BMW MOTORRAD G 650 XCHALLENGE 2007 Handleiding (in Dutch)
Page 71 of 136
keur door een BMW Motorrad
dealer.Remblokdikte, achter,
controlerenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Remvoeringdikten onder de
minimumwaarde leiden tot
een verminderde remwerking en
onder bepaalde omstandigheden
tot schade aan de remmen.
Om de bedrijfszekerheid van het
remsysteem te waarborgen mo-
gen de remblokken niet dunnerworden dan de minimaal toelaat-
bare dikte.
Dikte van de remblokken ach-
ter1door visuele controle van
achteren controleren.
Remblokslijtagegrens
achter
min 1 mm (Alleen remvoe-
ring zonder rugplaat)
De slijtagemarkeringen moe-
ten duidelijk zichtbaar zijn.
Als de slijtagemarkeringen niet
meer zichtbaar zijn:Remblokken door een speci-
alist laten vervangen, bij voor-
keur door een BMW Motorrad
dealer.
RemvloeistofRemvloeistofpeil, voor,
controlerenDe motorfiets rechtop houden
en erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is
Stuur in rechtuitstand zetten.
Bij een te laag remvloeistof-
peil kan lucht het remsys-
teem binnendringen. Dat leidt tot
869zOnderhoud
Page 72 of 136
een sterk verminderde remwer-
king.
Het remvloeistofpeil regelmatig
controleren.
Vloeistofpeil op remvloeistofre-
servoir, voor,1aflezen.
Door de slijtage van de
remblokken daalt het rem-
vloeistofpeil in het reservoir.
Remvloeistofpeil, voor
Remvloeistof DOT4Remvloeistofpeil, voor
Het remvloeistofpeil mag niet
onder de MIN-markering ko-
men. (Remvloeistofreservoir
horizontaal)
Als het remvloeistofpeil tot onder
het toegestane peil daalt:
De storing zo snel mogelijk
door een specialist laten ver-
helpen, bij voorkeur een BMW
Motorrad dealer.
Remvloeistofpeil, achter,
controleren
Bij een te laag remvloeistof-
peil kan lucht het remsys-
teem binnendringen. Dat leidt tot
een sterk verminderde remwer-
king.
Het remvloeistofpeil regelmatig
controleren.
Vloeistofpeil op remvloeistofre-
servoir, achter,1aflezen.
Door de slijtage van de
remblokken daalt het rem-
vloeistofpeil in het reservoir.
870zOnderhoud
Page 73 of 136
Remvloeistofpeil, achter
Remvloeistof DOT4
Het remvloeistofpeil mag niet
onder de MIN-markering ko-
men. (Remvloeistofreservoir
horizontaal)
Als het remvloeistofpeil tot onder
het toegestane peil daalt:
De storing zo snel mogelijk
door een specialist laten ver-
helpen, bij voorkeur een BMW
Motorrad dealer.
KoelvloeistofKoelvloeistofpeil
controlerenDe motorfiets rechtop houden
en erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is
Koelvloeistofpeil bij de schaal-
indeling1van het expansiere-
servoir controleren.Voorgeschreven peil
koelvloeistof
Tussen MIN- en MAX-mar-
kering op expansiereservoir
Is het koelvloeistofpeil te laag:
Koelvloeistof bijvullen
Is het koelvloeistofpeil te hoog:
Neem contact op met een spe-
cialist, bij voorkeur een BMW
Motorrad dealer.
871zOnderhoud
Page 74 of 136
Koelvloeistof bijvullenAfdekking sluiting van de radia-
teur1naar voren verwijderen.
Dop van het expansiereservoir
voor koelvloeistof2openen.Koelvloeistof tot het voorge-
schreven peil vullen.
Dop van het expansiereservoir
voor koelvloeistof sluiten.
Afdekking van de radiateurdop
in de houders3zetten. Daarbij
de bovenzijde van de afdekking
achter de onderkant van het
middelste kuipdeel4geleiden.
KoppelingSpeling van de
koppelingshendel
controlerenKoppelingshendel bedienen,
totdat weerstand voelbaar is.
Speling van de koppelingshen-
delAmeten.
Speling koppelingshendel
2...3 mm (bij koude motor)
872zOnderhoud
Page 75 of 136
Als de speling van de koppe-
lingshendel buiten de tolerantie
ligt:
Speling van koppelingshendel
afstellen ( 73)Speling van
koppelingshendel
afstellenManchet1terugschuiven.
Borgmoer2losdraaien.
Speling van de koppelingshen-
del met de stelbus3in de juis-
te stand zetten.
Rechtsom draaien: Speling
wordt groter.Linksom draaien: Speling
wordt kleiner.
Speling van de koppelingshen-
del controleren ( 72)
Borgmoer2vastdraaien.
Manchet1over de stelbus
trekken.
BandenBandenprofieldiepte
controlerenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Bandenprofieldiepte in de
hoofdprofielgroeven met
slijtage-indicatoren meten.
Op elke band bevinden zich
slijtagemarkeringen die in
het hoofdprofiel zijn geïntegreerd.
Indien de slijtagemarkeringen
zichtbaar zijn, is de band volle-
dig versleten. De posities van de
slijtagemarkeringen zijn op de zij-
kant van de band aangegeven,bijv. door de letters TI, TWI of
door een pijl.
Als het bandenprofiel niet meer
voldoet aan de wettelijk voorge-
schreven minimale profieldiepte:
Banden vervangen.
VelgenVelgen controlerenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Velgen visueel op defecten
controleren.
Beschadigde velgen contro-
leren en zo nodig laten ver-
nieuwen, bij voorkeur door een
BMW Motorrad dealer.KettingKetting smerenContact uitschakelen en neu-
traalstand inschakelen.
