met een andere afmeting (*)
Omwisselen van de
wielen (achter/voor) (**)
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 123
Page 125 of 250
124WEGWIJS IN UW AUTO
TANKEN MET DE AUTO
Schakel voor het tanken van brandstof de motor uit.
BENZINEMOTOREN
Gebruik alleen loodvrije benzine. Het octaangetal van de gebruik-
te benzine (R.O.N.) mag niet lager dan 95 te zijn.
Om schade aan de katalysator te voorkomen mag nooit, ook niet
in noodgevallen, zelfs een zeer kleine hoeveelheid gelode benzi-
ne worden getankt.
DIESELMOTOREN
Tank uitsluitend diesel voor motorvoertuigen conform de Europe-
se specificatie EN590. Door het gebruik van andere producten of
mengsels kan de motor onherstelbaar worden beschadigd en ver-
valt mogelijk de garantie.
Werking bij lage temperaturen
Bij lage buitentemperaturen kan de vloeibaarheid van de diesel
lager worden door de vorming van paraffine; hierdoor werkt het
brandstofsysteem niet meer op de juiste manier.
Om dit probleem te voorkomen wordt er, afhankelijk van het sei-
zoen, dieselbrandstof geleverd die speciaal voor de zomer, voor de
winter en voor zeer lage temperaturen (bergachtige gebieden) is
ontwikkeld. Als dieselbrandstof wordt getankt die niet toereikend
is voor de gebruikstemperatuur, raden wij aan de dieselbrandstof
te mengen met het vorstbeveiligingsmiddel TUTELA DIESEL ART in
de verhouding die in de gebruiksaanwijzing van het middel is aan-
gegeven. Doe eerst het middel in de tank en voeg daarna de die-
selbrandstof toe.
Als de auto lange tijd wordt gebruikt/ stilstaat in kritische gebie-
den (bijv. bergachtige gebieden), is het raadzaam dieselbrand-
stof te tanken die ter plaatse beschikbaar is. In dat geval is het
bovendien raadzaam een hoeveelheid brandstof in de tank te hou-
den die groter is dan 50% van de nuttige inhoud.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 124
Page 126 of 250
WEGWIJS IN UW AUTO125
1
fig. 74A0J0089m
DOP VAN DE BRANDSTOFTANK
Open om te tanken het klepje A-fig. 74 en draai vervolgens met
de contactsleutel dop B los. De dop is voorzien van een borging C
waarmee wordt voorkomen dat de dop wordt verloren en waar-
mee de dop aan het klepje is bevestigd. Haak tijdens het tanken
de dop aan D.
Als de katalysator en het roetfilter (PDF) werken,
ontstaan zeer hoge temperaturen. Parkeer de au-
to dus niet boven brandbaar materiaal (gras, dro-
ge bladeren, dennennaalden, enz.): brandgevaar.
BESCHERMING VAN HET MILIEU
De emissiereductiesystemen voor benzinemotoren zijn: katalysa-
tor, lambdasondes en een brandstofdampopvangsysteem.
De emissiereductiesystemen voor dieselmotoren zijn: oxidatieka-
talysator, uitlaatgasrecirculatiesysteem (E.G.R.) en roetfilter (DPF).
ROETFILTER DPF
(Diesel Particulate Filter) (waar voorzien)
Dit is een mechanisch filter in de uitlaatpijp dat tot taak heeft om
bijna de emissie van roetdeeltjes vrijwel te elimineren.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 125
Page 127 of 250
126WEGWIJS IN UW AUTO
deze pagina is bewust leeg gelaten
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 126
Page 128 of 250
VEILIGHEID127
2
Veiligheidsgordels ............................................................. 128
SBR-systeem..................................................................... 129
Gordelspanners................................................................. 131
Kinderen veilig vervoeren................................................... 134
Universeel kinderzitje monteren.......................................... 135
Inbouwvoorbereiding voor een Isofix-kinderzitje ..................... 139
Frontairbag...................................................................... 142
Zij-airbags (sidebags - windowbags)..................................... 145
“Alcoholtester”-set............................................................. 148
127-148 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:08 Pagina 127
Page 129 of 250
128VEILIGHEID
VEILIGHEIDSGORDELS
GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS
Ga goed rechtop zitten, steun tegen de rugleuning en leg dan de
gordel om. Maak de gordels vast door de gesp A-fig. 1 in de slui-
ting B te drukken, totdat hij hoorbaar blokkeert.
Als tijdens het uittrekken van de gordel de rolautomaat blokkeert,
laat dan de gordel een stukje terugrollen en trek de gordel ver-
volgens weer geleidelijk uit.
Voor het losmaken van de gordel moet u op de knop C drukken.
Begeleid de gordel tijdens het teruglopen om te voorkomen dat de
gordelband verdraait.
fig. 1A0J0101mfig. 2A0J0102m
Druk tijdens het rijden niet op de knop C-fig. 1.
De achterbank is voorzien van driepuntsgordels met rolautomaat.
Leg de achtergordels om zoals is afgebeeld in fig. 2.
127-148 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:08 Pagina 128
Page 130 of 250
VEILIGHEID129
2
WAARSCHUWING Als de rugleuning goed is vergrendeld, dan is
de “rode band” B-fig. 3 naast de hendels A niet meer zichtbaar.
Als de “rode band” zichtbaar is, is de rugleuning niet goed ver-
grendeld.
WAARSCHUWING Plaats de veiligheidsgordels op de juiste wijze te-
rug als de achterbank weer in de normale stand wordt gezet, zo-
dat ze altijd direct klaar zijn voor gebruik.SBR-SYSTEEM
(Seat Belt Reminder)
Dit systeem bestaat uit een zoemer die samen met het knipperen
van lampje
<op het instrumentenpaneel de bestuurder en de voor-
passagier waarschuwt voor een niet juist omgelegde veiligheids-
gordel.
Bij sommige uitvoeringen is bovendien een display (in plaats van
de lampjes op het instrumentenpaneel) onder de binnenspiegel
(fig. 4) aanwezig; dit display waarschuwt visueel en m.b.v. een
geluidssignaal de achterpassagiers voor een niet juist omgelegde
veiligheidsgordel.
Wendt u voor het permanent uitschakelen van dit systeem tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk.
Het SBR-systeem kan uitsluiten m.b.v. het Setup-menu van het dis-
play opnieuw worden ingeschakeld (zie hoofdstuk “1”).
Controleer of de rugleuning aan beide zijden goed
vergrendeld is (“rode band” B-fig. 3niet zichtbaar)
om te voorkomen dat in geval van bruusk rem-
men, de rugleuning naar voren klapt en de passagiers
verwondt.
fig. 4A0J0210m
AB
fig. 3A0J0182m
127-148 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:08 Pagina 129