873zOnderhoud
Page 76 of 136
Door vuil, stof en onvol-
doende smering wordt de
levensduur van de aandrijfketting
sterk verkort.
Aandrijfketting regelmatig reini-
gen en smeren.
De aandrijfketting met een ge-
schikt reinigingsmiddel reinigen,
afdrogen en kettingsmeermid-
del aanbrengen.
Overtollig smeermiddel afve-
gen.
Kettingspanning
controlerenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.Ketting met behulp van een
schroevendraaier omhoog
drukken en verschilAmeten.
Kettingspeling
25...30 mm (De motorfiets
staat op de zijstandaard.)
30...35 mm (Achterwiel uit-
geveerd)
Als de gemeten waarde buiten
de toegestane tolerantie ligt:
Kettingspanning afstellen
( 74)
Kettingspanning afstellenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Steekasmoer1losdraaien.
Borgmoeren2links en rechts
door linksom draaien losmaken.
Met stelbouten3links en
rechts de kettingspanning
afstellen.
Rechtsom draaien: ketting-
spanning wordt verlaagd.
Linksom draaien: kettingspan-
ning wordt verhoogd.
874zOnderhoud
Page 77 of 136
Kettingspanning controleren
( 74)
Erop letten dat links en
rechts dezelfde waarde op de
schaal4wordt ingesteld.
Borgmoeren2links en rechts
door rechtsom draaien borgen.
Borgmoer van de ketting-
spanbout
25 Nm
Steekasmoer1met het juiste
aanhaalmoment vastzetten.
Moer op steekas achter
80 NmKettingslijtage
controlerenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.Ketting op het achterste uitein-
de van het achterkettingtand-
wiel naar achteren trekken.
De toppen van de tanden moe-
ten nog binnen de schakels
blijven.
Als de kettingschakels voorbij de
toppen van de tanden kunnen
worden getild:
Contact opnemen met een
specialist, bij voorkeur een
BMW Motorrad dealer.
WielenAanbevolen bandenVoor elke bandenmaat zijn be-
paalde bandenmerken door BMW
Motorrad getest, als verkeersvei-
lig beoordeeld en goedgekeurd.
Van andere banden kan BMW
Motorrad de geschiktheid van
het product niet beoordelen en
daarom niet instaan voor de rij-
veiligheid.
BMW Motorrad adviseert, alleen
banden te gebruiken, die door
BMW Motorrad zijn getest en
goedgekeurd.
Uitvoerige informatie krijgt u bij
uw BMW Motorrad dealer of via
internet onder "www.bmw-motor-
rad.com".Voorwiel uitbouwenDe motorfiets op een geschikte
hulpstandaard plaatsen. BMW
Motorrad adviseert de BMW
Motorrad hulpstandaard.
875zOnderhoud
Page 78 of 136
Hulpstandaard aanbrengen
( 81)
Met SU BMW Motorrad ABS:
Bout1van de ABS-sensor los-
draaien en ABS-sensor uit de
houder nemen.
Voorwiel met geschikte hulp-
standaard optillen. BMW Mo-
torrad adviseert de BMW Mo-
torrad voorwielstandaard.
Voorwielstandaard aanbrengen
( 82)Linker asklembouten2losma-
ken.
Steekasbout3verwijderen.
Rechter asklembouten4los-
maken.As5met behulp van een
schroevendraaier eruit trekken.
Vet niet van de as verwijderen.
Linker buitenpoot6vasthou-
den en voorwiel naar links en
rechts bewegen om de rem-
blokken uit elkaar te duwen.
In uitgebouwde toestand
kunnen de remblokken zo
ver naar elkaar toe worden ge-
drukt, dat ze bij de montage niet
over de remschijf passen.
De remhendel bij uitgebouwde
remklauwen niet bedienen.
876zOnderhoud
Page 79 of 136
Voorwiel uit de voorvork rollen.
Afstandsbus7verwijderen.Voorwiel inbouwenAfstandsbus7aanbrengen.Het voorwiel moet in draai-
richting worden ingebouwd.
Op de draairichtingspijlen op de
band of de velg letten.
Voorwiel in de voorvork rollen,
hierbij de remschijven tussen
de remblokken geleiden.
As5inbouwen.Boutbevestigingen die met
een onjuist aantrekkoppel
zijn vastgezet kunnen losraken
of de boutbevestigingen kunnen
beschadigd raken.
Aanhaalmomenten altijd laten
controleren door een specialist,
bij voorkeur een BMW Motorrad
dealer.
Steekas3met aanhaalmo-
ment monteren, zo nodig met
schroevendraaier aan de rech-
terkant tegenhouden.
877zOnderhoud
Page 80 of 136
Moer op steekas voor
80 Nm
Voorwielstandaard verwijderen.
Laat, zonder de rem te bedie-
nen, de voorvork meerdere ma-
len krachtig inveren.
Linker asklembouten2met
aanhaalmoment vastzetten.
Voorrasklem
10 NmRechter asklembouten4met
het voorgeschreven aantrek-
koppel vastzetten.
Voorrasklem
10 NmMet SU BMW Motorrad ABS:
ABS-sensor in de houder aan-
brengen en bout1van de
ABS-sensor aanbrengen.
Hulpstandaard verwijderen
Remhendel meermaals krachtig
bedienen, om de remblokken
tegen de schijven te laten aan-
liggen.
Achterwiel uitbouwenDe motorfiets op een geschikte
hulpstandaard plaatsen. BMW
Motorrad adviseert de BMW
Motorrad hulpstandaard.
878zOnderhoud